Ahmad Zakii Anwar lacht om de beperking van zijn artistieke vrijheid die hem door de islam in Maleisië opgelegd wordt

Het is een prikkelende vraag, kan artistieke vrijheid overleven in een zwaar religieus land? Eigenlijk is de vraag stellen de vraag beantwoorden. Kunst kan niet zonder gevolgen overleven in een land als Maleisië, Saoedi-Arabië of Iran.

Dus? Door wrijving ontstaat glans. Inperking opent nieuwe strategieën. Het nadeel blijkt een voordeel te hebben.

Kunstenaars vinden als vanouds in autoritaire landen hun weg. Volledige vrijheid bestaat nooit. Of de beperking nou politiek, economisch, religieus, mentaal of anderszins van aard is. De uitdaging is het vinden van een vorm waarmee kunstenaars zich kunnen uiten zonder tegen een verbod op te lopen, maar toch te zeggen wat ze willen zeggen.

Beperkt die aangepaste vorm de artistieke vrijheid zodanig dat er eigenlijk geen sprake meer is van die vrijheid? Dat hoeft niet. Wie slim, vasthoudend en moedig is kan door de beperkingen die intolerante, eendimensionele godsdienststromingen proberen op te leggen heenbreken. Juist door de religieuze intolerantie tot thema te maken. Bijvoorbeeld met symboliek die op verschillende niveau’s werkt. Of daar totaal aan voorbijgaat. De keuze is aan de kunstenaar.

Kunst doet ertoe.

Standbeeld Erdogan op kunstmanifestatie Wiesbaden voortijdig verwijderd

Het is ook nooit goed. Kunst is nauwelijks relevant en als het eens een keer relevant is dan mag het niet relevant zijn en wordt het ontmanteld. In het Duits een kwestie van ‘abbauen’. Het gaat om een vier meter hoog goudkleurig standbeeld van de Turkse leider Recep Erdogan in de pose van het iconische standbeeld van Saddam Hoessein dat op het Firdos Plein in Bagdad in 2003 bij de intocht van de Amerikaanse troepen onder media-aandacht van zijn sokkel werd getrokken. Het betonnen beeld van Erdogan werd afgelopen maandag geplaatst op het Plein van de Duitse Eenheid in het kader van het kunstenfestival ‘Wiesbaden Biennale’ dat van 23 augustus tot 2 september in Wiesbaden plaatsvindt. De namen van de kunstenaars zijn door de organisatie niet bekendgemaakt. Ook werd er door de organisatie vooraf bewust geen informatie verstrekt ‘omdat we een dialoog wilden starten die hier ter plaatse wordt uitgevoerd’. Afgelopen nacht is het echter door de brandweer vroegtijdig verwijderd omdat het tot onrust en verstoring van de openbare orde leidde. Het zou zelfs tot handgemeen en gebruik van steekwapens zijn gekomen, aldus een bericht in de lokale krant.

Is de provocatie gelukt of niet? Een ander bericht van de lokale ‘Wiesbadener Kurier’ somt enkele reacties op Facebook op. ‘Is dat kunst of kan het weg?’, ‘Moet een slechte grap zijn?’, ‘Wat een onzin’ of ‘Dat is absoluut nep! Ik kan me niet voorstellen dat zoiets is goedgekeurd’. Merkwaardig is wel dat de politie door de organisatie van de Biënnale niet geïnformeerd was over de plaatsing van dit controversiële standbeeld. De politiek verantwoordelijken onder wie burgemeester Sven Gerich (SPD) besloten na overleg dat het standbeeld ‘geen politieke demonstratie’ was, maar het ‘in de context van de artistiek vrijheid kan worden getolereerd’.

