Radicaal-rechts gebruikt artikel van Keyvan Shahbazi om links te bashen

Schermafbeelding van deel opinie-artikelWaar komt linkse liefde voor Iraans islamisme vandaan? Is het naïviteit? Is het verwardheid? Is het domheid?‘ van Keyvan Shahbazi in het Dagblad van het Noorden, 21 december 2022.

In een onevenwichtig, impressionistisch artikel dat oorspronkelijk op 20 december 2022 in De Telegraaf verscheen meent de Iraans-Nederlandse Keyvan Shahbazi aan de hand van een paar voorbeelden dat links een vriend van het islamisme is. Shahbazi leidt uit het bijzondere het algemene af. Dat is geen valide manier van argumenteren.

Zelfs Michel Foucault die al meer dan 35 jaar geleden is overleden wordt door hem van stal gehaald met een voorbeeld uit 1978. Dat leidde toen tot een controverse. Foucault was trouwens minder eenduidig positief dan Shahbazi suggereert en sprak over het Iraanse regime als een ‘”bloedige regering van een fundamentalistische geestelijkheid“.

Shahbazi zegt over de Westerse houding jegens Iran: ‘Maar wij kijken liever de andere kant op.’ Echt? De eindredactie vertaalt Shahbazis woorden in een inleidende alinea: ‘maar het Westen, en dus ook Nederland, omarmt liever het islamitisch regime of kijkt weg‘.

Nergens onderbouwt Shahbazi op een geloofwaardige wijze zijn claim dat het Westen of Nederland het Iraanse regime omarmt. Het betoog mist reliëf als de auteur niet zegt dat het juist de vijand van het Westen is dat het Iraanse regime omarmt. Kan het Westen een vriend van Iran zijn als tegelijkertijd de vijand van het Westen, te weten de Russische Federatie Iran omarmt? Of Hezbollah of Syrië?

Op dit moment omarmt de rechts-nationalistische Russische Federatie van Poetin uit geopolitieke en militaire noodzaak het Iraanse regime. Poetin die door vele Europese en Amerikaanse rechts-radicalen in bescherming wordt genomen. Die constatering is de sleutel om deze opinie te begrijpen.

De vraag die de auteur laat liggen is waar de rechtse liefde voor Iraans islamisme en Russische imperialisme vandaan komt. Probeert hij dat weg te poetsen door het omgekeerde te beweren in de hoop dat zijn afleiding voldoende desinformatie geeft om echt op de situatie in te gaan? 

Het opinie-artikel is slecht onderbouwd. Het is geconstrueerd op een wankele basis van selectieve voorbeelden, een vertekenende opvatting van wat links is en het generaliseren over de houding van links jegens het Iraanse regime of het islamisme. De actualiteit dat de grootste vijand van het Westen Iran omarmt wordt weggelaten door Shahbazi.

Shabazi is uitsluitend succesvol in het afleveren van een halfproduct dat door rechts-radicale opiniemakers wordt gebruikt om ‘links’ te bashen. Of het hem daar om begonnen was of dat hij voor het karretje van radicaal-rechts wordt gespannen is onduidelijk. Zijn onevenwichtig opinie-artikel roept deze kaping op.

Op sociale media verwijzen de voormannen van radicaal-rechts zoals Ellian of Duk met instemming naar dit artikel. De reden lijkt niet omdat het een diepgaande analyse van de relaties van Iran met andere landen biedt, maar omdat het de kans biedt om links te bashen en dat door verwijzingen op sociale media eindeloos uit te vergroten. Uit de voorbeelden blijkt dat Shahbazi met links ‘radicaal-links’ bedoelt. Dat is een extra onevenwichtigheid van zijn artikel. De centrum-linkse Tony Blair, François Hollande of Bill Clinton omarmden nooit het Iraanse regime.

Tweet van Afshin Ellian van 20 december 2022 en tweet van George Knight van 21 december 2022.

De opinie van Afshin Ellian over de afzetting van Trump is journalistieke, politieke en wetenschappelijke oplichterij

Rechtswetenschapper Afshin Ellian heeft een column in Elsevier Weekblad en laat zich daarin kennen als een fervente verdediger van president Trump. Dat is een legitieme opstelling als hij daarbij de feiten en de logica zou respecteren. Maar dat doet Ellian niet. Ik leg zijn column ‘Afzettingsprocedure Trump is politieke oplichterij’ van 24 januari 2020 puntsgewijs langs de meetlat van het gezonde verstand en de op dit moment bestaande kennis over deze kwestie en kom tot een afsluitende conclusie over de opstelling van Afshin Ellian.

1) Ellian meent dat de Democraten met de afzettingsprocedure hun hoofd verliezen en de keuze van de Amerikaanse kiezer in november 2020 moeten afwachten. Hij stelt zelfs dat zij ‘met behulp van de media’ de democratie saboteren. Dit is om drie redenen onjuist.
a) Als de afzetting van president Trump succesvol verloopt, dan wordt hij opgevolgd door vicepresident Mike Pence. Hij is ook een Republikein. Hiermee wordt de uitslag van de verkiezingen van 2016 niet gesaboteerd in de zin dat de macht om oneigenlijke redenen aan de Democraten wordt overgedragen. Pence kan op zijn beurt een nieuwe vicepresident benoemen die tweede in de lijn van opvolging is.
b) De keuze van de kiezer kan niet afgewacht worden omdat er een urgente situatie bestaat dat een eerlijk electoraal proces onder druk staat. Een buitenlandse macht, te weten de Russische Federatie mengt zich zonder dat te verbergen in dat proces. De federale regering heeft in drie jaar geen maatregelen genomen om die inmenging te verhinderen en heeft waarschuwingen van inlichtingendiensten om het electorale proces te beschermen naast zich neergelegd. Een rapport van een Senaatscommissie onder leiderschap van de Republikeinse Senator Richard Burr concludeerde in oktober 2019 dat ‘Russian disinformation efforts may be focused on gathering information and data points in support of an active measures campaign targeted at the 2020 U.S. presidential election’. Het gevolg van een ander is dat de verkiezingen gecorrumpeerd zijn en de Amerikaanse kiezer zich niet vrij, zonder externe beïnvloeding kan uitspreken.
c) Hoe ‘de media’ behulpzaam zouden zijn bij de sabotage van de democratie is onduidelijk. Ze doen verslag van de gang van zaken en treden juist op als venster op de democratie die president Trump wil sluiten.

