Laatdunkendheid over complotdenkers leidt in kwestie Epstein tot blinde vlek bij gevestigde journalistiek die samenzwering uitsluit

Ik heb geen goede woorden over voor een stuk van 12 augustus van Bas Soetenhorst in Het Parool. Ik vind het gemakzuchtig. Het tekent het spagaat van Nederlandse journalisten die op afstand staan van de Amerikaanse én de Nederlandse samenleving en in een Atlantisch niemandsland hun waar slijten. Hieronder geef ik mijn reactie weer die ik plaatste op de FB-account van Het Parool bij dit onderwerp. Links zijn toegevoegd.

Er is ook wel wat gebeurd, beste Bas Soetenhorst, namelijk de onverwachte, verrassende en de in-alle-gevallen-te-voorkomen dood van een van de meest spraakmakende personen van de VS met sterke lijnen naar de politiek. Het is als de bezwering in een theaterstuk dat herhaalt ‘DAT mag niet gebeuren’ met als uitkomst dat DAT waarvan iedereen weet dat het niet mag gebeuren uiteindelijk toch gebeurt.

Als dat dan gebeurt roept dat vragen op over een samenzwering. Want regels en afspraken van overheidsdiensten zijn geschonden en Epstein stond bekend als iemand die met geld de rechtsgang en personen die toezicht op de rechtsgang hadden manipuleerde, zoals in Florida in 2007 waar hij onterecht wegkwam met een lichte straf. Epstein heeft een spoor van onregelmatigheden nagelaten in het Amerikaanse rechtssysteem dat nog steeds niet volledig in kaart is gebracht. Waarom is het merkwaardig om te veronderstellen dat hij dat tot en met zijn dood heeft volgehouden?

Epsteins dood verdient een grondige en onpartijdige analyse en meer dan een stuk van een correspondent die dualistisch denkt in zwart-wit tegenstellingen, de feiten verkeerd voorstelt en zo zelf complottheorieën de wereld instuurt waar hij klaarblijkelijk zijn neus voor ophaalt alsof er wat smerigs aan de schoen van de ander kleeft, terwijl het zijn eigen schoen betreft.

Het is zeker zo dat er verschillende kampen zijn, te weten het Clinton en het Trump kamp die proberen de ander de zwarte piet door te schuiven. Waarbij het kamp Trump het hardst van leer trekt. Maar er is ook een derde kamp van onafhankelijke, neutrale hoogleraren, opinieleiders, journalisten en politici buiten de hoofdstroom van de partijpolitiek om die een rechtsstatelijke invalshoek kiezen. Wat trouwens te denken van progressieve Democraten en Never Trumpers conservatieven (type Max Boot, Bill Kristol, George Will) die zowel niks moeten hebben van Bill Clinton als Donald Trump? Uw dualisme komt niet overeen met de realiteit.

Het is onjuist dat Joe ‘Morning Joe’ Scarborough de schuld bij de Russische Federatie legt. Hij is zoals u weet een voormalige Republikeinse, conservatieve Huis-vertegenwoordiger uit Florida die samen met zijn toenmalige partner en huidige echtgenote Mika Brzezinski bevriend was met Trump, maar afstand van hem heeft genomen en zijn weerzin voor Trump niet verbergt. Scarborough schreef in een tweet op 10 augustus: ‘A guy who had information that would have destroyed rich and powerful men’s lives ends up dead in his jail cell. How predictably…Russian.‘ Daarop antwoordde Ben Norton: ‘Billionaire pedophile Epstein died, and this celebrity “journalist” immediately blames Russia, without a scintilla of evidence’. Daar antwoordde ik op: ‘Ben, you are a bad reader. Joe does not accuse the Russians of having killed Epstein, but concludes that it is a mo that Russians use. He is right in that because the Kremlin makes enemies disappear. Died under suspicious circumstances in the US: Sergei Krivov and Mikhail Lesin.’ Bas Soetenhorst is ook een slechte lezer die de nuance mist.