Deze kwestie maakt duidelijk dat de Turkse president Erdogan agressieve voor- en tegenstanders op de been brengt en dat kunst in de openbare ruimte tot onrust kan leiden. Het is jammer dat het tijdelijke standbeeld niet tot 2 september kon blijven staan. Voortijdige verwijdering geeft met terugwerkende kracht aan dat alle verklaringen van lokale bestuurders over de vrije meningsuiting en artistieke vrijheid vooral mooie woorden waren die de praktijk niet konden weerstaan. Mede door slechte afstemming tussen Biennale, stadsbestuur en politie. Dat hadden de verantwoordelijken zich beter vooraf gerealiseerd. Nu ontspoort het halverwege.

Foto: ‘As viewers watched on television, Marine Gunnery Sergeant Leon Lambert and Corporal Edward Chin prepared to bring down the statue of Saddam Hussein in Baghdad’s Firdos Square. Photograph by Alexandra Boulat / VII

Kremlin laat regisseur Kirill Serebrennikov onder huisarrest plaatsen. Wat zegt dat over de rechtsstaat in Russische Federatie?

Update 15 april 2019: Een bericht op Meduza: ‘Moscow’s Meshchansky District Court ordered a comprehensive financial inspection in the case against several employees of “Seventh Studio,” a high-profile Russian theater organization led by the award-winning director Kirill Serebrennikov. The defendants are accused of embezzling 133 million rubles (over $2 million) in state-allocated funds, but the case against them contains a number of inconsistencies. Numerous high-profile figures in the Russian arts have argued that the case against Seventh Studio is politically motivated.’ Eind goed, al goed? 

De bekende Russische regisseur en directeur van het Gogol Centrum Kirill Serebrennikov is op 22 augustus door een Moskouse rechtbank onder huisarrest geplaatst. Hij wordt beschuldigd van verduistering, maar dat wordt algemeen gezien als een smoes om hem en andere kunstenaars te beschadigen. Het protest vanuit artistieke kringen tegen wat als een niet functionerende rechtsstaat, intimidatie en willekeur wordt gezien is groot. Het huisarrest van Kirill Serebrennikov leidt tot een trieste balans met een slotrekening die doet denken aan de terreur van Stalin tegen de avant-garde en experimentele kunst. De geschiedenis begint zich in de Russische Federatie te herhalen. Dat is een slecht teken voor de bevolking. Het land glijdt af naar de dictatuur.

Kunstcentrum in Hengelo toont geen aanstootgevende kunst die in strijd is met goede smaak, fatsoen of goede zeden

heart

HeArtGallery in Hengelo biedt naar eigen zeggen sinds begin 2016 ‘ruime expositiefaciliteiten voor beeldende kunst, maar ook voor vormen van toegepaste kunst en al haar facetten. De organisatie ziet HeArtGallery als de ontmoetingsplaats voor kunstenaars en vormgevers met een breed publiek. Naast expositiefaciliteiten wordt er in het gebouw een kunstuitleen ondergebracht, is er ruimte voor kunsteducatieprojecten, lezingen en workshops en worden producten, gemaakt door kunstenaars en vormgevers, voor verkoop aangeboden.’

Nu heeft HeArtGallery een uitnodiging aan kunstenaars voor de tentoonstelling Hengelo Toont die in maart 2016 opent de deur uitgedaan die haaks staat op wat kunst is en waar het voor dient te staan. De uitnodiging die in een artikel in Tubantia wordt geciteerd meldt dat de organisatie zich het recht voorbehoudt ‘ten alle tijde een werk te weigeren indien deze (…) in strijd is met de goede smaak, het fatsoen of de goede zeden.’ Desgevraagd laat voorzitter Willy Koebrugge aan Tubantia weten dat men ‘daar niets achter moet zoeken’. Koebrugge gaat verder: ‘Alles moet kunnen, in principe. Het is niet onze intentie om kunstenaars aan banden te leggen, kunst is vrijheid. Als het maar niet aanstootgevend is voor het grote publiek.’