2) Ellian verwijt de Democraten dat ze de afzettingsprocedure zijn begonnen ondanks het feit dat ze geen meerderheid in de Senaat hebben. Ellian verwijt ‘House Manager’ Adam Schiff dat hij ‘de setting van het parlement als een rechtbank’ beschouwt. Dit is om twee redenen onjuist.
a) Bij een impeachment hebben Huis en Senaat verschillende rollen. Het Huis treedt in de procedure op als aanklager en de Senaat als jury. Het doet er voor de procedure niet toe welke partij de meerderheid in de Senaat heeft.
b) Congressman Schiff meent samen met gezaghebbende constitutionele deskundigen dat in een impeachment procedure de Senaat als rechtbank optreedt. De 100 Senators zijn de juryleden en de voorzitter van het Hooggerechtshof John Roberts is de president die de rechtbank voorzit. Ellian is verkeerd geïnformeerd als hij claimt dat de afzettingsprocedure door het parlement in theorie een ‘zuiver politieke procedure’ is. Die lading wordt er in het gepolariseerde partijpolitiek landschap door sommigen wellicht aan gegeven, maar de Framers die de Constitutie hebben geschreven hebben dat niet zo bedoeld.

3) Ellian beweert dat Schiff geen bewijs heeft. Dat is onjuist.
De Democraten hebben afgelopen week op 22, 23 en 24 januari 2020 in hun pleidooi in de Senaat allerlei bewijs overlegd. Dat bewijs legt een patroon bloot van een regering Trump die onwettige voorwaarden stelde aan hulp aan Oekraïne, te weten een onderzoek naar Joe Biden en zijn zoon Hunter. Het bewijs legde ook een patroon bloot van obstructie van het Congres in het onderzoek naar de feiten. Ellian gaat eraan voorbij dat het uniek is dat het Witte Huis geen documenten overlegt en getuigen verbiedt om in de Senaat te getuigen. Dat frustreert de waarheidsvinding en is een bewuste obstructie ervan door het Witte Huis. Dat was bij de afzettingsprocedure van Clinton anders. Toen werden tienduizenden pagina’s documenten aan het Congres overlegd en werden vele getuigen in open zittingen gehoord. Insiders als de voormalige Nationale Veiligheidsadviseur John Bolton die een geharnaste conservatieve Republikein is heeft zich bereid verklaard om in de Senaat te getuigen als hij daartoe gedagvaard wordt. Maar het Witte Huis zet hem en betrokkenen zoals de voormalige juridische adviseur van het Witte Huis Don McGahn en huidige chef-staf van het Witte Huis Mick Mulvaney onder druk om geen gevolg te geven aan de oproep van het Congres. In het verlengde hiervan lijken de Republikeinse Senatoren de oproep van de Democraten voor een open proces waarin documenten worden overlegd en getuigen worden gehoord te blokkeren. De paradox is dat Trump wel zo’n open proces wilde, maar hem dit door McConnell uit het hoofd is gepraat vanwege onvoorzienbare risico’s.

4) Ellian meent dat de Republikeinen terecht niet meedoen aan het ‘zieke politiek spel’.
Dat is onjuist. De Republikeinen blokkeren een open proces in de Senaat omdat ze de feiten niet aan hun kant hebben. Nogmaals, dit is anders dan de Clinton-impeachment waar Democraten geen beperking oplegden aan het toelaten van documenten en getuigen. Tot nu toe hebben Republikeinen de feiten die de Democraten naar voren brachten niet weersproken. Kritiek van Republikeinse senatoren als Lindsey Graham en Mitch McConnell of de advocaten die in de Senaat optreden namens het Witte Huis richt zich op de procedure, maar niet op de zaak zelf. Een impeachment is geen ongrondwettelijke of ondemocratische procedure zoals Ellian abusievelijk claimt, maar een rechtmatige noodrem die de Framers vanwege het optreden van machtsmisbruik van de president in de Constitutie hebben verankerd. Alleen, de Framers hebben onvoldoende voorzien dat het parlement zich tot deel van dat machtsmisbruik zou laten maken.

