Deelname Defne Ayas (Witte de With) aan Biënnale Moskou ongewenst

bie

De 6e Biënnale van Moskou is een project dat georganiseerd en ondersteund wordt door het Ministerie van Cultuur van de Russische Federatie. Het vindt van 22 september tot 1 oktober 2015 plaats. Defne Ayas, directeur van Witte de With is samen met Bart De Baere aangesteld als curator van de 6e Biënnale van Moskou.

Aldus een bericht van de RRKC. Wat is hier aan de hand? Werkt Defne Ayas mee aan de her-Sovjetisering van de Russische Federatie die onder impuls van president Putin in gang is gezet? De term Euro-Aziatische (of: Euraziatische) traditie is beladen en wordt door de rechts-extremistische Russische nationalist Aleksandr Doegin gepromoot zoals Raymond van den Boogaard in een boekbespreking uitlegt. Wat hebben Westerse kunstenaars of directeuren van kunstinstellingen op dit moment in Moskou te zoeken behalve het legitimeren van het Putin-regime? Denken ze bewegingsvrijheid te hebben om de constructieve krachten te bundelen?

Had Kasper König in maart 2014 met hoop op beter nog argumenten om de Manifesta 10 in St. Petersburg te verdedigen ondanks het feit dat hem toen naïviteit verweten werd, door de in de Russische Federatie verdere verslechtering van de mensenrechten, aantasting van de democratie en de rechtsstaat, de illegale inlijving en gelijkschakeling van de Krim, de voortwoekerende Russisch-Oekraïense oorlog, de moord op Boris Nemtsov en de propaganda in de Russische media heeft Defne Ayas ruim een jaar later die argumenten niet meer. Zij is zich er goed van bewust waar ze instapt. Het politieke klimaat is inmiddels zo verslechterd dat geen criticus meer kan volhouden dat het meedoet om de boel van binnenuit te veranderen. Defne Ayas is een meeloper (fellow-traveller) die zich bereidwillig voor het karretje laat spannen van een regime dat de kunst muilkorft.

Of directeur Ayas en het bestuur van Witte de With met voorzitter Kees Weeda, penningmeester Patrick van Mil, Nicoline van Harskamp, Jeroen Princen, Karel Schampers, Nathalie de Vries en Katarina Zdjelar naïviteit, hardleersheid of bewuste politieke stellingname pro-Kremlin verweten kan worden is de vraag. Verontrustend is dat het bericht van de RRKC de Griekse ex-minister Yanis Varoufakis een denker en geen politicus en parlementslid noemt. Met anderen zou hij naar vragen zoeken over de fundamenten voor een beter leven en wie wij zijn (mens, stad, natie, imperium etc.). Dat klinkt humanistisch en braaf. Gaat het de Stalinisten en neo-marxisten werkelijk om dit soort overwegingen? Het bestuur van Witte de With moet zich nog maar eens goed achter de oren krabben of het gewenst is dat Defne Ayas meewerkt aan de 6e Biënnale van Moskou.

Zie hier voor andere posting over de politieke stellingname van Witte de With.

Foto: Schermafbeelding van bericht ‘Witte de With Directeur Defne Ayas co-curator van de 6e Biënnale van Moskou’ op RRKC.

Frans Hals Museum extra gekort. Demeester staat voor uitdaging

8f088f69da798eae37c90a86b82a2a5c

Directeur Ann Demeester van kunstencentrum De Appel gaat op 1 februari 2014 naar het het Haarlemse Frans Hals Museum-De Hallen. Dat werd al in september 2013 bekend. Maar keert ze op haar schreden terug nu de Haarlemse dorpspolitiek met een college van D66, VVD, PvdA en GroenLinks roet in het eten dreigt te gooien? Het ligt niet in de aard van de strijdbare Demeester, maar de marges in de Haarlemse museasector worden erg klein. Verantwoordelijk wethouder is de VVD’er Cornelis Mooij met museale kunst in z’n portefeuille. Hij komt met een korting van tussen de half en een miljoen euro op de gemeentelijke subsidie van 2,5 miljoen euro.