Soetenhorst gaat voorbij aan de rol van Justitieminister William Barr die in zijn handelen er de afgelopen maanden voor heeft gezorgd dat het wantrouwen jegens hem, president Trump en de overheid is toegenomen. Barrs rol is essentieel en kan in een serieus verslag niet ongenoemd blijven. Vastgesteld is dat Barr bij zijn eigenmachtige presentatie van het Mueller-rapport de bevindingen eruit verkeerd en onvolledig voorstelde om succesvol de publieke opinie te kunnen manipuleren. Zelfs media als de The New York Times en in Nederland de NRC trapten in de ’spin’ van Barr, wat me overigens in conflict met de NRC-Ombudsman bracht die ik lichtgelovigheid verweet en die me achteraf moest toegeven dat de berichtgeving in zijn krant niet optimaal was geweest. Als de gevangene Lewis Kasman in de gevangenis in Manhattan waar Epstein was opgenomen in de New York Post van 11 augustus 2019 verklaart dat hij met eigen ogen zag dat minister Barr twee weken geleden deze faciliteit bezocht, dan voedt dat het complot nog verder. Het is hoogst ongebruikelijk dat een minister een gevangenis bezoekt. Wat had Barr daar te zoeken?

Waar dient journalistiek voor? Het is uit uw artikel niet op te maken, Bas Soetenhorst. U maakt zich er makkelijk vanaf door de boevenstreken van Donald Trump tegenover de boevenstreken van Bill Clinton te zetten. Klaar, met een commentaar van een mediadeskundige als uitsmijter.

Nee, u verklaart niks en zet de relevante vragen in het verkeerde frame. Ja, er zijn complotdenkers, maar er zijn ook denkers die verder denken, maar vooralsnog een samenzwering niet uitsluiten. Daardoor vergeet u dat er onafhankelijke waarnemers en onderzoekers zijn die aan de hand van de feiten de waarheid boven tafel willen krijgen zonder met een partijpolitiek vingertje te wijzen of op voorhand de waarheid te weten. Wat een zorgvuldige journalist behoort te doen is een verklaring zoeken voor een verschijnsel dat vele vragen oproept. Laten we niet te snel tot conclusies komen, maar alle feiten onderzoeken. Schaamt u zich niet voor de ondertitel van uw stuk: ‘voer voor complotdenkers’ dat morele arrogantie combineert met intellectuele luiheid?

De vragen die op antwoord wachten zijn onder meer de volgende: Wie heeft Epstein geholpen bij het voorbereiden van de uitvoering van zijn daad, wie heeft gezorgd voor het beëindigen van het verscherpt toezicht en wie heeft ervoor gezorgd dat een celgenoot werd overgeplaatst? Daarover bestaan theorieën die niet over de zelfmoord zelf gaan. Ofwel, zonder hulp van buitenaf en met verscherpt toezicht had Epstein nooit zelfmoord kunnen plegen. Daar zijn de deskundigen die het reilen en zeilen van het Manhattan Correctional Center kennen het over eens. Ook als blijkt dat Epstein zelfmoord heeft gepleegd -wat waarschijnlijk is- is er nog geen antwoord op de vraag hoe en waarom hij zelfmoord kon plegen.

Het is gezien de grote belangen en de meedogenloosheid van Trump en Barr op dit moment niet uit te sluiten dat er sprake is van een samenzwering. Besef dat Trump zeer waarschijnlijk in de gevangenis belandt als hij in 2020 niet herkozen wordt en daarom alle middelen inzet om grip op Justitie te houden. Het gaat in deze kwestie niet om het ‘gewone’ type samenzwering van malcontenten, eenzame gefrustreerden en idioten met een aluminium hoedje op die de feiten laten volgen uit een eigen mening of een opgelegde mening van populistische media, maar om het type samenzwering dat een conclusie laat volgen uit de feiten en die raakt aan hogere politiek. Vergelijk het met de Iran-Contra-affaire of het Watergate-schandaal die uiteindelijk werkelijk bleken te zijn gebeurd. Dat bleek onder meer na onderzoek van journalisten.

Foto’s: Schermafbeelding van stukken uit het artikelDe dood van miljardair Jeffrey Epstein: voer voor complotdenkers’ van Bas Soetenhorst in Het Parool, 12 augustus 2019.