Hiermee spreekt Koebrugge zichzelf tegen en maakt hij zich ongeloofwaardig als voorzitter van HeArtGallery. Want het is van tweeën een: Of een culturele instelling geeft de kunstenaars volledige vrijheid of niet. Meer smaken zijn er niet. Zijn verwijzing naar goede smaak, fatsoen of goede zeden is om verschillende redenen ongelukkig. Naast het feit dat het de bewegingsruimte van kunstenaars inperkt en vrijheid vervangt door burgerlijkheid zijn het ook nog eens hoogst subjectieve begrippen waarvan de interpretatie niet bij voorbaat vaststaat. Goede smaak, fatsoen of goede zeden is niet meer dan een normatieve opvatting van een specifieke sociale klasse. Koebrugge en mogelijk ook andere bestuursleden van HeArtGallery hebben zich bij de start van dit initiatief gelijk al onmogelijk gemaakt. Koebrugge is niet de juiste man op deze plaats. Niet omdat hij een fatsoensridder zou zijn, maar omdat hij het diepste wezen van wat kunst is overduidelijk niet begrijpt.

queen2c2c-20152c-242c5-x-21-cm1

Foto 1: Schermafbeelding van artikel ‘Liever geen Hengelose kunst ‘in strijd met goede smaak’’ in Tubantia, 5 januari 2016.

Foto 2: Werk ‘Queen’ (2015) van de in Hengelo wonende kunstenaar Remco Dikken.

Pavlensky sticht symbolisch brand bij Russische geheime dienst. Kunst die telt?

Kan een vuurtje bij het kantoor van de geheime dienst kunst zijn? De Russische kunstenaar Petr Pavlensky die bekend is om zijn onorthodoxe politieke performance kunst, zoals Meduza hem in een verslag beschrijft, heeft vanochtend vroeg brand gesticht bij het kantoor van de FSB aan het Loebjanka Plein in Moskou. De FSB is de opvolger van de KGB.

Pavlensky en twee aanwezige journalisten werden in bewaring genomen door de politie. De journalisten werden later vrijgelaten nadat ze gehoord waren als getuige. Pavlensky werd aangeklaagd voor wanorderlijk gedrag en vandalisme. Indien hij veroordeeld wordt wacht hem mogelijk drie jaar gevangenis. Pavlensky omschreef zijn daad als protest tegen de eeuwigdurende terreur van de Russische speciale politie vanuit de reflex om voor zijn eigen leven op te komen.

In de periode van Halloween en Guy Fawkes Night geeft Pavlensky het bestrijden van de duisternis en het verdrijven van het kwaad met het licht een politieke betekenis. Het beroep op de kunst geeft hem de ruimte om tot deze actie over te gaan. In een steeds autoritairder en in zichzelf gekeerde Russische samenleving die oude vijandbeelden oppoetst. Pavlensky kan niet zwijgen en schreeuwt met zijn symbolische actie uit dat niet iedereen de staatsmacht accepteert. Hij scherpt aan en hoopt anderen hun werkelijkheid in een ander licht te tonen. Precies dat is kunst. Petr Pavlensky houdt het licht brandend.

Beatrixziekenhuis Gorinchem verwijdert ‘aanstootgevende kunst’

Het_Beloofde_Land_89F3D4AC7BB31C68C1257EDB004234C1_3

Het is weer zover, je kunt er de klok op gelijkzetten, een bericht dat er ‘aanstootgevende kunst‘ uit een openbare instelling wordt verwijderd. Deze keer betreft het RTV Rijnmond dat meldt dat twee schilderijen van Izak Boom zijn verwijderd uit het Beatrixziekenhuis in Gorinchem. Het gaat om de schilderijen ‘Het Beloofde land’ (hierboven afgebeeld) en ‘De Grote dag’. Volgens de schilder zouden bezoekers hebben geklaagd.

