Op sociale media spelen beunhazen in op angst voor coronavirus

Angst is een aparte subcategorie in de berichtgeving over het coronavirus, ofwel COVID-19. Individuen met bedenkelijke overwegingen zien hun kans schoon om zich te betitelen als deskundige op het gebied van angstbestrijding. Tijdens de zich nog steeds ontwikkelende crisis waarvan het ergste nog moet komen. Ze spelen in op angstbeelden. Dat doen ze met hun godsdienst, hun therapie, hun ‘mindtuning’ of hun politieke complottheorie. Op YouTube plaatsen religieuze organisaties, yoga-studio’s, rechts-radicale complotdenkers en vage types als Pieter Frijters die zich profilereert als ‘mindreset deskundige’ hun adviezen waarin ze eerst de angst voor COVID-19 oproepen om vervolgens met hun vermeende oplossing of zalvende woorden de eigen onmisbaarheid te kunnen benadrukken. Of van het gedachtengoed dat ze promoten. Crisis geeft deze pseudo-deskundigen de kans op nieuwe inhoud. Het zou lachwekkend zijn als de situatie niet zo ernstig was.

Deze charlatans van de massa-psychologie richten zich niet met feiten, maar met schijnoplossingen tot de zwakkeren van geest in wie ze een makkelijk slachtoffer vinden. De Surinaamse minister van Volksgezondheid Antoine Elias behoort trouwens niet tot de categorie van de beunhazen. Hij probeert het nepnieuws en de schijnoplossingen te ontzenuwen. Als zijn conclusie klopt dat 40% van de sociale media positief gebruikt wordt, dan geeft de coronacrisis 60% van de gebruikers op sociale media de gelegenheid om te stoken, te verwarren, valse hoop te geven, te misleiden en angst aan te jagen. Ze wekken angst op met hun suggesties, tips, raadgevingen, vingerwijzingen en waarschuwingen. De echte angst-experts hebben het nakijken.

PVV en FvD zitten klem in hun retorische fuik. Door de coronavirus crisis kunnen ze voorlopig geen angst en verdeeldheid meer zaaien

Radicaal-rechts heeft afgelopen jaren een val voor zichzelf gezet waar het door de coronacrisis ingelopen is en niet meer aan kan ontsnappen. Het zet zichzelf te kijk door irrelevante kritiek. Daarnaast neemt de waardering voor en het draagvlak van radicaal-rechts af omdat het dat afwijst waarvan de meerderheid van de bevolking meer dan anders beseft dat het essentieel is om de uitbraak te bestrijden. Namelijk (internationale) samenwerking en een belangrijke rol voor wetenschappers. Dat alles gemeld door professionele journalistiek die verantwoording neemt door feiten te geven en nauwgezet verslag te doen van de ontwikkelingen.

Het pleidooi van PVV en FvD die vrijheid hoog in hun vaandel zeggen te hebben voor de volledige inperking van de vrijheid (‘lockdown’) valt niet te rijmen met hun kritiek op het kabinet dat maatregelen aankondigt. Dat is niet wat het land nu nodig heeft bij maatregelen die van dag tot dag aangescherpt worden. De kritiek kan dan ook niet anders opgevat worden dan vergezocht. Het is kritiek om de kritiek. PVV en FvD ontmaskeren zichzelf als pseudo-betrokken en pseudo-begaan met Nederland. Hun wrok tegen iedereen wordt onthuld.

In navolging van president Trump die in de eigen val van zijn retoriek is getrapt vallen PVV en FvD door de mand. Ook in een noodsituatie van ongekende omvang bieden ze geen oplossingen, maar blijven ze op hun aloude gevoel spelen met vreemdelingenhaat, zaaien van verdeeldheid en rancune. Het is 11 mei 1940 en PVV en FvD blijven zaniken over de ‘schijndemocratie’, de intimidatie van minderheden en zaaien verdeeldheid.

De urgentie van PVV en FvD is hun gebrek aan urgentie. Het gaat nu snel in de ontmaskering van valse profeten. Vooral op de politieke en religieuze markt worden goedwillenden van kwaadwillenden gescheiden.

PVV en FvD beleven op dit moment niet hun finest hour. In hun automatisme kunnen ze niet meer schakelen. Het gebrek aan souplesse en hun starheid om bij hetzelfde verhaal te blijven omdat ze maar één verhaal hebben zijn hun valkuil. Dat is het gevolg van hun politieke marketing die draait om het zaaien van angst en verdeeldheid. Maar nu gaat het niet om een angst die voortkomt uit politieke marketing en geconstrueerd is, maar om fundamentele Angst die draait om leven en dood. Omdat die angst beteugeld moet worden en er verbinding gevraagd wordt is hun politieke marketing onbruikbaar en werkt het tegen de boodschapper in.