Misverstanden over de invloed van media bij homogeweld: ‘Ellie aan de verkeerde kant’ en Johan Derksen

Naar aanleiding van de aflevering van 29 juli 2019 van ‘Ellie aan de verkeerde kant’ (AVROTROS) van Ellie Lust is een debat op Twitter ontstaan. ‘Uitgescholden, bespuugd of zelfs zwaar mishandeld worden vanwege je geaardheid. Het is van alle tijden en ook anno 2019 worden LHTBI-ers in Nederland ermee geconfronteerd’ zegt de toelichting. Hierboven enkele reacties. Het is een debat tussen doven.

Kop-van-jut is programmamaker en voetbal-analist Johan Derksen. Lust spreekt hem aan op uitspraken van hem en zijn panelgenoten in het programma Veronica Inside (VI) van John de Mols Talpa. De mannen van VI zouden zich bezondigen aan homofobe grappen. Derksen meent dat homo’s van zich af moeten bijten en niet te zielig moeten doen. Hij karakteriseert de homoscene als ‘huilerig’ en vindt dat het in de slachtofferrol kruipt. Hij stelt expliciet dat dat zijn mening is. Derksen veroordeelt het geweld tegen homo’s.

Hoe kan een debat tussen mensen die homogeweld veroordelen zo ontsporen? Er is om te beginnen het misverstand over de invloed van de media dat door critici van Derksen als groot wordt ingeschat. De paradox is dat ze door hem aan te vallen zijn stem gewicht geven dat het niet heeft. Advocaat Sidney Smeets maakt het bont. Hij legt een direct verband tussen de homofobe grappen van mediapersoonlijkheden als Johan Derksen en het uitschelden op straat van homo’s. Smeets meent dat het eerste uit het laatste volgt omdat Derksen mede verantwoordelijk is voor de normalisering van geweld tegen homo’s door de grappen erover. Maar dat is een bewering uit het ongerede. Smeets heeft daarnaar geen onderzoek gedaan, is geen mediadeskundige en verwijst evenmin naar onderzoeken hierover. Het is onduidelijk vanuit welke expertise Smeets meent Derksen te kunnen veroordelen. Zo smoort de kritiek op Derksen in een welles-nietes discussie.

Het geschil valt te herleiden tot identiteitspolitiek. Wikipedia omschrijft dat zo: ‘Identiteitspolitiek is het bedrijven van politiek vanuit de sociale identiteit van een bepaalde groep en de door deze groep gedeelde ervaring van maatschappelijk onrecht’. Terwijl Derksen redeneert vanuit het standpunt van het individu die voor zichzelf opkomt, redeneren zijn critici vanuit het standpunt van de groep die aan het emanciperen is en in dat proces de eigen groepsidentiteit wil versterken. Maar identiteitspolitiek heeft een nadeel, namelijk dat leden van de groep zich afzonderen in hun -overigens gerechtvaardigde- strijd. Risico is dat hierdoor positieve krachten die feitelijk hetzelfde nastreven op twee sporen rijden, verdeeld raken en energie besteden aan onderling gekissebis. In de VS openbaart zich die kloof in de Democratische partij die zo verzwakt wordt.

Is er dan helemaal niks verkeerd aan de homofobe en transfobe grappen van Derksen en zijn voetbalmaatjes? Dat is een kwestie van smaak. Over een voorloper van VI die door RTL uitgezonden werd schreef ik in 2018: ‘Slechte humor is immers ook humor’. Het is het platte amusement van een commerciële omroep die draait om winst en kijkcijfers. De verontwaardiging over Derksens uitspraken is een valkuil omdat het een sociaal probleem van homogeweld verkeerd framet. Derksen is geen (mede)oorzaak van homogeweld zoals Smeets suggereert, maar een BN’er die er lol aan beleeft om dat verschijnsel te exploiteren. Meer is het niet.

Foto: Schermafbeelding van tweets met de hashtag ‘#ellieaandeverkeerdekant’, 29-30 juli 2019.

Pijnpunten van de journalistiek met Jeff Jarvis en Breitbart

De conservatieve nieuwssite Breitbart plant uitbreiding naar Europa. Volgens een bericht in Media Matters gaat het om het opzetten van een Franse, Duitse en Italiaanse website. In die landen vinden binnen afzienbare termijn verkiezingen plaats. Breitbart lijkt ondersteunend te worden aan de strategie van de Europese rechts-populistische partijen in de verschillende landen om de gevestigde macht in politiek en media uit te dagen.

