Verkiezingsdebatten zijn saai en voorspelbaar, en blijven braaf binnen de perken van de gevestigde orde

Verkiezingsdebatten op televisie of interviews met lijsttrekkers in taxi’s, kappersstoelen of studio’s, ik kijk er niet naar. Eerlijk gezegd begrijp ik niet waarom anderen er wel naar kijken. Wat valt er te halen of te ontdekken? Het ontgaat me volledig. Het is alleen leuk voor partijtijgers die bevestiging van en identificatie met hun kandidaat zoeken.

Verkiezingsdebatten gaan om herkenning en niet om miskenning. Het maken van onderscheid is weliswaar een functie van de journalistiek, maar als dat resulteert in het beschrijven van en toetsen van het bekende aan het bekende, dan verwordt het tot een lege en plichtmatige exercitie

Hetzelfde geldt de krantenkolommen waarin journalist, redactie of krant partijen vanuit hun perspectief doorlichten op blauwe of bruine ogen, kunst of geen kunst, man, vrouw of anders zijn. Het is saai en voorspelbaar en blijft braaf binnen de perken. Binnen de mentale ruimte van de gevestigde orde waar het draait om marketing, haalbaarheid, gespeelde menselijkheid en verkiesbaarheid.

Pseudo-kritiek van media die nooit doorbijten maakt het onnozel en vals. Het ligt zwaar op de maag en is niet voedzaam. Media houden met een show vol rituelen en harde afspraken het beeld van een Potemkin-façade in stand onder het mom het af te breken. Ze wijzen trots naar zichzelf en weerleggen kritiek door te verwijzen naar hun wapenfeit hoe kritisch ze durfden zijn tegen meneer A, mevrouw B of partij C. Tegelijk zijn ze close en onderhorig om hun toegang in stand te houden.

Media laten de politieke klasse als beroepsgroep geheel bewust buiten beeld. De Consumentengids van het vrije woord test de techniek, de levensduur, de prijs, de beschrijving in de gebruiksaanwijzing, maar vraagt zich niet af hoe zinvol het product voor Nederland is en wat we er eigenlijk voor kopen.

Verkiezingsdebatten en interviews met lijsttrekkers zijn bedrog van de nieuwsconsument door de media. In een gesloten een-tweetje. Politici zijn acteurs die een rol spelen en op hun persoonlijkheid worden bevraagd. Het is illusie die als werkelijkheid wordt gepresenteerd. Als fictie of tijdverdrijf heeft het nog enigszins een functie, maar als informatievoorziening heeft het de inhoud van een lege huls. Verkiezingsdebatten zijn het reservaat dat speciaal is bestemd voor de bescherming van politici.

Graag ben ik het eens met columnist Aylin Bilic die haar column van 4 maart 2021 in NRC zo besluit:

Foto 1: PubliciteitsfotoDe zes lijsttrekkers bij het RTL-verkiezingsdebat’ van het verkiezingsdebat van RTL op 28 februari 2021. Credits: ANP.

Foto 2: Still uit videoDe Hofkar – Afl. 5: Thierry Baudet’ voor Omroep PowNed.

Foto 3: Schermafbeelding van deel columnVerkiezingsdebat is geen potje armpje drukken’ van Aylin Bilic in NRC, 4 maart 2021.

Tim Boin vertelt met wartaal zijn verhaal over interactieve kunst

Dit is bij nader inzien een bedroevende video. Goedbedoeld, maar volkomen leeg van inhoud. Voor degene die achter de realiteit wil kijken blijft in het midden of dit serieus bedoeld is of opgevat moet worden als satire.

Tim Boin van Tim Boin Art zegt dat hij in geometrie gelooft. De vraag voor de kijker van deze video is of hij of zij in de praatjes en de opvatting van Tim Boin over kunst gelooft. Ook goede satire moet een zekere mate van geloofwaardigheid (‘vraisemblance‘) hebben om te overtuigen. Vraag is of Boin niet overdrijft in zijn spot en het gebruik van Engelstalig jargon. De uitspraak ‘the medium is the message’ is van toepassing op deze video. De communicatie drukt niet zozeer een beslissend stempel op de betekenis, maar drukt deze volledig uit beeld. Want wat is de betekenis van wat Boin probeert te zeggen? De beste omschrijving ervoor is wartaal.