5) Ellian meent dat het Mueller-onderzoek niet heeft aangetoond dat Trump en zijn medewerkers hebben samengezworen met het Kremlin. Dat is om zes redenen onjuist.
a) Het team van speciale aanklager Robert Mueller heeft het over ‘conspiracy’. Dus samenzwering. Uit het ontbreken van ‘conspiracy’ kan men niet afleiden dat er geen sprake van ‘collusion’ is. Ofwel, geheime verstandhouding. Minister William Barr en Trump schreeuwden van de daken dat Mueller zegt ’no collusion’, maar zowel letterlijk als volgens de strekking van het rapport zegt Mueller dat helemaal niet. Daarnaast is ‘collusion’ geen juridische term.
b) De twee componenten, te weten ‘conspiracy’/‘collusion’ en ‘obstruction’ hangen nauw samen. In het Mueller-onderzoek volgt het een uit het ander. Concreet, de obstructie door Trump zadelde Mueller met inhoudelijke en juridische beperkingen op waardoor hij over de ‘conspiracy’ niet tot conclusie kon komen die zonder obstructie door Trump gedetailleerder, ruimer en ongetwijfeld vernietigender geformuleerd had kunnen worden. Ofwel, Trump heeft het onderzoek in hoge mate gefrustreerd door tegenwerking zodat Mueller geen voldoende data kon verzamelen om tot een afrondende conclusie over ‘conspiracy’ te komen.
c) Naast het onderzoek door de speciale aanklager naar het criminele gedrag van Trump en zijn medewerkers bevat het onderzoek ook een ‘counterintelligence’ component die vanwege de gevoelige aard ervan geheim is, door de FBI wordt uitgevoerd en niet publiekelijk wordt gepubliceerd. Deze component gaat met name om de vermeende samenzwering van Team Trump met het Kremlin. [NB: achteraf bleek dat dit onderzoek nooit uitgevoerd is. Niet door Mueller en niet door de FBI. Ze dachten van elkaar dat de ander het onderzoek deed].
d) Uit de vele aanklachten door Mueller van Russen, maar ook Trumps voormalige campagnemanager Paul Manafort is nauwgezet af te leiden dat er een hoge mate van samenwerking en verstandhouding was tussen leden van Team Trump en vertegenwoordigers van de Russische overheid.
e) Het Mueller-rapport is niet het enige onderzoek dat tegen Trump liep. Er lopen nog tientallen andere onderzoeken naar allerlei aspecten van de criminele handel en wandel van Trump en zijn bedrijven. Met name het onderzoek door de procureur van het Southern District of New York (SDNY) waar Trumps zakenimperium is gevestigd wordt voor Trump als gevaarlijker beschouwd dan het Mueller-onderzoek. Het SDNY benadert de Trump organisatie met zogenaamde RICO-wetgeving die in het verleden ook werd ingezet tegen maffia organisaties die uiteindelijk ontmanteld werden. Dat lot wacht Trumps organisatie ook. Het onderzoek spitst zich toe op de samenwerking van Trump sinds de jaren 1980 met de Russische maffia en witwaspraktijken, bankfraude en belastingontduiking door de Trump Organisatie bij de verkoop van vastgoed. Samenwerking met Russische en andersoortige vertegenwoordigers uit de invloedssfeer van de vroegere Sovjet-Unie is een duidelijk geval van ‘collusion’. Feitelijk valt het buiten het Mueller-onderzoek, maar gezien de beperkingen in zijn opdracht heeft Mueller onderdelen van het onderzoek ondergebracht bij lokale procureurs.
f) De opdracht aan Mueller voor zijn onderzoek was beperkt en betrof de criminele en andersoortige relaties van Trump met de Russische overheid. Daarnaast was Mueller in zijn mandaat niet autonoom, maar afhankelijk omdat hij ressorteerde onder het ministerie van Justitie en verantwoording af moest leggen aan de top van dat ministerie. Zoals hij in zijn rapport aangeeft hing zijn positie aan een dun draadje. Dat was eerst onderminister Rod Rosenstein en daarna minister William Barr. Beide Republikeinen, zoals Robert Mueller en vele andere hoofdrolspelers in dit onderzoek ook Republikeinen zijn. De strekking van Muellers onderzoek was relatief beperkt evenals de zelfstandigheid om het onderzoek uit te voeren. Daarnaast is de interpretatie van de wetgeving, met name waar het de onaantastbare positie van een zittende president betreft, waarmee Mueller en zijn team te maken hadden, zo streng en was de taakopvatting van Mueller zo hoog en vol redelijkheid dat hij de lat hoog heeft gelegd om te concluderen dat er geen sprake van ‘conspiracy’ was. Maar het feit dat Mueller om diverse redenen niet besloot om te beweren dat Trump direct valt te linken aan ‘conspiracy’, wil nog lang niet zeggen dat hij geen aanwijzingen voor ‘conspiracy’ heeft gevonden. Laat staan dat Trump zou zijn vrijgepleit van het ruimere begrip ‘collusion’, ofwel geheime verstandhouding.

6) Ellian meent dat de rechtsstaat op dit moment door het handelen van president Trump niet in het geding is. Dat is onjuist.
Of liever gezegd, Ellian heeft een mening waar allerlei andere meningen tegenover kunnen worden gezet die erop wijzen dat de rechtsstaat wel in het geding is. De vrees is dat de democratische instituties vier jaar Trump overleven, maar acht jaar Trump niet. De aanwijzingen daarvoor zijn talrijk. Zo zei Trump op de beruchte ontmoeting in Helsinki met de Russische president Putin dat hij hem meer gelooft dan zijn eigen inlichtingendiensten. Zo heeft Trump zich de afgelopen jaren meermalen gekeerd tegen rechterlijke uitspraken die niet in zijn straatje pasten. Zo schoffeert Trump voortdurend hoge militairen, hoge ambtenaren of zijn eigen kabinetsleden. Hij zet ze onder druk door angst te zaaien, waardoor ze hun taken volgens de geldende regels niet meer kunnen uitoefenen. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de Republikeinse Senatoren die door Trump in de impeachment procedure oneigenlijk onder druk worden gezet zodat het parlement ophoudt om onafhankelijk te functioneren. Maar vooral volgt Trump de regels van de Constitutie niet, laat hij zijn minister van Justitie -die in de Amerikaanse verhoudingen een bijzondere rol als bewaker van de Constitutie heeft- optreden als zijn persoonlijke advocaat en onthoudt hij het Congres en het Amerikaanse volk tegen alle regels en procedures in door het oprekken van het beroep op ‘executive privilege’ informatie die hij verplicht is te overleggen aan het Congres. Dat brengt de werking van de rechtsstaat inclusief de democratische instituties in gevaar. Daarnaast tornt Trump aan grondrechten voor allerlei doelgroepen.