PVV en FvD kunnen niet schakelen als de situatie dat vraagt. Ze hebben namelijk slechts één manier van handelen, modus operandi, die door een gezondheidscrisis in een klap onbruikbaar is geworden. Alles dat belangrijk leek is het niet meer. Wat nu gevraagd wordt van politieke partijen is inschikken, uitschakeling van oude reflexen, stokpaardjes en persoonlijke branding. Wat niet wil zeggen dat er geen werk aan de winkel is. Nu er tientallen miljarden euro’s aan noodfondsen vrijkomen is het zaak voor politici om ervoor te zorgen dat die niet bij vermogenden, banken en multinationals, maar bij kleine bedrijven en burgers terechtkomen.

Foto: ‘Zicht op de visinstallatie en fuiken van de Wagenia in de Congorivier’, 1970. Collectie Tropenmuseum.

Waarschuwing en angst voor rechts-populisten werkt averechts omdat het hun macht vergroot. En hun zwakte buiten beeld laat

De paradox van de gevestigde journalistiek, maar ook van veel gebruikers van sociale media is dat ze met hun waarschuwingen tegen het rechts-populisme of de populisten het omgekeerde bereiken van wat ze bedoelen. Ze menen verslag te doen van een feitelijke situatie, maar schieten in hun alarmeringen hun doel voorbij. Wie grasduint op online media of op Facebook, Twitter of blogs ziet hoe het werkt. Waarschuwingen tegen wat rechts-populisten, rechts-nationalisten, rechts-radicalen, alt-right of Nieuw Rechts wordt genoemd zijn immens. Maar het werkt averechts omdat het de invloed van deze populisten er onevenredig groot op maakt.

In het studiogesprek legt de ‘Europese journalist’ Alex Taylor dit voor het Verenigd Koninkrijk uit. Als de hevig verdeelde Conservatieven en Labour buiten beschouwing worden gelaten, dan blijkt dat er bij de Europese Verkiezingen meer kiezers stemden op anti-Brexit dan op pro-Brexit partijen. Maar wie de afgelopen week de media en sociale media heeft gevolgd loopt grote kans uitsluitend het succes van Nigel Farage en de Brexit Party uitgemeten te hebben gekregen. Dat de LibDems en de Greens volgens opgave van het Europarlement met de regionale partijen en Change UK samen een hoger percentage (39,31%) scoorden dan de Brexit Party en UKIP (33,96%) wordt nauwelijks in de media gesignaleerd. En ook niet gebruikt om de golf van rechts-populisme die Europa zou overspoelen te relativeren en minder bedreigend te noemen dan die werkelijk is.

In Nederland wordt al enkele jaren gewaarschuwd voor Thierry Baudet en zijn FvD terwijl hij in de Tweede Keer sinds 2017 twee zetels van de 150 inneemt. Maar wie de Nederlandse media volgde leek FvD een belangrijke, grote partij die volop aandacht verdiende. Hetzelfde geldt voor de Britse Nigel Farage die met UKIP en nu de Brexit Party weliswaar in het Europees Parlement is vertegenwoordigd waar hij paradoxaal genoeg tegen ageert, terwijl hij in het Lagerhuis niet vertegenwoordigd is. Wordt het geschreeuw van de populisten door de media niet uitvergroot en worden ze niet gewichtiger gemaakt dan ze redelijkerwijs aan aandacht verdienen?

De nationaal-populisten of hoe ze ook genoemd worden zetten handig de gevestigde media in voor het vergroten van hun macht. De media en de thuisgebruikers op sociale media doen wat de populisten willen dat ze doen. Sinds 2014 worden we doodgegooid met waarschuwingen voor president Putin en zijn agressieve politiek in Oekraïne. Dat jaagt angst aan en vergroot de macht van zo’n autoritaire leider die uitsluitend aan de hand van een vermeende sterkte wordt afgemeten. Dat zaaien van angst is precies wat de populist om twee redenen wil. Het maakt de macht groter dan die werkelijk is en leidt af van de zwakte. Want wat grotendeels ongenoemd blijft is dat een leider als Putin nooit de steun van een meerderheid van de bevolking achter zich heeft gekregen in vrije, eerlijke verkiezingen. Het volk tolereert uit onmacht zijn greep naar de macht. In zekere zin geldt dat ook voor president Trump die in zijn campagne van 2016 als geen andere kandidaat vrije publiciteit van de gevestigde media kreeg, maar het zelfs bij de verkiezingen af moest leggen tegen zijn tegenstander die drie miljoen stemmen meer kreeg. Door het bijzondere kiessysteem won Trump toch.