De huidige directeur Karel Schampers noemt deze extra korting in het Haarlems Dagblad ‘onbehoorlijk bestuur‘ omdat het tegen de afspraken ingaat die vier jaar terug bij de verzelfstandiging van het museum zijn gemaakt. Acht ton snoeien ziet Schampers als de doodsteek voor z’n museum waarvan-ie nog een kleine maand directeur is: ‘We hebben al een bezuiniging van 10 procent lopen. Stel dat deze klap daar bijkomt, dan is dat een afschuwelijke start voor mijn opvolger Ann Demeester. Dan zit je op zo’n acht ton. Ik zou niet weten hoe ze dat moet realiseren zonder dat het museum zodanig wordt uitgehold dat het vleugellam wordt.’

Volgens Schampers verschuilen wethouder Mooij en burgemeester Schneiders (PvdA) zich lafhartig achter hun ambtenaren als-ie naar de onderbouwing vraagt: ‘Dat hebben de ambtenaren bedacht. Het is toch een blijk van onvermogen als je je zo achter je ambtenaren verschuilt en de onderbouwing van je eigen voorstellen niet kent.‘ Maar zoals zo vaak hebben de rekenende ambtenaren weinig verstand van kunst: ‘Een bezuinigingsplan is snel gemaakt door onbenullen: de oude meesters behouden en de nieuwe kunst op een laag pitje.‘ Ontzien van prestigieuze kunst die zich bewezen heeft en het korten op talentontwikkeling en vernieuwing is een constante die sinds de beleidsomslag van toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra de cultuurpolitiek teistert.

Op de vraag van Jaap Timmers en John Oomkes van het Haarlems Dagblad of Ann Demeester directeur had willen worden als ze had beseft welke bezuinigingen op haar af zouden komen is haar antwoord veelzeggend: ‘Ik zou er wel drie keer over nagedacht hebben, had ik dit geweten. Aan de andere kant: ik ben echt wel een straatvechter.’ Wie wil er straks nog museumdirecteur in Nederland worden? Karel Schampers heeft gelijk. Wat het Haarlemse college en veel colleges in de 50 grootste steden doen is onbehoorlijk en onzorgvuldig. Zo kan geen enkele directeur werken. De politiek maakt de kunst kapot. Bewust of onbewust. Vraag is wat erger is. 

Lees ook een eerdere hartekreet: ‘Schampers laakt bij afscheid marktdenken van musea en is schamper over cultuurpolitiek‘.

Foto: Dana Lixenberg, Deerhunters, 2002. Collectie Frans Hals Museum.

Schampers laakt bij afscheid marktdenken van musea en is schamper over cultuurpolitiek

karelschampers

Vertrekkend directeur van het Haarlemse Frans Hals Museum Karel Schampers luchtte gisteren bij z’n afscheid z’n hart. Het Haarlems Dagblad noemt het ‘een laatste hartekreet‘. Hij heeft het niet zo op de Nederlandse musea die naar de pijpen dansen van het grote publiek of de overheid. Ze spelen op veilig en zetten het publiek het bekende voor. Zo neigt het tentoonstellingswezen volgens hem ‘naar populisme en kortstondige opwinding‘. Hoe krachtig zijn z’n woorden en hoe jammer is het dat ze waar zijn. Startende kunstenaars van nu ziet Schampers als kind van de rekening. Musea en overheid zetten niet meer in op talentontwikkeling zoals ze tot voor kort deden. Met als gevolg dat de hedendaagse kunst van de toekomst onder druk staat.

Schampers kijkt breder en meent dat de cultuur zich onttrekt aan het nutsdenken van politici, conservatoren en museumdirecteuren: ‘Dit voortdurend in beweging zijn van de cultuur, waar de hedendaagse kunst in belangrijke mate toe bijdraagt, is van buitengewoon belang voor een levendige samenleving.‘ En: ‘Het is de taak van het museum de vitale impulsen van deze tijd te herkennen en het publiek te confronteren met wat binnen onze cultuur aan het veranderen is‘. In interviews eerder deze week ter gelegenheid van z’n afscheid laakte Schampers middelgrote musea als het Groninger Museum en het Centraal Museum, maar ook het Stedelijk die op veilig spelen en het experiment schuwen. Anders gezegd, te voorzichtig programmeren.