De conclusie is dat Ellian de ‘talking points’ van Trump volgt. Onbegrijpelijk is waarom hij dat doet en geen autonome positie inneemt. Ellian presenteert zich in zijn column immers als wetenschapper. Hij pretendeert meer dan een journalist of opinieleider te zijn, maar maakt die pretentie niet waar. Want bij het serieus bedrijven van wetenschap hoort een empirische houding die de feiten serieus in overweging neemt. Maar Ellian laat de feiten uit een mening van anderen volgen. Dat is des te opvallender en teleurstellender omdat hij in Iran als links-radicaal zuchtte onder het autoritaire regime van de islamisten. Je zou denken dat Ellian in zijn persoonlijk leven voldoende kennis en ervaring heeft opgedaan om autoritair gedrag van leiders te herkennen en af te wijzen. Maar als hij die kennis en ervaring al zou hebben, het blijkt uit zijn column niet dat hij die gebruikt. Hij stopt het weg. Ellian verdedigt direct het autoritaire gedrag van president Trump dat hij in volledige lijn met de werking van de rechtsstaat acht en verdedigt indirect het autoritaire gedrag van president Putin met wie Trump een sterke band onderhoudt. Met zijn opinie treedt Ellian niet alleen buiten wetenschap en objectieve journalistiek, maar ook buiten het traditionele conservatisme dat uiteindelijk niet de rechtsstaat en de Constitutie ter discussie stelt. Dat laatste doet Trump wel. Door het voor Trump op te nemen die zo aantoonbaar morrelt aan rechtsstaat en Constitutie beseft Ellian niet dat hij zijn eigen objectiviteit verliest. Blijkbaar zijn dit soort columns hem het verlies van zijn eigen geloofwaardigheid waard.

Foto: Schermafbeelding van deel columnAfzettingsprocedure Trump is politieke oplichterij’ van Afshin Ellian in Elsevier Weekblad, 24 januari 2020.

Flodderige ‘journalistiek’ van UP! probeert door afleiding waarheid te verhullen over rechts-extremistische aanslag in El Paso

Op de eigen site afficheert UP! zich zo: ‘UPNL is een rechts georiënteerd mediaplatform gericht op politiek nieuws en actualiteit. Wij zijn onafhankelijk, ongefilterd en kritisch.’ Bij het itemDayton schutter was een linkse terrorist!’ heb ik onderstaande reactie geplaatst. Ik heb weinig goede woorden over voor de werkwijze van UP!. Het valt naar mijn idee niet serieus te nemen als journalistiek medium. Het valt in de categorie van radicaal-rechts politiek activisme (zie bij reacties voor een grotere weergave van onderstaande tekst).

Kan Trumps basis ervan overtuigd worden om de bevindingen van de Rusland-onderzoeken te accepteren? De visie van Rob Reiner

Welk verhaal moet er verteld worden om de basis van president Trump van een kleine 40% ervan te overtuigen dat de president te ver is gegaan? Valt die basis er nog van te overtuigen om objectieve feiten en waarheden te accepteren? Dat is de essentie van het gesprek van het ‘Morning Joe’ panel met acteur en filmregisseur Rob Reiner. Hij presenteert zijn film over de Irak-oorlog ‘Shock and Awe’ (2017) vol gelijkenissen tussen de VS onder Bush in 2003 en nu. Ook toen lieten de gevestigde media zich onder druk zetten door het Witte Huis.

Na een jaar onderzoek door speciale aanklager Mueller staat onomstotelijk vast dat binnen Team Trump is samengezworen met het Kremlin. Volgens velen trouwens op zulk een klungelige en amateuristische manier dat Mueller nu tamelijk gemakkelijk het spoor terug kan volgen in zijn veelomvattende onderzoek. Vele voormalige medewerkers van Trump hebben schuld bekend. Daarnaast zijn er nog de vermenging van politiek en zakendoen door Trump, witwaspraktijken via de verkoop van vastgoed van de Trump Organisatie, samenwerking van die organisatie met Russische criminelen, Trumps afkopen van modellen, actrices en pornosterren via geheimhoudingsverklaringen (Non-disclosure agreement), en wat Reiner het meeste zorgen baart de afbraak van de Amerikaanse democratie door Trump. Als Trumps achterban van een kleine 40% niet overtuigd wordt en opgejut blijft worden door straatvechters als Rudy Giuliani die Trump de arena instuurt en rechtse media (ook in Nederland: zie Ellian en Eppink in Elsevier Weekblad) dan dreigt een burgeroorlog. Dat is een reëel gevaar. Russen en Chinezen krijgen wat ze wensen: een verzwakte en verdeelde VS. Dankzij Trump. Deze ‘president-leugenaar’ die voor eigen gewin en ego handelt tegen de grondwet van zijn land in.

Elsevier Weekblad geeft ruim baan aan Ellian en Eppink die Trump in verdediging nemen. Dat is het conservatisme voorbij

Wikipedia zegt over Elsevier Weekblad dat het ‘een Nederlands opinieblad van conservatief-liberale signatuur’ is. Maar het is de vraag of het dat (nog) is. Twee opinie-artikelen van de columnisten Afshin Ellian en Derk Jan Eppink wijzen in een andere richting. Namelijk niet die van het conservatisme, maar van de alt-right beweging. Deze beweging zet zich af tegen het conservatisme binnen de Republikeinse partij, omdat het zich hoe dan ook afzet tegen het establishment. Alt-right voorman en voormalig hoofdredacteur van Breitbart Steve Bannon die aan macht heeft ingeboet sinds hij door Trump aan de kant is gezet had als voornaamste doel om de Republikeinse partij inclusief het conservatisme te vernietigen. Trump wordt overigens door vele critici niet als Republikein of conservatief gezien, maar als een halfwas Democraat uit het New Yorkse Queens die uit opportunisme speelt dat hij Republikein is zonder er iets van te menen. Hij interesseert zich alleen voor zijn eigen ego en zaak. Dus voor wie of wat denken Ellian en Eppink nu eigenlijk dat ze het opnemen?