Hoe Tim Boin het wiel opnieuw uitvindt, maar het buskruit nog niet heeft uitgevonden blijkt uit het slot als hij een eeuwenlange praktijk van interpreteren van kunst met zijn storytelling als nieuw probeert te pitchen: ‘Het leuke aan het vertellen van story’s met installaties en kunst is dat je triggert mensen om hun eigen invulling naar te geven en vervolgens gaan ze daar naartoe om die bevestiging te zoeken dus kijk gaat het hier over dus je creëert een bepaalde interactie met je publiek en ik denk dat dat ook wel de nieuwe manier van storytelling is.’ De verwondering die resteert is waarom niemand Tim Boin tegen zichzelf beschermd heeft.

NB: ‘Zo kan het ook’ dat in de video aandacht besteedt aan Tim Boin en zijn bedrijf is een programma van RTL dat ‘bedrijven in kaart brengt die een creatieve en vernieuwende blik hebben op het ondernemen, productontwikkeling, service en leiderschap’.

Antwoord aan Fidan Ekiz – Waar het oproepen tot een boycot begint, gedijt het vrije woord

Journalist Fidan Ekiz plaatste op de rechts-radicale site TPO het opinie-artikelFidan Ekiz – Waar het oproepen tot een boycot begint, eindigt het vrije woord’. Aanleiding is de kwestie Johan Derksen en zijn recht om in het programma VI verkeerde grappen te maken met een racistische ondertoon. Met Ekiz ben ik het over dit onderwerp hartgrondig oneens. Ik vermoed dat ze een denkfout maakt en in de verkeerde stelling blijft hangen. Ik betwist het recht van Derksen niet, maar zet daar het recht naast om hem te kritiseren. Dat is een opvatting waar meningen kunnen botsen en waarbij alle middelen uit de kast kunnen worden gehaald. Inclusief een oproep tot een boycot van adverteerders aan een commercieel programma. Ekiz  heeft trouwens veel woorden nodig om iets simpels te zeggen. Daarnaast haalt ze er van alles bij dat haar betoog eerder vertroebelt dan verheldert. Dat geeft geen vertrouwen in de houdbaarheid van haar denkbeelden.

Het debat gaat erover wat de publieke opinie is en hoe die werkt. Dat doorgedacht valt het nog ruimer op te vatten. Het gaat er in de kern over wat de samenleving is. Kan een sponsor van een commerciële omroep met verwijzing naar een politiek doel door een publieksactie opgeroepen worden om afstand te nemen van een programma? Zijn dat achterbakse streken of is dat een toelaatbaar middel om in de openbaarheid politiek te bedrijven? Ik vermoed het laatste.

Een voorbeeld maakt dat wellicht duidelijk. Op dit moment speelt de vrees in de VS dat president Trump oneigenlijke middelen in zal zetten om de verkiezingen van november 2020 te verstoren. Hij ligt ver achter in de peilingen. Naast de optie van het beginnen van een oorlog ter afleiding is er een breed programma van kiezersonderdrukking dat ervoor moet zorgen dat kiezers die op Joe Biden willen stemmen ontmoedigd worden om naar de stembus te gaan. Dat gebeurde ook in 2016. Daarom worden nu bedrijven door Democraten onder druk gezet om zich uit te spreken voor eerlijke verkiezingen. Zo wordt het in Georgia machtige Coca-Cola onder druk gezet door activisten om op hun beurt het Republikeinse bestuur van de staat onder druk te zetten om te zorgen voor eerlijke verkiezingen. Ook voor de eigen werknemers.

Het gaat dus over de bandbreedte van het publieke debat. Waar moet dat getrokken worden? Dit leert dat de grenzen van een open en weerbare democratie mede bepaald worden door de opvatting van politieke cultuur en de werking van de samenleving. De media zijn daar een integraal onderdeel van. Ofwel, is politiek alleen ‘politiek’ in enge zin of moet dat ruimer opgevat worden? Dit gaat over de emancipatie van de deelnemers aan het publieke debat. En omgekeerd over de dominantie van opinieleiders die anderen het recht op een open debat ontzeggen.

