Mannelijke blik verbreedt en versmalt zich tot multiculturele museumblik. Is de nieuwe preutsheid het nieuwe progressief?

Filmtheoreticus Laura Mulvey introduceerde in een essay uit 1975 in het Britse Screen 16/3 het begrip de mannelijke blik in de film. The male gaze. Hiermee doelde ze niet alleen op de blik van de mannelijke toeschouwer op de vrouwen die in het filmverhaal in beeld worden gebracht als ‘to-be-looked-at’, maar ook op de blik binnen de film van de man op de vrouw. Onder invloed van het feminisme en met verwijzing naar denkers als Roland Barthes, Louis Althusser en Michel Foucault vond in die jaren 1970 een grote recycling plaats van ideeën uit het Franse cultuurgoed die via tijdschriften als Screen de Angelsaksische (universitaire) wereld bereikten. Zo waaide de sfeer van de Parijse opstand van 1968 ietwat vertraagd toch nog over water richting Verenigd Koninkrijk, Canada en de VS. De rest is geschiedschrijving.

De mannelijke blik is niet onschuldig, maar dat wil nou ook weer niet zeggen dat die blik schuldig is. Hoe dan ook is de blik tijdgebonden. Wat ooit kon, kan nu in veel gevallen niet meer. Het wordt als vrouwonvriendelijk of seksistisch beschouwd. Bovenstaande foto uit 1960 van de Franse fotograaf Marc Riboud toont twee vrouwen die beschut tegen de noordenwind op een Nederlands strand van de zon genieten. De titel is: ‘A l’abri du vent du nord sur la plage, Hollande’. Zo’n foto kan 60 jaar later in 2020 nog gemaakt worden. Het verschil lijkt dat de mannelijke fotograaf uit 2020 beseft wat een fotograaf uit 1960 niet wist, namelijk dat hij met zo’n foto een grens overgaat. Maar eigenlijk nog meer, dat de ‘mojo’, de magische charme ontbreekt. Het heeft in 2020 geen meerwaarde meer voor een fotograaf om deze foto te maken. De betovering is weg.

De mannelijk blik is een gepolitiseerd onderwerp. Dat bleek niet alleen in de jaren 1970 in de filmtheorie door de opkomst van het feminisme en feministische filmtheoretici als Mulvey, Annette Kuhn of Judith Mayne, maar dat blijkt nog steeds. Sinds enige jaren is het door de opkomst van de MeToo-beweging weer geactualiseerd. Het is een complex onderwerp vol gevoeligheden en kans op ontsporingen. Zeker als er teruggekeken wordt op het verleden met de ogen van nu. Het gaat om macht. In een cultuur waar het beeld dominant is en oude beelden circuleren die de hedendaagse cultuur dragen dwingt het beeld macht af. Of niet als een beeld wordt opgevat als het tegenovergestelde, namelijk de afbeelding van iemand in een afhankelijke en mindere positie.

Afgelopen zondag was er het interview van directeur Emilie Gordenker van het Van Gogh Museum in het televisieprogramma Buitenhof waarin ze naar aanleiding van de aankoop van een naakt van Edgar Degas pleitte voor het toelaten van allerlei ‘blikken’ in het museum. Ik noemde haar opmerkingen in een commentaar ongelukkig: ‘Je krijgt meerdere blikken op zo’n kunstwerk door de reacties van meerdere mensen met meerdere achtergronden, zegt ze in andere bewoordingen. Ze meent dat we daar allemaal beter van worden. Dat betwijfel ik en volgens mij gaat ze daar de fout in. Een reactionaire, betuttelende, moralistische blik valt moeilijk als positief te zien. Want waar laat dat de voorbeeldfunctie van een museum? Zo laat het museum zich onnodig vermaatschappelijken en in de verdediging drukken. Uiteraard moeten musea rekening houden met de achtergrond van de bezoekers, maar zonder te wijken voor radicale activisten en fatsoensrakkers die hun perspectief van identiteit ofwel moraal aan het museum willen opleggen’.

