Antwoord aan Achraf El Johari: Eis voor gebedsruimte op school hoeft niet te kunnen

Schermafbeelding van deel opinie-artikel ‘De gebedsruimte op school moet kunnen in Nederland‘ van Achraf El Johari in NRC, 3 april 2023.

Reactie op de FB-pagina van Achraf El Johari bij bovengenoemde opinie:

Nederlands secularisme betekent dat alle godsdiensten en levensbeschouwingen voor de wet gelijk zijn, en door de staat gegarandeerd zijn. Dat is de politieke filosofie van het secularisme. 

Tegelijk hebben onderwijsinstellingen de ruimte om in ‘eigen kring‘ en binnen de wet te opereren volgens de eigen beginselen. Het inrichten van een stilteruimte kan daar in strijd mee zijn. 

Het is te beperkt gedacht om dat een ‘gebedsruimte‘ te noemen. Waarom zou een humanistische of neutraal-openbare onderwijsinstelling verplicht ruimte moeten bieden aan religieuze studenten voor het uitoefenen van hun religieuze plichten? 

Wat is dat eigenlijk voor godsdienst die dat op hoge poten eist? Men kan zo’n eis opvatten als een stadium in de emancipatie, maar ook als poging tot expansie en verkondiging. Niet in het minst tegenover andere religieuze minderheden en levensbeschouwingen die in de praktijk van de stilteruimte opzij worden geduwd. 

Bedenk dat een meerderheid van de Nederlandse bevolking aangeeft geen godsdienst aan te hangen. Dat geldt nog in meerdere mate voor jongeren. De discussie over ‘gebedsruimte’ is in zekere zin een achterhoedegevecht. 

Het is een misvatting, een verkeerde voorstelling van zaken en zelfs misleiding om te spreken over het ‘bemoeilijken’ van het leven van studenten indien er geen stilteruimte op een onderwijsinstelling wordt ingericht. Dat is onterechte framing. Dat suggereert dat ze door een bestuur van een onderwijsinstelling bewust gedwarsboomd worden. Maar zoals gezegd, dat hoeft niet. Dat kan ook volgen uit het gedachtengoed van de onderwijsinstelling.

De Nederlandse seculiere traditie betekent diversiteit, vrijheid in ‘eigen kring’ en tolerantie van een meerderheid jegens minderheden. De niet-godsdienstige meerderheid is tolerant jegens de godsdienstige minderheden. Ook waar het de bekostiging van het bijzonder onderwijs betreft die een politiek compromis en weeffout is die al meer dan een eeuw bestaat. 

De Nederlandse seculiere traditie houdt in dat besturen van onderwijsinstellingen niet eenzijdig gedwongen kunnen worden om een ‘gebedsruimte‘ voor studenten en medewerkers van een specifieke godsdienst in te richten. Dat is geen diversiteit die verschillen probeert te overbruggen, maar evangelisatie die het omgekeerde nastreeft.

Inge van Dijk (VVD Nijmegen) voor WNL Opiniemakers: extreemlinks en extreemrechts zijn beiden extremen

VVD-fractievoorzitter in Nijmegen Inge van Dijk komt in dit fragment van het programma WNL Opiniemakers op 13 oktober 2018 tot een conclusie: ‘zowel extreemlinks als extreemrechts beide extremen zijn waar we rekening mee moeten houden en waar we dus ook heel erg voorzichtig mee moeten zijn en actie op moeten ondernemen’. Een waarheid als een koe. Rekening. Voorzichtig. Actie. Dat klinkt redelijk. Haar aanloop wisselt ze af met suggesties en schijnbewegingen. Met de ‘linkse stad’ verwijst ze naar het college van GroenLinks, D66 en SP. Dat zijn democratische partijen die niet gelijk te stellen zijn met de extreemlinkse Antifa-beweging. Toch suggereert Van Dijk een verband. Nog raadselachtiger is haar verwijzing naar ‘de landelijke verkiezingen van 2016’ omdat die er in dat jaar in Nederland niet waren op de herindelingsverkiezingen van Meierijstad na. Van Dijk neemt het niet zo nauw met de feiten. Het ligt toch in het karakter en de aard van een demonstratie of die toelaatbaar is, niet in de omstandigheid dat die plaatsvond tegen de lokale VVD?