Daar komt het meningsverschil over het onder druk zetten van sponsors van het programma VI van Talpa op neer. Het gaat niet over Boomsma of Derksen. Zij zijn de toevallige passanten in dit verhaal. Ekiz neemt het te nauw als ze zegt dat het vrije woord eindigt waar de oproep tot een boycot begint. Dat geldt alleen binnen haar enge perspectief. De oproep tot een boycot kan evengoed opgevat worden als de ultieme werking van een levende democratie waar het vrije woord als nooit tevoren bloeit. Zonder beperkingen en taboes.

Tegenstanders van een boycot zoals Youp van ’t Hek die Arie Boomsma persoonlijk aanvielen houden het misverstand in de lucht dat er in de afgelopen jaren nooit oproepen waren om de adverteerders van VI tot een boycot te bewegen. Zodat ze het indirect kunnen koppelen aan het zogenaamde radicalisme van de BLM-beweging. Ook die framing is onjuist. De boycot van VI is een terugkerend onderwerp. Zo vroegen belangengroepen als het COC en TNN (Transgender Netwerk Nederland) in februari 2018 aan de toenmalige sponsors Heineken, Gillette en Toto van de omroep RTL die toen het programma VI uitzond om hun medewerking aan dat programma te stoppen.

De radicalisering in de programmering van VI volgt direct uit het commercieel belang. Die kan daarom logischerwijze alleen beantwoord worden door het commercieel belang van het programma en de omroep die het uitzendt rechtstreeks te verzwakken. Via een oproep tot een advertentieboycot dus. Zoals in Georgia alleen het machtige Coca-Cola het bestuur van de staat onder druk kan zetten. Dat past perfect binnen de publieke opinie. De oproep tot een boycot is een directe vertaling van het vrije woord en een toelaatbaar middel om het publieke debat te voeren. Ekiz heeft een te beperkte opvatting van wat de democratie, het publieke debat en de vrijheid van meningsuiting zijn.

Foto 1: Schermafbeelding van deel opinie-artikelFidan Ekiz – Waar het oproepen tot een boycot begint, eindigt het vrije woord’ op TPO, 2 juli 2020.

Foto 2: Schermafbeelding van deel commentaarCOC en TNN vragen sponsoren Heineken, Gillette en Toto stekker uit Voetbal Inside van RTL te trekken’ van George Knight, 4 februari 2018.

Misverstanden over de invloed van media bij homogeweld: ‘Ellie aan de verkeerde kant’ en Johan Derksen

Naar aanleiding van de aflevering van 29 juli 2019 van ‘Ellie aan de verkeerde kant’ (AVROTROS) van Ellie Lust is een debat op Twitter ontstaan. ‘Uitgescholden, bespuugd of zelfs zwaar mishandeld worden vanwege je geaardheid. Het is van alle tijden en ook anno 2019 worden LHTBI-ers in Nederland ermee geconfronteerd’ zegt de toelichting. Hierboven enkele reacties. Het is een debat tussen doven.

Kop-van-jut is programmamaker en voetbal-analist Johan Derksen. Lust spreekt hem aan op uitspraken van hem en zijn panelgenoten in het programma Veronica Inside (VI) van John de Mols Talpa. De mannen van VI zouden zich bezondigen aan homofobe grappen. Derksen meent dat homo’s van zich af moeten bijten en niet te zielig moeten doen. Hij karakteriseert de homoscene als ‘huilerig’ en vindt dat het in de slachtofferrol kruipt. Hij stelt expliciet dat dat zijn mening is. Derksen veroordeelt het geweld tegen homo’s.

