Is rechtszaak over standbeeld Peerke Donders een gemiste kans om de katholieke kerk als criminele organisatie aan te klagen?

Schermafbeelding van deel artikelBeeld van Peerke Donders hoort niet in een park maar in een museum‘ van Agnes van der Straaten op Omroep Brabant, 12 april 2023.

Het bericht van Omroep Brabant gaat over een beeld van missionaris Peerke Donders dat sinds 1923 in het Tilburgse Wilhelminapark staat. Iedereen die wel eens Museum De Pont, het Textielmuseum of kunstinitiatief Park bezoekt komt er langsgelopen. De gemeente heeft er een bordje met uitleg bijgeplaatst.

Als de Rooms-Katholieke kerk een criminele organisatie is, wegens samenzwering over kindermisbruik en het faciliteren van pedofilie, dan moet propaganda ervan in de publieke ruimte ontmoedigd worden. Een standbeeld kan als propaganda opgevat worden. 

In Nederland weigert Jusititie om de katholieke kerk, of delen ervan, als criminele organisatie te vervolgen. Daar is niet iedereen het mee eens. Principieel lijkt zo’n verbod niet onmogelijk, maar het vraagt een goede, overtuigende bewijsvoering. Daar ontbreekt het tot nu toe aan.

Kenneth Cuvalay en Petra Ploeg zijn bij de bestuursrechter een zaak begonnen met als doel om de gemeente Tilburg het beeld uit de openbare ruimte te laten verwijderen. Ze vinden dat het beeld naar ‘een museum‘ moet. Welk museum is onduidelijk. Museum Krona in Uden ligt voor de hand, maar dan verdwijnt het beeld uit het Tilburgse historische geheugen.

De twee critici kiezen een specifieke invalshoek. Ze hebben er problemen mee hoe Donders is afgebeeld. Ze verbinden het beeld met kolonialisme, racisme en stereotypering van bevolkingsgroepen. Peerke Donders wordt neerbuigendheid verweten jegens degenen die hij wilde bekeren. Vaak Surinaamse slaven.

Kenneth Cuvalay brengt als argument naar voren dat het beeld van Peerke Donders ‘niet de waarheid over de geschiedenis vertelt’. Dat is een merkwaardig criterium om standbeelden aan af te meten. Waar staat geschreven dat standbeelden ‘de waarheid‘ over de geschiedenis moeten vertellen? Een waarheid die niet in beton is gegoten en voortdurend in beweging is.

Het is jammer dat Kenneth Cuvalay en Petra Ploeg de invalshoek van het racisme en kolonialisme kiezen. Dat past weliswaar in de hedendaagse kritiek op het kolonialisme en het prevaleren in het publieke debat van identiteitspolitiek over het onrecht dat doelgroepen is aangedaan, maar het gaat voorbij aan de vraag in welk systeem Peerke Donders opereerde. Het was de organisatie van de katholieke kerk die hem legitimatie gaf.

De lat ligt hoog om aan te tonen dat de katholieke kerk, of een deel ervan, een criminele organisatie is. Zo’n principiële zaak is juridisch echter interessanter en verstrekkender dan een zaak van beeldvorming, projectie en emotie over een standbeeld van Peerke Donders.

Het schot voor de boeg van Kenneth Cuvalay en Petra Ploeg roept de vraag op wie de katholieke kerk als organisatie gaat aanpakken. Tot nu toe zijn het in Nederland uitsluitend individuen die persoonlijk onder de katholieke kerk hebben geleden die om zo’n verbod vragen. Waarom is er in Nederland geen interesse bij juristen en mensenrechtenadvocaten om een verbod van de katholieke kerk te vragen? Of delen ervan. Zelfs de poging ertoe ontbreekt.

Antwoord aan Stephan Sanders: Verbied delen van de katholieke kerk waar samenzwering bewezen kan worden

Schermafbeelding van deel columnVerbied niet de katholieke kerk maar het criminele gezin‘ van Stephan Sanders in NRC, 11 oktober 2021.

Moeten we aandacht besteden aan een Rooms-Katholieke opinieleider die in een column het onrecht in zijn kerk relativeert en met What About-redeneringen probeert weg te poetsen?

Ik twijfel. Meningen mogen verschillen. Iedereen heeft daar recht op. Het is te vermoeiend om bij een vermeend ‘verkeerde’ mening elke keer weer in de pen te klimmen. Maar een betoog dat op een slordige wijze het onrecht goedpraat gaat toch een grens over en behoeft op z’n minst correctie?

Het gaat om Stephan Sanders die tegenwoordig een column op maandag in NRC heeft. In zijn bijdrage van 11 oktober met de titel ‘Verbied niet de katholieke kerk maar het criminele gezin‘ schrijft hij het volgende:

Schermafbeelding van deel column ‘Verbied niet de katholieke kerk maar het criminele gezin‘ van Stephan Sanders in NRC, 11 oktober 2021.

De titel oogt als satire. Hoe belachelijk die is blijkt als je die verandert in ‘Verbied niet de oorlogsmisdadiger maar het criminele gezin‘ of ‘Verbied niet de maffia maar het criminele gezin‘. Wat volgt leest als een parodie op een column waarin de schijnredeneringen over elkaar heen buitelen. Sanders gaat niet in op het onrecht binnen de Rooms-Katholieke kerk en het systematisch verhullen daarvan, maar zoekt de afleiding en probeert de kritiek af te zwakken en om te buigen. Hij pretendeert zelfs aan de kant van de slachtoffers te staan. Hiermee bespot hij vooral zichzelf als herboren katholiek.

In bovenstaand citaat verwijst Sanders naar Jan Derksen die in de Volkskrant van 8 oktober 2021 in een brief de vraag stelde waarom hij niemand hoorde over een verbod op de katholieke kerk.

Derksen heeft trouwens niet goed opgelet, want in een commentaar van 6 oktober 2021 pleitte ik, in navolging van wat er in de VS gebeurt waar een rechtszaak loopt tegen een bisdom, voor het verbieden van delen van de Rooms-Katholieke kerk vanwege de grootschalige pedofilie en het stoppen in de doofpot daarvan dat als een samenzwering opgevat kan worden:

Schermafbeelding van deel commentaarDelen van Nederlandse katholieke kerk kunnen aangemerkt worden als criminele organisatie wegens samenzwering over kindermisbruik en faciliteren pedofilie‘ van George Knight, 6 oktober 2021.

Aanleiding om delen van de katholieke kerk te verbieden is dus niet zozeer het decennialang praktiseren van pedofilie door priesters en het verhullen daarvan door de kerkleiding en het tegenwerken van de juridische autoriteiten, maar het complex van maatregelen dat als een de samenzwering opgevat kan worden en tot de ondubbelzinnige conclusie leidt dat dat deel van de Rooms-Katholieke kerk opereert als criminele organisatie. Ik parafraseerde dat in mijn commentaar op de volgende manier:

Schermafbeelding van deel commentaarDelen van Nederlandse katholieke kerk kunnen aangemerkt worden als criminele organisatie wegens samenzwering over kindermisbruik en faciliteren pedofilie‘ van George Knight, 6 oktober 2021.

Aanmerken van ‘de’ Rooms-Katholieke kerk als criminele organisatie is onhaalbaar en te grof. Dat kan stellig opgevat worden als symbool om niet letterlijk uit te voeren zoals Sanders opmerkt, maar dat leidt nog niet tot de conclusie dat er niks moet gebeuren of geen juridische middelen zijn om te handelen.

Het gaat immers om een wereldkerk met vele afdelingen in vele landen die afwijkend van aard, karakter, werkwijze en politieke kleuring zijn. Het gaat erom om de rotte delen van de katholieke kerk aan te wijzen, aan te klagen en met juridische middelen te verbieden als de samenzwering tussen de in overtreding zijnde pedofiele priesters en de kerkleiders die de pedofilie faciliteerden en mogelijk nog steeds faciliteren en de rechtsgang blokkeerden aangetoond kan worden.

Nodig is een zorgvuldige juridische procedure die maatwerk levert en die delen van de katholieke kerk als criminele organisatie aanklaagt waarvan aan de hand van getuigenissen en documenten overtuigend aangetoond kan worden dat het onrecht er in de afgelopen decennia systematisch heeft kunnen woekeren en het wereldse recht bewust buiten de deur is gehouden en het canonieke recht als substituut werd ingezet om niet te handelen.

De voorwaarde om dit aan te pakken is de politieke wil om de positie van een traditionele religieuze organisatie tegen het licht te houden. Dat vraagt lef en ambitie die op dit moment in Nederland ontbreekt. Uitgangspunt moet noch het bashen van de katholieke kerk zijn, noch het maatschappelijk taboe om niet te handelen, maar het doorlopen van een zorgvuldige rechtsgang waarbij daden en feiten leidend zijn. Daar kan niet bij voorbaat blindelings voor weggekeken worden omdat het om een gevestigd instituut gaat. Wegkijken ondermijnt het vertrouwen in de rechtspraak en bevestigt het idee van klassenjustitie.