Het is moeilijk om niet spottend te doen over het gehalte van Van Dijks opmerkingen die een politiek doel hebben. Hoewel dat niet duidelijk is door het vrijblijvende karakter ervan. Ze worden geuit in een programma met de volgens oud VRT-journalist Johan Depoortere  extreemrechtse commentator Derk Jan Eppink. De context geeft de sleutel voor interpretatie. Het kan niets anders betekenen dan dat extreemlinks wordt opgevoerd om extreemrechts schoon te wassen of op zijn minst te relativeren. Volgens de AIVD ontwikkelt extreemlinks zich grotendeels in reactie op extreemrechts. Zodat de oplossing simpel is. Als extreemrechts wordt ontmoedigd en bestreden door de overheid, dan verdwijnt vanzelf grotendeels de dreiging van extreemlinks. Extreem is extreem, zo meent Inge van Dijk. Maar de werkelijkheid is complexer dan dat.

Kan Trumps basis ervan overtuigd worden om de bevindingen van de Rusland-onderzoeken te accepteren? De visie van Rob Reiner

Welk verhaal moet er verteld worden om de basis van president Trump van een kleine 40% ervan te overtuigen dat de president te ver is gegaan? Valt die basis er nog van te overtuigen om objectieve feiten en waarheden te accepteren? Dat is de essentie van het gesprek van het ‘Morning Joe’ panel met acteur en filmregisseur Rob Reiner. Hij presenteert zijn film over de Irak-oorlog ‘Shock and Awe’ (2017) vol gelijkenissen tussen de VS onder Bush in 2003 en nu. Ook toen lieten de gevestigde media zich onder druk zetten door het Witte Huis.

Na een jaar onderzoek door speciale aanklager Mueller staat onomstotelijk vast dat binnen Team Trump is samengezworen met het Kremlin. Volgens velen trouwens op zulk een klungelige en amateuristische manier dat Mueller nu tamelijk gemakkelijk het spoor terug kan volgen in zijn veelomvattende onderzoek. Vele voormalige medewerkers van Trump hebben schuld bekend. Daarnaast zijn er nog de vermenging van politiek en zakendoen door Trump, witwaspraktijken via de verkoop van vastgoed van de Trump Organisatie, samenwerking van die organisatie met Russische criminelen, Trumps afkopen van modellen, actrices en pornosterren via geheimhoudingsverklaringen (Non-disclosure agreement), en wat Reiner het meeste zorgen baart de afbraak van de Amerikaanse democratie door Trump. Als Trumps achterban van een kleine 40% niet overtuigd wordt en opgejut blijft worden door straatvechters als Rudy Giuliani die Trump de arena instuurt en rechtse media (ook in Nederland: zie Ellian en Eppink in Elsevier Weekblad) dan dreigt een burgeroorlog. Dat is een reëel gevaar. Russen en Chinezen krijgen wat ze wensen: een verzwakte en verdeelde VS. Dankzij Trump. Deze ‘president-leugenaar’ die voor eigen gewin en ego handelt tegen de grondwet van zijn land in.

Elsevier Weekblad geeft ruim baan aan Ellian en Eppink die Trump in verdediging nemen. Dat is het conservatisme voorbij

Wikipedia zegt over Elsevier Weekblad dat het ‘een Nederlands opinieblad van conservatief-liberale signatuur’ is. Maar het is de vraag of het dat (nog) is. Twee opinie-artikelen van de columnisten Afshin Ellian en Derk Jan Eppink wijzen in een andere richting. Namelijk niet die van het conservatisme, maar van de alt-right beweging. Deze beweging zet zich af tegen het conservatisme binnen de Republikeinse partij, omdat het zich hoe dan ook afzet tegen het establishment. Alt-right voorman en voormalig hoofdredacteur van Breitbart Steve Bannon die aan macht heeft ingeboet sinds hij door Trump aan de kant is gezet had als voornaamste doel om de Republikeinse partij inclusief het conservatisme te vernietigen. Trump wordt overigens door vele critici niet als Republikein of conservatief gezien, maar als een halfwas Democraat uit het New Yorkse Queens die uit opportunisme speelt dat hij Republikein is zonder er iets van te menen. Hij interesseert zich alleen voor zijn eigen ego en zaak. Dus voor wie of wat denken Ellian en Eppink nu eigenlijk dat ze het opnemen?

Amerikaanse (neo)-conservatieve opiniemakers uit de sfeer van de regering Bush zoals Bill Kristol, David Frum of Max Boot of Morning Joe gastheer en voormalig Republikeins afgevaardigde uit Florida Joe Scarborough zijn uitermate kritisch op Donald Trump. Ellian en Eppink nemen het op voor Trump, of liever gezegd tegen de krachten die het tegen Trump opnemen. In dit geval ‘de journalistiek’ en de speciale aanklager Robert Mueller.