NRC wijdt aan Gordenkers opmerkingen een twistgesprek over de vraag of musea zich aan moeten passen aan gevoeligheden van het publiek. Léon Hanssen vindt van wel en zegt in gesprek met museumdirecteur Andreas Blühm die de bezoeker zelf wil laten oordelen het volgende: ‘Wie het standpunt van een ander voor zedig uitmaakt, claimt dat hij vrijgevochten is. Maar ik laat me niet op de mouw spelden dat ik een zedenmeester ben! En mocht ik het woord als een geuzenterm aanvaarden, dan alleen omdat ik geloof dat dit zogenaamd ‘zedige’ of ‘preutse’ juist het nieuwe progressieve is. En trouwens: ik pleit allerminst voor het uitbannen van naakt of Degas, ik pleit voor een grotere diversiteit aan perspectieven en debat.’ Wat bedoelt Hanssen met de opmerking dat dit zogenaamd zedige of preutse het nieuwe progressieve is? Meent hij dat ironisch of serieus?

Als het zogenaamd zedige of preutse de nieuwe vooruitstrevendheid is, dan valt erover het ergste te vrezen. Het politiek correcte denken van Hanssen haalt de preutsheid van de orthodoxe religie rechts in. Hij laat zich kennen als cultureel conservatief dat hij van de weeromstuit het nieuwe progressieve noemt. De verwarring die hij creëert is ongelukkig. Opmerkelijk in het twistgesprek is dat Blühm Hanssen hier niet frontaal op aanvalt. De visie van twee witte mannen op de mannelijke en vrouwelijke museumblik geeft aan hoe het onderwerp van de mannelijke blik zich in 45 jaar heeft verbreed en nieuwe gevoeligheden en taboes oppakt.

Foto 1: Marc Riboud, ‘A l’abri du vent du nord sur la plage, Hollande’ (‘Beschut tegen de noordenwind op het strand, Holland’), 1960. Collectie: Musée d’Art moderne de Paris.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelMusea moeten zich wel/niet aanpassen aan gevoeligheden van het publiek’ in NRC, 14 februari 2020. Een twistgesprek onder leiding van

Directeur Van Gogh Museum reageert onhandig met verwijzing naar cultureel relativisme op vraag naar naakt van Degas

De nieuwe directeur van het Van Gogh Museum Emilie Gordenker werd vandaag geïnterviewd in Buitenhof en kwam daar niet geheel ongeschonden uit toen haar gevraagd wordt naar de aankoop van een vrouwelijk naakt van Degas. Ze praat zichzelf vast. Met onderstaande tweet van Buitenhof tot gevolg. Het merkwaardige is dat Gordenker in het gesprek op allerlei aspecten zoals politieke stellingname van musea doordachte, goed verdedigbare standpunten innam (niet doen zegt ze in tegenstelling tot directeur Rein Wolfs van het Stedelijk), maar over het naakt van Degas ongelukkig formuleert. Je krijgt meerdere blikken op zo’n kunstwerk door de reacties van meerdere mensen met meerdere achtergronden, zegt ze in andere bewoordingen. Ze meent dat we daar allemaal beter van worden. Dat betwijfel ik en volgens mij gaat ze daar de fout in. Een reactionaire, betuttelende, moralistische blik valt moeilijk als positief te zien. Want waar laat dat de voorbeeldfunctie van een museum? Zo laat het museum zich onnodig vermaatschappelijken en in de verdediging drukken. Uiteraard moeten musea rekening houden met de achtergrond van de bezoekers, maar zonder te wijken voor radicale activisten en fatsoensrakkers die hun perspectief van identiteit ofwel moraal aan het museum willen opleggen.

Foto: Tweet van Buitenhof, 9 februari 2020.

Rijksmuseum Twenthe is boos op Facebook vanwege naaktverbod. Waarom heeft het zich voor de publiciteit zo afhankelijk gemaakt?

Tubantia meldt in een bericht dat het Rijksmuseum Twenthe in Enschede problemen heeft met de publiciteit vanwege een naaktverbod van Facebook. Gevolg is dat het beeldmateriaal afgelopen maanden herhaaldelijk werd geweigerd omdat er teveel bloot op te zien was en het museum zich zo niet met publiciteitscampagnes kan profileren op sociale media. Woordvoerder Karin Jongenelen zegt: ‘De censuur van Facebook heeft absurde vormen aangenomen. Het is nu eenmaal een gegeven dat op veel historische schilderijen bloot te zien is. Juist de mooiste werken uit onze collecties kunnen we nu niet meer gebruiken in onze promotie.’