Amerikaanse (neo)-conservatieve opiniemakers uit de sfeer van de regering Bush zoals Bill Kristol, David Frum of Max Boot of Morning Joe gastheer en voormalig Republikeins afgevaardigde uit Florida Joe Scarborough zijn uitermate kritisch op Donald Trump. Ellian en Eppink nemen het op voor Trump, of liever gezegd tegen de krachten die het tegen Trump opnemen. In dit geval ‘de journalistiek’ en de speciale aanklager Robert Mueller.

Met Eppink is wat bijzonders aan de hand en hij valt meer uit de toon dan Ellian. In een commentaar schreef ik: ‘De in de VS wonende Derk Jan Eppink is volgens een analyse uit augustus 2017 van gepensioneerd VRT-journalist Johan Depoortere in De Morgengeen “waarnemer” of “analist” maar een (ex-)politicus van rechtse tot extreemrechtse signatuur en een ideologische scherpslijper die werkt voor “een instelling die de Republikeinse partij van reactionair ideologisch voer voorziet”. Eppink is dus geen objectieve waarnemer of analist constateert Depoortere. Toch is Eppink in de Nederlandse media, zoals het radioprogramma Met het oog op Morgen vaak opgevoerd als een objectief waarnemer. Eppink werkt voor het London Policy Center in New York. Naamgever Herbert London was in een politieke campagne in New York in 1994 tegen de Afro-Amerikaanse kandidaat Carl McCall zo openlijk racistisch dat Republikeinen zich van hem distantieerden.’

Volgens conservatieve critici verraadt de regering Trump de conservatieve zaak. Conservatieve fiscalisten die gaan voor een compacte overheid, een lage overheidsschuld en lage belastingen zien met schrik dat in het recente belastingplan de overheidsschuld met 1,5 biljoen (= miljoen x miljoen, 1012) dollar toeneemt en naar de volgende generatie wordt doorgeschoven. Ook vinden critici dat de regering Trump zich wat de nationale veiligheid betreft onbegrijpelijk onvoorzichtig en naïef opstelt jegens de Russische Federatie dat er volgens vele conservatieven op uit is om de VS te verzwakken en de westerse alliantie tussen de Europese landen en de VS af te breken. Het gaat er niet zozeer om om aan te tonen dat ze gelijk hebben, maar wel om aan te tonen dat kritiek op Trumps beleid niet uitsluitend uit linkse hoek komt zoals Ellian en vooral Eppink beweren. De felste criticasters van Trump en zijn fiscaal en buitenlands beleid zijn van conservatieve signatuur.

Een nieuwsmedium mag uiteraard de politieke richting kiezen die het juist acht en opiniërende columnisten dekken niet de hele pluriformiteit ervan af, maar Ellian en Eppink geven in hun verdediging van Trump er wel een aanwijzing voor dat Elsevier Weekblad niet langer eenduidig als een conservatief-liberaal opinieblad valt te duiden. Dat was ooit zo. Mijn reactie op het artikel van Ellian op de FB-pagina van Elsevier Weekblad:

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelDe journalistiek gaat ten onder aan Trump-fobie’ van Derk Jan Eppink in Elsevier Weekblad, 16 mei 2018  (achter betaalmuur).

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelStop heksenjacht van Mueller tegen Trump!’ van Afshin Ellian in Elsevier Weekblad, 16 mei 2018 (achter betaalmuur).

Foto 3: Mijn reactie op het artikel van Afshin Ellian op de FB-pagina van Elsevier Weekblad.

Petitie: Verzoek aan bestuur van PEN Nederland om af te treden

Petitie aan het bestuur van PEN Nederland om per direct af te treden vóór het vrije woord

PEN1

Was getekend, de uit protest opgestapte PEN Nederland-leden

Elly de Waard, Egmond-Binnen
http://www.ellydewaard.nl
Bart FM Droog, Eenrum
http://www.bartfmdroog.com
Pam Emmerik, Rotterdam
http://www.pamemmerik.nl
Nelleke Noordervliet, Amsterdam
http://www.nellekenoordervliet.nl
Chawwa Wijnberg, Middelburg
http://www.chawwawijnberg.nl

alsmede

Jaap van den Born, Nijmegen
http://www.nederlandsepoezie.org/dichters/b/born.html
Koos Dalstar, Vlissingen
http://www.nederlandsepoezie.org/dichters/d/dalstra.html
Jürgen Eissink, Diepenheim
http://www.nederlandsepoezie.org/redactie/Eissink.html
Johanna Geels, Apeldoorn
http://www.johannageels.blogspot.nl
Natasha Gerson, Balkbrug
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=gers001
Ton van ’t Hof, Amsterdam
http://www.1hundred1.tumblr.com
Tjitse Hofman, Onderdendam
http://www.tjitsehofman.nl
Lucas Hüsgen, Nijmegen
http://www.lucashusgen.net
George Knight, Utrecht
http://www.georgeknightlang.wordpress.com
Etty Mulder, Maarn
http://www.ettymulder.nl
Cees van Raak, Tilburg
http://www.ceesvanraak.nl
Hedwig Selles, Zwolle
http://www.nederlandsepoezie.org/dichters/s/selles.html
Rense Sinkgraven, Schouwerzijl
http://www.rensesinkgraven.blogspot.nl
Kees Spiering, Noordbroek
http://www.keesspiering.nl
Sarah Verroen, Gargilesse (Frankrijk)
http://www.leveninfrankrijk.wordpress.com
Cornelis van der Wal, Leeuwarden
http://www.cornelisvanderwal.nl
Nachoem M. Wijnberg, Amsterdam
http://www.atlascontact.nl/auteur/nachoem-m-wijnberg/

alsmede

Marc Bouwman, Delft
Egbert van Hees, Amsterdam
J. Molleman, Utrecht
E. van Schaagen, Amsterdam
Paul Zwueste, Edegem (B)

Foto: Schermafbeelding van door Bart Droog vormgegeven petitie ‘Petitie aan het bestuur van PEN Nederland om per direct af te treden vóór het vrije woord’. (versie 28 mei 2015)

Update 24 mei: De lijst ondertekenaars kan aangepast worden. De petitie is op 24 mei 2015 aangeboden aan het bestuur van PEN Nederland en zal tijdens de vervroegde Algemene Ledenvergadering (‘na de zomer [van 2015]’), opnieuw worden aangeboden. Gelijkgezinde publicisten die deze petitie willen ondertekenen kunnen zich melden bij:
Elly de Waard: info@ellydewaard.nl
Bart FM Droog; droog@epibreren.com
U hoeft hun alleen een mail te sturen, met in de berichtregel ‘petitie’ en in de mail uw naam en woonplaats.