Met Eppink is wat bijzonders aan de hand en hij valt meer uit de toon dan Ellian. In een commentaar schreef ik: ‘De in de VS wonende Derk Jan Eppink is volgens een analyse uit augustus 2017 van gepensioneerd VRT-journalist Johan Depoortere in De Morgengeen “waarnemer” of “analist” maar een (ex-)politicus van rechtse tot extreemrechtse signatuur en een ideologische scherpslijper die werkt voor “een instelling die de Republikeinse partij van reactionair ideologisch voer voorziet”. Eppink is dus geen objectieve waarnemer of analist constateert Depoortere. Toch is Eppink in de Nederlandse media, zoals het radioprogramma Met het oog op Morgen vaak opgevoerd als een objectief waarnemer. Eppink werkt voor het London Policy Center in New York. Naamgever Herbert London was in een politieke campagne in New York in 1994 tegen de Afro-Amerikaanse kandidaat Carl McCall zo openlijk racistisch dat Republikeinen zich van hem distantieerden.’

Volgens conservatieve critici verraadt de regering Trump de conservatieve zaak. Conservatieve fiscalisten die gaan voor een compacte overheid, een lage overheidsschuld en lage belastingen zien met schrik dat in het recente belastingplan de overheidsschuld met 1,5 biljoen (= miljoen x miljoen, 1012) dollar toeneemt en naar de volgende generatie wordt doorgeschoven. Ook vinden critici dat de regering Trump zich wat de nationale veiligheid betreft onbegrijpelijk onvoorzichtig en naïef opstelt jegens de Russische Federatie dat er volgens vele conservatieven op uit is om de VS te verzwakken en de westerse alliantie tussen de Europese landen en de VS af te breken. Het gaat er niet zozeer om om aan te tonen dat ze gelijk hebben, maar wel om aan te tonen dat kritiek op Trumps beleid niet uitsluitend uit linkse hoek komt zoals Ellian en vooral Eppink beweren. De felste criticasters van Trump en zijn fiscaal en buitenlands beleid zijn van conservatieve signatuur.

Een nieuwsmedium mag uiteraard de politieke richting kiezen die het juist acht en opiniërende columnisten dekken niet de hele pluriformiteit ervan af, maar Ellian en Eppink geven in hun verdediging van Trump er wel een aanwijzing voor dat Elsevier Weekblad niet langer eenduidig als een conservatief-liberaal opinieblad valt te duiden. Dat was ooit zo. Mijn reactie op het artikel van Ellian op de FB-pagina van Elsevier Weekblad:

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelDe journalistiek gaat ten onder aan Trump-fobie’ van Derk Jan Eppink in Elsevier Weekblad, 16 mei 2018  (achter betaalmuur).

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelStop heksenjacht van Mueller tegen Trump!’ van Afshin Ellian in Elsevier Weekblad, 16 mei 2018 (achter betaalmuur).

Foto 3: Mijn reactie op het artikel van Afshin Ellian op de FB-pagina van Elsevier Weekblad.

Waarom plaatst De Volkskrant de extreemrechtse, activistische, misleidende en slecht onderbouwde opinie van Derk Jan Eppink?

De in de VS wonende Derk Jan Eppink is volgens een analyse uit augustus 2017 van gepensioneerd VRT-journalist Johan Depoortere in De Morgengeen “waarnemer” of “analist” maar een (ex-)politicus van rechtse tot extreemrechtse signatuur en een ideologische scherpslijper die werkt voor “een instelling die de Republikeinse partij van reactionair ideologisch voer voorziet”. Eppink is dus geen objectieve waarnemer of analist constateert Depoortere. Toch is Eppink in de Nederlandse media, zoals het radioprogramma Met het oog op Morgen vaak opgevoerd als een objectief waarnemer. Eppink werkt voor het London Policy Center in New York. Naamgever Herbert London was in een politieke campagne in New York in 1994 tegen de Afro-Amerikaanse kandidaat Carl McCall zo openlijk racistisch dat Republikeinen zich van hem distantieerden.

Met zijn extreemrechtse opinies en verkeerde voorstelling van de feiten krijgt Eppink om onbegrijpelijke redenen steeds weer toegang tot de Nederlandse media en kan hij daar ongestoord en zonder redactionele disclaimer zijn onwaarheden verspreiden. Vraag is of de redacties van Nederlandse media niet beseffen wat het extremisme van Eppink inhoudt of dat ze wel degelijk weten dat hij aan misleiding en verspreiding van alternatieve feiten doet, maar hem desondanks in hun kolommen of programma alle ruimte geven.