Uiteraard zijn er ook nationaal-populisten die wel op een min of meer eerlijke en open manier verkiezingen hebben gewonnen, zoals Modi in India, Salvini in Italië of het PiS (Prawo i Sprawiedliwość) in Polen. Maar hun gang naar de macht gaat wel vergezeld met intimidatie, manipulatie van de beeldvorming, het op een zijspoor zetten of belemmeren van de oppositie en het oprekken van de rechtsstaat door de rechterlijke macht voor eigen doeleinden in te zetten. In Hongarije zijn de verkiezingen van de rechts-populistische Viktor Orban door het kapen van de publieke opinie en de instituties daarom nauwelijks nog eerlijk te noemen. Zoals gezegd zijn er in de Russische Federatie onder president Putin nog nooit niet gemanipuleerde verkiezingen gehouden.

Wat is de les die we moeten trekken? Laten we ons ervan bewust zijn dat media de zuurstof van de populisten zijn. Gevestigde en sociale media. Ze proberen gebruik maken van de media en die voor hun karretje te spannen. Als ze de macht hebben veroverd bestendigen ze die door intimidatie, manipulatie en misleiding. Beeldvorming en afschrikking zijn hun wapens. Als de macht nog moeten veroveren dan doen ze dat door angst aan te jagen voor wat komen gaat door bijvoorbeeld ondergangsfantasieën te schetsen of gebruik te maken van onze angst en verontwaardiging voor hun grofheid en op handen zijnde overtreding van de regels.

Het antwoord daarop is bezinning en het stellen van de volgende drie vragen: 1) wat is de concrete macht van de populist; 2) wat is het politieke programma van de populist en 3) welke positie die overeenkomt met concrete macht heeft de populist? De betrekkelijkheid van de populist is dat die uitsluitend kan gedijen door onze angst en verontwaardiging en alleen op die manier groot kan worden. De remedie is om ons niet bang te laten maken en telkens weer terug te gaan naar de realiteit en ons niet af te laten leiden door doemscenario’s of spookbeelden die de favoriete hulpconstructies van de populist zijn. Door voortdurend te waarschuwen voor de brutaliteit, de overtreding van het fatsoen, goede smaak of normen spelen we de populist in de kaart. Want daardoor benadrukken we de sterkte en vergeten we de zwakte van de populist. Dat werkt averechts.

Een beleggingsanalist zegt: ‘Angst overheerst’. Wat moeten we ermee?

De titel bij deze video met beleggingsnieuws is veelzeggend: ‘Angst overheerst’. Oh, bij wie? Dat betekent een negatief koopadvies en een positief verkoopadvies. Maar waarom praat de analist van Paribas over angst als hij dalende koersen bedoelt? Wat heeft dat met angst te maken? Haakt hij aan bij een onderstroom die al in de samenleving bestaat? Iedere belegger kan met een muisklik kopen of verkopen. Maar angst die overheerst?

De Duitse filmtheoreticus Siegfried Kracauer had het in zijn boek ‘From Caligari to Hitler’ (1947) over de Duitse samenleving waarin het ‘collectieve dispositie’ gegeven zou hebben. Dus een aanleg of gevoeligheid van allen voor iets. In dit geval een tendens naar het morbide en macabere bij politieke en culturele onzekerheid die de opgang van het nationaal-socialisme zou verklaren. Op de onderbouwing van Kracauers stelling is volop kritiek op gekomen, maar dat een collectieve onderstroom, gevoeligheid of aanleg in een samenleving tot iets kan leiden valt niet te ontkennen. Soms is dat al uit een simpel woordje af te leiden.

Hebben we werkelijk angst of wordt ons die van allerlei kanten om allerlei redenen aangepraat? Door bedrijven die ons willen laten kopen of verkopen, politici en complotdenkers. De meeste Nederlanders zijn gelukkig en tevreden met hun leven. Ze hebben het economisch nog nooit zo goed gehad. Verklaart dat de angst omdat men juist dan beseft dat men kan verliezen wat men heeft? Tot zolang het duurt. Dat betekent dat angst een teken van geluk, welvaart en voorspoed is. Het omgekeerde van hoe het doorgaans voorgesteld wordt. Angst moet dan gekoppeld worden aan een positief gevoel tegen een negatieve achtergrond. Angst is een emotie die verwant is aan verlangen. Als het ingelost wordt, dan verdwijnt de gemoedsaandoening.