Juridisch maatwerk is de nuance die zowel Jan Derksen als Stephan Sanders missen. Ze vluchten op hun eigen manier in het grote gebaar door respectievelijk grof geschut in te zetten of hun kop in het zand te steken. Laten we hun mening beschouwen als inleidende beschietingen in een juridisch gevecht dat in Nederland nog van start moet gaan.

Delen van Nederlandse katholieke kerk kunnen aangemerkt worden als criminele organisatie wegens samenzwering over kindermisbruik en faciliteren pedofilie

Schermafbeelding van deel artikelRICO Lawsuit Filed Against the Archdiocese of Los Angeles and the Diocese of Tucson‘ in Los Angeles Injury Law News, 28 januari 2021.

Op 3 oktober 2021 schreef ik een kort commentaar op FB toen op Politico het eerste bericht verscheen over het misbruik van kinderen in de Franse katholieke kerk: ‘

In Nederland probeert de Deventer Theo Bruyns die als 13-jarige werd misbruikt in het seminarie in Helmond de katholieke kerk te laten verbieden als criminele organisatie. Tegen RTL Nieuws zei hij in 2019: ‘Als je iets tegen deze kerk wilt beginnen, moet je het voor elkaar krijgen dat die wordt bestempeld als een criminele organisatie‘.

Uit een bericht van september 2020 in de Stentor blijkt dat Bruyns’ procedure niets heeft opgeleverd omdat Jusititie weigert om de katholieke kerk als criminele organisatie te vervolgen. Volgens Bruyns ‘legitimeert justitie met deze stap de misstanden in de kerk’. Advocaat Jan Boone hielp Bruyns en spande belangeloos een artikel 12-procedure bij het Gerechtshof Arnhem/ Leeuwarden aan. De Stentor citeert de motivatie van het Gerechtshof: ‘Gebrek aan bewijs, onhaalbaarheid van strafvervolging en niet in het algemeen belang‘.

Interessant in dit verband is de Belgische rechtszaak tegen de Scientology Kerk. Dat leidde tot een langdurig juridisch gevecht waarbij de Kerk uiteindelijk door de correctionele rechtbank geen criminele organisatie werd genoemd. Dat gebeurde echter niet om principiële redenen, maar volgens een bericht van VRT Nieuws omdat ‘het dossier te onduidelijk en te onvolledig‘ was. Ofwel, het is in België in principe mogelijk om te bewijzen dat een religieuze organisatie een criminele organisatie is met als uiterste sanctie het verbod ervan.

De zaak van Theo Bruyns vs. de katholieke kerk lijkt ook te lijden hebben gehad aan een gebrekkige bewijsvoering. De motivatie bij het vonnis van het Gerechtshof ziet eruit als een mandje met ongelijksoortige beweringen. Het valt goed in te zien dat de bewijsvoering onvolledig en onvoldoende is, maar het is lastig te begrijpen dat strafvervolging onhaalbaar is en niet in het algemeen belang. Het valt namelijk niet in te zien dat indien de katholieke kerk een criminele organisatie is het niet in het algemeen belang zou zijn om die te verbieden.

De fout is dat het juridisch te grof is en een te hoge lat voor de bewijsvoering om ‘de katholieke kerk’ of ‘de paus’ aan te spreken. Ook omdat het een internationale organisatie is waar het Nederlands recht niet van op toepassing is.

Advocaat Boone heeft al in eerder geprobeerd om katholieke organisaties zoals het bisdom Utrecht en Rotterdam te laten verbieden, maar heeft nul op het tekst gekregen wegens ‘gebrek aan onderbouwing‘ volgens een bericht van december 2011 in Het Parool. Dit maakt opnieuw duidelijk dat het laten verbieden van (delen van) de katholieke kerk principieel niet onmogelijk is, maar wel een goede, overtuigende bewijsvoering vraagt.

De lat ligt extra hoog omdat binnen de rechterlijke macht en de politiek de gevestigde godsdiensten extra worden beschermd boven de normale juridische argumenten uit. Het niet accepteren van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster als godsdienst door het Gerechtshof Den Bosch en de Raad van State maakt dat duidelijk, zoals dit commentaar concludeert. Bestaande godsdiensten hebben een streepje voor en nieuwe godsdiensten die zich op de religieuze markt wagen worden tegengewerkt. Een normatief pro-katholiek artikel van René Guldenmund dat zich vermomt als objectief, maar dat niet is geeft aan hoe bevooroordeeld degenen zijn die hierover oordelen.

Een specifieke parochie, katholieke school of bisdom kan dus focus zijn van een rechtszaak waar kinderen werden misbruikt en waarover bewezen kon worden dat het misbruik via misleiding door de kerkleiders in de doofpot werd gestopt. Vervolgens kan dat aan de hand van deze rechtszaak uitgebreid worden naar andere delen van de Nederlandse katholieke kerk indien sprake was van kindermisbruik, het moedwillig in de doofpot stoppen daarvan en het samenspannen om het te verhullen door de priesters over te plaatsen.

In de VS bestaat er de RICO wet, ofwel de Racketeer Influenced and Corrupt Organizations die tegen criminele organisaties als de maffia kan worden ingezet, maar ook tegen organisaties die een maatschappelijk belang dienen. Joseph O’Brien toont in een betoog uit 2019 aan dat in de VS de katholieke kerk er niet gerust op kan zijn om niet vervolgd te worden als criminele organisatie in die staten waar de RICO-wet van toepassing is.

Hierboven wordt het voorbeeld genoemd van de RICO-wet die ingezet wordt tegen het aartsbisdom Los Angeles en het bisdom Tucson vanwege kindermisbruik. Voor de Nederlandse situatie lijkt de volgende constatering van belang: ‘Hoewel sommigen kritiek hebben geuit op het aanhangig maken van rechtszaken van RICO tegen de katholieke kerk, is dergelijk gedrag van het overbrengen van bekende pedofielen naar andere parochies waar ze op meer onschuldige kinderen jagen, crimineel. Wanneer topfunctionarissen op de hoogte zijn van de geschiedenis van een in overtreding zijnde priester, deze negeren en hem toch naar een andere parochie overbrengen, wordt dat samenzwering’.

In Nederland is er artikel 140 Sr dat gaat over ‘een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven‘ ofwel een criminele organisatie. Het met medeweten van de kerkleiding overbrengen van betrapte pedofiele priesters naar andere parochies waar ze nieuwe kinderen tot slachtoffer maken kan opgevat worden als samenzwering. Het is aangetoond in het rapport van de commissie Deetman (2011) dat dit in Nederland structureel is gebeurd.

Wikipedia zegt hierover: ‘Ook in Nederland werden vele priesters overgeplaatst naar plekken verwijderd van de plek waar een mogelijk schandaal dreigde. De overplaatsingen vonden ook naar landen buiten Nederland plaats. In vele gevallen vonden verplaatsingen naar andere landen en zelfs continenten plaats. Het omgekeerde, waarbij Nederland als uitwijk- of verblijfsplaats fungeerde voor buitenlandse geestelijken, kwam ook voor. De gevallen laten zien hoe de verschillende kerkprovincies elkaar over de landsgrenzen heen behulpzaam waren, dan wel probeerden probleemgevallen op elkaar af te schuiven‘.

Het valt niet in te zien waarom het onhaalbaar en niet in het algemeen belang is om genoemde deelnemers aan deze samenzwering te bestraffen en de katholieke (deel)organisatie waarbinnen dat gebeurde aan te merken als criminele organisatie wegens samenzwering. Voorwaarde is dat het bewijs goed onderbouwd wordt en de zaken nog niet verjaard zijn, maar strikt juridisch is een verbod van delen van de katholieke kerk en de bestraffing van de verantwoordelijke kerkleiders mogelijk.

De opinie van Afshin Ellian over de afzetting van Trump is journalistieke, politieke en wetenschappelijke oplichterij

Rechtswetenschapper Afshin Ellian heeft een column in Elsevier Weekblad en laat zich daarin kennen als een fervente verdediger van president Trump. Dat is een legitieme opstelling als hij daarbij de feiten en de logica zou respecteren. Maar dat doet Ellian niet. Ik leg zijn column ‘Afzettingsprocedure Trump is politieke oplichterij’ van 24 januari 2020 puntsgewijs langs de meetlat van het gezonde verstand en de op dit moment bestaande kennis over deze kwestie en kom tot een afsluitende conclusie over de opstelling van Afshin Ellian.