Jeff Jarvis bevestigt in en met zijn analyse de machteloosheid van de traditionele journalistiek. Het moet investeren in gemeenschappen, zo suggereert hij. Maar dat is een proces van jaren en lijkt geen antwoord op de snelle expansie van Breitbart en andere sociale media. Waarbij overigens gevestigde media ook verrechtsen en in bezit van grote ondernemingen zijn gekomen. Het probleem is dus de verrechtsing van alle media.

Jarvis’ antwoord snijdt geen hout omdat het controle van politieke en economische macht buiten beschouwing laat. Hij beschrijft de journalistiek van de toekomst als een consumentenbond voor ongeruste burgers. U vraagt, wij draaien. Dat is een nederlagenstrategie. Jarvis heeft geen antwoord op de economische, sociale en politieke veranderingen die de journalistiek treffen. Dat antwoord heeft niemand. Dat maakt somber.

Een begin van een antwoord zou gelegen kunnen zijn in samenwerking. Nieuwsmedia moeten buiten de eigen kring treden. In de aanloop naar verkiezingen zouden ze hun verschillende platformen kunnen koppelen en burgers bij voorkeur vanaf regionaal niveau benaderen. Niet met tegenpropaganda, maar met onmiddellijke weerlegging van het nepnieuws van de pseudo-journalistiek door het geven van informatie. Alleen dan kan pseudo-journalistiek passend en snel geneutraliseerd worden. Maar gevestigde media zitten gevangen in hun eigen economische logica. Dat lijkt op dit moment het grootste probleem van de journalistiek. Niet Breitbart.

Parfitt en Franchi manipuleren journalistiek en statistiek. Omdat Telegraaf-lezers dat zeggen is Nederland 80% voor een Brexit

Gary Franchi van Next News Network is een radicale zionist en rechtse complotdenker. Zoals uit de video blijkt iemand die de waarheid verdraait. Hij verwijst via een misleidend bericht van Tom Parfitt naar de stelling van de dag waarin 80% van de lezers van De Telegraaf begin juni het oneens was met de stelling dat de Britten in de EU moeten blijven. Franchi verbreedt dat onterecht door te zeggen dat het Nederlandse volk een Brexit steunt. Dat is niet aangetoond. Onderzoeken onder lezers van De Volkskrant, Trouw of NRC  zouden evenmin representatief zijn voor de stemming van Nederland, maar ongetwijfeld een heel ander beeld laten zien. Gary Franchi doet ook alsof het om een serieus onderzoek gaat in plaats van een niet-representatieve steekproef.

Franchi stapelt zijn argumenten bovenop de verkeerde aanname en kleedt ze aan met zijn persoonlijke afkeur over immigratie en de EU. Aan de hand van het onzinverhaal van Tom Parfitt van de Daily/ Sunday Express. De krant spreekt zich uit voor een Brexit en steunt de anti-immigratie politiek van UKIP. Dat zegt vooral iets over het gebrek aan journalistieke integriteit en professionalisme van Parfitt. En van Franchi die vanuit de VS via Nederland zijdelings dekking probeert te geven aan de Britse LEAVE-campagne. Hij maakt het er nog dwazer op door de ‘top’-volksvertegenwoordiger van de SP Harry van Bommel te citeren die per definitie eurokritisch is en als lid van de links-populistische SP de slipstream van het Kremlin volgt in het verzwakken van de EU.

Aldus wordt op media en sociale media door halve waarheden en bewust verkeerd geïnterpreteerde feiten het nieuws geboetseerd. Franchi praat Parfitt na die de feiten ondergeschikt maakt aan de politieke kleur van zijn krant. Het heeft nog weinig met de echte feiten of met de duiding van de werkelijkheid door journalistiek vakwerk te maken. Franchi handelt in schijnwerkelijkheden met als doel de slecht of niet breed geïnformeerde kijker af te bluffen en weg te houden van de werkelijkheid. De beste remedie tegen deze misleiding is goed onderwijs en mediawijsheid. Veelzeggend is dat jongeren over het algemeen positief zijn over de EU en menen dat hun land in de EU moet blijven. Het zijn de ouderen die zich door onruststokers bang laten maken voor het vreemde en geloven in het verhaal van een natiestaat die hun ontstolen is en gerestaureerd moet worden. Zelfs als ze drommels goed beseffen dat zoiets nooit bestaan heeft willen ze nog in dat sprookje geloven.

