Coronacrisis geeft één zekerheid. Hielenlikkers, pluimstrijkers en hermelijnvlooien blijven de Nederlandse monarchie bewieroken

We kunnen niet voorspellen welke verandering de coronacrisis teweeg zal brengen. Commentatoren zijn het er over eens dat er iets zal veranderen, maar welke kant het opgaat is vooralsnog onduidelijk. Meer of minder populisme? Meer of minder uitvoering van klimaatmaatregelen? Meer of minder globalisering en outsourcing van productie naar lageloonlanden? Meer of minder inkomensongelijkheid, belastingontwijking en macht voor multinationals? Meer of minder samenwerking in de politiek? Meer of minder budget voor vitale beroepen? Meer of minder maatschappelijke saamhorigheid? Er is voorlopig geen zinnig woord over te zeggen.

Maar één gegeven staat als een paal boven water. De bewieroking van de monarchie door de hielenlikkers, pluimstrijkers en hermelijnvlooien zal niet veranderen. Dat is in beton gegoten. Journalisten, kamerleden en opinieleiders blijven het koningshuis kritiekloos volgen. Op een uitzondering als Max Westerman na die de overdadige luxe van het koningshuis ter discussie stelt in een opinie-artikel. Het Nederlandse koningshuis is volgens onderzoek van de Gentse hoogleraar Herman Matthijs het duurste of op een na duurste van Europa. Na Noorwegen. Dat is bizar. Maar nog vreemder is dat er totaal geen politiek debat over is. Hoe kan dat? Nederlandse politici hebben over alles en nog wat een mening, of menen die te moeten hebben, maar over de monarchie zwijgen ze. Of worden ze tot zwijgen gebracht. Er is af en toe kritiek zoals in 2014 van het toenmalige Groningse PvdA-kamerlid Jan Vos. Maar hij moest van zijn eigen partij zijn kritiek inslikken.

Kritiek op de monarchie is in Nederland een taboe dat door de coronacrisis niet veranderen zal. Wat resteert is gebazel over het staatshoofd, de kleding van zijn echtgenote, de vlag en het Wilhelmus. Er is geen debat over de vraag waarom de echtgenote van het staatshoofd een royale vergoeding krijgt, hoewel dat niet logisch is.

Het debat over de kosten is echter niet het fundamentele debat dat gevoerd moet worden. Dat is het debat hoe Nederland bestuurd moet worden en welk type staatshoofd daarbij past. Dat wordt door media en politiek krampachtig vermeden. Er is bij de onzekerheid door de coronacrisis één  zekerheid. De hielenlikkers, pluimstrijkers en hermelijnvlooien blijven amechtig de Nederlandse monarchie ophemelen en verheerlijken.

Elsevier Weekblad geeft ruim baan aan Ellian en Eppink die Trump in verdediging nemen. Dat is het conservatisme voorbij

Wikipedia zegt over Elsevier Weekblad dat het ‘een Nederlands opinieblad van conservatief-liberale signatuur’ is. Maar het is de vraag of het dat (nog) is. Twee opinie-artikelen van de columnisten Afshin Ellian en Derk Jan Eppink wijzen in een andere richting. Namelijk niet die van het conservatisme, maar van de alt-right beweging. Deze beweging zet zich af tegen het conservatisme binnen de Republikeinse partij, omdat het zich hoe dan ook afzet tegen het establishment. Alt-right voorman en voormalig hoofdredacteur van Breitbart Steve Bannon die aan macht heeft ingeboet sinds hij door Trump aan de kant is gezet had als voornaamste doel om de Republikeinse partij inclusief het conservatisme te vernietigen. Trump wordt overigens door vele critici niet als Republikein of conservatief gezien, maar als een halfwas Democraat uit het New Yorkse Queens die uit opportunisme speelt dat hij Republikein is zonder er iets van te menen. Hij interesseert zich alleen voor zijn eigen ego en zaak. Dus voor wie of wat denken Ellian en Eppink nu eigenlijk dat ze het opnemen?