Eerder dit jaar ageerde Toerisme Vlaanderen in een ludieke actie tegen Facebook (FB) omdat oude kunst in Vlaamse musea te naakt werd gevonden en werd gecensureerd. Ik concludeerde in een commentaar dat de macht van de Amerikaanse techbedrijven erg groot is geworden, dat de censuur duidt op het opkomen van een nieuwe preutsheid en dat ‘kunstmusea zich als ‘tentoonstellingsfabrieken’ afhankelijk hebben gemaakt voor hun publieksbereik’. Aan de eerste twee redenen kunnen de kunstmusea weinig veranderen. De macht van Facebook is iets wat de politiek bij voorkeur in grensoverschrijdend overleg (bijvoorbeeld EU of UNICEF) moet aanpakken en het terugdringen van de nieuwe preutsheid is een maatschappelijk proces. Maar die afhankelijkheid van sociale media valt de kunstmusea of overheden te verwijten. Daar kunnen ze zelf iets aan veranderen. Ze hadden het nooit zover moeten laten komen. Nu worden ze verschrikt wakker en beseffen ze ineens hoe afhankelijk ze zich voor hun publiciteit van Facebook en soortgelijke bedrijven hebben gemaakt.

Welke signalen hebben ze afgelopen jaren gemist? Hoe merkwaardig is het dat een woordvoerder van een Nederlands rijksmuseum zegt geen kant meer op te kunnen? Dat is een brevet van eigen onvermogen. Het gepaste antwoord erop is ‘eigen schuld, dikke bult’. De preutsheid is niets nieuws. De voorbeelden zijn talrijk.

In 2014 censureerde FB weliswaar niet de naaktfoto’s van de Australische kankerpatiënte Beth Whaanga die op haar FB-pagina verslag deed van haar ziekte, maar zeiden meer dan 100 ‘vrienden’ hun vriendschap met haar op omdat haar verslagen te onthullend zouden zijn. Dat is de werkelijkheid waarin Facebook opereert. Een commercieel bedrijf dat het om winstgevendheid te doen is en goed oplet hoe die winst geoptimaliseerd kan worden. Als daar censuur bij past en af en toe een slappe, ontwijkende schuldbekentenis in een hoorzitting om de politiek te pacificeren, dan moet dat maar. In 2013 sloot FB de pagina’s van de topless opererende activistes van het vrouwencollectief FEMEN. In 2015 zei FB nee tegen het naakte realisme van kunstenaar Jans Muskee. In 2016 verwijderde FB de iconische foto van het ‘napalmmeisje’ in Vietnam vanwege naaktheid.

Overheden en semi-overheidsinstellingen als Rijksmuseum Twenthe zijn jarenlang de fuik ingezwommen en deden alsof dat zonder gevolgen zou blijven en straffeloos kon. Hoe naïef men na talloze waarschuwingen kan zijn maakt de woordvoerder van Rijksmuseum Twenthe inzichtelijk. Zij kan dan wel zeggen dat ze boos is op FB, maar eigenlijk zou ze vooral boos op het eigen mediabeleid moeten zijn. Ze heeft gelijk ‘hoezeer we zijn doorgeslagen’. Maar ze heeft anders gelijk dan ze denkt. Overheden en semi-overheidsinstellingen hebben zich jarenlang afhankelijk gemaakt van techbedrijven en dachten op kosten van FB gratis publiciteit te kunnen maken. Op de commerciële markt bestaat zoiets echter niet. Rijksmuseum Twenthe en soortgelijke instellingen zouden er verstandig aan doen om zich los te maken van FB en op internet hun eigen media op te bouwen waarover ze volledige zeggenschap hebben. Gezien alle signalen en incidenten hadden ze daar vijf jaar geleden al mee kunnen beginnen. Volgzaamheid, onderworpenheid en afhankelijkheid lonen niet.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelRijksmuseum Twenthe boos op Facebook: kunst met blote borsten verwijderd’ van Herman Haverkate op Tubantia, 28 september 2018.