Voor de politiek van de gevestigde partijen heeft Schampers geen goed woord over: ‘Het is toch eigenlijk onvoorstelbaar dat een minister [Bussemaker], en met haar trouwens vele lokale overheden, openlijk durft te zeggen dat ze weinig vertrouwen heeft in de hedendaagse kunst en niet wenst te investeren in jong talent. Ze zegt daarmee feitelijk het vertrouwen in de toekomst op.‘ Voor wie niet cynisch wil worden over de kortzichtigheid en het economisch denken van een overheid -dat trouwens volledig averechts uitpakt en daarom z’n doel voorbijschiet- is onderhand niks meer onvoorstelbaar. Om het aardig te zeggen over een onaardige politieke klasse: het weet geen afweging meer te maken tussen korte- en langetermijndenken.

Karel Schampers is de museumman van de praktijk die het allemaal heeft meegemaakt. Als conservator en directeur, in contact met cultuurwethouders, fondsen en sponsors. Hij praat niet vanuit een impuls of de waan van de dag, maar vanuit een beredeneerd oordeel van jaren. Het beeld dat-ie schetst is niet om vrolijk van te worden. Grotere musea als Boijmans, het Van Abbe of de Lakenhal proberen zich te onttrekken. Maar ook zij worden snel geconfronteerd met teruglopende middelen. Die de landelijke en lokale overheden de musea opleggen. Tandenknarsend worden ze gedwongen niet het avontuur maar de veiligheid te zoeken.

Schampers’ hartekreet contrasteert met een stuk van de directeur van de Stadsschouwburg Amsterdam Melle Daamen in NRC dat zo begint: ‘Het cultuurbeleid in Nederland mist scherpte en kent veel te veel braafpraat‘. Daamen ziet in het kunstklimaat een ‘fixatie op het nieuwe en het vernieuwende‘. Doordat Daamen het zo scherp aanzet lijkt-ie haakser op Schampers te staan dan het is. Het is de koele rationalist (Daamen) die vanuit een grote cultuurorganisatie redeneert tegenover de realistische idealist (Schampers) die de middelgrote organisaties als onmisbare humuslaag voor de kunsten ziet. Maar ze verschillen van inschatting of talentontwikkeling en vernieuwing in de Nederlandse cultuurpolitiek en kunstpraktijk ondergewaardeerd worden. Wie kijkt hoe er de laatste jaren gekort is op talentontwikkeling -wat zelfs de Raad voor Cultuur in haar advies Slagen in Cultuur toegaf als een tekortkoming in het cultuurbeleid- moet Schampers gelijk geven.

Foto: Vertrekkend directeur van het Haarlemse Frans Hals Museum Karel Schampers. Credits: United Photos/Toussaint Kluiters.

MuseumgoudA verkoopt eigen identiteit

Directeur Gerard de Kleijn van museumgoudA zegt in een persbericht dat-ie een topstuk in Londen gaat verkopen: The Schoolboys uit 1987 van Marlene Dumas. Hij rekent op een opbrengst van 800.000 euro. De kans bestaat dat een iconisch werk uit Nederlands museaal bezit in buitenlandse handen komt.

Er zijn vier overwegende bezwaren tegen de verkoop door museumgoudA van een topstuk. Die zijn van inhoudelijke, procedurele, aankooptechnische en politieke aard.

Inhoudelijk. Gerard de Kleijn zegt dat het werk van Dumas niet meer in de kerncollectie past. Dat klopt binnen zijn logica. Maar hij vergeet te melden dat museumgoudA onder directeur Josine de Bruyn Kops (1977-1987) alleen kunst van vrouwen kocht, waaronder The Schoolboys dat als gevolg van dit beleid in 1988 werd verworven. Tevens kreeg het toenmalige Catharina Gasthuis in 1976 de opdracht van de Goudse gemeenteraad om hedendaagse kunst te verzamelen.

In zijn nota Tussen Hemel en Aarde wisselt Gerard de Kleijn de traditie van het verzamelen van vrouwenkunst en hedendaagse kunst in voor het verzamelen van religieuze kunst, keramiek, kleipijpen en werk van de Haagse school. Ofwel, De Kleijn verandert spelregels om vervolgens te beweren dat de oude logica niet meer geldt. Zie hier voor een kritische analyse van het beleid van De Kleijn.

Procedureel. In 1987 werd Nederland opgeschrikt toen de gemeente Hilversum een Mondriaan wilde afstoten. Onder aanvoering van het Stedelijk Museum sprak museaal Nederland er schande van. In 2005 gebeurde hetzelfde toen directeur Karel Schampers van het Haarlemse Frans Hals Museum twee werken wilde afstoten. In beide gevallen ging de verkoop niet door. De museumwereld was wakker geschud.