Van president Franklin D. Roosevelt is bij zijn inaugurele rede in 1933 de zin blijven resoneren ‘Het enige wat we moeten vrezen is de angst zelf’ (‘Only Thing We Have to Fear Is Fear Itself’). Hij probeerde de angel uit de verlammende angst te halen die door de economische crisis van 1929 was ontstaan en in 1933 op zijn dieptepunt was. Hij pompte hoop en perspectief in zijn volk. Dat is anders dan wat de analist van Paribas en anderen doen. Wat moeten we met onheilsstemmingen die klinken als een zichzelf vervullende voorspelling?

Overheid moet voorlichtingscampagne starten om orthodoxe gelovigen te bevrijden van de vrees dat hun geloof niet vrij is

In dit verslag van Nieuwsuur over de orthodoxie van christelijk Nederland verbaasde ik me over een uitspraak van een orthodox-protestante gelovige. Zij zegt (na 3’10’’): ‘Hoe lang mogen wij nog in vrijheid naar de kerk gaan?’ Waar haalt ze de angst vandaan en door wie wordt haar dit aangepraat? Nieuwsuur geeft deze uitspraak onvoldoende context. Het helpt er voor het begrip van de positie en het perspectief van orthodoxe christenen niet aan mee als Nieuwsuur nalaat om een passende context te bieden. Zonder commentaar en nuancering geeft het een onvolledig en foutief beeld van het secularisme door. Het verslag volgt het perspectief van de angstige vrouw die denkt dat het secularisme of een seculiere samenleving vijandig staan tegenover godsdienst. Dat is onjuist, want het secularisme is niet pro- of anti-religieus. Nieuwsuur houdt de vooroordelen van deze orthodoxe christenen echter in de lucht doordat ze die niet direct weerspreekt.

Journalistiek mag signaleren, maar dient foute beweringen stante pede te corrigeren in een commentaar waarbij een en ander met elkaar in direct verband staan. Het valt Nieuwsuur te verwijten dat het waarnemend en te indirect verslag doet zonder toe te lichten dat de vrees van de vrouw ongegrond is en niet gebaseerd is op de werking van de vrijheid van godsdienst, de grondwet, de rechtsstaat en de uitvoering ervan. De kritiek op Nieuwsuur gaat niet zozeer om een verkeerde inhoud, maar om een verkeerd gekozen vorm en toon.

Het verslag toont aan dat de orthodoxe dominee en de gelovigen intolerant zijn tegenover andersdenkenden voor wie de hoop wordt ingeruimd dat ze zich ooit naar hun geloof, bijbel en God zullen voegen. Zo ontstaat in dit verslag indirect toch een verklaring over de uitspraak van de vrouw die zich bevreesd afvraagt hoelang ze nog in vrijheid naar de kerk kan gaan. Het is haar projectie door spiegeling. Want wat ze een ander zou willen opleggen als haar orthodoxe christendom de macht had, denkt ze nu dat haar door de huidige macht wordt opgelegd. Maar dat is onjuist. Want de politieke filosofie van het secularisme is overkoepelend en biedt in gelijke mate ruimte voor alle godsdiensten en levensovertuigingen. Dat de vrouw dit voor waar houdt en uitspreekt lijkt een gevolg van orthodox-protestante kerkpolitiek die de weerstand preekt. Gelovigen worden om begrijpelijke redenen door hun kerkleiders vrees aangejaagd voor de wereld buiten de eigen kerk. Zodat ze niet afdwalen, maar in de kudde blijven, en zich radicaal en streng opstellen tegenover de buitenwereld.

De defensieve houding van kerken is begrijpelijk vanwege de ontkerkelijking. Het vandaag gepubliceerde rapportChristenen in Nederland: kerkelijke deelname en christelijke gelovigheid’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) maakt duidelijk dat per saldo jaarlijks zo’n 100.000 gelovigen de kerken verlaten. SCP-onderzoeker Joep de Hart zegt er tegen de NOS over: ‘Mensen die zich betrokken voelen bij een vorm van christendom zijn inmiddels een kleine minderheid onder de Nederlandse bevolking aan het worden’. De Hart zegt ook: ‘Maar ontkerkelijking is een gegeven waarmee kerkleiders al decennia lang vertrouwd zijn. Kerken worden leger en grijzer. En niemand heeft eigenlijk een oplossing bij de hand.’ Het valt te verwachten dat de ontkerkelijking doorgaat, maar het tempo van teruggang kan afvlakken. In zo’n krimpende religieuze sector waarin kerken onder druk staan en voor hun voortbestaan vrezen is het van belang dat aan gelovigen door overheid en media goed uitgelegd wordt in welke nieuwe situatie hun religieuze organisaties functioneren.