1) Ellian meent dat de Democraten met de afzettingsprocedure hun hoofd verliezen en de keuze van de Amerikaanse kiezer in november 2020 moeten afwachten. Hij stelt zelfs dat zij ‘met behulp van de media’ de democratie saboteren. Dit is om drie redenen onjuist.
a) Als de afzetting van president Trump succesvol verloopt, dan wordt hij opgevolgd door vicepresident Mike Pence. Hij is ook een Republikein. Hiermee wordt de uitslag van de verkiezingen van 2016 niet gesaboteerd in de zin dat de macht om oneigenlijke redenen aan de Democraten wordt overgedragen. Pence kan op zijn beurt een nieuwe vicepresident benoemen die tweede in de lijn van opvolging is.
b) De keuze van de kiezer kan niet afgewacht worden omdat er een urgente situatie bestaat dat een eerlijk electoraal proces onder druk staat. Een buitenlandse macht, te weten de Russische Federatie mengt zich zonder dat te verbergen in dat proces. De federale regering heeft in drie jaar geen maatregelen genomen om die inmenging te verhinderen en heeft waarschuwingen van inlichtingendiensten om het electorale proces te beschermen naast zich neergelegd. Een rapport van een Senaatscommissie onder leiderschap van de Republikeinse Senator Richard Burr concludeerde in oktober 2019 dat ‘Russian disinformation efforts may be focused on gathering information and data points in support of an active measures campaign targeted at the 2020 U.S. presidential election’. Het gevolg van een ander is dat de verkiezingen gecorrumpeerd zijn en de Amerikaanse kiezer zich niet vrij, zonder externe beïnvloeding kan uitspreken.
c) Hoe ‘de media’ behulpzaam zouden zijn bij de sabotage van de democratie is onduidelijk. Ze doen verslag van de gang van zaken en treden juist op als venster op de democratie die president Trump wil sluiten.

2) Ellian verwijt de Democraten dat ze de afzettingsprocedure zijn begonnen ondanks het feit dat ze geen meerderheid in de Senaat hebben. Ellian verwijt ‘House Manager’ Adam Schiff dat hij ‘de setting van het parlement als een rechtbank’ beschouwt. Dit is om twee redenen onjuist.
a) Bij een impeachment hebben Huis en Senaat verschillende rollen. Het Huis treedt in de procedure op als aanklager en de Senaat als jury. Het doet er voor de procedure niet toe welke partij de meerderheid in de Senaat heeft.
b) Congressman Schiff meent samen met gezaghebbende constitutionele deskundigen dat in een impeachment procedure de Senaat als rechtbank optreedt. De 100 Senators zijn de juryleden en de voorzitter van het Hooggerechtshof John Roberts is de president die de rechtbank voorzit. Ellian is verkeerd geïnformeerd als hij claimt dat de afzettingsprocedure door het parlement in theorie een ‘zuiver politieke procedure’ is. Die lading wordt er in het gepolariseerde partijpolitiek landschap door sommigen wellicht aan gegeven, maar de Framers die de Constitutie hebben geschreven hebben dat niet zo bedoeld.

3) Ellian beweert dat Schiff geen bewijs heeft. Dat is onjuist.
De Democraten hebben afgelopen week op 22, 23 en 24 januari 2020 in hun pleidooi in de Senaat allerlei bewijs overlegd. Dat bewijs legt een patroon bloot van een regering Trump die onwettige voorwaarden stelde aan hulp aan Oekraïne, te weten een onderzoek naar Joe Biden en zijn zoon Hunter. Het bewijs legde ook een patroon bloot van obstructie van het Congres in het onderzoek naar de feiten. Ellian gaat eraan voorbij dat het uniek is dat het Witte Huis geen documenten overlegt en getuigen verbiedt om in de Senaat te getuigen. Dat frustreert de waarheidsvinding en is een bewuste obstructie ervan door het Witte Huis. Dat was bij de afzettingsprocedure van Clinton anders. Toen werden tienduizenden pagina’s documenten aan het Congres overlegd en werden vele getuigen in open zittingen gehoord. Insiders als de voormalige Nationale Veiligheidsadviseur John Bolton die een geharnaste conservatieve Republikein is heeft zich bereid verklaard om in de Senaat te getuigen als hij daartoe gedagvaard wordt. Maar het Witte Huis zet hem en betrokkenen zoals de voormalige juridische adviseur van het Witte Huis Don McGahn en huidige chef-staf van het Witte Huis Mick Mulvaney onder druk om geen gevolg te geven aan de oproep van het Congres. In het verlengde hiervan lijken de Republikeinse Senatoren de oproep van de Democraten voor een open proces waarin documenten worden overlegd en getuigen worden gehoord te blokkeren. De paradox is dat Trump wel zo’n open proces wilde, maar hem dit door McConnell uit het hoofd is gepraat vanwege onvoorzienbare risico’s.

4) Ellian meent dat de Republikeinen terecht niet meedoen aan het ‘zieke politiek spel’.
Dat is onjuist. De Republikeinen blokkeren een open proces in de Senaat omdat ze de feiten niet aan hun kant hebben. Nogmaals, dit is anders dan de Clinton-impeachment waar Democraten geen beperking oplegden aan het toelaten van documenten en getuigen. Tot nu toe hebben Republikeinen de feiten die de Democraten naar voren brachten niet weersproken. Kritiek van Republikeinse senatoren als Lindsey Graham en Mitch McConnell of de advocaten die in de Senaat optreden namens het Witte Huis richt zich op de procedure, maar niet op de zaak zelf. Een impeachment is geen ongrondwettelijke of ondemocratische procedure zoals Ellian abusievelijk claimt, maar een rechtmatige noodrem die de Framers vanwege het optreden van machtsmisbruik van de president in de Constitutie hebben verankerd. Alleen, de Framers hebben onvoldoende voorzien dat het parlement zich tot deel van dat machtsmisbruik zou laten maken.

5) Ellian meent dat het Mueller-onderzoek niet heeft aangetoond dat Trump en zijn medewerkers hebben samengezworen met het Kremlin. Dat is om zes redenen onjuist.
a) Het team van speciale aanklager Robert Mueller heeft het over ‘conspiracy’. Dus samenzwering. Uit het ontbreken van ‘conspiracy’ kan men niet afleiden dat er geen sprake van ‘collusion’ is. Ofwel, geheime verstandhouding. Minister William Barr en Trump schreeuwden van de daken dat Mueller zegt ’no collusion’, maar zowel letterlijk als volgens de strekking van het rapport zegt Mueller dat helemaal niet. Daarnaast is ‘collusion’ geen juridische term.
b) De twee componenten, te weten ‘conspiracy’/‘collusion’ en ‘obstruction’ hangen nauw samen. In het Mueller-onderzoek volgt het een uit het ander. Concreet, de obstructie door Trump zadelde Mueller met inhoudelijke en juridische beperkingen op waardoor hij over de ‘conspiracy’ niet tot conclusie kon komen die zonder obstructie door Trump gedetailleerder, ruimer en ongetwijfeld vernietigender geformuleerd had kunnen worden. Ofwel, Trump heeft het onderzoek in hoge mate gefrustreerd door tegenwerking zodat Mueller geen voldoende data kon verzamelen om tot een afrondende conclusie over ‘conspiracy’ te komen.
c) Naast het onderzoek door de speciale aanklager naar het criminele gedrag van Trump en zijn medewerkers bevat het onderzoek ook een ‘counterintelligence’ component die vanwege de gevoelige aard ervan geheim is, door de FBI wordt uitgevoerd en niet publiekelijk wordt gepubliceerd. Deze component gaat met name om de vermeende samenzwering van Team Trump met het Kremlin. [NB: achteraf bleek dat dit onderzoek nooit uitgevoerd is. Niet door Mueller en niet door de FBI. Ze dachten van elkaar dat de ander het onderzoek deed].
d) Uit de vele aanklachten door Mueller van Russen, maar ook Trumps voormalige campagnemanager Paul Manafort is nauwgezet af te leiden dat er een hoge mate van samenwerking en verstandhouding was tussen leden van Team Trump en vertegenwoordigers van de Russische overheid.
e) Het Mueller-rapport is niet het enige onderzoek dat tegen Trump liep. Er lopen nog tientallen andere onderzoeken naar allerlei aspecten van de criminele handel en wandel van Trump en zijn bedrijven. Met name het onderzoek door de procureur van het Southern District of New York (SDNY) waar Trumps zakenimperium is gevestigd wordt voor Trump als gevaarlijker beschouwd dan het Mueller-onderzoek. Het SDNY benadert de Trump organisatie met zogenaamde RICO-wetgeving die in het verleden ook werd ingezet tegen maffia organisaties die uiteindelijk ontmanteld werden. Dat lot wacht Trumps organisatie ook. Het onderzoek spitst zich toe op de samenwerking van Trump sinds de jaren 1980 met de Russische maffia en witwaspraktijken, bankfraude en belastingontduiking door de Trump Organisatie bij de verkoop van vastgoed. Samenwerking met Russische en andersoortige vertegenwoordigers uit de invloedssfeer van de vroegere Sovjet-Unie is een duidelijk geval van ‘collusion’. Feitelijk valt het buiten het Mueller-onderzoek, maar gezien de beperkingen in zijn opdracht heeft Mueller onderdelen van het onderzoek ondergebracht bij lokale procureurs.
f) De opdracht aan Mueller voor zijn onderzoek was beperkt en betrof de criminele en andersoortige relaties van Trump met de Russische overheid. Daarnaast was Mueller in zijn mandaat niet autonoom, maar afhankelijk omdat hij ressorteerde onder het ministerie van Justitie en verantwoording af moest leggen aan de top van dat ministerie. Zoals hij in zijn rapport aangeeft hing zijn positie aan een dun draadje. Dat was eerst onderminister Rod Rosenstein en daarna minister William Barr. Beide Republikeinen, zoals Robert Mueller en vele andere hoofdrolspelers in dit onderzoek ook Republikeinen zijn. De strekking van Muellers onderzoek was relatief beperkt evenals de zelfstandigheid om het onderzoek uit te voeren. Daarnaast is de interpretatie van de wetgeving, met name waar het de onaantastbare positie van een zittende president betreft, waarmee Mueller en zijn team te maken hadden, zo streng en was de taakopvatting van Mueller zo hoog en vol redelijkheid dat hij de lat hoog heeft gelegd om te concluderen dat er geen sprake van ‘conspiracy’ was. Maar het feit dat Mueller om diverse redenen niet besloot om te beweren dat Trump direct valt te linken aan ‘conspiracy’, wil nog lang niet zeggen dat hij geen aanwijzingen voor ‘conspiracy’ heeft gevonden. Laat staan dat Trump zou zijn vrijgepleit van het ruimere begrip ‘collusion’, ofwel geheime verstandhouding.