Facebook censureert schilderijen van Vlaamse meesters. Dat toont macht techbedrijven, opmars preutsheid en popularisering musea

Dit reclamefilmpje van Toerisme Vlaanderen maakt veel duidelijk over onze tijd. Met een omweg kijken we naar onszelf. Aanleiding is het beleid van Facebook om oude kunst in Vlaamse musea die te naakt wordt bevonden te censureren. Het wordt door Facebook verwijderd. Het is de Vlaamse toeristensector en musea een doorn in het oog. Ze tekenen protest tegen de censuur door Facebook aan. In een bericht geeft de Vlaamse publieke omroep VRT de bijzonderheden. Er is zelfs een brief naar Mark Zuckerberg verstuurd.

Deze kwestie maakt duidelijk dat bedrijven als Facebook veel macht hebben waar overheidsinstellingen geen afdoende antwoord op hebben. Ze zijn voor hun publiciteit via sociale media afhankelijk van bedrijven als Facebook, Google of Twitter. Tevens duidt de censuur door Facebook aan dat een nieuwe puriteinsheid en preutsheid in opmars is die de samenleving overspoelt. Inclusief de traditionele oude schilderkunst. Het antwoord van Toerisme Vlaanderen geeft tenslotte aan hoe eng toerisme en museumsector verknoopt zijn en kunstmusea zich als ‘tentoonstellingsfabrieken’ afhankelijk hebben gemaakt voor hun publieksbereik.

Pseudo-journalistiek van Tamara Wernli over de pseudo-provocatie van Aktionskunst

Aktionskunst of performance kunst. De Zwitserse Tamara Wernli besteedt aandacht aan de Deense kunstenaar Uwe Max JensenMilo Moiré en het Zentrum für Politische Schönheit. Ze maakt deze stroming in de hedendaagse kunst in haar commentaar onschadelijk en belachelijk en noemt het een pseudo-provocatie. Aktionskunst van nu zou oppervlakkig zijn en geen gewicht meer in de schaal zeggen. Maar als het allemaal onschadelijk is en niets voorstelt, waarom is dan de penis van Jensen geblurd? Hoe de spijker door zijn voorhuid wordt geslagen is niet te zien. Aktionskunst is op sociale media kunst met een zwarte balk of een geblurd beeld. Niet het tonen van geweld of het onrecht, maar het menselijk lichaam is het taboe.

Wernli meent dat er een principieel verschil bestaat tussen de performance kunstenaars uit de jaren ’70 of ’80 (vdve), zoals Josef Beuys en Marina Abramovic en die van nu, zoals Jensen en Moiré. Maar het valt te bezien of Beuys en Abramovic in hun eigen tijd niet precies hetzelfde verwijt kregen als Jensen en Moiré nu. Het is ook al te makkelijk om iconen van toen te vergelijken met minder belangrijke kunstenaars van nu.  Ja, wellicht zijn Jensen en Moiré pseudo-provo’s, maar rechtvaardigt dat een standpunt dat de Aktionskunst van nu afbrandt?

Dat het betoog van Wernli rammelt en selectief is, en niet meer dan een gezellig life style praatje is valt te zien aan het ontbreken in haar verhaal van de nog immer actieve 79-jarige Oostenrijkse aktionist Hermann Nitsch. Hij verbindt de jaren ’70 en het nu. Hij paste blijkbaar niet in het verhaal. Ook de onlangs naar Frankrijk uitgeweken Russische performance kunstenaar Petr Pavlensky die zich eerder aan zijn penis vastspijkerde aan het Rode Plein en juist het verwijt krijgt dat hij te radicaal is en tegen letterlijk alles en iedereen protesteert is het tegendeel van pseudo-provocatie. De grootste provocatie is het flutterige blog van Tamara Wernli. Zij pretendeert met haar pseudo-journalistiek iets zinvols toe te kunnen voegen aan dit onderwerp. Niet dus.

Facebook verwijdert iconische foto van 9-jarig napalmmeisje vanwege naaktheid. Machtsmisbruik of preutsheid?

