De reacties op een incident tijdens de debatbattle met basisscholen ‘Discussiëren kun je leren‘ in De Balie in Amsterdam zijn uiteenlopend. Het Parool besteedt er in een bericht aandacht aan. Leerlingen van de islamitische school As-Siddieq verlieten tijdens muzikale intermezzo’s de zaal omdat ze ‘van hun geloof niet naar dans kijken en muziek [mogen] luisteren’, zo verklaarde een leerlinge. Kinderen van andere scholen met een islamitische achtergrond bleven tijdens de muzikale onderdelen in de zaal of dansten mee op het podium. Een deel van de islamitische kinderen meent dus dat kijken naar dans en luisteren naar muziek niet mag van hun geloof, terwijl een ander deel meent dat dat goed samengaat met een islamtisch geloof. Er is dus geen eensluidende islamitische opvatting over wat mag in verband met kijken naar dans en luisteren naar muziek.
Het Parool: ‘Natuurlijk, we hebben wel eens gehoord dat zang en dans niet passen binnen fundamentalistische interpretaties van de islam, maar gebeurt dat niet alleen in streng-gelovige landen? Was dit een vleugje Saoedi-Arabië in Amsterdam? Een bewijs van segregatie?’ De meningen van deskundigen die de krant peilt zijn overwegend afwijzend in de vorm van segregatie die de leiding van de islamitische basisschool As-Siddieq hun leerlingen oplegt. Organisator van het debat Chantal Deken zegt dat ze in overleg met de school tot deze oplossing was gekomen ‘die geen afbreuk doet aan de inhoud van het programma’. Maar het is de vraag of de segregatie de leerlingen van As-Siddieq dient en of een organisatie daar aan mee moet werken.
VVD-raadslid Samira Bouchibti vindt het niet normaal wat er gebeurd is: ‘Deze school sluit zich af. Zo ontstaat een enclave in de samenleving. We moeten normen stellen. Ik ga hierover vragen stellen aan het college. De gemeente moet in gesprek met deze scholen.’ Wethouder Onderwijs Simone Kukenheim (D66) zegt: ‘De gemeente gaat het gesprek aan met alle scholen in de stad. En dan vragen wij ook door.’ Maar welke sancties de overheid heeft om scholen die zich afsluiten bij de les te trekken en de leerlingen van die scholen te onttrekken aan het gezag van fundamentalistische ouders of schoolbesturen is ongewis. De uitspraak dat ‘de gemeente in gesprek blijft met deze scholen’, klinkt defensief en verre van krachtdadig en initiatiefrijk.
Woordvoerder Jamila Zemouri van de Stichting Islamitische Scholen Amsterdam waar As-Siddieq toe behoort meent dat van segregatie geen sprake is omdat de school er ‘juist voor gekozen heeft om wel deel te nemen aan het debat’. Zemouri: ‘Muziek is niet verboden in de islam, maar meestal doen jongens en meisjes dit gescheiden. Wij bereiden onze leerlingen voor om deel uit te maken van de samenleving en het is de keuze van het kind wat het wel en niet doet.’ Deze uitspraak suggereert dat de school de verantwoordelijkheid bij de leerlingen legt en dat de schoolleiding de leerlingen vrijlaat in hun keuze. Het valt moeilijk in te zien hoe deze bewering klopt over kinderen van maximaal 12 jaar oud. Wat Zemouri precies bedoelt met de uitspraak dat ‘jongens en meisjes muziek gescheiden’ doen is de vraag. Deze verklaring maakt het er eerder kwalijker op dan het al leek. Er lijkt sprake van een dubbele apartheid. Namelijk die tussen jongens en meisjes binnen de islam en tussen islamitische scholen en niet-islamitische scholen. De uitleg van As-Siddieq klinkt zonderling.
Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Leerlingen islamitische school verlaten zaal bij dansoptreden’ van Michiel Couzy in Het Parool, 15 april 2017.