Bart Droog reconstrueert kwestie Westergaard en PEN Nederland

cartoonist_298738a

Bart FM Droog komt op zijn site met een verdienstelijke reconstructie van de affaire Westergaard die op 2 mei in de publiciteit kwam toen uit een uitzending van Nieuwsuur bleek dat PEN Nederland zich op 30 maart uit de organisatie van het Festival van het Vrije Woord in de Amsterdamse De Balie had teruggetrokken. PEN Nederland kreeg daar kritiek op van onder meer Balie-directeur Yoeri Albrecht en burgemeester Eberhard van der Laan, maar ook van Elly de Waard, Afshin Ellian, Pam Emmerik, Nelleke Noordervliet, Nausicaa Marbe, Bart FM Droog, ondergetekende en vele anderen waaronder PEN-bestuurslid Maartje Duin die de opstelling van het PEN-bestuur onjuist vond en aftrad. Maar PEN Nederland kreeg ook steun van vooral journalisten bij kranten.

Zo ontstond een waterscheiding tussen critici en verdedigers van het PEN-bestuur. Het was opvallend dat toen de storm in de week na 2 mei losbarstte slechts twee bestuursleden prominent naar buiten traden, namelijk voorzitter Manon Uphoff en secretaris Aleid Truijens. Zij deden dat indirect door een column (Truijens) of een ingezonden brief (Uphoff) zodat de indruk ontstond dat ze geen verantwoording wilden afleggen in een interview of debat. Omdat PEN op Twitter, Facebook en de website zweeg bleef een bestuursstandpunt uit. Wim Jurg, Job Degenaar, Ronald Bos en Alexis de Rood mengden zich niet in de publiciteit evenmin als de onder protest afgetreden Maartje Duin. Ofwel, twee bestuursleden domineerden op afstand de publiciteit.

De kern van de kritiek op het PEN-bestuur is dat het zich om oneigenlijke redenen en in een te late fase terugtrok uit de organisatie van het festival op 2 mei in De Balie waar Kurt Westergaard optrad en de twee overgebleven vrouwen in het bestuur het er achteraf nog erger op maakten door het aanbrengen van een rookgordijn. Dat bestond eruit dat ze schermden met de veiligheid van bedreigde auteurs uit landen als Bahrein, Cuba, China of Vietnam die gevaar liepen als ze geassocieerd zouden worden met Westergaard.

Opstelling en argumentatie van Uphoff en Truijens waren om allerlei redenen onwaarachtig: 1) Ze hechtten te veel belang aan de veiligheid van zichzelf en hun gasten bij het Festival in De Balie; 2) Ze lieten zich niet overtuigen door De Balie of de politie dat het Festival voldoende beveiligd kon worden; 3) De bedreigde auteurs uit Bahrein etc waren niet aanwezig in De Balie zodat de vraag was hoe direct de associatie met Westergaard kon zijn; 4) Uphoff en Truijens stelden het in hun verdediging achteraf voor alsof de associatie met Westergaard de bedreigde auteurs in gevaar zou brengen, maar werden op geen enkel moment concreet hoe dat in de praktijk uit zou werken en om welke auteurs het ging; 5) Westergaard is geen scherpslijper, maar een vreedzame cartoonist die ongevraagd en tegen zijn wil agressie van radicale moslims oproept.

Hoe verder? De positie van Manon Uphoff en Aleid Truijens is lastig geworden. Zelfs als de verdedigers op alle punten gelijk hebben is toch de realiteit dat ze afgelopen weken de publicitaire schade aan PEN Nederland niet hebben kunnen voorkomen of kritiek hebben weten af te zwakken. Hun schadecontrole maakte het er eerder erger op. Het is aan de leden van schrijversvereniging PEN Nederland of ze hiermee kunnen leven en welke normen ze willen stellen aan hun vereniging en bestuursleden. Maar PEN Nederland opereert niet in een maatschappelijk vacuüm. Een concept beleidsnota uit 2011 geeft als grondslag: ‘Het bevorderen van de vrijheid van meningsuiting en literaire expressie.’ Dat is tweerichtingverkeer, zoals communicatie altijd is.

Hier voor reconstructie ‘Het PEN Nederland-bestuur en de (on)verdediging van het vrije woord’ van Bart FM Droog.

Foto: De Duitse kanselier Angela Merket feliciteert de Deense cartoonist Kurt Westergaard bij de uitreiking van een internationale prijs voor meningsvrijheid. Potsdam, 2010.

Dellebeke komt niet toe aan fundamentele kritiek op Snowden. En laat het bij suggesties die de AIVD in bescherming moeten nemen

Annex - Bogart, Humphrey (Big Sleep, The)_11

Ex-AIVD’er Kees Jan Dellebeke mengt zich in NRC met het opinie-artikel ‘AIVD-baas had gelijk: Edward Snowden verdient tegenspel’ in het debat over Edward Snowden dat door AIVD-chef Rob Bertholee in een interview in NRC werd aangezwengeld met de uitspraak dat het ‘echt absolute bullshit’ is dat AIVD en MIVD voor de Amerikanen werken. Dat was het verwijt van Snowden die volgens Bertholee niet kritisch genoeg door de journalistiek gevolgd wordt. Tegelijk gaf Bertholee aan zich niet in Snowden verdiept te hebben: ‘Ik vind hem niet spannend genoeg om daar verder in te duiken.’ Zodat het onduidelijk is hoe onderbouwd de kritiek van Bertholee op Snowden is. In een column in Elsevier schaarde Afshin Ellian zich in het koor om de AIVD in bescherming te nemen. Kees Jan Dellebeke doet dat intelligenter dan Ellian, maar laat ook steken vallen.