Rob Scholte, establishment, gelijkgeschakelde media en lakse journalisten

cs
‘Ik ben kritisch over de journalistiek. Volgens mij is de pers gelijkgeschakeld, waarbij amusement en een bepaald politiek belang voorop staan. Er wordt onvoldoende goed onderzoek gedaan.’ Aldus kunstenaar Rob Scholte in een interview in NRC met Thomas van Huut. De interviewer vraagt niet door wat Scholte bedoelt, zodat we ernaar moeten gissen. Het interview stelt dat het ‘pact’ tussen interviewer en geïnterviewde dat stilzwijgend verzwijgt wat de aanleiding voor het gesprek is wordt doorbroken. Het gaat over de tegenwerking die Scholte zegt te ondervinden van de gemeente Den Helder bij zijn Rob Scholte Museum. Die kritiek wordt ondersteund door een ruim ondertekende open brief aan het Helderse college. Een andere aanleiding is de tentoonstelling ‘Embroidery Show’ met achterkanten van 950 ‘gevonden’ borduurwerken met de handteking van Rob Scholte die in het Zwolse Museum de Fundatie tot 19 september 2016 getoond worden en vragen oproepen over authenticiteit in de kunst. Scholte verbreekt na 14 jaar de stilte, zo heet het, maar wat zegt hij?

De term ‘gelijkschakeling’ verwijst naar de Duitse term Gleichschaltung die van toepassing is op maatregelen die vanaf 1933 genomen werden door de nazi’s om controle over de samenleving te krijgen. Gelijkschakeling moet opgevat worden als een technische term die uitgelegd kan worden door het begrip ‘synchronisatie’, het in de pas laten lopen van machines. In deze visie is de totalitaire staat een organisch geheel waarbij alle delen ondergeschikt worden gemaakt. Actuele geschiedschrijving over het Derde Rijk van onder meer Timothy Snyder en Ian Kershaw weerspreekt de visie dat nazi-Duitsland een sterke, autoritaire, bureaucratische staat was met bijvoorbeeld een uitgewerkt meesterplan voor de Holocaust. Dat ontstond vanuit een combinatie van intentie (van hogerop) en de functionele improvisatie, projectie en initiatieven (lager in de hiërarchie).

Rob Scholte heeft gelijk dat de huidige Nederlandse gevestigde (‘establishment‘) media gelijkgeschakeld zijn. Ze volgen de agenda van de macht en stellen de vanzelfsprekendheid van de macht niet ter discussie. Wat niet wil zeggen dat er aan de hand van eigen onderzoek geen onthullingen worden gedaan. Maar de optelsom is dat gevestigde media tegen de macht aanleunen en de status quo verdedigen. Het politiek belang voor media is het eigen bestaansrecht. Aandacht voor amusement dient ter afleiding. Zodat de NRC niet opent met een onderzoek dat de tegels van de macht licht, maar op de voorpagina uitpakt met de dood van popsterren als David Bowie of Prince. Waardoor zelfs een krant die de nuance zegt te zoeken afzakt naar het niveau van lifestyle dat machtsstructuren aan het oog onttrekt en zo’n medium zelf onbenullig en corrupt doet lijken.

sd

Het antwoord op de vraag of gevestigde media intentioneel of functioneel tegen de macht aankruipen geeft inzicht in hun functioneren. Het is verleidelijk om in ordening en organisatie deze media te vergelijken met het losse verband van een totalitaire staat als nazi-Duitsland. Het concept is de combinatie van intentie en functie. Dat bestaat uit de grofweg geschetste contouren van bovenaf die op lagere niveau’s door initiatieven van individuen worden ingekleurd. Het wordt de journalist bij gevestigde media niet dwingend opgelegd om op te komen voor de bestaande macht, maar hij neemt uit eigenbelang en door het kiezen van de weg van de minste weerstand die van hem verwacht wordt het initiatief om dat te doen. Zo wordt op de afzonderlijke microniveau’s het macroniveau ‘uitgevuld’. Deze oversprong in theorievorming van historiografie naar de mediakunde geeft de onderbouwing voor het inzicht van Rob Scholte over de corruptie van gevestigde media.