150512085932-31-seventies-timeline-0512-restricted-super-169

Dit is de iconische foto van het ‘napalmmeisje’ in Vietnam. Een foto van Nick Ut met onder meer centraal in beeld de 9-jarige Phan Thị Kim Phúc met napalm op haar lichaam. Ze was naakt omdat haar kleren door de napalm waren verbrand. Haar dorp Trang Bang was op 8 juni 1972 gebombardeerd door de Zuid-Vietnamese luchtmacht omdat vermoed werd dat er strijders van de Vietcong aanwezig waren. Ut won er de World Press Photo en Pulitzerprijs mee. De foto hielp er aan mee om de publieke opinie te beïnvloeden en te doen kantelen. Vanaf 1973 trokken de Amerikaanse troepen zich geleidelijk terug uit Vietnam.

De foto is niet te zien op Facebook, zo bericht nu.nl in een bericht. Het napalmmeisje zou te naakt zijn en mogelijk zelfs kinderporno zijn. Aanleiding was de Noorse krant Aftenposten die de foto plaatste bij een artikel op Facebook, waarna het sociale netwerk die verwijderde. Nu’nl: ‘Facebook zegt vrijdag dat het bij beelden van naakte kinderen moeilijk is onderscheid te maken tussen geoorloofde nieuwsfoto’s en kinderporno.’ Opmerkelijk is dat niet het geweld van een oorlog, maar de naaktheid van een 9-jarig meisje door Facebook als reden voor verwijdering wordt aangevoerd. Ik plaats dit commentaar met foto op Facebook.

Wat gaat er verkeerd als een foto die in het historische geheugen van generaties is gegrift, prestigieuze prijzen won en eraan meehielp om de publieke opinie te beïnvloeden door Facebook wordt verwijderd? Is hier sprake van nieuwe truttigheid of machtsmisbruik van internetbedrijven die onder een hoedje met regeringen spelen? Kinderporno wordt door politici vaak aangevoerd om maatregelen te nemen die neerkomen op de inperking van de internetvrijheid. Pornografie als excuus voor staatscensuur. Het is absurd dat Facebook meent een historisch belangrijke foto te moeten censureren vanwege de naaktheid van een 9-jarig meisje. Ook nog eens ‘functioneel naakt’ omdat het de verbranding van haar kleren en lichaam accentueert.

Deze ingreep door Facebook zegt dat dit bedrijf te veel macht heeft en er niet weet mee om te gaan. Er is onderhand een catalogus van fouten van Facebook te maken over de bizarre en preutse omgang met naakt. Zoals kankerpatiënte Beth Whaanga, de activistische feministes van FEMEN die hun blote borsten gebruiken als politiek wapen of kunstenaars als Jans Muskee van wie een tekening leidde tot de tijdelijke afsluiting van zijn Facebook-account. Het is de hoogste tijd dat Facebook door de gebruikers tot de orde wordt geroepen.

Foto: Nick Ut, Napalm Girl. Vietnam, 1972.

Over oude en nieuwe borsten. Naaktfoto’s van Mathilde Grafström verwijderd, maar busreclames niet

76ad6f_c80898589f2c48d18b0a732c4292f83d

Is dit naakt, natuur of kunst? Of feministische zelfverzekerdheid? Of een beetje van dat alles? Het zijn in elk geval foto’s van de Deense kunstenaar Mathilde Grafström die vanaf klein formaat (50 x 40 cm) te koop zijn vanaf 1140 euro. Er is een controverse over ontstaan of over gecreëerd. Dat laatste weet je nooit zeker bij kunsthandel waar publiciteit onmisbaar is voor de verkoop. The Local werkt er grif aan mee in een artikel dat kopt: ‘Politie stopt naakt fototentoonstelling in Kopenhagen’. Het geval wil dat de politie de vertoning van foto’s uit de serie ‘Vrouwelijke Schoonheid’ (Female Beauty) op het Nytorv plein in het centrum van de Deense hoofdstad heeft afgebroken met als reden dat ze onfatsoenlijk zouden zijn. Aanstootgevend dus.