Neem nou een afsluitende opmerking in Eppinks opinieLinks gezaaid, rechts gebaard’ dat vandaag op 31 januari 2018 onder de titel ‘Progressief Nederland moet zich dezelfde zorgen maken als de Democraten in Amerika’ in De Volkskrant werd geplaatst: ‘Progressief Nederland moet zich dezelfde zorgen maken als de Democraten in Amerika. Traditioneel links (socialistisch en groen) krimpt.’ Deze opinie is in strijd met de demografische indicatoren in de VS die exact op het tegendeel wijzen van wat Eppink beweert. Het zijn juist de Republikeinen die met een krimpende basis te maken hebben en niet de Democraten. Dat is een proces dat zich komende jaren voortzet. Het is al meermalen gezegd, Trump trekt zich terug op een krimpende basis van het electoraat dat onder de 40% is gezakt. De Democratische partij kan niet per definitie rekenen op een hoge opkomst van minderheden, hoewel dat bij recente verkiezingen in Alabama en Virginia wel het geval was.

Eppink is om politieke redenen een handelaar in wensdenken en misleiding. Hij stelt feiten bewust verkeerd voor en probeert daar voor Nederland iets uit te concluderen dat niet geloofwaardig is en op de werkelijkheid gebaseerd. Hij stelt de politieke werkelijkheid in de VS verkeerd voor en extrapoleert die verkeerde aanname naar Nederland. Als niet de Amerikaanse Democraten, maar de Republikeinen zich zorgen moeten maken over de steun onder het electoraat, waarom zouden Nederlandse progressieven zich dezelfde zorgen moeten maken als de Democraten die zich geen zorgen hoeven maken? Als noodgreep verwijst Eppink naar ‘links’ en ’socialistisch’, maar omdat dat wat anders is dan ‘progressief’ slaat dat zijn betoog dood. Hij is een politieke manipulator die zich bedient van een slechte argumentatie en begrippen als links en progressief bewust met elkaar verwart. Eppink vervuilt het publieke debat met zijn gekleurde opinies die zo aantoonbaar nonsensicaal en slecht onderbouwd zijn, dat het een raadsel is waarom De Volkskrant het meent te moeten plaatsen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelProgressief Nederland moet zich dezelfde zorgen maken als de Democraten in Amerika’ van Derk Jan Eppink in De Volkskrant, 31 januari 2018. Met tweets.

Jan van de Beek bestrijdt standpunt Lubbers dat vluchtelingen een economisch belang voor Nederland hebben. Onderzoek gevraagd

In de NRC is een polemiek ontstaan tussen oud-premier Ruud Lubbers en emeritus hoogleraar Paul van Seters en onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam Jan van de Beek over het economisch belang van migratie voor Nederland. Lubbers plaatste samen met Van Seters een opinie-artikel op 7 augustus waarin zij niet alleen betoogden dat het volgens het Vluchtelingenverdrag van 1951 de plicht is voor een land om vluchtelingen op te nemen, maar ook dat het een noodzakelijk economisch belang voor Nederland is. In een reactie weerlegt Van de Beek stuk voor stuk de argumenten van Lubbers en Van Seters en zet vraagtekens bij hun motivatie.

Oud-ondernemer Lubbers krijgt van Van der Beek lik op stuk: ‘Gastarbeid heeft Nederland miljarden gekost. De gastarbeiders werden naar Nederland gehaald omdat de overheid destijds arbeidsmarktkrapte creëerde door de lonen kunstmatig laag te houden. Voor veel niet-innovatieve bedrijven een uitkomst. Ze profiteerden van de lage lonen en hoefden niet te investeren in kennis en machines.’ Het waren bedrijven zoals Hoogovens die in de jaren ’60 wegens arbeidskrapte werknemers wierven in Zuid-Europa of Marokko in plaats van te innoveren. De rekening van de werving van de laaggeschoolde werknemers werd later bij de belastingbetaler gelegd. Niet bij de bedrijven die de werknemers naar Nederland hadden gehaald. Het is opvallend dat Lubbers die mede aan de basis van deze scheefgroei stond nu twee carrières verder (politiek CDA, Hoge Commissaris Vluchtelingen VN) het moreel goede voorbeeld probeert te geven en daarbij zijn eigen verleden vergeet.

Een en ander is des te kwalijker omdat zoals Van de Beek aantoont dat in de jaren ’60 al bekend was. Het zou geen onwetendheid of naïviteit, maar een bewuste uitruil van belangen voor het aldus begunstigde bedrijfsleven zijn geweest: ‘Maar na de eerste en zeker na de tweede oliecrisis gingen veel van die bedrijven failliet of verplaatsten ze de productie alsnog naar lagelonenlanden. Dat was niet geheel onvoorzien: zoals ik in mijn proefschrift beschrijf had de directeur van de afdeling economische zaken van het ministerie van Sociale Zaken – het latere PvdA-kamerlid Berg – in 1967 al voor dit scenario gewaarschuwd.’

