Ik ga niet mee in de hetze tegen politica Sylvana Simons die door vooral het rechtse volksdeel gereduceerd wordt tot haar etniciteit. Dat is onvolwassen gedrag en staat haaks op de manier waarop mensen met verschillende achtergronden het in Nederland met elkaar moeten proberen te vinden. Zij is afgelopen jaren op sociale media afgebrand en staat onder druk. Het is lastig om het inhoudelijk met haar oneens te zijn en dat etnische debat erbuiten te laten. Vooral als Simons dat zelf thematiseert. Zo wordt een trauma tot een stigma.
Tim Engelbart van DDS besteedt in het artikel ‘Sylvana Simons ontkent bestaan van echte Nederlanders: “Wil de Echte Nederlander opstaan?”’ aandacht aan Simons en verwijst naar een FB-post van haar die bestaat uit de zin ‘“Wil de Echte Nederlander opstaan?” en een verwijzing naar het artikel ‘Nederlanders, buitenlanders, ‘allochtonen’. De cijfers’ van Ewoud Butter in Republiek Allochtonië. Het is een deels verhelderend en deels verwarrend artikel. Dat laatste als het de term ‘Echte Nederlanders’ introduceert waar Simons naar verwijst: ‘Ja maar, kan dan worden geroepen, ‘echte Nederlanders’ zijn de inwoners waarvan ook de voorouders altijd al in Nederland woonden. Volgens deze definitie bestaat waarschijnlijk slechts 2% van de Nederlandse bevolking uit ‘echte Nederlanders’. Dat zijn ongeveer 340.000 mensen.’ Butter claimt met de term ‘Echte Nederlander’ dat die nauwelijks bestaat en daarom het Nederlanderschap gerelativeerd kan worden. Hij gaat ermee voorbij aan andere criteria om het Nederlanderschap of de Nederlandse identiteit te definiëren die te maken hebben met het onderschrijven van de Nederlandse waarden, taal, geschiedenis en cultuur. In deze passage reduceert hij het Nederlanderschap tot een genenkaart. Simons volgt dit met haar citaat en krijgt daarvoor kritiek in DDS. In een reactie probeer ik haar kritiek anders te richten waarbij ik Simons’ identiteitspolitiek kritisch benader:
Eens met het commentaar. Het gaat erom dat iemand een Nederlands paspoort heeft en de Nederlandse waarden, zeg: rechtsstaat, democratie en grondrechten erkent. Daarbij kan nog een derde aspect toegevoegd worden: beheersing van de Nederlandse taal en begrip van de Nederlandse cultuur
Wie de geschiedenis van Nederland kent weet dat er altijd immigranten zijn geweest die naar Nederland kwamen en daarna integreerden: Duitsers, Franse Hugenoten, Belgen, Molukkers, Antillianen, Surinamers. Dat is een wetmatigheid. Zonder deze inwijkelingen was het huidige Nederland nooit zo krachtig geworden wat het nu is.
Wat Sylvana Simons probeert te bewijzen is onduidelijk. Haar uitgangspunt lijkt verkeerd. Nederlanderschap of Nederlandse identiteit gaat niet om afkomst of de samenstelling van een genenkaart, maar om de ondubbelzinnige omarming van de Nederlandse waarden en cultuur.
Wat Simons doet is hetzelfde soort misleiding als het debat over de Gouden Eeuw dat door het Amsterdam Museum recent op scherp werd gezet door de term af te schaffen. Het gaf daarvoor als legitimatie dat er een te eenzijdig, positief beeld van de Gouden Eeuw bestaat. Maar dat is onjuist omdat de negatieve aspecten al eeuwenlang genoemd worden en evengoed bij de term Gouden Eeuw horen als de positieve aspecten.
Simons doet aan hetzelfde soort misleiding en publicitaire acrobatiek door eerst een verkeerd beeld te scheppen van de werkelijkheid over het Nederlanderschap en dat vervolgens als een stropop in de fik te steken. Maar wat er vervolgens brandt is niet wat Simons zegt ter discussie te stellen, maar is Simons zelf. Zonder dat ze dat doorheeft. Dat zegt niet alleen iets over Simons’ oprechtheid, maar vooral iets over haar gebrekkige intellectuele integriteit en vermogen.
Het is feitelijk nog erger dan dat omdat Simons bewust identiteit reduceert tot afkomst. Daarmee gaat ze tekeer als een olifant in de porseleinkast en stapt ze 40 jaar terug in de tijd. Want het integratiedebat is al moeilijk genoeg zonder de versimpelingen van Simons. Waarom zij deze nauwe blik kiest is onduidelijk, wellicht heeft het te maken met haar politieke loopbaan die het moet hebben van het motiveren van een electorale achterban die op weg naar emancipatie betrekkelijk geïsoleerd blijft.
Simons zou er slim aan doen door bij dit debat een andere invalshoek te kiezen. Zoals het perspectief dat het niet gaat om de feiten van de genetische of etnische achtergrond, maar om het integratiebeleid. Zij zou een punt scoren en maatschappelijk zinvol bezig zijn als ze zou wijzen op de halfslachtige wijze waarop de integratie van migranten in Nederland gebeurt. Daar is de winst te halen. Niet bij het ter discussie stellen van de etniciteit.
Simons maakt dezelfde fout als de radicale boeren die de feiten van de stikstofuitstoot ter discussie stellen omdat ze het beleid dat daaruit volgt afwijzen. In plaats van het beleid af te wijzen menen ze dat door de feiten af te wijzen ze daarmee het beleid afwijzen. Maar zo werkt het niet.
Dat is verwarrend, zoals de opstelling van Simons ook verwarrend is. Zij heeft vanuit haar betrokkenheid als politicus gelijk als ze het integratiebeleid afwijst en onrecht constateert dat aangepast moet worden door verbeteringen voor te stellen. Maar ze heeft ongelijk als ze zich opstelt als een amateur-antropoloog en halfslachtig aanhaakt bij een journalistieke stelling die nationalisme verwart met etniciteit, en sociaal-culturele aspecten met genealogie. Simons is een politicus en zou er goed aan doen om zichzelf beter te kennen en zich voortaan te profileren op haar sterke punten en niet op haar zwakke punten.
Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Sylvana Simons ontkent bestaan van echte Nederlanders: “Wil de Echte Nederlander opstaan?”’ van Tim Engelbart in DDS, 16 oktober 2019.