Het is de verantwoordelijkheid van kerkleiders vanwege het aspect van psychische gezondheid om de eigen gelovigen geen onnodige vrees aan te jagen, maar goed te informeren dat ze onder bescherming van de nationale rechtsstaat niks te vrezen hebben voor hun geloofsvrijheid of die van de kerk waar ze lid van zijn.

De overheid zou hierover in overleg met de koepels van de verschillende christelijke geloofsstromingen moeten treden. Waarbij de overheid nogmaals uitlegt wat het secularisme of een seculiere samenleving inhouden en dat die niet vijandig staat tegenover godsdienst, maar de krimpende kerken die allen een kleine minderheid vormen juist bescherming biedt tegen dominante stromingen. De overheid kan orthodoxe christelijke organisaties die volharden in hun defensieve houding omdat ze niet leven in het heden (maar óf in een ver, glorieus verleden óf in een toekomstige eindtijd die verlossing brengt) niet dwingen om de gelovigen behoorlijk en toereikend te informeren. Maar met een overheidscampagne over ontkerkelijking, het afnemend belang van godsdienst, de grondwet en de vrijheid van godsdienst, en de uitleg van wat het secularisme inhoudt kunnen gelovigen rechtstreeks benaderd worden. Het wegnemen van de angst niet in vrijheid naar de kerk te kunnen gaan is goed voor de relatie tussen diverse groeperingen in de samenleving en voor de geestelijke gezondheid van gelovigen die binnen orthodoxe kerkelijke organisaties vrees wordt aangejaagd.

Neemt de angst voor globalisering af als globalisering afneemt?

pvv

Angst voor globalisme bij Europese kiezers kan bestreden worden door aan te tonen dat het globalisering over haar hoogtepunt heen is. Dat blijkt uit academisch onderzoek. Hoogleraar Economische groei en ontwikkeling Marcel Timmer maakt dat aannemelijk in een bericht in NRC. Hij verwijst onder meer naar een van de pijlers onder het globalisme, namelijk ‘de zogeheten ‘internationale fragmentatie’ van productieketens’. Die fragmentatie groeide in de twee decennia tot 2011, maar nam daarna af. Timmer geeft een verklaring: ‘Waarschijnlijker is dat bedrijven zich meer bewust zijn geworden van de nadelen van productie in het buitenland. Soms valt de kwaliteit van de producten of de dienstverlening tegen. Een andere verklaring is de snelle technologische innovatie. Die zorgt nu soms voor verplaatsing van productie terúg naar rijkere landen.’ Het verplaatsen van productie naar lage loon-landen is dus een proces dat al op haar retour is.

Deze constatering lijkt een zijdelings en onverwacht antwoord op de gisteren gepubliceerde studieFear not Values. Public opinion and the populist vote in Europe’ van de Bertelsmann Stiftung die tot de conclusie komt dat globalisme de hoofdoorzaak is voor mensen om op populistische partijen te stemmen. In een toelichting bij de studie merkt de Bertelsmann Stiftung op dat er twee interpretaties zijn voor de angst bij deze kiezers en de opkomst van het populisme. De eerste benadrukt het conflict tussen progressieve en traditionele waarden en de tweede de kloof tussen zij die van de globalisering profiteren tegenover degenen die achterblijven.

Voor de Nederlandse partijen is het weinig opvallend (zie diagram) dat kiezers op de PVV en in mindere mate de SP globalisering het meeste als dreiging zien. Evenmin opvallend is dat kiezers op de PVV en het CDA zich het meeste bekommeren om traditionele waarden en progressieve waarden als seksegelijkheid, homorechten, etnische diversiteit en milieubescherming als bedreiging zien. Wel is opvallend hoe traditioneel de achtervan van de PvdA is. De angst voor globalisering (40%) is in Nederland overigens kleiner dan in de meeste andere onderzochte landen. Maar dat geldt niet voor de achterban van de PVV. Bekommernis om de teloorgang van traditionele waarden is in Nederland wel betrekkelijk hoog (53%). Hoe dan ook, D66, PvdA en VVD met een achterban die het minst vreest voor globalisering hebben er alle belang bij om kiezers op andere partijen erop te wijzen dat de angst voor globalisering grotendeels ongegrond is omdat de dreiging ervan afneemt.

Foto: Schermafbeelding van grafiek 17 ‘PVV voters fear globalisation more than others’ uit studie ‘Fear not Values. Public opinion and the populist vote in Europe’ van de Bertelsmann Stiftung.