Van de Beek betwijfelt aan de hand van onderliggende cijfers dat de huidige migranten het beter doen dan de toenmalige gastarbeiders: ‘Ook de asielmigranten die wel werken dragen vaak niet of nauwelijks bij. Velen van hen zijn ongeschoold of laaggeschoold en degenen die wel goed geschoold zijn functioneren vaak onder hun niveau. Dat komt omdat menselijk kapitaal – zoals scholing en werkervaring – nu eenmaal moeilijk is mee te nemen naar een ander land. Daardoor verdienen ze weinig en mensen die weinig verdienen zijn vanwege onze uitgebreide verzorggingsstaat niet zelden netto-ontvangers.’ Hij oordeelt hard over Lubbers en Van Seters: ‘Ik vind de keuzes van Ruud Lubbers en Paul van Seters tegenover de zwaksten in onze samenleving immoreel. Je kunt het natuurlijk met hen eens zijn, maar wees dan wel geïnformeerd en eerlijk over de feiten. Zodat de Nederlandse burger weet waar hij of zij aan toe is.’ Hij verwijt ze oneerlijkheid en manipulatie van de feiten.

Van de Beek wijst op een open zenuw van de Nederlandse politiek met betrekking tot de kosten en baten van immigratie: ‘Vanuit mainstream politiek Den Haag bestond en bestaat hoegenaamd geen behoefte aan deze kennis.’ Voor de goede verstaander: toenmalig premier Ruud Lubbers (1982-1994) had zowel tijdens zijn premierschap als in zijn latere carrière (Vluchtelingen, duurzaamheid) geen boodschap aan de kennis over immigratie. Kortom, het kan op ethische of politieke gronden gewenst zijn om asielmigranten op te nemen. Maar de mening van Lubbers dat er een bijkomend economisch voordeel is wordt door Van de Beek weerlegd. Dat economisch belang bestaat niet en heeft in de recente Nederlandse geschiedenis nooit bestaan.

Van de Beek staat niet alleen in zijn kritiek, maar geeft er wel geloofwaardigheid aan. De vraag naar de kosten en baten van immigratie is een terugkerende stijlfiguur van de PVV, Pieter Lakeman constateerde in zijn boek Binnen zonder Kloppen (1999) dat de immigratie van niet-westerse allochtonen naar Nederland de staat sinds 1974 naar schatting ten minste zeventig miljard gulden heeft gekost en toenmalig CPB-directeur en PvdA’er Coen Teulings beweerde in 2010 dat Nederland ‘de slechte immigranten kreeg’. Nog steeds is niet goed uitgezocht waarom dat zo was en welke beslissingen daaraan ten grondslag lagen. Nog steeds hangen de suggesties van de PVV uit 2010 boven het publieke debat dat de immigratie ons land jaarlijks 7 miljard euro kost. Dit als uitkomst van een onderzoek van Nyfer. Het kabinet Balkenende IV wenste het niet uit te zoeken. Een politiek-economisch onderzoek naar de immigratie sinds de late jaren ’50 (vdve) kan Nederland en de PVV eindelijk antwoord geven op deze terugkerende vragen die maar niet afdoende beantwoord worden.

Foto: Buitenlandse werknemers in Hilversum, 1960-1970.

Opinie zonder feiten. Over Koen Vanmechelen in Enschede. De straat spreekt

Dit item is opinie zonder feiten. Er wordt niet duidelijk gemaakt wat de elementaire feiten zijn. Zeg maar, het klassieke wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe van de journalistiek. Kunstkenners kunnen vermoeden dat het om een tentoonstelling van Koen Vanmechelen in Enschede zal gaan. Dat blijkt zo te zijn, zijn doorgefokte kippen zijn te zien op de tentoonstelling ‘How on earth should this be art?’ van Tinkebell in Concordia. De toelichting van lokale zender TV Enschede FM geeft informatie die het item ontbeert. Dat is opiniërende journalistiek die ooit door communicatie-hoogleraar Anne van der Meiden ter discussie werd gesteld over de Tour de France. Urenlange beschouwingen over randverschijnselen en emoties, maar wie de rituitslag wilde vernemen kon die nergens vinden. De journalistiek gaf die niet meer. Opinie zonder feiten, journalistiek die niet eens toekomt aan ‘alternatieve feiten’. En de kunst van Koen Vanmechelen? Die is afgelopen jaren in Nederland al op vele plekken te zien geweest. Geen haan die er nog naar kraait. Op de journalisten van TV Enschede FM na die denken dat kippen op een kunsttentoonstelling iets bijzonders zijn en daarom de opinie van de vox populi in stelling brengen. Zo’n item wordt lekker makkelijk gevuld. Toch? Kwestie van kip of ei.