Dellebeke zet de toon door te beweren dat Snowden een naar Moskou gevluchte NSA’er is. Snowden werkte in dienst van de firma Booz Allen Hamilton op een buitenpost van de NSA in Hawaii. Kwalijker is de suggestie van Dellebeke dat Snowden naar Moskou is gevlucht. Dat is aantoonbaar onjuist en Dellebeke weet dat, maar toch zegt hij het om Snowden in een slecht daglicht te stellen en de zogenaamde vlucht naar Rusland in een lopend verhaal te passen waarin Snowden voor de Russische geheime dienst FSB werkt. Dellebeke kan weten dat het paspoort van Snowden op zijn vlucht van Hong Kong naar Latijns-Amerika door de Amerikaanse regering werd ingetrokken, zodat Snowden tegen zijn wil en met veel praktisch ongemak in Moskou strandde.

De kritiek van Dellebeke in navolging van Bertholee dat de journalistiek Snowden wel wat kritischer kan volgen is niet onzinnig. Maar hij gaat er wel aan voorbij hoe dat gekomen is en hoe de werkwijze van Snowden met journalisten is.  Inlichtingendiensten in VS en Nederland houden het parlement op afstand ook als dat gezien de informatiepositie en hun opereren niet strikt noodzakelijk is. De NSA opereerde jarenlang buiten de wet en verspeelde zo het krediet van media en publiek. Snowden heeft keer op keer beweerd dat hij op geen enkel moment samengewerkt heeft met Russische en Chinese inlichtingendiensten. Hij zei vertrouwelijke informatie onder journalisten verspreid te hebben en daarvan afstand te hebben gedaan voordat hij zijn reis via Hong Kong naar Latijns-Amerika begon. Nooit is aangetoond dat Snowden met Russen en Chinezen samenwerkte.

Dellebeke schermt met een zwarte AIVD-doos vol kennis over Snowden: ‘Bertholees Ruslandspecialisten zullen zich ongetwijfeld verdiept hebben in de mogelijke rol die Poetins geheime dienst FSB in de affaire speelde.’ Maar zijn suggestie met ‘ongetwijfeld’ blijft een suggestie die geen zekerheid wordt en Dellebeke niet hard kan maken. De suggestie van Dellebeke staat trouwens haaks op de uitspraak van Bertholee over Snowden: ‘Ik vind hem niet spannend genoeg om daar verder in te duiken.’ Waar het hoofd van de AIVD zegt geen specifieke informatie over Snowden te hebben, meent de ex-werknemer Dellebeke zeker te weten dat de AIVD wel nadere informatie over Snowden heeft. Ook bij de AIVD staan de beste stuurlui aan de wal.

De tegenaanval van Dellebeke op Snowden past in een patroon om de publieke opinie te bewerken en twijfel te zaaien. Snowdens kritiek op het onwettig opereren van de NSA en de massaspionage van burgers kan Dellebeke niet weerspreken, waarna hem weinig anders rest dan twijfels te zaaien over Snowdons integriteit. En toegegeven, Dellebeke doet dat vele malen intelligenter dan Ellian die de basale feiten niet eens op een rijtje had. Dellebeke is dan wel niet meer in dienst van de AIVD, maar identificeert zich nog overduidelijk met deze dienst. Hij stapelt suggestie op suggestie en bouwt zo een kaartenhuis van aannames en hypotheses die goed zouden kunnen dienen voor een spionageroman. Maar aan harde feiten die Edward Snowden werkelijk ontmaskeren komt hij in zijn opinie-artikel niet toe. Dellebeke leent zich als een sloper buiten dienst voor zijn oude dienst en begrijpt niet dat hij zichzelf en de AIVD daarmee schade doet. Dellebeke had beter gezwegen.

Foto: Humphrey Bogart in The Big Sleep (1946) van Howard Hawks.

Ellian zit op schoot van de AIVD. Met suggesties over Snowden

001_rb-image-1760061

Afshin Ellian is een van oorsprong Iraanse communist die in 1989 naar Nederland emigreerde. Aan de Universiteit van Leiden is hij hoogleraar rechtswetenschappen. Ellian schrijft columns in rechtse media zoals in Elsevier en maakt er geen geheim van een rechtse agenda te volgen. Hoe hij te werk gaat wordt duidelijk uit zijn aanval op Edward Snowden in de Elsevier-column ‘Edward Snowden is een ordinaire verrader en een fantast’. Niet feiten zijn Ellians uitgangspunt, maar suggesties en verdachtmakingen om politiek te scoren.

Ellian volgt in genoemde column in de achterhoede de aanval op Edward Snowden door het hoofd van de AIVD Rob Bertholee in NRCHier besproken naar aanleiding van kamervragen van SP’er Ronald van Raak.

Ellian bracht me tot de volgende reactie op zijn column in Elsevier: ‘Afshin Ellian laat zich kennen als de grootste fantast in dit verhaal. Hij fabuleert er op los, maar bewijst niets. Daarbij probeert hij de gaten in z’n verhaal te verhullen. Ellian meent dat Snowden staatsgeheimen heeft geopenbaard. Maar da’s nooit aangetoond. Snowden heeft de Amerikaanse overheid in verlegenheid gebracht door het samen met journalisten selectief naar buiten brengen van documenten over de onrechtmatigheid van de massaspionage van burgers. Zo onrechtmatig dat zelfs congresleden er onvoldoende over geïnformeerd waren. Ellian suggereert dat Snowden samenwerkt met de Russen. Dat is lasterpraat en wordt door de Amerikaanse regering ontkend. Edward Snowden zit tegen zijn zin vast in Rusland omdat de VS z’n paspoort introkken.’