Amerikaanse (neo)-conservatieve opiniemakers uit de sfeer van de regering Bush zoals Bill Kristol, David Frum of Max Boot of Morning Joe gastheer en voormalig Republikeins afgevaardigde uit Florida Joe Scarborough zijn uitermate kritisch op Donald Trump. Ellian en Eppink nemen het op voor Trump, of liever gezegd tegen de krachten die het tegen Trump opnemen. In dit geval ‘de journalistiek’ en de speciale aanklager Robert Mueller.

Met Eppink is wat bijzonders aan de hand en hij valt meer uit de toon dan Ellian. In een commentaar schreef ik: ‘De in de VS wonende Derk Jan Eppink is volgens een analyse uit augustus 2017 van gepensioneerd VRT-journalist Johan Depoortere in De Morgengeen “waarnemer” of “analist” maar een (ex-)politicus van rechtse tot extreemrechtse signatuur en een ideologische scherpslijper die werkt voor “een instelling die de Republikeinse partij van reactionair ideologisch voer voorziet”. Eppink is dus geen objectieve waarnemer of analist constateert Depoortere. Toch is Eppink in de Nederlandse media, zoals het radioprogramma Met het oog op Morgen vaak opgevoerd als een objectief waarnemer. Eppink werkt voor het London Policy Center in New York. Naamgever Herbert London was in een politieke campagne in New York in 1994 tegen de Afro-Amerikaanse kandidaat Carl McCall zo openlijk racistisch dat Republikeinen zich van hem distantieerden.’

Volgens conservatieve critici verraadt de regering Trump de conservatieve zaak. Conservatieve fiscalisten die gaan voor een compacte overheid, een lage overheidsschuld en lage belastingen zien met schrik dat in het recente belastingplan de overheidsschuld met 1,5 biljoen (= miljoen x miljoen, 1012) dollar toeneemt en naar de volgende generatie wordt doorgeschoven. Ook vinden critici dat de regering Trump zich wat de nationale veiligheid betreft onbegrijpelijk onvoorzichtig en naïef opstelt jegens de Russische Federatie dat er volgens vele conservatieven op uit is om de VS te verzwakken en de westerse alliantie tussen de Europese landen en de VS af te breken. Het gaat er niet zozeer om om aan te tonen dat ze gelijk hebben, maar wel om aan te tonen dat kritiek op Trumps beleid niet uitsluitend uit linkse hoek komt zoals Ellian en vooral Eppink beweren. De felste criticasters van Trump en zijn fiscaal en buitenlands beleid zijn van conservatieve signatuur.

Een nieuwsmedium mag uiteraard de politieke richting kiezen die het juist acht en opiniërende columnisten dekken niet de hele pluriformiteit ervan af, maar Ellian en Eppink geven in hun verdediging van Trump er wel een aanwijzing voor dat Elsevier Weekblad niet langer eenduidig als een conservatief-liberaal opinieblad valt te duiden. Dat was ooit zo. Mijn reactie op het artikel van Ellian op de FB-pagina van Elsevier Weekblad:

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelDe journalistiek gaat ten onder aan Trump-fobie’ van Derk Jan Eppink in Elsevier Weekblad, 16 mei 2018  (achter betaalmuur).

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelStop heksenjacht van Mueller tegen Trump!’ van Afshin Ellian in Elsevier Weekblad, 16 mei 2018 (achter betaalmuur).

Foto 3: Mijn reactie op het artikel van Afshin Ellian op de FB-pagina van Elsevier Weekblad.

Turkije-politiek van DENK leidt tot uitsluiting van deze partij door VVD Deventer. Waarom zwijgen niet-Turkse kaderleden van DENK?

De VVD Deventer wil niet met DENK in debat. In een bericht op de website met de veelzeggende titel ‘Geef het Erdoganistische gif van DENK geen kans in Deventer’ kwalificeert fractievoorzitter Daan Ledeboer DENK als ‘Een regelrechte aanval op onze waarden en onze democratie.’ Dit naar aanleiding van de oproep van DENK-leider Tunahan Kuzu om Turks-Nederlandse kamerleden en bestuurders te bevragen over hun stellingname in de Armeense kwestie. In een opvallende reactie noemde hij kamerleden die de Armeense genocide erkenden landverraders. De vraag die Kuzu ongenoemd laat is welk land ze volgens hem zouden verraden. Noorwegen? Thailand? Japan? België? Honduras? Het enige relevante land is Nederland omdat de kamerleden en raadsleden Nederlandse staatsburgers zijn die een controlerende en wetgevende rol in de Nederlandse politiek hebben.