Hoe kan een debat tussen mensen die homogeweld veroordelen zo ontsporen? Er is om te beginnen het misverstand over de invloed van de media dat door critici van Derksen als groot wordt ingeschat. De paradox is dat ze door hem aan te vallen zijn stem gewicht geven dat het niet heeft. Advocaat Sidney Smeets maakt het bont. Hij legt een direct verband tussen de homofobe grappen van mediapersoonlijkheden als Johan Derksen en het uitschelden op straat van homo’s. Smeets meent dat het eerste uit het laatste volgt omdat Derksen mede verantwoordelijk is voor de normalisering van geweld tegen homo’s door de grappen erover. Maar dat is een bewering uit het ongerede. Smeets heeft daarnaar geen onderzoek gedaan, is geen mediadeskundige en verwijst evenmin naar onderzoeken hierover. Het is onduidelijk vanuit welke expertise Smeets meent Derksen te kunnen veroordelen. Zo smoort de kritiek op Derksen in een welles-nietes discussie.

Het geschil valt te herleiden tot identiteitspolitiek. Wikipedia omschrijft dat zo: ‘Identiteitspolitiek is het bedrijven van politiek vanuit de sociale identiteit van een bepaalde groep en de door deze groep gedeelde ervaring van maatschappelijk onrecht’. Terwijl Derksen redeneert vanuit het standpunt van het individu die voor zichzelf opkomt, redeneren zijn critici vanuit het standpunt van de groep die aan het emanciperen is en in dat proces de eigen groepsidentiteit wil versterken. Maar identiteitspolitiek heeft een nadeel, namelijk dat leden van de groep zich afzonderen in hun -overigens gerechtvaardigde- strijd. Risico is dat hierdoor positieve krachten die feitelijk hetzelfde nastreven op twee sporen rijden, verdeeld raken en energie besteden aan onderling gekissebis. In de VS openbaart zich die kloof in de Democratische partij die zo verzwakt wordt.

Is er dan helemaal niks verkeerd aan de homofobe en transfobe grappen van Derksen en zijn voetbalmaatjes? Dat is een kwestie van smaak. Over een voorloper van VI die door RTL uitgezonden werd schreef ik in 2018: ‘Slechte humor is immers ook humor’. Het is het platte amusement van een commerciële omroep die draait om winst en kijkcijfers. De verontwaardiging over Derksens uitspraken is een valkuil omdat het een sociaal probleem van homogeweld verkeerd framet. Derksen is geen (mede)oorzaak van homogeweld zoals Smeets suggereert, maar een BN’er die er lol aan beleeft om dat verschijnsel te exploiteren. Meer is het niet.

Foto: Schermafbeelding van tweets met de hashtag ‘#ellieaandeverkeerdekant’, 29-30 juli 2019.

Geert Wilders claimt op te komen voor Nederlandse cultuur. Moet dat opgevat worden als satire waarin hij zichzelf op de hak neemt?

Ze komen er weer aan, verkiezingsdebatten. De logica ervan is onduidelijk. Op 20 maart zijn er verkiezingen voor de Provinciale Staten en daarom worden fractievoorzitters van de Tweede Kamer uitgenodigd. Dat is zoiets als hockeyers over voetbal laten praten. Amusant en irrelevant. Omdat door een stemming uit de Provinciale Staten de Eerste Kamer wordt gevormd had een debat tussen lijsttrekkers uit de Eerste Kamer meer voor de hand gelegen. De formule dat politici niet direct verantwoordelijk zijn voor dat waar ze over praten maakt het debat vrijblijvend. Wat ze ook zeggen, het doet er niet toe. Het voedt cynisme. Een voorbeeld is Geert Wilders die zegt op te komen voor Nederlandse cultuur. Dat is als een slager die zegt dat hij opkomt voor de dieren die hij slacht of Shell dat pretendeert fossiele brandstof te delven die duurzaam en groen is. Hoe dan ook voedt dit de vermoeidheid over de politiek. Mijn reactie bij het artikelVideo! Ontketende Wilders tegen Asscher: ‘U gooide de Nederlandse cultuur bij grofvuil en verklaarde islam heilig!’ op DDS:

Foto’s: Schermafbeelding van deel van artikel ‘Video! Ontketende Wilders tegen Asscher: ‘U gooide de Nederlandse cultuur bij grofvuil en verklaarde islam heilig!’ van Tim Engelbart voor DDS, 8 maart 2019 en eigen reactie.