Foto 1: Ben van Meerendonk, ‘Krantenkiosk in de tunnel van het Centraal Station, Amsterdam, 6 februari 1947’. Collectie IISG, Amsterdam.

Foto 2: Ben van Meerendonk, ‘Fotografen verzameld in afwachting van naderende Koninklijke geboorte, Soestdijk, 2 februari 1947’. Collectie IISG, Amsterdam.

Petitie tegen Wilders op sociale media toont noodzaak van media-educatie aan

pet

Net zoals mensen een vaar- of rijbewijs moeten halen voordat ze er met hun boot of auto op uittrekken, zou je wensen dat ze een cursus volgen dat ze afsluiten met een examen voordat ze zich op sociale media mogen begeven. Het doel is hun kennis en vaardigheid te verhogen dat dit de kwaliteit van hun uitingen zo ten goede komt dat ze er zelf, hun directe omgeving en de samenleving ook iets aan hebben. Zodat het meer wordt dan een uiting van ongenoegen. Ikzelf heb het voorrecht aan een universiteit afgestudeerd te zijn met een studie media- en filmtheorie, daarnaast een bijvak communicatiewetenschappen, cursussen argumentatieleer en informatie-analyse te hebben gevolgd en werkzaam te zijn geweest als eindredacteur bij een tijdschrift.

Media-educatie is de blinde vlek van de Nederlandse sociale media. Gebruikers hebben meestal geen idee van de basisregels van de journalistiek (Code van Bordeaux), de beginselen van de argumentatieleer (Model van Toulmin) en de logica, de beginselen van de film-, media-, en televisietheorie en -geschiedenis, de beginselen van de narratologie (vertelwijze), de beginselen van de communicatieleer en de informatie-analyse. Aangevuld met elementaire historische kennis, historisch besef, politieke en juridische kennis, talenkennis en algemene ontwikkeling. Zo’n cursus kan niet teveel eisen, het gaat om het bijbrengen van elementaire kennis van genoemde vakgebieden in de hoop dat het niveau van de uitingen op sociale media ietwat toeneemt.

Media-educatie heeft meerdere doelstellingen. Het leert passief de omgang met media en het begrijpen en op waarde schatten van informatie die op ons aankomt en ons vaak overvalt en dreigt te laten verdrinken door de veelheid. Hoe kunnen we het kaf van het koren scheiden? Het leert actief om wat men op sociale media wil vertellen in een passende vorm te gieten. En het leert om daarbij verder te kijken dan onze neus lang is met als doel om maatschappelijk zinvol te opereren. Zodat de burgerzin toeneemt. Een effect van media-educatie is dat het publieke debat op een hoger peil wordt gebracht en de hufterigheid wordt teruggebracht. Vaak een gevolg van zich buitengesloten voelen en uit onmacht gewoonweg niet de juiste bewoordingen weten te vinden voor wat men wil zeggen. Uit gebrek aan nuancering grijpt men dan naar te zware bewoordingen.

De afgelopen 24 uur werd ik op sociale media nog uitgemaakt voor dromer en arrogante ignorant. Wat opvalt is dat zo’n verwijt het hoofdargument wordt en de argumentatie zo goed als vervangt. Hoofdzaak lijkt het ook niet om de ander te willen overtuigen, maar om buiten te sluiten en af te serveren door twijfel te zaaien over diens motivatie. Dat heeft nog weinig met een open debat te maken. Maar alles met een gesloten wereldbeeld. Media-educatie in het basisonderwijs en in het vervolgonderwijs kan dat wereldbeeld helpen openen.