Grafström heeft tegen de verwijdering een officiële klacht ingediend met het argument dat er niks mis is met het vrouwelijke lichaam. Ze vindt het optreden van de politiek verwerpelijk en ‘een totale onderdrukking van haar kunst’. Ze zegt niet te begrijpen waarom haar foto’s aanstootgevend zouden kunnen zijn. Daarnaast verwijst Grafström naar reclame (nye bryster) op bussen van het openbaar vervoer van de Nygart kliniek voor plastische chirurgie die al lang tot controverse leidden, zoals dit bericht uit 2012 laat zien. Grafström zegt: ‘Nygarts borsten zijn plastic. Mijn foto’s zijn een esthetische uitdrukking. Het is schokkend dat mijn foto’s obsceen zouden zijn, terwijl de reclame dat niet is’. In de handhaving is dit zeker een ongerijmdheid.

76ad6f_ac26f4edbf4242d4bde09eb8766e8b2d

Foto’s: Uit de serie ‘Female Beauty‘ van Mathilde Grafström.

Beatrixziekenhuis Gorinchem verwijdert ‘aanstootgevende kunst’

Het_Beloofde_Land_89F3D4AC7BB31C68C1257EDB004234C1_3

Het is weer zover, je kunt er de klok op gelijkzetten, een bericht dat er ‘aanstootgevende kunst‘ uit een openbare instelling wordt verwijderd. Deze keer betreft het RTV Rijnmond dat meldt dat twee schilderijen van Izak Boom zijn verwijderd uit het Beatrixziekenhuis in Gorinchem. Het gaat om de schilderijen ‘Het Beloofde land’ (hierboven afgebeeld) en ‘De Grote dag’. Volgens de schilder zouden bezoekers hebben geklaagd.

Alle elementen zijn aanwezig van de misstap door de leidinggevenden van onderwijsinstelling, ziekenhuis of gemeentehuis. Het scenario ontrolt zich vaak identiek. Eerst is er een zogenaamd autonoom opererende kunstcommissie die de werken ‘goedkeurt’. Dan komen er een paar bezoekers die klagen. Doorgaans in vage termen. Die klacht vertalen de leidinggevenden in onvrede over het werk. Daarbij komt dat doorgaans overeen met hun eigen al bestaande onvrede over het werk of met hun vrees dat het uit de hand zal lopen. De kunstcommissie wordt vervolgens zonder overleg gepasseerd. De directie laat de gewraakte werken buiten openingsuren weghalen. In dit geval ’s nachts. De kunstenaar zoekt de publiciteit en zegt niet precies te weten wat er speelt, maar wel een vermoeden te hebben. Met als gevolg dat de rel geboren is.

In dit geval zegt Izak Boom: ‘Ik zoek niet de provocatie, maar het kan provocerend zijn voor strengchristelijke mensen.’ Let wel, Boom doelt niet op ruimdenkende christenen, maar op fundamentalistische christenen die het omgekeerde van ruimdenkend zijn. De kunstenaar zegt vervolgens op zoek te zijn naar een andere plek om zijn werk te presenteren. Klassiek is dat de directie geen commentaar geeft: ‘Bij het Beatrixziekenhuis was zondag niemand beschikbaar voor commentaar.’ De komende dagen kan een persbericht van het ziekenhuis verwacht worden met de woorden ‘misverstand’, ‘gevoeligheden‘, ‘afstemming’, ‘communicatie‘ en ‘respect‘. Een lid van de kunstcommissie laat anoniem weten zich te beraden, maar laat nooit meer iets van zich horen.

Foto: Izak Boom, Het Beloofde land.

Lotfy Labib pleit voor een beetje naakt op televisie. Om vrouwen te beschermen

De Egyptische acteur Lotfy Labib pleit voor ‘een beetje naakt’ op televisie zodat Egyptische mannen die moeite hebben met het intomen van hun driften het niet meer nodig hebben om vrouwen seksueel te intimideren. Een kleine opening in de onderdrukking. Samen met talkhost Mozeed Fawzy halen de mannen herinneringen op aan de tijd van de minirok toen de agressie tegen Egyptische vrouwen niet groter, maar juist kleiner was dan nu. Dat weerspreekt de opvatting van de islamitische geestelijkheid die van mening is dat hoe meer vrouwen zich bedekken, hoe beter dat is voor het libido van de man. Labin en Fawzy vallen dat idee voorzichtig, maar frontaal aan. Wat ‘een beetje naakt’ precies betekent laat Labib wijselijk in het midden. De moraal: Egyptische mannen raken buiten zinnen in een puriteinse samenleving waarin ze hun driften dienen te onderdrukken.