COC en TNN vragen sponsoren Heineken, Gillette en Toto stekker uit Voetbal Inside van RTL te trekken

Het COC is in een gemeenschappelijke verklaring met Transgender Netwerk Nederland (TNN) duidelijk in de afkeuring van het programma Voetbal Inside: ‘TNN en COC reageren op de uitzending van Voetbal Inside van vrijdag 2 februari. Daarin maakten René van der Gijp en Johan Derksen de Vlaamse tv-verslaggever Bo van Spilbeeck belachelijk. Van Spilbeeck maakte deze week bekend dat ze verder door het leven gaat als vrouw.’

COC en TNN roepen de sponsoren Heineken, Gillette en Toto de stekker eruit te trekken. Dat is een passend initiatief, dat overigens in Nederland veel te angstvallig en beschroomd genomen worden. Zo zijn er al lange tijd sluimerende initiatieven om nieuwssites als De Dagelijkse Standaard of The Post Online die extreem-rechtse standpunten verkondigen commercieel aan te pakken door een beroep te doen op de sponsors om hun steun in te trekken. Maar het lijkt alsof sponsors hun verantwoordelijkheid niet beseffen en door kopers en aandeelhouders evenmin onder druk gezet worden. Die bewustwording waarin kopers en aandeelhouders hun macht beseffen is in Nederland onderontwikkeld. De reclamewereld reageert opvallend terughoudend en initiatiefloos en doet of het in een maatschappelijk vacuüm opereert. Mijn reactie op de FB-pagina van COC:

De commerciële omroep RTL moet zelf maar beslissen of het de gein of ongein van Voetbal Inside uitzendt. Slechte humor is immers ook humor. Wat anders is de vraag aan de sponsoren Heineken, Gillette en Toto of ze zich met dit programma willen associëren. En of de consumenten die producten van deze bedrijven afnemen of de aandeelhouders zich met deze sponsoring kunnen verenigen. Dat is een terecht beroep.

Het is de wetmatigheid van het winst maken van een commerciële omroep. Voetbal Inside moet zowel binnen de eigen organisatie als bij het publiek aandacht genereren om winst te maken. Om op te vallen is het om die reden steeds weer verplicht de randen van het maatschappelijk aanvaardbare op te zoeken. De radicalisering in de programmering volgt direct uit het commercieel belang.

Die kan daarom logischerwijze alleen beantwoord worden door het commercieel belang van het programma en omroep RTL rechtstreeks te verzwakken. Dat werkt zeker niet door een beroep te doen op goede smaak, humor of maatschappelijke acceptatie. Los van het feit dat dat aan de vrijheid van meningsuiting en expressie raakt. Dat wordt een heilloze weg waarvan Voetbal Inside profiteert en het zich achter kan verschuilen. Het kan zelfs als gevolg hebben dat door alle media-aandacht de positie van het programma eerder versterkt, dan verzwakt wordt.

Voetbal Inside en RTL kunnen het best in hun portemonnee getroffen worden. Als de sponsors weglopen en het programma verlies lijdt, dan zal blijken of de liefde van RTL voor dit programma zo groot is dat het dit verlies wil bijpassen.

Foto: Schermafbeelding van posting Facebook-pagina van het COC, 3 februari 2018.

Oproep aan adverteerders om steun aan Voetbal Inside te stoppen is aanvaard actiemiddel. RTL Boulevard wil het niet snappen

Ik kijk niet lineair naar programma’s van de commerciële omroep, dus evenmin naar Voetbal Inside. Niet uit principe trouwens. maar gewoon door wat ik zie als het ontbreken van kwaliteit. Het gaat aan me voorbij. Alleen bij een relletje zoek ik desgewenst via sociale media even op waar het over gaat. Er is op 19 december door documentairemaker Sunny Bergman op Facebook een oproep geplaatst die onder meer zegt: ‘Voetbal Inside wordt mede mogelijk gemaakt door Amstel Bier, Gillete en Toto. Willen deze merken ook homofobie mede mogelijk maken? Zo nee: waarom sponsoren deze merken Voetbal Inside dan nog?’ Bergman spreekt deze merken aan op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit is een aanvaard actiemiddel dat in de VS of in Nederland onder meer met gemengd succes tegen de alt-right websites Breitbart, De Dagelijkse Standaard of The Post Online wordt gevoerd. Zo zag Breitbart vanwege de benadering van adverteerders door actiegroepen de reclame inkomsten in mei 2017 met 90% dalen, aldus een bericht in The Hill.