Gabriël van den Brink hekelt secularisatie en prijst protestantisme. In NRC dat staat voor Verlichting en liberalisme. Logisch?

br

NRC gaf op 1 februari Gabriël van den Brink een volle pagina in de papieren krant voor zijn opinie-artikelExperts, toon eens wat meer zelfkritiek’. Het gaat over de relatie tussen wetenschap en maatschappij, en de waarheidsvinding in de wetenschap die door externe en interne bedreigingen onder druk staat. Bovenstaande alinea’s wijzen op een externe bedreiging en komen uit een iets anders vormgegeven digitale versie van 27 januari. Van den Brink wordt in de papieren versie ‘hoogleraar wijsbegeerte bij Centrum Ethos aan de Vrije Universiteit in Amsterdam‘ genoemd, maar zijn naam is niet terug te vinden in de lijst medewerkers. Volgens een toelichting van Centrum Ethos ‘onderzoekt [Gabriël van den Brink] de kloof tussen burger en politiek. Dat doet hij op basis van empirische maar ook filosofische methodes’. Waaruit bestaan die filosofische methodes?

De tweede alinea is merkwaardig omdat het meer overhoop haalt dan verklaart. De essentie ervan blijft onuitgesproken. Deels door ruimtegebrek, maar de vraag is of er ook een reden is dat Van den Brink dit liever ongenoemd laat. Met ‘de mentaliteit van het protestantisme in Noordwest-Europa’ refereert hij aan de rationaliteit van het Calvinisme zoals de baanbrekende socioloog Max Weber dat ruim een eeuw geleden benoemde. Van den Brink maakt reuzenstappen als hij twee zinnen later concludeert dat ‘het cultiveren van waarden als verantwoordelijkheid en redelijkheid sinds de secularisatie niet langer voor zich spreekt’. Dat is een verstrekkende conclusie die de secularisatie een dolk in de rug steekt. Zoals gezegd doet Van den Brink aan ‘hit and run’ en loopt zonder uitleg snel verder. Er komt nog een aap uit de mouw met de observatie dat ‘het ontstaan van een multiculturele samenleving een deugd als eerlijkheid nog meer onder druk zette’.

Van den Brinks artikel gaat over de waarheid en integriteit in de wetenschap, maar als in een Droste-effect toont hij in zijn bewijsvoering het omgekeerde aan van wat hij betoogt. Want hoe integer en waardevrij is hij in zijn betoog, en welke gedachtengoed sleept hij impliciet met zich mee? Waar is de conclusie op gebaseerd dat waarden als verantwoordelijkheid en redelijkheid sinds de secularisatie niet langer voor zichzelf spreken? Dit is een normatieve uitspraak die Van den Brink niet onderbouwt. Hij stelt de secularisatie – die het proces van ontkerkelijking en verwereldlijking omvat- via de toetssteen waarheidsvinding onder verdenking en maakt die ondergeschikt aan de mentaliteit van het calvinisme. Hij trekt dit door naar het multiculturalisme dat hij negatief beoordeelt vanwege de teloorgang van het protestantisme en de opgang van de secularisatie.

Gabriël van den Brink bezondigt zich in dit artikel aan gemakzuchtige journalistiek die haaks staat op de wetenschappelijkheid waar hij voor pleit. Wat hij zegt hoeft niet onwaar te zijn, maar hij lijkt vooral het verkeerde medium van het krantenartikel gekozen te hebben. Hij bedoelt het waarschijnlijk genuanceerder dan uit de aannames blijkt die erg kort door de bocht zijn en raadselachtig klinken. Die keuze valt Van den Brink echter wel te verwijten evenals de Redactie Opinie van NRC die het artikel geschikt achtte voor plaatsing. Het is ruimdenkend van een krant die Lux et Libertas als motto heeft dat het een artikel plaatst dat tegen de mentaliteit van de Verlichting -waar de secularisering een onlosmakelijk aspect van is- en het liberalisme ingaat. Van den Brink verklaart dat lachend in z’n vuistje waarschijnlijk omdat de NRC door de secularisatie aan verantwoordelijkheid en redelijkheid heeft verloren. Zo is het betoog rond van een wetenschappelijk onderzoeker die in de heimelijkheid het protestantisme vooropzet. Zonder dat we dit echt mogen weten.

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikelExperts, toon eens wat meer zelfkritiek’ van Gabriël van den Brink in NRC, 27 januari 2017. (Geplaatste in papieren versie van NRC op 1 februari 2017).