Alle elementen zijn aanwezig van de misstap door de leidinggevenden van onderwijsinstelling, ziekenhuis of gemeentehuis. Het scenario ontrolt zich vaak identiek. Eerst is er een zogenaamd autonoom opererende kunstcommissie die de werken ‘goedkeurt’. Dan komen er een paar bezoekers die klagen. Doorgaans in vage termen. Die klacht vertalen de leidinggevenden in onvrede over het werk. Daarbij komt dat doorgaans overeen met hun eigen al bestaande onvrede over het werk of met hun vrees dat het uit de hand zal lopen. De kunstcommissie wordt vervolgens zonder overleg gepasseerd. De directie laat de gewraakte werken buiten openingsuren weghalen. In dit geval ’s nachts. De kunstenaar zoekt de publiciteit en zegt niet precies te weten wat er speelt, maar wel een vermoeden te hebben. Met als gevolg dat de rel geboren is.

In dit geval zegt Izak Boom: ‘Ik zoek niet de provocatie, maar het kan provocerend zijn voor strengchristelijke mensen.’ Let wel, Boom doelt niet op ruimdenkende christenen, maar op fundamentalistische christenen die het omgekeerde van ruimdenkend zijn. De kunstenaar zegt vervolgens op zoek te zijn naar een andere plek om zijn werk te presenteren. Klassiek is dat de directie geen commentaar geeft: ‘Bij het Beatrixziekenhuis was zondag niemand beschikbaar voor commentaar.’ De komende dagen kan een persbericht van het ziekenhuis verwacht worden met de woorden ‘misverstand’, ‘gevoeligheden‘, ‘afstemming’, ‘communicatie‘ en ‘respect‘. Een lid van de kunstcommissie laat anoniem weten zich te beraden, maar laat nooit meer iets van zich horen.

Foto: Izak Boom, Het Beloofde land.

Het hele verhaal van Varoufakis op de Moscow Biennale of Contemporary Art

Het venijn zit ‘m in de staart. De Griekse ex-minister van Financiën Yanis Varoufakis houdt op 1 oktober een keynote speech op de Moscow Biennale of Contemporary Art. Het wordt live uitgezonden door de door het Kremlin gecontroleerde staatszender RuptlyRussia Today. Maar als Varoufakis bijna op het einde is en de lijn van zijn betoog -dat zoals het Kremlin het graag ziet eurokritisch is- dreigt door te trekken naar Rusland gaat ineens het beeld van Russia Today op zwart. Wat hij in de laatste 85 seconden zegt is hieronder na 47’ 15’’ te volgen via de Russische vertaalster of zijn stem onder de vertaling. Zo werkt Russische censuur in de praktijk.

Deelname Defne Ayas (Witte de With) aan Biënnale Moskou ongewenst

bie

De 6e Biënnale van Moskou is een project dat georganiseerd en ondersteund wordt door het Ministerie van Cultuur van de Russische Federatie. Het vindt van 22 september tot 1 oktober 2015 plaats. Defne Ayas, directeur van Witte de With is samen met Bart De Baere aangesteld als curator van de 6e Biënnale van Moskou.

Aldus een bericht van de RRKC. Wat is hier aan de hand? Werkt Defne Ayas mee aan de her-Sovjetisering van de Russische Federatie die onder impuls van president Putin in gang is gezet? De term Euro-Aziatische (of: Euraziatische) traditie is beladen en wordt door de rechts-extremistische Russische nationalist Aleksandr Doegin gepromoot zoals Raymond van den Boogaard in een boekbespreking uitlegt. Wat hebben Westerse kunstenaars of directeuren van kunstinstellingen op dit moment in Moskou te zoeken behalve het legitimeren van het Putin-regime? Denken ze bewegingsvrijheid te hebben om de constructieve krachten te bundelen?

Had Kasper König in maart 2014 met hoop op beter nog argumenten om de Manifesta 10 in St. Petersburg te verdedigen ondanks het feit dat hem toen naïviteit verweten werd, door de in de Russische Federatie verdere verslechtering van de mensenrechten, aantasting van de democratie en de rechtsstaat, de illegale inlijving en gelijkschakeling van de Krim, de voortwoekerende Russisch-Oekraïense oorlog, de moord op Boris Nemtsov en de propaganda in de Russische media heeft Defne Ayas ruim een jaar later die argumenten niet meer. Zij is zich er goed van bewust waar ze instapt. Het politieke klimaat is inmiddels zo verslechterd dat geen criticus meer kan volhouden dat het meedoet om de boel van binnenuit te veranderen. Defne Ayas is een meeloper (fellow-traveller) die zich bereidwillig voor het karretje laat spannen van een regime dat de kunst muilkorft.