Facebook zegt nee tegen het naakte realisme van Jans Muskee

10430047_10152826710873237_2988618755749598488_n

Beeldend kunstenaar Jans Muskee kreeg gisteren een melding van Facebook dat iemand bovenstaande foto van twee van zijn tekeningen had gerapporteerd wegens het bevatten van naakt en dat Facebook het ging onderzoeken. Een uur later kreeg Muskee opnieuw een melding met de mededeling dat de foto verwijderd was ‘omdat deze in strijd is met de richtlijnen van de community van Facebook’. Met een link naar deze richtlijnen. Daarop werd zijn account afgesloten. Hij kon pas weer inloggen na het invullen van een verklaring dat zijn tijdlijn geen naakt bevatte. De betreffende richtlijn ‘voor de Facebook-community’ over naakt luidt als volgt:

Na

Heeft Facebook zorgvuldig gehandeld bij de verwijdering van de foto van de tekeningen van Muskee en de tijdelijke sluiting van zijn account? Het lijkt er sterk op dat de algoritmen van Facebook op hol waren geslagen en het niet volgens de eigen richtlijnen handelde. Want de foto van beide tekeningen die Muskee op zijn tijdlijn plaatste is geen ‘pornografisch materiaal’ of bevat ‘expliciete seksuele inhoud waarin een minderjarige is vertegenwoordigd’. Jans Muskee is een tekenaar die zijn artistieke verbeelding de ruimte geeft om het menselijk lichaam weer te geven. Facebook achtte het in dit geval blijkbaar nodig beperkingen op te leggen vanwege de weergave van naakt. De uitzondering die Facebook maakt voor artistieke uitingen in de vorm van ‘foto’s van een beeldhouwwerk zoals David van Michelangelo’ vond Facebook hier niet van toepassing.

Het gaat hier niet om naakt, Jans Muskee of om degene die het nodig vond om ‘het misbruik te rapporteren’. Het gaat om de machtspositie van Facebook. Om te kunnen functioneren is het voor actiegroepen, instellingen of personen noodzakelijk om gebruik te kunnen maken van sociale media. Facebook speelt hierbij een centrale rol. Door sluiting verhindert Facebook dat zonder dat er een alternatief voorhanden is. Door dit bijna-monopolie zou Facebook extra zorgvuldig in haar argumentatie moeten zijn. Wat gebeurt er als er nogmaals een rapportage van misbruik over Jans Muskee komt? Wordt deze kunstenaar dan voor langere tijd afgesloten? Daarnaast is tegen uitsluiting door Facebook geen beroep mogelijk wat het er nog onrechtvaardiger op maakt.

Dit geval staat niet op zichzelf. De sextremistes van Femen die hun borsten inzetten als politiek wapen gaan op Facebook met ‘geblurde’ -dus vervormde- borsten door het leven. Hun Facebook-pagina’s werden in 2013 tijdelijk afgesloten wegens ‘het verspreiden van pornografie en bevorderen van prostitutie’. Maar Femen is een politiek-feministische organisatie die opkomt voor vrouwenrechten en strijdt tegen uitbuiting van vrouwen door pornografie en prostitutie. Nog tragischer is het geval van de Britse George Rolph die in 2013 een hongerstaking was begonnen en nauwelijks publiciteit kreeg in de media. Op de 14de dag van zijn staking werd zijn account zonder opgave van reden of aantoonbare aanleiding door Facebook gesloten. De moraal: een Facebook-pagina beginnen tegen Facebook omdat het je account afsluit is de paradox van de nieuwe tijd.

Foto 1: Door Facebook verwijderde tekeningen van Jans Muskee van een posting op Facebook.

Foto 2: Schermafbeelding van richtlijnen van Facebook over naakt.