De blinde vlek van Rijxman en Sengers: praten over media zonder mediakritiek

social-media-getbright1-1-1

Misschien is het wel zaak als de media zich wat minder op meningen richten. Nederlandse media grossieren in opinie. Feiten zijn schaars. Daarom kan de feitenvrije politiek floreren en zit er een kabinet dat flink heeft bezuinigd, maar glashard volhoudt dat het nergens in de samenleving pijn heeft gedaan. Bestuurders en volksvertegenwoordigers volharden in een papieren werkelijkheid; als het op papier goed geregeld is, dan zal het in de praktijk vast ook wel zo zijn. Er zijn verontruste burgers (PGB-alarm) en Bekende Nederlanders (ouderenzorg) nodig om dat beeld te corrigeren.’ Aldus Fred Sengers in een opinie-artikel in Villamedia.

Naast feiten en opinie in de establishment media is er ook de analyse. Aan die driedeling gaat Sengers wat al te makkelijk voorbij. Begrijpelijk, want dat past niet in zijn betoog omdat feiten, opinie en analyse in elkaar overlopen en er tussen deze categorieën geen waterdichte schotten bestaan. Met feiten bedoelt hij trouwens ook dat wat het resultaat is van onderzoekjournalistiek. Dan krijgen feiten een andere lading omdat de taak van de journalistiek niet zozeer het weergeven, maar het achterhalen ervan is. Maar zijn observatie om de columns, persoonlijke opinies en commentaartjes in de media te vervangen is zinvol. Het spaart een hoop ruimte en tijd voor iedereen. De analyse die zich baseert op de feiten kan dan opgewaardeerd worden.

Kern van Sengers’ betoog is dat het rechts-populisme niet moet worden overschat. De Boze Witte Man (BWM) is een constructie van zoekende media die menen de voeling met de polsslag van de samenleving kwijt te zijn. En vervolgens uit paniek wat roepen voordat ze aan een analyse toekomen. Daarom zijn ze na de winst van Trump in de overdrijving geschoten. Voorzitter Raad van Bestuur Publieke omroep Shula Rijxman laat in een ingezonden brief in De Volkskrant zien hoe dat werkt. Ze maakt het bont. De titel boven haar brief ‘Publieke omroep gaat leren van Trump’ tekent Rijxmans paniek. Wat zouden in hemelsnaam Nederlandse media kunnen leren van Trump? Toch niet het feitenvrije betoog en het uit de context halen van de feiten door de rechts-extremistische site Breitbart waarmee Trump verbonden is? Rijxmans pleidooi komt neer op een opwaardering van de opinie (‘de stem van alle groepen’) en de emotie (‘de gevoelens in onze samenleving’) in de publieke omroep. Hier keert Sengers zich terecht tegen. Rijxman bewandelt een doodlopende weg.

Juist nu moeten media uitgaan van feiten. Juist nu moeten media verder gaan dan de politiek op te hangen aan personen en een schematisch dualisme dat te simpel is om de realiteit te vangen. Het begin van een analyse over de opkomst van president-elect Trump begint bij president Obama en de Democratische partij die de macht van Wall Street niet hebben aangepakt en zich vervreemd hebben van grote delen van hun achterban. Het is niet zozeer dat de Amerikaanse media het ongenoegen daarover van de Boze Witte Man niet hebben gesignaleerd, ze hebben eerder de stap daarvoor gemist. Namelijk de feiten en analyse over het angsthazerige en slappe beleid van Obama die is ingekapseld door de macht van het grote geld en zijn kiezers uit 2008 en 2012 in de steek liet. Hillary Clinton verloor de verkiezingen omdat ze de failliete boedel van de Democratische partij kaapte zonder daar iets aan te willen veranderen. Met als gevolg dat kiezers uit de achterban van de partij haar niet steunden in cruciale staten als Pennsylvania, Ohio of Wisconsin.

Zo bekeken is de les voor Nederlandse media waar Rijxman en Sengers op zoek naar zijn makkelijk te vinden. Namelijk het met feiten openbaren hoe de macht werkt met als doel om de macht van het establishment (‘de elite’) terug te dringen en die van de gewone burger te vergroten. Als media dan toch een maatschappelijke en politieke functie zeggen te willen hebben is het blootleggen van de oorzaak van het ongenoegen zinvoller dan het blootleggen van de gevolgen van het ongenoegen. Daarom schiet de analyse van Rijxman tekort als ze zegt aandacht te willen besteden aan de opinie en emotie van de sociaal achtergestelden, de BWM.