6) Ellian meent dat de rechtsstaat op dit moment door het handelen van president Trump niet in het geding is. Dat is onjuist.
Of liever gezegd, Ellian heeft een mening waar allerlei andere meningen tegenover kunnen worden gezet die erop wijzen dat de rechtsstaat wel in het geding is. De vrees is dat de democratische instituties vier jaar Trump overleven, maar acht jaar Trump niet. De aanwijzingen daarvoor zijn talrijk. Zo zei Trump op de beruchte ontmoeting in Helsinki met de Russische president Putin dat hij hem meer gelooft dan zijn eigen inlichtingendiensten. Zo heeft Trump zich de afgelopen jaren meermalen gekeerd tegen rechterlijke uitspraken die niet in zijn straatje pasten. Zo schoffeert Trump voortdurend hoge militairen, hoge ambtenaren of zijn eigen kabinetsleden. Hij zet ze onder druk door angst te zaaien, waardoor ze hun taken volgens de geldende regels niet meer kunnen uitoefenen. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de Republikeinse Senatoren die door Trump in de impeachment procedure oneigenlijk onder druk worden gezet zodat het parlement ophoudt om onafhankelijk te functioneren. Maar vooral volgt Trump de regels van de Constitutie niet, laat hij zijn minister van Justitie -die in de Amerikaanse verhoudingen een bijzondere rol als bewaker van de Constitutie heeft- optreden als zijn persoonlijke advocaat en onthoudt hij het Congres en het Amerikaanse volk tegen alle regels en procedures in door het oprekken van het beroep op ‘executive privilege’ informatie die hij verplicht is te overleggen aan het Congres. Dat brengt de werking van de rechtsstaat inclusief de democratische instituties in gevaar. Daarnaast tornt Trump aan grondrechten voor allerlei doelgroepen.

De conclusie is dat Ellian de ‘talking points’ van Trump volgt. Onbegrijpelijk is waarom hij dat doet en geen autonome positie inneemt. Ellian presenteert zich in zijn column immers als wetenschapper. Hij pretendeert meer dan een journalist of opinieleider te zijn, maar maakt die pretentie niet waar. Want bij het serieus bedrijven van wetenschap hoort een empirische houding die de feiten serieus in overweging neemt. Maar Ellian laat de feiten uit een mening van anderen volgen. Dat is des te opvallender en teleurstellender omdat hij in Iran als links-radicaal zuchtte onder het autoritaire regime van de islamisten. Je zou denken dat Ellian in zijn persoonlijk leven voldoende kennis en ervaring heeft opgedaan om autoritair gedrag van leiders te herkennen en af te wijzen. Maar als hij die kennis en ervaring al zou hebben, het blijkt uit zijn column niet dat hij die gebruikt. Hij stopt het weg. Ellian verdedigt direct het autoritaire gedrag van president Trump dat hij in volledige lijn met de werking van de rechtsstaat acht en verdedigt indirect het autoritaire gedrag van president Putin met wie Trump een sterke band onderhoudt. Met zijn opinie treedt Ellian niet alleen buiten wetenschap en objectieve journalistiek, maar ook buiten het traditionele conservatisme dat uiteindelijk niet de rechtsstaat en de Constitutie ter discussie stelt. Dat laatste doet Trump wel. Door het voor Trump op te nemen die zo aantoonbaar morrelt aan rechtsstaat en Constitutie beseft Ellian niet dat hij zijn eigen objectiviteit verliest. Blijkbaar zijn dit soort columns hem het verlies van zijn eigen geloofwaardigheid waard.

Foto: Schermafbeelding van deel columnAfzettingsprocedure Trump is politieke oplichterij’ van Afshin Ellian in Elsevier Weekblad, 24 januari 2020.

Verslaggeving Nederlandse media over Mueller-rapport stemt tot nadenken over middelen en gestelde eisen aan correspondenten

Nederlandse media hebben het moeilijk in hun kleinschaligheid. Wereldwijd moeten correspondenten verslag doen van kwesties waar ze onvoldoende kennis van hebben, maar hun hoofdredactie verwacht toch een verslag. Hoewel ze zich snel in kunnen lezen is dat oneerlijk en zou zoiets niet van deze journalisten geëist moeten worden. De hoofdredactie zou deze correspondenten óf van voldoende middelen moeten voorzien óf minder van hen moeten verlangen. Een hoofdredactie kan in alle redelijkheid niet verlangen dat een correspondent zich naast alle andere lopende zaken tot in de details verdiept in een specialistische kwestie die raakt aan juridische en constitutionele finesses, en complexe aspecten van geopolitiek, nationale veiligheid, contraspionage en partijpolitiek en ook nog eens tot een evenwichtige en kwalitatief hoogstaande duiding komt. Dat is vragen om ongelukken zoals bovenstaande video van RTL Nieuws aantoont.  Het gaat om het onderzoek van speciale aanklager Robert Mueller dat in mei 2017 begon en nog niet volledig is afgerond.

In de VS media zijn het specialisten die hierover op televisie, op blogs en in kranten het debat vormgeven: juridische hoogleraren, oud-aanklagers, oud-medewerkers van de inlichtingendiensten, politici die lid zijn van commissies op het onderzoeksgebied dat Mueller onderzocht en vakjournalisten die zich uitsluitend hiermee bezighouden. In debatten met elkaar zetten ze de puntjes op de i. Het springende punt is niet zozeer dat de Nederlandse media niet kunnen tippen aan dat niveau en zich noodgedwongen grotendeels baseren op deze opiniemakers, maar van de weeromstuit net doen alsof ze ook kundig zijn. Ze spelen Amerikaantje. Maar dat blijft vorm en buitenkant. Hoe dat kan ontsporen bleek toen de Nederlandse journalisten in de dagen na 24 maart de VS media napraatten en de fout ingingen toen de VS media die ze volgden ook de fout ingingen. Mijn reactie bij de video:

De commentator mist de essentie van de conclusies van de door minister Barr geredigeerde versie van het Mueller-rapport als hij zegt dat de conclusie ‘no collusion’ is, en die conclusie ook terecht is. Zijn weergave van de feiten en de duiding ervan kloppen niet.

Zijn conclusie is om zes redenen onjuist:

1) het team van de speciale aanklager heeft het niet over ‘collusion’ omdat dit geen juridische term is, maar over ‘conspiracy’. Dus samenzwering. Uit het ontbreken van ‘conspiracy’ kan men niet afleiden dat er geen sprake van ‘collusion’ is. Voorbeeld, als iemand van een zwaar misdrijf wordt vrijgepleit betekent dat niet dat die persoon van een lichter misdrijf wordt vrijgepleit. Iemand die geen moordenaar is kan toch een inbreker zijn. Barr en Trump schreeuwen van de daken dat Mueller zegt ’no collusion’, maar zowel letterlijk als volgens de strekking van het rapport zegt Mueller dat geenszins.