Met zijn fanatisme, gespeelde onbegrip en onnozelheid neemt Kuzu met zijn partij afstand van Nederland en doet hij zich kennen als vijfde colonne in Nederland voor de politiek van de Turkse leider Recep Erdogan. Valt zo’n opstelling van de pro-Erdogan Kuzu nog enigszins te begrijpen, vraag is wat niet-Turkse kaderleden van DENK die als vanouds zo’n duidelijke pro-Erdogan opstelling missen binnen DENK te zoeken te hebben. Want de Turkije-politiek van DENK zoals Kuzu die verwoordt trekt deze partij naar de marges van het politieke spectrum. Dat is ook van invloed op kandidaat-raadsleden in Deventer, Rotterdam, Utrecht of Amsterdam die door deze pro-Erdogan politiek van DENK straks belemmerd kunnen worden in hun raadswerk. Kunnen ze zich vereenzelvigen met Kuzu’s Turkije-politiek die de andere programmapunten van DENK marginaliseert?

Hoelang nog blijven niet-Turkse kaderleden van DENK zwijgen en wanneer nemen ze afstand van de Turkije-politiek van DENK die de partij verwijdert van de redelijkheid, de Nederlandse democratie en een solide plek tussen andere partijen in Tweede Kamer en gemeenteraden? Of kent DENK net als Forum voor Democratie geen interne partijdemocratie, met als gevolg dat grieven van de basis genegeerd worden en niet in openheid en zonder dwang van de partijtop op een ledenvergadering besproken kunnen worden? Het lijkt er sterk op.

Foto: Eigen tweet in antwoord op een tweet van DENK, 24 februari 2018.

Bewustwording over opbouw controlestaat gehinderd

Democracy Now geeft een update van ontwikkelingen op de aan het eind van 2013 gehouden vierdaagse conferentie 30C3 in Hamburg. WikiLeaks-medewerkster Sarah Harrison, WikiLeaks-oprichter Julian Assange en veiligheidsexpert en hacker Jacob Appelbaum geven hun mening over de opbouw van de controlestaat door overheden. Die is zover gevorderd dat ze over de laatste vrije internetgeneratie spreken. Dat vraagt om bewustwording en actie om die vrijheid voor de toekomst veilig te stellen. De ‘hackers’ zijn de provo’s van nu die rozijnen uitdelen. En door het establishment niet begrepen, of bewust gehinderd worden.

Dat het met die bewustwording over de opbouw van de controlestaat slecht gesteld is en vooral de gevestigde media hun controlerende en signalerende laten liggen toont een column van Rik Kuethe in Elsevier aan. Het merkwaardige aan de column is dat het op allerlei manieren slechte journalistiek is die de naam journalistiek niet verdient. Het gaat er niet om dat Kuethe een mening geeft die anderen wellicht onwelgevallig is, maar dat-ie niet van de feiten uitgaat en een kaartenhuis van verzinsels bouwt. Hoe is het mogelijk dat een gerenommeerd tijdschrift als Elsevier en een gewaardeerd hoofdredacteur als Arendo Joustra de onbenullige en misleidende praatjes van Kuethe laten passeren?

Zo verzaakt de journalistiek haar taak om de macht te controleren en wordt het medeverantwoordelijk voor de opbouw van de controlestaat. En kan Kuethe straks in alle onvrijheid op internet surfen. Zijn domheid is niet alleen immens, maar kwaadaardig. Dat laatste is hem verwijtbaar. Zoals dat geldt voor al die gevestigde media die de bedreigingen van hun eigen tijd niet begrijpen. Merkwaardige journalistiek is dat die de signalen van de eigen tijd niet begrijpt of om politieke redenen bewust verkeerd voorstelt door de feiten te verdraaien.