Bang Europa kan zelfvertrouwen herwinnen door Deltaplan-Conferentie

1785850_orig

Europa is bang, maar zou dat helemaal niet hoeven zijn. De Jordaanse diplomaat Zeid Ra’ad die de mensenrechtencommissie van de VN leidt zegt in een interview in NRC met Caroline de Gruyter: ‘Europese landen zijn rechtsstaten en hebben gemeenschappelijke waarden. En nu staan er een paar fanatici op, gedreven door pathologische haat, en meteen denken veel Europeanen dat alles op de helling staat. Een paar verschrikkelijke aanslagen en mensen worden zo bang dat hun geloof in de rechtsstaat en menselijke waarden sterk wordt aangetast. Ze lopen achter populisten en demagogen aan. Zoeken zondebokken, liefst een zwakke groep outsiders. Als je anderen de schuld kunt geven van de problemen, voel je jezelf beter. Zo keert het wij-zij-denken in Europa terug: wij zijn het slachtoffer, zij zorgen dat we ons zwak en bedreigd voelen.’

Dit is duidelijke taal waarmee men het moeilijk niet eens kan zijn. in zijn media-rubriek besteedde NRC-redacteur Hans Beerekamp aandacht aan een speciaal Europa-programma van DWDD met de schrijvers Geert Mak en Adriaan van Dis die het hadden over de laatste stuiptrekkingen van het kolonialisme: ‘(..) de opkomst van het nieuwe nationalisme en populisme kan wel eens te maken hebben met weerstand tegen de teloorgang van de Europese en Amerikaanse hegemonie. (..) de rest van de wereld haat ons niet, maar benijdt ons onze rijkdom en vooral vrijheid. Omdat er weinig bereidheid is tot delen en iedereen nu op zijn telefoon kan zien wat hij mist, komen de slimste en handigste Afrikanen, Arabieren en Afghanen het maar zelf hier halen.

Het is de aloude Noord-Zuid discussie. Wie heeft recht op wat en waar gaat ontwikkelingssamenwerking (armoedebestrijding, mensenrechten) over in herverdeling van rijkdom die tevens de ongelijkheid bestrijdt? Nu is de beantwoording van die vraag des te actueler omdat het een proces van nationalisme en populisme in gang zet dat niet meer lijkt te stoppen en alle verbindingen doet verbrokkelen. Zeid zegt dat Europa veel sterker is dan het denkt, maar onderpresteert. Europa gelooft niet in zichzelf. Europa treedt onvoldoende op om de eigen belangen te verdedigen en de eigen waarden te handhaven. Zo bezoedelt Europa zichzelf en verliest het nog meer aan eigenwaarde. Europa oogt ontregeld en verloren. Europa heeft het zelfvertrouwen verloren en geeft veel te veel ruimte aan de nationalisten en de populisten die in vergezichten, historische ideaalbeelden en weidse perspectieven handelen die gespeend zijn van realiteitszin en oplossingsgerichtheid.

Zeid constateert dat Europa handelt in tegenspraak met de eigen waarden: ‘Europa doet nu dingen die tegen zijn eigen principes zijn. Tegen zijn eigen wetten. Het stuurt mensen terug die bescherming nodig hebben. Dat is verboden volgens internationale verdragen die Europese landen ondertekend hebben.’ Hij ziet overeenkomsten met de jaren ’30: ‘Het is eerder gebeurd dat demagogen de angsten van Europese burgers manipuleerden om hun eigen ambities te bevredigen, over de ruggen van groepen onschuldige mensen.’ Zeid verwijt vooral de gevestigde politieke partijen dat ze niet de Europese waarden vertegenwoordigen, maar afglijden en hun rug niet recht houden: ‘Als het politieke midden steeds verder naar rechts opschuift, horen burgers op den duur vooral nog politici die radicale dingen zeggen. Dan denkt men dat dit soort taal oké is.

Wat is nodig om het zelfvertrouwen terug te krijgen in de EU-lidstaten? De oplossing is veelzijdig en omvat aspecten die in een Deltaplan-Conferentie vastgelegd kunnen worden: a) vijanden die tot doel hebben de EU te ondermijnen worden krachtig van repliek gediend, ook militair; b) in het buitenlands beleid bestrijdt de EU ambitieus, gecoördineerd en met inzet van alle middelen de onrust aan de grenzen (Oekraïne, Syrië, Noord-Afrika); c) ontevredenheid bij vooral de middengroepen in de bevolkingen die volgt uit de nadelen van het globalisme wordt gerepareerd door de ontmanteling van beschermingsconstructies die het kapitalisme hebben omgevormd tot corporatisme waardoor parlement en burgers buiten spel zijn gezet; d) politieke middenpartijen zetten in een ideeënstrijd de aanval in op de nationalisten en populisten; e) in het Noord-Zuid debat maakt de EU geen afspraken met anti-democratische landen als Turkije, maar door de bewaking van de buitengrenzen en een systeem van immigratiequota en verblijfsvergunningen die direct aansluiten op de arbeidsmarkt neemt het zelf de regie over het immigratiebeleid. Aangevuld met humanitaire hulp. Lidstaten die zich hierin niet kunnen vinden, zoals Polen of Hongarije worden met een B-status in quarantaine gezet.