Bovenstaande petitie is een voorbeeld van een ondermaatse uiting op sociale media. Het is in strijd met de regels van een elementaire media-educatie. Zo staat bij de constatering dat Wilders in 1991 een Israëlisch paspoort bezat, maar bij de inleiding dat hij dat nog steeds heeft. Dat spreekt elkaar tegen. Wilders heeft geen Israëlisch paspoort. Dat Wilders zeer loyaal is aan Israël is overvloedig beschreven, zoals hier, maar dat hij in de eerste plaats loyaal zou zijn aan Israël is nooit aangetoond. Het is gebaseerd op geruchten. Omdat de aannames van de argumentatie niet kloppen, mist de conclusie dat Wilders staatsgevaarlijk is elke grond.

Dit zou allemaal niets om het lijf hebben, als dit soort broddelwerk de zinvolle kritiek op Wilders niet in de weg zou staan. Maar deze verbeeldingen versterken eerder de positie van Wilders dan dat ze die verzwakken. Een cursus media-educatie zou petitionaris Frank Zweers kunnen helpen om een goede petitie tegen Wilders op te stellen. Die ik graag zou ondertekenen omdat ik Geert Wilders als een gevaar voor de democratie zie.

Foto: Schermafbeelding van petitieWilders het land uit’ op petities.nl.

Wat zeggen Russische media over dood van Oekraïense rechtse leider Muzychko?

Hoe kan het door het Kremlin gecontroleerde RT uitleggen dat de Oekraïense overheid met speciale Sokol eenheden optreedt tegen de rechtse-nationalist Oleksandr Muzychko (ook wel: Sashko Bily) en lid van de Rechtse Sektor in het West-Oekraïense Rivne als het tegelijkertijd beweert dat de overgangsregering uit fascisten en neo-nazi’s bestaat? Zelfs onwettig zou regeren en daarom voor Rusland geen gesprekspartner is?

Negeren kan RT dit bericht niet, maar vervormen wel door feiten weg te moffelen. Opmerkelijk is dat de rechts-nationalistische Oekraïense en Russische propaganda elkaar vinden in hun lezing van de feiten die negeert dat Muzychko door de overgangsregering in Kiev en in het bijzonder minister van Binnenlandse Zaken Arsen Avakov is aangepakt, maar zou zijn vermoord onder verdachte omstandigheden. RT spreekt over ‘unknown gunmen‘ en gaat de reden voor de aanhouding uit de weg. Zodat het niet hoeft te melden dat de overgangsregering Oleksandr Muzychko aanpakte omdat-ie de openbare orde in gevaar bracht.

De BBC omschrijft de houding van de Russen: ‘Moscow says the activities of Right Sector and other Ukrainian nationalist groups pose a threat to the large Russian-speaking minority in Ukraine. President Vladimir Putin gave that as one of his reasons for intervening in Crimea. However, some commentators say Russia has deliberately whipped up such fears, and that the influence of Right Sector in Ukrainian politics is exaggerated.’

Russische propaganda is net als Russische politiek een doodlopende weg omdat het tegen steeds meer tegenstrijdigheden aanloopt die het steeds moeilijker kan verklaren. Zodat steeds minder mensen de retoriek van Russische media en politiek geloven. RT weigert een onderscheid te maken tussen een lokale maffiabaas als Oleksandr Muzychko die onder dekking van rechts-nationalistische groepen als de Rechtse Sektor opereert en de centrale Oekraïense regering die optreedt tegen crimineel gedrag. Dat tekent het ongelijk van RT.

das

Foto: Muzycho werd gezocht door de Oekraïense en Russische autoriteiten. Credits: AP.

Hoe duiden we het nieuws? Propaganda bestaat, mediakunde nauwelijks

Consider the source‘, dat moet elke mediaconsument zich realiseren. Dus zich rekenschap geven van de bron. In het onderwijs zou er een vak mediakunde moeten zijn dat burgers mediawijs maakt en kennis bijbrengt over de techniek van het gefabriceerde verhaal. Over de politisering van het nieuws, zeg maar propaganda. Over de verknoping van media met bedrijfsleven en politiek. Over verslaggeving. Over film en televisie. Over beeldmanipulatie. Over de economisering van de journalistiek. Over journalistieke codes met hun voor- en nadelen. Over de kleuring van de commentaren en reacties op internet. Zo’n vak mediakunde ontbreekt en de meeste burgers hebben geen idee hoe ze de waarde van het nieuws moeten inschatten.