2) de twee componenten, te weten ‘conspiracy’/‘collusion’ en ‘obstruction’ hangen hecht samen. In het Mueller-onderzoek volgt het een uit het ander. Concreet, de obstructie door Trump zadelde Mueller met inhoudelijke en juridische beperkingen op waardoor hij over de ‘conspiracy’ niet tot conclusie kon komen die zonder obstructie door Trump gedetailleerder, ruimer en ongetwijfeld vernietigender geformuleerd had kunnen worden. Ofwel, Trump heeft het onderzoek in hoge mate gefrustreerd door tegenwerking zodat Mueller geen voldoende data kon verzamelen om tot een afrondende conclusie over ‘conspiracy’ te komen.

3) naast het onderzoek door de speciale aanklager naar het criminele gedrag van Trump en zijn medewerkers bevat het onderzoek ook een ‘counterintelligence’ component die vanwege de gevoelige aard ervan geheim is, door de FBI wordt uitgevoerd en niet publiekelijk wordt gepubliceerd. Deze component gaat met name om de vermeende samenzwering van Team Trump met het Kremlin. Gezien de aard van dit ‘conterintelligence’ onderzoek dat nog gaande is en inzoomt op de relatie van Team Trump met het Kremlin zijn daar naar verwachting de meest verregaande conclusies over ‘conspiracy’ te verwachten.

4) uit de vele aanklachten door Mueller van de afgelopen 22 maanden van Russen, maar ook Trumps voormalige campagnemanager Paul Manafort is nauwgezet af te leiden dat er een hoge mate van samenwerking en verstandhouding was tussen leden van Team Trump en vertegenwoordigers van de Russische overheid.

5) het Mueller-rapport mag op dit moment veel publiciteit trekken, maar is niet het enige onderzoek dat tegen Trump loopt. Er lopen nog tientallen andere onderzoeken naar allerlei aspecten van de criminele handel en wandel van Trump en zijn bedrijven. Met name het onderzoek door de procureur van het Southern District of New York (SDNY) waar Trumps zakenimperium is gevestigd wordt voor Trump als gevaarlijker beschouwd dan het Mueller-onderzoek. Het SDNY benadert de Trump organisatie met zogenaamde RICO-wetgeving die in het verleden ook werd ingezet tegen maffia-organisaties die uiteindelijk ontmanteld werden. Dat lot wacht Trumps organisatie ook. Het onderzoek spitst zich toe op de samenwerking van Trump sinds de jaren ’80 met de Russische maffia en witwaspraktijken, bankfraude en belastingontduiking door de Trump Organisatie bij de verkoop van vastgoed. Die samenwerking met Russische en andersoortige vertegenwoordigers uit de invloedssfeer van de vroegere Sovjet-Unie is een duidelijk geval van ‘collusion’. Feitelijk valt het buiten het Mueller-onderzoek, maar gezien de beperkingen in zijn opdracht heeft Mueller onderdelen van het onderzoek ondergebracht bij lokale procureurs.

6) de opdracht aan Mueller voor zijn onderzoek was beperkt en betrof de criminele en andersoortige relaties van Trump met de Russische overheid. Daarnaast was Mueller in zijn mandaat niet autonoom, maar afhankelijk omdat hij resorteerde onder het ministerie van Justitie en verantwoording af moest leggen aan de top van dat ministerie. Zoals hij in zijn rapport aangeeft hing zijn positie aan een dun draadje. Dat was gedurende lange tijd onderminister Rod Rosenstein en sinds enkele maanden minister William Barr. Beide Republikeinen, zoals Robert Mueller en vele andere hoofdrolspelers in dit onderzoek ook Republikeinen zijn. De strekking van Muellers onderzoek was dus relatief beperkt evenals zijn zelfstandigheid om het onderzoek uit te voeren. Daarnaast is de wetgeving met name waar het de onaantastbare positie van een zittende president betreft, waarmee Mueller en zijn team te maken hadden, zo streng en was de taakopvatting van Mueller zo hoog en vol redelijkheid dat hij de lat heel hoog heeft gelegd om te concluderen dat er geen sprake van ‘conspiracy’ was. Maar het feit dat Mueller om diverse redenen niet besloot om Trump aan te klagen voor ‘conspiracy’, wil nog lang niet zeggen dat hij geen aanwijzingen voor ‘conspiracy’ heeft gevonden. Laat staan dat Trump zou zijn vrijgepleit van het ruimere begrip ‘collusion’.

Lek in The New York Times van Mueller-team: Mueller-rapport over Trump schadelijker dan Barr-samenvatting doet uitkomen

Een artikel in The New York Times zet druk op minister van Justitie William Barr om het Mueller-rapport snel openbaar te maken. Hij wordt ervan beschuldigd politieke redenen zwaarder te laten wegen, te weten de bescherming van president Trump, dan het landsbelang en het volgen van de juiste procedures die passen bij een functionerende rechtsstaat. Barr wordt verweten te mild te zijn geweest voor Trump. Hij stuurde op 24 maart een brief (‘Barr-samenvatting’) naar het Congres waarvan de objectiviteit werd betwijfeld. Hij zou zijn interpretatie van het Mueller-rapport hebben gegeven.

Het lek komt uit het team van Mueller. Dat is van de ene kant opmerkelijk omdat dit voor het eerst is sinds het Mueller-onderzoek begon in mei 2017, maar werd van de andere kant verwacht. De jurist en het voormalige lid van het Watergate team dat president Nixon aanklaagde Nick Akerman legt dit in gesprek met Chris Hayes uit. Het artikel zegt dat ‘sommige onderzoekers van Robert S. Mueller III hebben verteld dat William Barr de bevindingen van hun onderzoek niet adequaat heeft weergegeven en dat zij verontrustender waren voor president Trump dan de heer Barr aangaf’. De onderzoekers zouden hierover ‘sudderend gefrustreerd’ zijn.

Toch leek in de publiciteit de Barr-samenvatting te werken, want vele media gingen uitsluitend af op wat Barr in zijn samenvatting schreef. Zowel correspondenten als in hun kielzog analisten en columnisten gingen hierin mee zonder dat ze het Mueller-rapport onder ogen hadden gehad. Ik uitte in commentaren van 24, 25, 27 en 30 maart kritiek op de verslaggeving van de Amerikaanse en Nederlandse media en had onder meer per e-mail een uitgebreide uitwisseling met de ombudsman van NRC over deze kwestie. In een commentaar van 1 april vatte ik mijn kritiek op de media samen. Mijn conclusie was dat ze er ziende blind ingestonken waren.

De kritiek van de onderzoekers uit het Mueller-team gaat in op vele aspecten. Zo had het Mueller-team zelf samenvattingen van het rapport aangeleverd die Barr echter niet gebruikte. De reden die functionarissen van het ministerie van Justitie aanvoeren om die samenvattingen niet te gebruiken is dat ze gevoelige informatie zouden bevatten. Maar dat gaat voorbij aan het strijdpunt tussen de Democraten in het Huis en Barr over de openbaarmaking van het Mueller-rapport. De Democraten vragen om een ongecensureerde versie voor vertrouwelijk gebruik in het Congres –inclusief alle onderliggende documenten– en een opgeschoonde publieksversie. Ter herinnering, pas in 2011 werd aan het publiek het Watergate-dossier uit 1974 vrijgegeven.

In het artikel van The New York Times wordt in verschillende passages gerefereerd aan voormalig FBI-directeur James Comey die tegen het eind van de campagne van 2016 in een persconferentie bekendmaakte dat er een onderzoek liep naar de Democratische presidentskandidaat Hillary Clinton. Later liet Comey weten dat Clinton was vrijgepleit. Uit statistische data van Nate Silver blijkt dat Comey’s interventie waarschijnlijk beslissend was en Clinton het presidentschap kostte. Het verwijt aan Comey is dat hij nooit op die manier politiek had mogen bedrijven. Overheidsdiensten als de FBI moeten geen politiek bedrijven. Dat is de rode lijn die Mueller en Barr terughoudend en huiverig maakt. Zij willen geen politiek bedrijven en hun mandaat overschrijden. Maar het is ook een rode lijn waarachter ze zich kunnen verschuilen om afwijkend van hun opdracht te handelen. De persoonlijke dimensie van dit verhaal is dat Mueller en Barr vrienden zijn.