Foto: Holocaust, razzia van Roma, Tweede Wereldoorlog (foto 48).

Dwaallichten en dwaalwegen. Over de huidige generatie politici en malcontente intellectuelen die claimen namens het volk te spreken

EX8017_8

Van de Nederlandse politiek begrijp ik steeds minder. In 2015 stelt het na een hoop gemarchandeer met elkaar een referendumwet op, een wet raadgevend referendum. Je zou dan denken dat het een minimale toets der kritiek kan doorstaan. Maar na een voorjaarsstormpje lag het hele Binnenhof plat. Geestelijk uitgeteld.

Wat gebeurde er tot mijn stomme verbazing tijdens de campagne voor het eerste referendum dat gehouden wordt, over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne? Politieke partijen in de Tweede kamer begonnen zonder noodzaak ineens te beweren dat ze de uitkomst van het referendum hoe dan ook zullen volgen. Ze maakten onder druk van de campagne vol populisme en de hete adem van Wilders in hun nek er een bindend referendum van. Maar nog maar een half jaar daarvoor hadden ze niet daarvoor gekozen, maar voor een niet bindend referendum. Hoe consequent wil deze politiek zijn?

Als vervolgens de commentaren in de media zeggen dat dat ‘verstandig’ is en premier Rutte na de uitslag op 6 april zegt dat hij sowieso de overeenkomst vanwege de uitslag niet ratificeert, dan verlies ik mijn laatste restje geloof in de stevigheid van de ruggengraat van de huidige generatie politici. Wat is dat voor gevestigde politiek die siddert voor de volkswil en niet eens meer de moeite durft nemen om uit te leggen dat een regering uiteenlopende Nederlandse belangen te verdedigen heeft waarvan die van 2,55 miljoen tegenstemmers in een referendum er slechts een is?

Het kabinet legt onvoldoende uit dat de regeringen van 27 EU-lidstaten die ongeveer 500 miljoen inwoners representeren ja hebben gezegd tegen genoemde associatie-overeenkomst. Het kabinet durft het publiek dit niet te zeggen. Is het gemakzucht, lafheid, een schromelijk gebrek aan politiek-filosofische onderbouwing, overschatting van eigen tactisch handelen of ontbrekende vaardigheid van degelijk politiek handwerk? Al met al zal er in de overeenkomst niets of weinig veranderen -daar rekenen voor- en tegenstanders op- maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat het kabinet dat nu niet durft uit te leggen, en wegvlucht in indirect handelen en tactische spelletjes. Juist dat schaadt het vertrouwen in de politiek en in deze generatie politici.

Ik ben afgelopen week niet mijn geloof kwijtgeraakt in een groepje tegen extreem-rechts aanleunende malcontenten die zichzelf intellectuelen noemen, op hun manier lekker keet trappen en op hun tijd een biertje drinken. Het zijn gewoon de nozems en hippies van nu. Zo sorteren ze voor voor hun maatschappelijke carrière in de PVV of een nieuw op te richten rechts-nationalistische politieke partij. Zo zijn de tijden.

Ik ben teleurgesteld in de politici van de gevestigde politieke partijen die niet doen waarvoor ze ingehuurd zijn en niet het pad volgen wat ze nog onlangs voor zichzelf uitgezet hebben. Ik was al politiek dakloos maar nu ben ik nog politiek daklozer dan voorheen. Uitermate geïnteresseerd in praktische politiek en politieke wetenschap, maar teleurgesteld in deze hele generatie politici zonder principes en ruggengraat. Die weglacht, wegloopt, wegkijkt en naar verwachting snel zal verdwijnen uit de herinnering.

Misschien moet er maar een partij zonder politiek opgericht worden. Liquid democracy of e-democracy, of hoe het tegenwoordig genoemd wordt. Een politiek bestel zonder dat politieke partijen centraal staan en zonder zelfbenoemde bemiddelaars die als zelfverklaarde ’intellectuelen’ onder elkaar graag een biertje drinken en claimen dat ze namens het volk spreken. Het volk heeft niks aan dwaallichten en dwaalwegen.