Wat Ellian doet is niet zozeer inzichtelijk omdat het als in een perfecte storm aantoont hoe columnisten af kunnen dwalen van de feiten en met hun eigen fantasie op de loop kunnen gaan, maar omdat hij dat alles op een indirecte wijze legitimeert met zijn positie aan de Universiteit van Leiden, een gerenommeerd medium als Elsevier en valse abstracties over recht en politiek die zouden volgen uit zijn rechtswetenschappelijke kennis.

Ellian is in zijn column geen rechtsfilosoof of journalist, maar een politieke activist die het niet te doen is om het vinden van de waarheid. Daarom speldt hij lezers van Elsevier onwaarheden over Snowden op de mouw.

Neem nou alleen al de zinnen ‘Snowden kreeg asiel van de Russische president Vladimir Poetin: hij is te gast bij de Russische veiligheidsdiensten’ en ‘Snowden zat toen [GK: 2014] op schoot van de FSB, de Russische veiligheidsdienst.’ Dit is achterklap, roddel en suggestie van Afshin Ellian. De waarheid is dat Snowden niet te gast is bij de Russische veiligheidsdiensten, het contact ermee altijd heeft ontkend en ook geen interessant doelwit was voor de FSB omdat hij de geheime NSA-documenten in Hong Kong achter zich had gelaten en overhandigde aan de journalisten Glenn Greenwald, Ewen MacAskill en Laura Poitras die deze op hun beurt verspreidden onder collega’s zoals Barton Gellman. Snowden zit aantoonbaar niet op schoot van de FSB, maar wat wel een waarheid lijkt: Afshin Ellian zit op schoot van de AIVD. Als fantast en verrader van de waarheid.

Foto: Edward Snowden per satellietverbinding in de Stadsschouwburg, 2014. Credits: ANP. Als illustratie bij Elsevier-column ‘Edward Snowden is een ordinaire verrader en een fantast’ van Afshin Ellian.

Afshin Ellian negeert rol van toezicht en kritische journalistiek

001_RBIAdam-image-1420463

Het is zeer kwalijk hoe D66, gesteund door haar mediaorgaan NRC Handelsblad, de activiteiten van de AIVD onderwerp van discussie maakt.’ Aldus Afshin Ellian die in een Elsevier-column met de titel ‘Tweede Kamer moet de hypes van D66 en NRC negeren‘ alles uit de kast haalt tegen wat-ie overduidelijk ziet als links-liberale vrijzinnigheid. Met z’n focus op de bestrijding van het jihadisme haalt Ellian van alles door elkaar en verliest het overzicht. Het gaat om toezicht door parlement en CTIVD, proportionaliteit van spionage van burgers, en journalistiek die de macht ter discussie stelt. En dat NRC het mediaorgaan van D66 zou zijn is de vraag. Omdat het niet in z’n verhaal past moffelt Ellian de SP als meest kritische volger van de AIVD weg.

Schokkend hoe gouvernementeel Ellian zich opstelt. Hij vergeet dat onafhankelijke journalistiek de macht dient te bevragen. Een volwassen democratie kan niet functioneren zonder kritische journalistiek. Ellian stelt dat ‘NRC voorop loopt in het creëren van een bedenkelijke sfeer rond de Nederlandse inlichtingendiensten’ maar onderbouwt dat niet. Hij verwijst naar een NRC-artikel dat critici aan het woord laat die om meer toezicht en controle op de inlichtingendiensten vragen. Maar hoe onderzoek en verslaglegging van NRC -dat zich opstelt als doorgeefluik van kritiek op het kabinet- tot een bedenkelijke sfeer kan leiden valt niet in te zien. Het is eerder andersom. Het goedpraten van Ellian dat parlementaire controle en toezicht op AIVD en MIVD niet nodig zijn en kabinetsleden uit principe niet liegen tegen burger of parlement is bedenkelijk. 

Ellian rechtvaardigt de claim van minister Plasterk en de veiligheidsdiensten dat het alle middelen inzet om het terrorisme te bestrijden met de dooddoener dat Plasterk gelijk heeft: ‘Het is helemaal waar wat de minister zegt.’ Werkt de democratie volgens Ellian zo simpel? De onthullingen aan de hand van de documenten van Edward Snowden hebben juist duidelijk gemaakt dat nationale inlichtingendiensten hun boekje te buiten gaan. De vraag is niet uitzonderlijk of dat in Nederland ook het geval is. Dan kan via onderzoek uitgezocht worden. Daarnaast zijn deze diensten bezig met economische spionage en spionage van onschuldige burgers. 

In parlement, bij CTIVD en in de maatschappij staat ter discussie of de veiligheidsdiensten de wet overtreden. Een houding om dat zorgvuldig uit te zoeken dient de democratische rechtsorde meer dan het wegmoffelen van bezwaren. Ellian schiet definitief uit de bocht als-ie beweert dat NRC en D66 een ‘zeer beperkt begrip van de rechtsstaat‘ hanteren: ‘wel permanente controle op politie en inlichtingendiensten, maar geen aandacht voor de strijd tegen terrorisme, dat de rechtsstaat ernstig bedreigt.’ Dit is zo aantoonbaar onjuist en naast de waarheid dat Ellian met deze uitspraak niet D66 en NRC beschadigt, maar vooral zichzelf. Afshin Ellian heeft de realiteit van de democratische rechtsorde en de rol van kritische journalistiek geheel uit het oog verloren. 

Foto: Minister Plasterk verdedigde het handelen van de AIVD. Credits: ANP