Een oud gezegde zegt dat het eerste slachtoffer in de oorlog de waarheid is. Liz Wahl hekelt de propaganda van Russia Today (RT), de door het Kremlin aangestuurde nieuwszender die in verschillende talen uitzendt. Waaronder Engels, Spaans en Arabisch. Ze was anchor bij RT America, deed afgelopen jaar onder meer verslag van het proces tegen Chelsea Manning en nam begin maart ontslag vanwege de berichtgeving over de Krim en Oekraïne die ze te gekleurd vond. Wat juist de vraag opriep waarom ze ooit een baan bij het door Moskou gefinancierde propagandakanaal had aanvaard. Het motto is: geen propaganda zonder tegenpropaganda.

CNN waarvoor Wahl haar verhaal houdt wordt er weer van beschuldigd aan de leiband van de Amerikaanse overheid te lopen. Wat is het verschil tussen de propaganda van het Witte Huis en van het Kremlin? Die is er niet. Journalistiek die uitgaat van de feiten en naar een waarheid zoekt valt het niet te noemen wat RT of de Amerikaanse networks doen. Ze houden de eigenaar waarvoor ze werken of de patroon van hun eigenaar uit de wind. Probleem voor de kijker is dat het er lastiger op wordt om aan feitelijke informatie te komen. 

Een wetmatigheid is dat elke vraag haar aanbod creëert. Hoogopgeleide, nieuwsgierige en betrokken burgers gaan op zoek naar zo kaal mogelijke nieuwsvoorziening die de feiten brengt. Die mondjesmaat op internet en sociale media ontstaat, maar het grote publiek (nog) niet bereikt. Een en ander houdt trouwens niet in dat RT of CNN helemaal nutteloos zijn. Dat verschilt per onderwerp. Zo kan RT in haar algemene verslaglegging per definitie niet vertrouwd worden over de Krim of Oekraïne, en CNN niet over de NSA of president Obama. Zo worden nieuwsconsumenten geleerd zelf hun nieuws te filteren en uit allerlei bronnen bijeen te sprokkelen. Het volgen en duiden van het dagelijks nieuws is tegenwoordig een continue stage in de mediakunde.

Google waarschuwt voor Google: Eric Schmidt

In een lezing op Cambridge University over connectiviteit in de technologische toekomst waarschuwt Google’s bestuursvoorzitter Eric Schmidt voor de donkere kanten van internet en sociale media. Zoals cyberterrorisme of digitale chantage. De beloften en uitdagingen van de toekomst zijn het vinden van een nieuw evenwicht in een tijd van snelle veranderingen. Wie garandeert dat bijvoorbeeld hackers straks niet de besturing van drones overnemen? Hoe dan ook zouden ouders hun kinderen moeten voorlichten over internet en sociale media zoals ze dat nu over sex doen. Ter aanvulling, dat zou geïntegreerd kunnen worden in het vak mediakunde.

De waarschuwingen en vergezichten van Schmidt ogen merkwaardig. Google speelt een dubbel spel. Soms positioneert het zich aan de kant van de burger, maar meestal ligt het in bed met overheden. Zoals in Rusland of de VS. Als de vuistregel is dat staatsmacht, burgerrechten en bedrijfsbelangen communicerende vaten zijn, dan betekent dat het ene ten koste van het andere gaat. Tendens is dat burgers buitenspel worden gezet ten koste van de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven. Deze laatsten worden binnenboord gehaald. Want hun techniek is nodig om de burger te controleren. Dat kunnen overheden niet alleen.

Eric Schmidt bedrijft met zijn lezing public relations en meet zich het aureool van de onafhankelijke buitenstaander aan die waarschuwt voor de gevaren van de toekomst. Wat-ie in zekere zin ook is omdat Larry Page als CEO sinds 2011 verantwoordelijk is voor de dagelijkse zaken. Schmidt bewaakt de naam van Google en gooit op prestigieuze plekken waarschuwingen over de toekomst in de publiciteit. Over het nu rept-ie niet. Dat komt te dichtbij. De gevaren zijn zeker realistisch. Maar sommige ervan zijn mede door Google ontstaan.