Bergmans oproep aan de adverteerders om vanwege ‘homofobie’ te overwegen hun steun aan Voetbal Inside te beëindigen is een aanvaard actiemiddel. Het zet adverteerders onder druk. Het roept niet op om het programma te stoppen of presentatoren te ontslaan die onder het mom van satire gewraakte uitspraken van homohaat of racisme doen. Het roept enkel op om de financiële steun aan het programma te stoppen.

Zowel Voetbal Inside als RTL Boulevard zijn programma’s van RTL. Het commentaar van RTL Boulevard op Voetbal Inside heeft daarom een hoog ‘de slager keurt het eigen vlees’ gehalte. De commentatoren van RTL Boulevard zoeken de afleiding door te verwijzen naar de Russische Federatie of Turkije, terwijl het bij Voetbal Inside gaat om een Nederlands programma in de Nederlandse taal met Nederlandse onderwerpen dat gericht is op een Nederlands publiek. Waarom moeten kijkers als het lastig wordt zich dan ineens druk maken over buitenlands onrecht, terwijl zowel Voetbal Inside als RTL Boulevard bijna volledig op de Nederlandse publieke opinie zijn gericht? De vrouwelijke presentator verwoordt perfect de domheid en het selectieve kijken naar de werkelijkheid en zichzelf binnen de Nederlandse RTL-tak door op te merken dat men niet naar Voetbal Inside hoeft te kijken. Nee, uiteraard niet. Maar het staat actievoerders volledig vrij om de adverteerders van Voetbal Inside op te roepen om hun financiële steun aan dat programma vanwege homohaat of racisme te beëindigen.

Macron en Le Pen volgens Alain Duhamel

Journalist en politiek commentator Alain Duhamel praat voor RTL in oneliners en in zijn analyse in dualismes. Het gaat over beide kandidaten voor het presidentschap, Marine Le Pen en Emmanuel Macron. Aanstaande zondag kiezen de Fransen in de tweede ronde hun president. Macron krijgt van Duhamel punten voor de inhoud en Le Pen voor de vorm. Beroepspoliticus Le Pen zou de betere campaigner zijn en nieuwkomer Macron de betere bestuurder. Le Pen brengt een overtuigend verhaal over een irreële wereld en Macron een aarzelend verhaal over een reële wereld. Le Pen is de demagoog en Macron de pedagoog. Aldus Duhamel.

Het lijkt in een notedop het verschil tussen radicaal-populisten en centrumpolitici. Onwerkelijke vergezichten tegenover het besef van de smalle marges. Terwijl de burgers werkelijke vergezichten willen die het verschil maken. In de campagne proberen beide kandidaten de kiezers wijs te maken dat zij de ideale wereld bieden. Omdat niets de gek meer in vreugde doet leven dan loze beloften klampen velen zich vast aan dromen. Hoe bieden politici hier weerstand aan? Beide kandidaten bestrijden vooral elkaar zonder uit te hoeven leggen hoe hun wereld bereikt gaat worden.

Kunstwerk ‘In Memoriam Albert Verlinden’ van Jordy Koevoets verwijderd door GVB

jordy-koevoets-7

Een werk van de Bredase kunstenaar Jordy Koevoets is afgeplakt door het GVB. In een bericht geeft AT5 de bijzonderheden: ‘Het was bedoeld als statement tegen de roddeljournalistiek, een in memoriam voor RTL-boegbeeld Albert Verlinde. Het werd geplaatst in een vitrine op metrostation Wibautstraat maar werd snel afgeplakt door een geschrokken GVB.’ Koevoets wilde met de installatie In Memoriam: de dood van een roddelkoning een statement maken tegen ‘de onmetelijke en verzengende banaliteit en absurditeit van de huidige consumptie- en mediamaatschappij.’ Het werk is vandaag op last van het GVB definitief verwijderd.