De geschiedenis zal uitwijzen of Mueller en Barr te voortvarend of te terughoudend waren, en in welke gevallen ze dat waren. President Trump lijkt in elk geval het gewicht van correct grondwettelijk handelen niet te voelen. Hij is sinds de Barr-samenvatting van 24 maart met zijn waterdragers al anderhalve week op Twitter en op bijeenkomsten fel in de aanval op Democraten in het Huis als Adam Schiff en claimt dat hij is vrijgepleit van de beschuldiging van samenzwering en obstructie door Barr. Maar tegelijk is hij teruggekomen op zijn mening om het Mueller-rapport vrij te geven. Het lek uit de boezem van het Mueller-onderzoek in The New York Times is de logische reactie op Trumps desinformatie. Trumps velddag lijkt voorbij. De waarheid wacht.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSome on Mueller’s Team Say Report Was More Damaging Than Barr Revealed’ van Nicholas FandosMichael Schmidt en Mark Mazzetti in The New York Times, 3 april 2019.

Media lieten zich misleiden door de Barr-samenvatting van het Mueller-rapport. Zagen ze de spin niet of wilden ze die niet zien?

Afgelopen week gebeurde er naar mijn idee iets opvallends dat deed denken aan de grootschalige, succesvolle misleiding van de Amerikaanse media door de Bush-regering in 2002 en 2003. Dat ging over het bezit van massavernietigingswapens door het regime van Saddam Hoessein dat een casus belli was, ofwel een rechtvaardiging van de VS en bondgenoten als het VK om een oorlog tegen Irak te beginnen. Achteraf bleek dit gefabriceerd bewijs te zijn. De media waren er en masse ingestonken en zworen beterschap. Ze zouden voortaan beter opletten en kritischer zijn op de overheid. Maar waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Ook in de media.

Het gaat over de publicatie van de samenvatting door minister van Justitie William Barr van het rapport van speciale aanklager Robert Mueller dat deze op vrijdag 22 maart 2019 naar Barr had gestuurd en waarvan Barr op zondag 24 maart een samenvatting naar het Congres stuurde. Amerikaanse media namen in grote lijnen de conclusies over. Namelijk dat Mueller in zijn rapport had geconstateerd dat er geen sprake was van samenzwering of samenwerking van Team Trump met de Russische overheid. Over belemmering van de rechtsgang (obstruction) concludeerde Barr dat het Mueller-rapport president Trump beschuldigde noch vrijpleitte. Daaruit concludeerde Barr dat het bewijs dat Mueller volgens hem leverde onvoldoende was om obstructie door Trump vast te stellen.

Minister Barr geeft in zijn samenvatting overigens weer dat door Mueller de Russische inmenging in de campagne van 2016 onmiskenbaar is vastgesteld. De Barr-samenvatting zette de media voor problemen. Want het Mueller-rapport was nog niet geopenbaard en de media moesten verslag doen en vertrouwen op Barr. Maar konden ze wel vertrouwen op Barr?

Nee. Gezien de voorgeschiedenis hadden de media gewaarschuwd moeten zijn. Want William Barr haalde met zijn sollicitatiebrief waarin hij de lat voor obstructie van een president heel hoog legde een wit voetje bij Trump. De president refereerde er afgelopen week nog aan dat de voormalige minister Sessions hem problemen had opgeleverd die Barr zou hebben voorkomen. Daarbij kwam de obstructie van het Rusland-onderzoek door Trump en zijn medestanders en de vijandige houding van Trump jegens de Amerikaanse inlichtingendiensten. Een en ander had de media wantrouwend moeten maken of de samenvatting van Barr niet gekleurd, partijdig, onvolledig en onjuist was.

Kan men een samenvatting van 3,5 pagina’s uit een bijna tweejarig onderzoek dat resulteerde in een omvangrijk rapport van meer dan 300 pagina’s exclusief bijlagen die in minder dan 48 uur na publicatie van het Mueller-rapport in de media werd gelanceerd als basis nemen voor de waarheid? Ik denk dat journalisten en nieuwsconsumenten uiterst kritisch dienen te zijn. Maar veel journalisten waren dat naar mijn idee niet.

Minister William Barr heeft zich volgens onafhankelijke critici een bevoegdheid en rol toegemeten die in de moderne Amerikaanse parlementaire geschiedenis zonder precedent is. Barr heeft een geschiedenis vol controverses. Hij heeft tijdens het presidentschap van president Bush sr. in 1992 deze president door manipulatie uit de penarie gered in de BNL-kwestie. Het is niet onaannemelijk dat hij nu deze truc herhaalt.

De Amerikaanse mainstream media doorzagen de partijpolitieke manipulatie en spin van het Mueller-rapport door Barr naar mijn idee onvoldoende. Ze stonken erin. In navolging daarvan gingen de meeste Nederlandse media collectief de fout in. Ze namen de berichtgeving van de gezaghebbende Amerikaanse media vertraagd over en volgden de hectiek en de nerveuze nieuwscyclus vanaf de publicatiedatum van de Barr-samenvatting op 24 maart tot enkele dagen daarna toen het verstand weer langzaam terugkwam in de redactiekamers.

Ik verwijt (een deel van) de Amerikaanse media dat het er ingestonken is. Het is een verdeeld beeld. Sommige gedrukte Amerikaanse media verwezen in hun koppen en aankeilers correct naar de Barr-samenvatting, anderen verwezen naar het Mueller-rapport.  Ik ben van mening dat de Amerikaanse media er in grote lijnen ingestonken zijn. In dat opzetje van Trump, Barr en het Republikeinse leiderschap in de Senaat.

Mogelijk speelt daarbij een psychologisch effect bij Amerikaanse media die afgelopen twee jaar gegeseld werden en zich gegijzeld voelden door de aandacht voor de samenzwering van Trump met de Russische maffia, Russische oligarchen en vertegenwoordigers van de Russische overheid. Dit staat los van politieke overwegingen. Ook als zo’n feit onmiskenbaar is vastgesteld is een spanningsboog van twee jaar lang. Journalisten willen hun eigen agenda vaststellen en niet in een frame stappen dat hun opgelegd wordt. Breken met de consensus kan dan als bevrijding voelen. Of als bevestiging van eigen onafhankelijkheid.

Mueller staat bekend als een rechtlijnige, betrouwbare en correcte overheidsdienaar die de procedures nauwgezet volgt. Hij gaat niet buiten zijn boekje. Maar zijn opdracht was beperkt (de campagne van 2016) evenals zijn onafhankelijkheid. Hij ressorteert onder het ministerie van Justitie en moest daar steeds verslag aan uitbrengen. Aan onderminister Rod Rosenstein die eveneens voortdurend gevaar liep te worden ontslagen. Steeds hing sinds mei 2017 het zwaard van Damocles boven Muellers en Rosensteins hoofden dat Trump het onderzoek zou stopzetten. Trump kon hierdoor rode lijnen afdwingen die Mueller niet kon overschrijden. Dat beperkte de strekking van het onderzoek extra. Trump’s advocaten hielden een live interview van Trump met Mueller af. 

Bij die nauwgezetheid van Mueller hoort ook dat hij uitsluitend via bestuurlijk-ambtelijke kanalen praat en zich niet uit of verdedigt in de media. De constatering van sommigen dat Mueller in de openbaarheid geen reactie heeft gegeven op de Barr-samenvatting en hij die daarom stilzwijgend zou goedkeuren is dan ook niet terzake. Volgens velen wilde Mueller het initiatief aan het Congres laten en heeft hij volgens zijn eigen visie zijn mandaat niet opgerekt door zelf een oordeel te vellen. Maar voorwaarde voor een goede procedure is wel dat het Congres het volledige Mueller-rapport (op enkele passages na die wegens de nationale veiligheid zijn weggelakt) onder ogen krijgt. Daar is een politieke strijd tussen Democraten en Republikeinen over ontbrand. De uitslag daarvan is nog niet zeker hoewel Barr het Congres het Mueller-rapport voor ‘half april 2019 of eerder’ heeft toegezegd. Maar hoe volledig dat dan zal zijn (inclusief onderliggend bewijs en documenten) is nog onduidelijk. Daar kondigt zich het volgende strijdpunt af. 

Mueller is nog niet klaar. Hij is in zijn functie van special counsel nog verbonden aan het ministerie van Justitie en de verwachting is dat hij nog aanklachten zal indienen. Veel onderzoeken van de Huiscommissies en de regionale aanklagers lopen door. De verwachting is dat het onderzoek van het SDNY (Southern District of New York) voor Trump veel gevaarlijker is dan het Mueller-rapport dat toch een beperkte opdracht had die door de politieke druk door Trump nog eens extra werd ingeperkt en bijvoorbeeld niet kon ingaan op de zakelijke contacten van Trump met Russische maffia en oligarchen sinds de jaren 1980. Mueller mocht volgens zijn opdracht alleen de banden van Trump met de Russische overheid onderzoeken.

