Het is een prikkelende vraag, kan artistieke vrijheid overleven in een zwaar religieus land? Eigenlijk is de vraag stellen de vraag beantwoorden. Kunst kan niet zonder gevolgen overleven in een land als Maleisië, Saoedi-Arabië of Iran.
Dus? Door wrijving ontstaat glans. Inperking opent nieuwe strategieën. Het nadeel blijkt een voordeel te hebben.
Kunstenaars vinden als vanouds in autoritaire landen hun weg. Volledige vrijheid bestaat nooit. Of de beperking nou politiek, economisch, religieus, mentaal of anderszins van aard is. De uitdaging is het vinden van een vorm waarmee kunstenaars zich kunnen uiten zonder tegen een verbod op te lopen, maar toch te zeggen wat ze willen zeggen.
Beperkt die aangepaste vorm de artistieke vrijheid zodanig dat er eigenlijk geen sprake meer is van die vrijheid? Dat hoeft niet. Wie slim, vasthoudend en moedig is kan door de beperkingen die intolerante, eendimensionele godsdienststromingen proberen op te leggen heenbreken. Juist door de religieuze intolerantie tot thema te maken. Bijvoorbeeld met symboliek die op verschillende niveau’s werkt. Of daar totaal aan voorbijgaat. De keuze is aan de kunstenaar.
Kunst doet ertoe.