Koevoets liet geen onduidelijkheid bestaan over zijn opstelling: ‘Weg gluiperige glimlach, weg schijnheilig gezicht; het is gedaan met de dagelijkse zelfbevlekking. Lieve Albert, we hebben van je genoten zolang het duurde…’. Het GVB kwam volgens een woordvoerder tot ‘deze ongebruikelijke beslissing’ omdat het werk ‘dusdanig kwetsend voor een bepaald persoon’ was dat het werd verwijderd. Waarom volgens Koevoets een ‘statement tegen de roddeljournalistiek’ een statement tegen de ‘consumptie- en mediamaatschappij’ is valt niet makkelijk in te zien. Ageren tegen licht amusement draagt de valkuil van de doodlopende weg in zich.

jordy-koevoets-8

Foto: InstallatieIn Memoriam: de dood van een roddelkoning’ van Jordy Koevoets in vitrine Metrostation Wibautstraat, Amsterdam. Voor en na.

Het misverstand dat gevestigde media links zijn. Ze zijn rechts

Rechts

Waar komt toch het misverstand vandaan dat gevestigde media links zijn? Laten we zoals Wikipedia de term links reserveren voor politiek die streeft naar meer macht voor de economisch zwakken in de samenleving  (klassenstrijd), wantrouwen heeft ten aanzien van de vrije marktwerking en van het bedrijfsleven (het kapitaal) en is voor het toepassen van overheidsingrijpen om tot een egalitaire verdeling van welvaart te komen. In het derde debat van de Republikeinse presidentskandidaten in Colorado verwoordde Marco Rubio hetzelfde idee over een ‘liberal bias’ (linkse vooringenomenheid) van Amerikaanse gevestigde media. Maar zijn ze niet eerder rechts omdat ze de gevestigde orde ondersteunen en onderdeel zijn van ondernemingen die voorstander zijn van vrije marktwerking? Of liever gezegd, dat in theorie zijn, maar door kartelvorming met elkaar de markt verdelen. Omdat links de gevestigde orde wil veranderen is het niet logisch dat gevestigde media links zijn.

Petitionist Martin Gahr zegt niet direct dat gevestigde media links zijn, maar suggereert het wel door gebruik van termen als rechts-populistisch en rechtse hoek voor deelnemers aan het publieke debat. Hij schetst een perspectief. Maar is het niet tegenstrijdig dat gevestigde media die de gevestigde orde ondersteunen zich zouden richten op deelnemers aan het debat die de gevestigde orde ondersteunen? Hoe logisch is dat?

Er is een verklaring voor het misverstand dat heeft te maken met het begrip culturele hegemonie. Het valt Martin Gahr niet te verwijten dat hij het niet doorziet. Een begrip waarover de Italiaanse Marxist Antonio Gramsci veel schreef en dat omschreven kan worden als ‘sociale patronen die dominant zijn geworden door de cultuur van de heersende klasse’ en zo als natuurlijk worden ervaren. Welnu, die culturele hegemonie is een zetstuk dat door de gevestigde orde voor de macht wordt geplaatst met inzet van de gevestigde media.

Verhullen van macht is een prima middel om te zorgen dat kritiek de verkeerde kant opgaat. Zo blijven machtsposities aan het zicht onttrokken en krijgt de machteloze opponent (hier: links) op de koop toe ook nog de kritiek voor de kiezen. Dat is een fantastisch meesterplan met dubbele winst voor rechts. Dat heeft er alle belang bij om het idee van een linkse kerk of linkse media in de lucht te houden en te laten bestaan als bliksemafleider. Wie nadenkt en begrijpt hoe de eigendomsverhoudingen in de samenleving liggen kan weten dat NOS, RTL, NRC, Trouw, AD, De Telegraaf, De Volkskrant en al die gevestigde media gewoon rechts zijn.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Tegen discriminatie door mainstream media en politiek’, 3 november 2015.