Sinds die tijd is afstoting van museumstukken een hot topic. Het Centraal Museum maakte er in 2006 tentoonstelling en veiling tegelijk van: Uit het depot. Een project om de grenzen aan de afstoting van museumobjecten te proeven.

Op basis van de Museale Gedragscode van de Nederlandse Museumvereniging (NMV) heeft het Instituut Collectie Nederland een Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten (LAMO) opgesteld: Deze LAMO is overgenomen door de NMV, waarmee het de standaardprocedure is geworden welke een museum in principe dient te volgen bij het afstoten van een object. Een van de eisen die de Museale Gedragscode aan een professioneel museum stelt is dat het onderzoekt of voor het af te stoten object een andere museale bestemming gevonden kan worden. 

Het zou logisch zijn als museumgoudA The Schoolboys van Marlene Dumas aan andere Nederlandse musea had aangeboden en daarover in gesprek was geweest met de NMV. Maar het persbericht zegt er niets over. Vraag is of museumgoudA zich professioneel en collegiaal opstelt jegens andere musea of dat De Kleijn zijn eigen gang gaat zonder standaardprocedures van de gedragscode te volgen.

Aankoop. Enkele jaren gelden ontstond ophef vanwege de voorgenomen verkoop door BAT van de Peter Stuyvesant Collectie die Alexander Orlow met adviseurs had opgebouwd. Naast de culturele barbarij om een bijzondere bedrijfscollectie te verkopen ging het om de gunstige voorwaarden waaronder de werken waren aangekocht. Galeristen gaven kortingen vanwege het achterliggende idealisme van Orlow. Niet in de verwachting dat de werken op een veiling ooit tegen marktprijzen verhandeld zouden worden.

Hetzelfde geldt voor The Schoolboys van Marleen Dumas. Gereconstrueerd moet worden onder welke voorwaarden het in 1988 verworven is door het Catharina Gasthuis. Dit geeft uitsluitsel over het feit onder welke voorwaarden het nu verkocht kan worden. Dat geldt moreel voor de relatie galerie/museum en juridisch voor de relatie museum/overheid. Het is niet onaannemelijk dat de aankoop deels geoormerkt is door aankoopgelden van het toenmalige Ministerie van WVC.

Politiek. De culturele sector staat onder druk. De verwachting is dat staatssecretaris Zijlstra hard gaat bezuinigingen op cultuur. Velen zijn het erover eens dat de bezuinigingen eerder worden ingegeven door gebrekkig inzicht in het functioneren van de sector dan door rationele overwegingen. Kinderen worden met het badwater weggegooid. Aangebrachte schade is vele malen groter dan de opbrengst van bezuinigingen. Naast het gederfde economisch nut door bezuinigingen op cultuur waar Joop van den Ende op wijst.

MuseumgoudA gaat mee in de logica van de staatssecretaris en geeft in een lastige tijd het verkeerde signaal. Namelijk dat kunst misbaar en verhandelbaar is. Da’s een misvatting. MuseumgoudA kiest eieren voor haar geld in plaats van zich met collega-musea sterk te maken voor een krachtige museumsector.

Conclusie.  De voorgenomen verkoop door museumgoudA van The Schoolboys van Marlene Dumas ligt complexer dan de directeur van museumgoudA voorstelt. Er zijn talloze vragen van inhoudelijke, procedurele, aankooptechnische en politieke aard die eerst beantwoord dienen te worden voordat verkoop werkelijk aan de orde is. Het verdwijnen van een topwerk als The Schoolboys uit Nederlands kunstbezit is een verlies voor de Collectie Nederland.

MuseumgoudA heeft als geprivatiseerde culturele instelling weliswaar een eigen verantwoordelijkheid, maar laadt een verdenking van gemakzucht op zich. Het verkoopt tafelzilver zonder eigen initiatieven te ontplooien en zich als volwassen deelnemer te voegen in de Nederlandse museumsector. Dat geeft te denken over inzicht, inschattingsvermogen en manoeuvreerruimte van directeur De Kleijn.

Foto: The Schoolboys van Marlene Dumas, 1987