Maar dat levert twee problemen op. Onderzoeksjournalistiek is duur en arbeidsintensief en grotendeels wegbezuinigd. Het tweede probleem is principiëler van aard, namelijk de macht van mediabedrijven zelf. Ze opereren niet in een maatschappelijk vacuüm, maar nemen een economische en politieke positie in. Vooral de top van een mediabedrijf heeft er niet altijd belang bij dat alle feiten ongefilterd gepubliceerd worden. Daar helpt geen redactiestatuut aan. Het mechanisme om dat te blokkeren werkt subtiel en indirect. Onder meer door overplaatsing van journalisten of het korten van onderzoeksbudgetten. Daarnaast zijn de politiek en journalistiek onaanvaardbaar met elkaar verknoopt. Rijxman en Sengers voeren een debat over de media dat de macht van de media buiten beschouwing laat en daarom precies dat bevestigt dat ze willen corrigeren.

Foto: Sociale media.

Het is de rechtstaat, stupid. Omtrekkende beweging van Rob Wijnberg

3c39333v

Want progressief-seculier-liberalen kunnen de islam, en haar belijders, niet écht verdedigen als een verrijking. Hun progressieve hart gaat immers niet echt sneller kloppen van een geloof dat zijn ethiek grotendeels baseert op een boek van 1.400 jaar oud. Hun seculiere hart heeft sowieso weinig op met religie. En hun liberale hart loopt niet bepaald over van enthousiasme als het gaat om de positie van vrouwen, homo’s en afvalligen in (grote stromingen binnen) de islam.’ Aldus Rob Wijnberg in een artikel voor De Correspondent dat concludeert dat progressieven niet zijn opgewassen tegen Donald Trump of Geert Wilders.

Wijnberg vraag om een verhaal als antwoord tussen jihadist en populist in. Maar van progressieve kant wil dat verhaal volgens hem maar niet van de grond komen omdat progressieven van nature niet warmlopen voor religie, en zeker niet voor de islam. Zodat de beeldvorming wordt overgelaten aan de populist of de jihadist. Maakt Wijnberg iets wat eenvoudig is niet extra ingewikkeld? Gaat het er niet gewoon om dat de rechtsstaat met grondwetten en instituties het fundament is waar niet aan te tornen valt? Waar iemand geografisch of mentaal vandaan komt maakt niets uit en daar moet ook geen enkele rekening mee gehouden worden, het gaat erom dat iemand de democratie en de rechtsstaat volmondig onderschrijft. In het hier en nu.

Een voorbeeld verduidelijkt dat. Politicologe Ellen Hoogakker betoogde in een opinieartikel in Het Parool aan de hand van de beperkte acceptatie door vluchtelingen van homoseksuelen dat de Nederlandse normen en waarden dan maar even opgeschort moeten worden. Ze maakt een denkfout door mentaliteit en gedrag door elkaar te halen als ze zegt: ‘Van vluchtelingen verwachten dat ze binnen een week, een maand, een jaar, onze normen en waarden zo geïnternaliseerd hebben, dat ze ‘Nederlander’ zijn, is niet alleen onrealistisch, maar ook onrechtvaardig.’ Hoogakker heeft het mis want niemand eist dat migranten de Nederlandse normen en waarden snel internaliseren, maar wel dat ze hun gedrag zodanig aanpassen dat ze binnen de grenzen van de rechtsstaat blijven. Door voorlichting en emancipatie kan dan aan die verinnerlijking worden gewerkt wat inderdaad een proces van langere adem is. Maar met de rechtsstaat valt niet te marchanderen. Integendeel, oprekken geeft de vluchtelingen het verkeerde voorbeeld en creëert onduidelijkheid over wat verlangd wordt.

De beeldvorming van de bandbreedte moet uitgedragen worden door alle overheden. Trouwens niet alleen voor de nieuwe stroom vluchtelingen, maar ook voor alle andere Nederlanders. Dat betekent dat iedereen met acceptatie van de rechtsstaat en het principe van de democratie vrij is om te denken en te doen. Het hart van een atheïst zal niet snel gaan kloppen voor een moslim, en omgekeerd. Maar dat hoeft ook niet in een open, pluriforme samenleving waar duizenden godsdiensten en levensovertuigingen een gelijkwaardige plaats vinden. Waar vrouwen en mannen gelijk zijn, en hetero’s en homo’s. Het antwoord aan Trump, Wilders of IS is de openheid en de gelijkheid. Dat is geen progressief, seculier of liberaal verhaal, dat is gewoon het verhaal van de Nederlandse rechtsstaat. Dat beseffen door eens uit de eigen progressieve niche te stappen is ook een kwestie van emancipatie. Het werkt averechts om een eenvoudig principe zo ideologisch op te pimpen.

Foto: Armeense vluchtelingen wachtend op werk in Marsavan, 1919.