Ook daarom is de conclusie van ‘geen samenzwering’ die volgens media die verslag doen van de Barr-samenvatting uit het Mueller-rapport zou blijken relatief irrelevant. Want het Kremlin had bij voorkeur contact met Trump via tussenpersonen (oligarchen en criminelen). Daarbij komt dat het niet voor de rechter brengen van een zaak vanwege samenzwering of samenwerking niet betekent dat Mueller in zijn onderzoek geen samenzwering of samenwerking heeft geconstateerd. Ook daarom kan men niet van ‘geen bewijs’ praten zoals vele media afgelopen week triomfantelijk deden.

Of William Barr de feiten verdraait of vervalst zal de geschiedenis uitwijzen. Onafhankelijke waarnemers weten niet wat zich op dit moment in de zwarte doos bevindt. Hoe dan ook lijkt hij de feiten over obstructie al aantoonbaar verdraaid te hebben. Hoe dat zit met samenzwering (conspiracy) of samenspanning (collusion) zal het vervolg uitwijzen. 

Natuurlijk kan het feit dat de Amerikaanse media er aanvankelijk ingestonken waren niet het instinken van de Nederlandse media schoonwassen. Die laatsten hebben hun eigen verantwoordelijkheid. Evenmin kunnen Nederlandse media zich achteraf achter hun Amerikaanse collega’s verschuilen.

De illustratie hierboven is opvallend. Alan Dershowitz is de meest prominente jurist die Trump steunt, als men advocaat Rudy Giuliani als bliksemafleider en pr-breekijzer voor Trump beschouwt. Dershowitz komt met een inleiding bij het Mueller-rapport dat volgens planning op 30 april 2019 bij Skyhorse Publishing wordt uitgegeven. Daar publiceerde Dershowitz onder andere in juli 2018 het pro-Trump boekThe Case Against Impeaching Trump’. Zo levert het Mueller-rapport naast de Barr-samenvatting ook een Dershowitz-inleiding op. Naast de media-framing en -misleiding. A Matter of Spin and Spill.

Zie voor voorbeelden over de opstelling van Nederlandse media inzake de publicatie van de Barr-samenvatting van het Mueller-rapport die mijn claim ondersteunen: voor de NOS, voor DDS, voor NRC en voor Nieuwsuur.

Foto: Schermafbeelding van de aankondig door Amazon van ‘The Mueller Report: The Final Report of the Special Counsel into Donald Trump, Russia, and Collusion Paperback – April 30, 2019’ dat verschijnt bij Skyhorse Publishing.

Andrew Napolitano op Fox News: ‘Mueller-rapport bevat zonder twijfel bewijs van samenspanning en obstructie door Trump’

Afgelopen zondag kon ik mijn verbijstering niet inhouden over een bericht van de NOS over de publicatie van het Mueller-rapport. Ik vond het ondermaats en schreef het volgende commentaar bij dit artikel op de FB-pagina van de NOS: ‘Verdorie, NOS, wat een verkeerde kop. Het zijn de twee door Trump benoemde functionarissen op het ministerie van Justitie, namelijk William Barr en Rod Rosenstein die in hun samenvatting tot de conclusie komen dat er geen bewijs voor obstructie is dat Trump heeft samengezworen met het Kremlin. We kunnen echter niet weten wat Mueller zegt omdat het rapport niet openbaar is gemaakt of vertrouwelijk naar het congres is gestuurd. Zodat Democraten kunnen reageren in de publiciteit op de claims van de GOP dat Trump is vrijgepleit. Het is dus niet Robert Mueller die iets zegt omdat we niet weten wat er in het rapport staat, zodat de kop ‘Mueller-rapport …’ hoe dan ook verkeerd is. Het is een ongepast citaat. Het had moeten luiden: ‘William Barr: geen bewijs …’ Het zijn Barr en Rosenstein die iets beweren. Dat is een essentiële nuance die een NOS-redacteur in zijn of haar onzorgvuldigheid vergeet. Slechte beurt, NOS.’

Ik voegde er in een reactie op mijn blog aan toe: ‘Wie de verslaggeving over de samenvatting van de top van het ministerie van Justitie over het Mueller-rapport ziet wordt wanhopig over de gebrekkige kwaliteit en zorgvuldigheid van de Nederlandse journalistiek. Is er op zondagavond geen redactie die begrijpt dat de spin van het Mueller-rapport door Barr een uiterst partijpolitieke dimensie heeft? Van NOS tot De Telegraaf en Nu.nl maken ze dezelfde fout en informeren ze het Nederlandse publiek verkeerd. Namelijk dat ze de samenvatting door Barr (waarvan het niet op voorhand vaststaat dat die niet partijpolitiek gekleurd is) vereenzelvigen met het Mueller-rapport. Ik vond de NOS de plank misslaan en journalistiek dubieus handelen.

Het is de verbijstering dat een grote journalistieke organisatie met ruime financiële en logistieke middelen zich zo simpel in de luren laat leggen. Alsof de Irak-oorlog wordt herhaald en de media opnieuw niet in de gaten hebben dat ze worden gemanipuleerd. Waarschijnlijk had de verantwoordelijke redacteur van de NOS zich uitsluitend gebaseerd op media zoals The New York Times, The Washington Post, The Guardian, CNN, MSNBC, Reuters of AP. En omdat die voor het grootste deel de fout ingingen door ondanks kritische noten toch de aannames van de Barr-samenvatting over te nemen pende de NOS in commissie die fout grif over.

Iedereen met een professionele journalistieke bril had vooraf kunnen weten dat de pathologische leugenaar Trump en de conservatieve minister Barr (die pas werd benoemd nadat hij als sollicitatiebrief een notitie had geschreven waarin hij de positie van Trump onaantastbaar achtte en die eerder in 1992 president Bush door manipulatie uit de penarie redde in de BNL-kwestie) niet te vertrouwen waren. Wie kon een samenvatting van vier pagina’s uit een uitgebreid tweejarig onderzoek dat resulteerde in een gedegen rapport die in minder dan 48 uur na publicatie van het Mueller-rapport de media in werd geslingerd als basis nemen voor de waarheid? Wie, ja, onder andere de NOS dat de mening herkauwde dat er geen sprake was van ‘conspiracy’ door Trump.

Drie dagen na zondag is het Mueller-rapport nog steeds niet gepubliceerd. Meerderheidsleider in de Senaat Mitch McConnell houdt publicatie tegen. De Democraten in het Huis sturen aan op openbaarmaking. De paradox is dat Trump door zijn beleid inzake gezondheidszorg en arbeidsmarkt zoveel vertrouwen bij de kiezers heeft verloren dat hij dat Rusland-onderzoek in de lucht houdt. Of liever gezegd de façade ervan die hij met Barr in elkaar heeft gefabriceerd. Vandaar wellicht de blokkade van McConnell. Een andere verklaring is dat de inhoud moet worden geblokkeerd voor volk en Congres vanwege de voor Trump vernietigende inhoud. Dat tekent ook een paradox voor de Democraten die het Rusland-onderzoek niet willen loslaten omdat het ongunstige informatie voor Trump bevat, maar tegelijk verder willen om Trump op de terreinen waar hij afgelopen twee jaar niets heeft gepresteerd, te weten gezondheidszorg en arbeidsmarkt aan te vallen.

Nu is er ‘judge’ Andrew Napolitano die juridisch commentaar geeft voor Fox News. De omroep die fungeert als propagandazender van Trump die afgelopen vrijdag ook met de scoop kwam dat er een samenvatting van het Mueller-rapport door Barr zat aan te komen. Napolitano vindt ook buiten rechtse kringen waardering voor zijn analyses. Een bericht van Fox kopt: ‘Mueller report ‘undoubtedly’ proves conspiracy, obstruction: Judge Napolitano’. Het Mueller-raport bewijst ongetwijfeld samenspanning en obstructie, zo meent Napolitano.

Maar evenmin als de NOS op zondag 24 maart kon weten dat er volgens het Mueller-rapport geen bewijs van samenspanning  was, kan Napolitano op 27 maart met zekerheid weten dat er wel bewijs van samenspanning is. Napolitano lijkt toch meer te weten en over een bron in het Ministerie van Justitie te beschikken: ‘In the 700 page summary of the 2 million pages of raw evidence there is undoubtedly some evidence of a conspiracy and some evidence of obstruction of justice’. De redenering van Napolitano klinkt logisch, namelijk dat als Barr uit het Mueller-rapport had kunnen concluderen dat er noch sprake was samenspanning, noch van belemmering van de rechtsgang, hij dat in zijn samenvatting had gezet. Maar dat deed hij niet. Men kan zich afvragen waarom Napolitano nu naar buiten brengt dat er sprake is van conspiracy en obstructie door Trump en of hij daar een politiek doel mee dient. Het is te hopen dat de redacteuren van de NOS deze keer wel de nuances en valkuilen doorzien. De spin is niet langer alleen en heeft gezelschap van een tegenspin gekregen.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelMueller report ‘undoubtedly’ proves conspiracy, obstruction: Judge Napolitano’ van Julia Limitone voor Fox Business, 27 maart 2019. 