Foto: Affiche van Boris Bilinsky voor Die Freudlose Gasse (1925) geregisseerd  door Georg Wilhelm Pabst, La Cinémathèque française.

Met stellingen van De Hond op weg naar de politiestaat. Weg met onze cultuur en de rechtsstaat

peil

Maurice de Hond peilt de stemming van Nederland in reactie op de recente aanslagen in Brussel. Het zegt in een toelichting bij de peiling van 27 maart 2016: ‘Bij de keuze tussen maatregelen nemen om terrorisme te bestrijden en daarbij veel vrijheden inleveren of onze huidige verworvenheden handhaven met mogelijke consequentie dat we meer risico lopen op terroristische aanslagen, zijn de Nederlanders behoorlijk verdeeld.

Femke Halsema constateert in een tweet dat een meerderheid van de Nederlanders af wil van onze cultuur en rechtsstatelijke tradities. Hoe dat zover is gekomen na de bevrijding van de jaren ’60 is de vraag. Zijn het de (sociale) media die een angstcultuur hebben helpen creëren en mensen bang maken? Of is het een generatie politici die bij gebrek aan een solide aanpak Nederland schijnzekerheid biedt? En de burgers onvoldoende uitlegt wat de achtergrond van onze cultuur en tradities is? Of is het een verwend en in zichzelf gekeerd Nederland dat in luxe leeft en weinig ontberingen kent? Of is het gewoon de aloude angst voor de ander?

Deze peiling is ontluisterend voor Nederland. Om je rot te schamen. Tolerantie, begrip en koelbloedigheid zijn ver te zoeken. Verschil tussen gedrag en een mening wordt door een meerderheid niet gemaakt. Met name het antwoord op de stelling over ‘heropvoedingskampen voor leerlingen die juichen als ze horen van terroristische aanslagen’ geeft te denken. De stellingen zelf staan trouwens evenmin boven verdenking. Want 100% veiligheidscontroles ‘op alle plekken waar veel mensen samenkomen‘ zijn zelfs in een politiestaat praktisch onmogelijk. Dus wat heeft het voor zin om zo’n stelling voor te leggen? Vraag is of deze stellingen de vinger aan de pols van Nederland houden of dat ze de opzet hebben om Nederland rijp te helpen maken voor politieke meningen die tot nu toe taboe waren. De peiling is een teken aan de wand van de politiestaat.

Foto: Schermafbeelding van deel van een opiniepeilingNa de aanslagen in Brussel, maart 2016’ van Peil.nl.

Heeft de kunst gelijk? Verhoeven of realiteit? Wat is onze angst?

Dit is niet onze angst. Aldus de in Utrecht gevestigde Nederlandse theatermaker en performancekunstenaar Dries Verhoeven afgelopen mei 2015 op het Festival Transamériques in Montreal, Canada. In een serie van tien glazen cabines confronteert Verhoeven ons met onszelf in de serie ‘Ceci n’est pas’. Eerder te zien in het centrum van Utrecht. Dit is niet wat het is want er staat niet wat er staat of is het juist wel wat het is?

Verhoeven geeft de toelichting: ‘In een kleine glazen cabine midden in de stad wordt dagelijks een ander tableau getoond; beelden die we doorgaans niet tegenkomen in de openbare ruimte. Als zeldzame relicten staan mensen opgesteld achter geluiddicht glas. Met de serie van 10 ongemakkelijke beelden hoopt Verhoeven ons collectieve ongemak bloot te leggen. In begeleidende teksten worden de ongemakkelijke beelden zakelijk omschreven als exemplarisch voor het DNA van onze tijd. Argeloze voorbijgangers worden door de zakelijke presentatie aangemoedigd hun positie te bepalen ten opzichte van de controversiële beelden: “Waarom ligt er een besmetting op bepaalde beelden, die twintig jaar geleden nog gewoon konden worden getoond? Zijn we minder tolerant geworden? Of zijn we juist onze naïeve politieke correctheid kwijtgeraakt? Is het goed dat wij en onze kinderen bepaalde dingen niet zien, of zijn we doorgeschoten in onze drift tot bescherming?

Door de aanslagen in Parijs is aan het beeld ‘Ceci n’est pas notre peur’ een nieuwe laag toegevoegd. Wat is onze angst? Is het ongemak zoals Verhoeven zegt of meer dan dat? Zoals veiligheid en het gevoel van geborgenheid? Achterhaalt de werkelijkheid de kunst of heeft de kunst van Verhoeven toch het laatste woord?

CECI06

Foto: Dries Verhoeven, Ceci n’est pas notre peur. Oorspronkelijk gemaakt in coproductie met SPRING Festival Utrecht, 2013. Credits: Willem Popelier