Of directeur Ayas en het bestuur van Witte de With met voorzitter Kees Weeda, penningmeester Patrick van Mil, Nicoline van Harskamp, Jeroen Princen, Karel Schampers, Nathalie de Vries en Katarina Zdjelar naïviteit, hardleersheid of bewuste politieke stellingname pro-Kremlin verweten kan worden is de vraag. Verontrustend is dat het bericht van de RRKC de Griekse ex-minister Yanis Varoufakis een denker en geen politicus en parlementslid noemt. Met anderen zou hij naar vragen zoeken over de fundamenten voor een beter leven en wie wij zijn (mens, stad, natie, imperium etc.). Dat klinkt humanistisch en braaf. Gaat het de Stalinisten en neo-marxisten werkelijk om dit soort overwegingen? Het bestuur van Witte de With moet zich nog maar eens goed achter de oren krabben of het gewenst is dat Defne Ayas meewerkt aan de 6e Biënnale van Moskou.

Zie hier voor andere posting over de politieke stellingname van Witte de With.

Foto: Schermafbeelding van bericht ‘Witte de With Directeur Defne Ayas co-curator van de 6e Biënnale van Moskou’ op RRKC.

Amerikaanse rechter bepaalt dat YouTube ‘Innocence of Muslims’ mag tonen

12f2e516-ca88-4a74-93ea-4ed45c2542d2-bestSizeAvailable

Herinnert u zich de film ‘Innocence of Muslims’ nog die in 2012 de voorpagina’s haalde? Een islamkritische of zelfs islamofobe film werd het genoemd. En dat was het ook. Het werd er pas ingewikkeld op toen president Obama die pal zou moeten staan voor de vrijheid van meningsuiting volgens het eerste amendement van de Amerikaanse grondwet er zich mee ging bemoeien en aan Google verzocht om te kijken of de trailer van ‘Innocence of Muslims’ in lijn was met de voorschriften van haar kanaal YouTube. Hoewel tegelijk het Witte Huis zei dat het de vrijheid van expressie niet zou onderdrukken. Een gemengd signaal dus. Het bleef nog lang onrustig in de landen die moeite hebben met de meningsuiting en islamkritiek willen onderdrukken.

Cindy Lee Garcia is de actrice die 5 seconden in beeld was in de film en naar wie in bovenstaand citaat wordt verwezen. Achteraf gaf ze aan niet geweten te hebben in welke film ze had meegespeeld. Via een rechtszaak dwong ze af dat Google de film van YouTube verwijderde omdat haar leven gevaar liep vanwege moslims die de film afkeurden en het op de medewerkers gemunt zouden kunnen hebben. De uitspraak constateerde dat de profeet Mohammed in de film als een moordenaar, pedofiel en homoseksueel werd afgebeeld. De uitspraak had grote consequenties voor de amusementsindustrie doordat het aan medewerkers als Cindy Lee Garcia een onafhankelijk auteursrecht gaf over hun eigen optreden. De gevolgen daarvan waren niet te overzien.

Op 18 mei is in hoger beroep bij het 9th U.S. Circuit Court of Appeals in San Francisco de zaak herroepen. De belangen van de amusements- en de internetindustrie waren ermee gemoeid. YouTube is niet langer verplicht om ‘Innocence of Muslims’ te blokkeren. Reuters geeft in een overzicht weer dat de uitspraak in hoger beroep een afweging maakt tussen persoonlijke bescherming van Garcia tegenover de grenzen van het auteursrecht en de meningsuiting: ‘In this case, a heartfelt plea for personal protection is juxtaposed with the limits of copyright law and fundamental principles of free speech’. Deze keer heeft de meningsuiting gewonnen.