Foto 2: Schermafbeeelding van deel artikelMueller-rapport: geen bewijs samenspannen Trump-campagne en Rusland’ van Redactie Buitenland van de NOS, 24 maart 2019.

DDS plaatst artikel van David Neyskens over Trump. Geen slimme misleiding die overtuigt, maar domme, lachwekkende misleiding

DDS plaats een artikelHeksenjacht Trump-Rusland was onzin: geen samenzwering Trump-campagne en Rusland!’ van de Belgische David Neyskens die op het Vlaams-nationalistische Doorbraak publiceert. Al eerder gaf ik commentaar op een artikel op Doorbraak van Neyskens. Toen schreef ik onder meer: ‘Maar Neyskens bedoelt het serieus en dat maakt het absurd. Hij probeert aan te tonen dat de affaires rond president Trump niets met Trump te maken hebben. Hij klutst alles door elkaar, begrijpt de nuances en achtergronden onvoldoende en zet de lezer op het verkeerde been.’ Er is nog hoop voor de Lage Landen als de radicaal-rechtse media zulke ondermaatse artikelen plaatsen die hoogstens de eigen achterban die niets met feiten heeft weet aan te spreken. Bij het artikel plaatste ik de volgende reactie:

Dit artikel is prima satire. Het smelt van de onnauwkeurigheden, verzint alternatieve feiten en gaat voorbij aan de hoofdzaak. Het is misleiding. Maar het is geen slimme misleiding die overtuigt of aan het twijfelen brengt, maar domme misleiding die in haar tegendeel verkeert. Het artikel schiet in eigen voet en ontmaskert zichzelf als onzorgvuldig en lachwekkend.

Het artikel vergeet te noemen dat de meeste Rusland-onderzoeken inzake Trump niet door speciale aanklager Mueller, maar door aanklagers op staatsniveau worden gedaan. Die onderzoeken gaan gewoon door. Daar heeft het Witte Huis geen invloed op. Ook naar het crimineel handelen binnen de Trump organisatie (witwassen, Trump Tower in Moskou). En dan zijn er ook nog de onderzoeken in het Huis en de Senaat. Die zijn evenmin afgerond. Die in het Huis zijn nog maar sinds twee maanden opgestart.

Impeachment is een politiek proces. Met een Republikeinse meerderheid in de Senaat is dat op dit moment kansloos omdat die Trump voorlopig blijft steunen. De zwakke plek van Trump is zijn crimineel en roekeloos handelen. Dat onderzoek is een juridisch proces dat nog jaren nadat Trump in 2021 of 2025 is afgetreden doorloopt. Kortom, met het eindrapport van Mueller is er geen einde gekomen aan de druk op Trump en zijn organisatie. Mueller blijft trouwens nog verbonden aan het ministerie van Justitie en heeft zijn functie nog niet neergelegd.

Het ziet er naar uit dat Justitieminister William Barr vandaag een versie van het eindrapport naar het congres stuurt waar gevoelig zaken die met de nationale veiligheid te maken hebben zijn weggefilterd. Onlangs stemde het Huis unaniem voor de wens om een zo integraal mogelijke versie van het rapport in handen te krijgen om zelf te kunnen oordelen. Ook de Republikeinen stelden zich achter deze wens.

Het is nu nog te vroeg om te kunnen zeggen wat de inhoud van het rapport is omdat het nog niet is geopenbaard. Noch naar de congresleden, laat staan naar het publiek of de media. De naaste familieleden van Trump (Jared, Ivanka, Don jr.) zouden niet aangeklaagd worden, maar dat betekent niet dat dat in de nabije toekomst niet door een ander rechtsmacht gebeurt, zoals het SDNY. De kritiek op Mueller is dat hij in de aanpak van de naaste familie te terughoudend is geweest. De reden dat hij dit niet gedaan is lijkt drieledig. Het zou buiten zijn opdracht liggen en Trump zou hem ontslagen hebben als hij wist dat Mueller achter zijn familie aanging. De derde reden is dat Mueller door bekendmaking van feiten andere onderzoeken de munitie in handen heeft gegeven om Jared, Ivanka en Don jr. aan te pakken. Evenmin is het zeker of Trump zelf in het Mueller-rapport niet aangeklaagd wordt. Want Mueller kan dit tot het allerlaatste bewaard hebben omdat hij anders door Trump per omgaande ontslagen zou worden als was gebleken dat hij de president zou aanklagen.

Speciale aanklager Robert Mueller heeft de afgelopen 2 jaar op een professionele, beheerste en integere wijze een succesvol onderzoek gevoerd. Hij heeft vele mensen uit de omgeving van Trump aangeklaagd die vervolgens zijn veroordeelt door rechters. Mueller heeft ook Russen aangeklaagd die zich buiten de Amerikaanse jurisdictie bevinden. Zijn aanklachten die vele details bevatten lazen als verantwoording van zijn werkwijze en waren zo gedetailleerd om niet in de doofpot gestopt te kunnen worden door inmenging van Trump in het onderzoek. Dat is een succesvolle werkwijze gebleken gezien de vele veroordelingen van topmensen uit Trumps Team.

De belangrijkste effect van zijn onderzoek is dat het vele andere onderzoeken op de rails heeft gezet. De reden daarvoor is dat de opdracht van zijn onderzoek beperkt was en zich diende te beperken tot de relatie van Team Trump met het Kremlin in de campagne van 2016. Maar Trump heeft al sinds de jaren ’80 (vdve) contacten met machthebbers en criminelen (Semion Mogilevich) in de Sovjet-Unie en later de Russische Federatie. De aard en het karakter van die contact worden nu op vele plekken onderzocht. Dat is de aangekondigde ramp voor Trump. Wellicht kan hij voor even gerust slapen, maar niet voor lang, want met de aanstaande publicatie van het Mueller-rapport is de druk op Trump nog lang niet voorbij. Integendeel, de onderzoeken zullen gaandeweg steeds belangrijker worden en die aspecten onderzoeken waar Mueller vanwege zijn beperkte opdracht niet aan toe mocht komen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHeksenjacht Trump-Rusland was onzin: geen samenzwering Trump-campagne en Rusland!’ van David Neyskens op DDS, 23 maart 2019.

Eindrapport Mueller over relatie Trump met Kremlin klaar. Congres vraagt om openbaarmaking. Andere onderzoeken lopen door

Het is weer eens wat anders, de heiligverklaring van Robert Mueller. Maar juist in de tijd van een sjoemelende president Trump die volgens velen zijn ambt en zijn land beschadigt, is de kreukloze Mueller een voorbeeld van een kwalitatief hoogstaand openbaar bestuur. Ofwel, zo kan het ook. Bedenk dat Mueller een Republikein is van het integere soort dat haaks staat op de huidige Republikeinse partij die tot een cultbeweging van Trump is verworden. Zo wordt Mueller afgezet tegen de corrupte Republikeinen die nu aan de macht zijn.

Afgelopen vrijdag stuurde Mueller zijn eindrapport over de relatie tussen Team Trump en het Kremlin in de campagne van 2016 naar minister van Justitie William Barr. Vraag is nu welk deel ervan openbaar gemaakt wordt en of Barr op dit moment contact met het Witte Huis heeft over de inhoud van het rapport om Trumps staf in staat te stellen de nieuwscyclus te beïnvloeden. Barr gaat over openbaarmaking in overleg met Mueller die nog aanblijft en onderminister Rod Rosenstein. De Democraten in Senaat en Huis vertrouwen het niet.

De opdracht van Muellers onderzoek was beperkt, hoewel het veel aanklachten en veroordelingen van mensen uit de omgeving van Trump heeft opgeleverd. De waarde van Mueller zit ‘m erin dat het een reeks andere onderzoeken naar Trump en zijn handelen op de rails heeft gezet. De meerderheid van de onderzoeken naar Trump, zelfs naar KremlinGate, zijn niet door Mueller begonnen en lopen nog steeds. Ze vormen een tikkende tijdbom voor Trump die in de campagne van de verkiezingen van november 2020 kan afgaan. Ze kunnen nog aanklachten tegen Trumps familie (Jared Kushner, Ivanka en Don jr. Trump) opleveren. Trump kan ademhalen en zijn politieke leven verlengen, maar de Republikeinse partij blijft angstvallig in de gevarenzone verkeren.