Foto: Achterhaalde waarschuwing op YouTube voor het hoger beroep van afgelopen maandag 18 mei van het 9th U.S. Circuit Court of Appeals in San Francisco in de zaak van Cindy Lee Garcia versus Google over ‘Innocence of Muslims’. Nu hoeft Google deze film niet langer te blokkeren. 

Nelle Boer over kunst, artistieke vrijheid, censuur en underground

Kunstenaar Nelle Boer heeft bovenstaand betoog over het kunstbeleid van de VVD’er Halbe ‘Hyena’ Zijlstra uitgewerkt in een opinieartikel dat gisteren op The Post-online werd geplaatst. Boer memoreert enkele voorbeelden van wat hij ziet als censuur  door (semi-)overheden. Zoals Elmer de Gruijl of Dirk Hardy. Boer: ‘Als gemeentebesturen, universiteiten, kasteelstichtingen en NS-personeel gaan bepalen welke kunst er in Nederland wordt tentoongesteld, is er sprake van censuur in een mate die serieus te nemen is. (..) Zij die kunst verwijderen en het kunstaanbod verarmen, zijn de ware vijanden van artistieke vrijheid in Nederland.’  Boer pleit er in elk geval voor dat kunstenaars zich juridisch wapenen en goed voor hun rechten opkomen.

Maar wacht even, de ware vijand van de kunst was toch Halbe ‘Hyena’ Zijlstra en de kunstvijandige VVD? Boer gooit het op het verslechterde politieke klimaat: ‘Voor de beeldend kunstenaar is het in deze vertruttende tijden erg lastig volwaardig gesprekspartner te zijn in maatschappelijke debatten. Door Jet Bussemaker en Halbe Zijlstra is het kunstenaarschap verworden tot een verdienmodel. Kritische, ongemakkelijke kunst verkoopt niet.’ Nee, het is nog erger voor wie afgelopen dagen op de beurzen van Art Rotterdam rondliep: in Nederland verkoopt zelfs gemakkelijke kunst nauwelijks die meer durft te zijn dan kassakoopjes. Maar goed, da’s de kunsthandel. Te mainstream en te corrupt voor de brains van Boer die het in een ander circuit zoekt.

Is de underground de redding voor de kunst? Boer: ‘In de underground-scene worden subsidies veracht, wordt men niet gedwongen deel te nemen aan de verwoestende commercialisering van cultuur en zijn beeldend kunstenaars nog werkelijk onafhankelijk. Daar kan dat het ‘heilige’ beschimpt en gehekeld wordt en hebben de Halbe Zijlstra’s van deze wereld geen invloed meer en zijn ze persona non grata.’ Boer doet niet anders dan Zijlstra en Wilders door kunstsubsidies verdacht te maken. Overheidssubsidies voor kunst zullen echter altijd nodig blijven. Zoals voor talentontwikkeling. Daarnaast hebben de professionals in de kunstsector niets aan het advies van Boer om underground te gaan. Door de marge op te zoeken geven kunstenaars die strijdbaar zijn het middensegment prijs. Daar wordt de strijd met de politiek gestreden. Als iedereen naar de underground verkast dan wordt cultuurpolitiek zeker een verlengde van handelspolitiek of citymarketing.

Of Boers analyse bruikbaar is valt daarom te bezien. Het valt eerder te lezen als een theoretische stellingname. De underground kan zeker dienen om de kunstscene intellectueel te voeden en anker te zijn voor politieke standvastigheid. Maar da’s een overloop van alle tijden en daarom niets nieuws onder de zon. Paradox voor het succes van die wisselwerking is dat de underground zich niet teveel moet afzonderen. De herbronning, heroriëntatie en het terugvinden van strijdbaarheid van de in de afgelopen jaren te lankmoedige, stuurloze, schreeuwerige en ook wel wat laffe kunstsector waarop Boer doelt is echter hard nodig. De confrontatie kan het elan terugbrengen en richting geven. Onbewust symboliseert Boer de verdeeldheid die dat zo lastig maakt.