Radicaal-rechts gebruikt artikel van Keyvan Shahbazi om links te bashen

Schermafbeelding van deel opinie-artikelWaar komt linkse liefde voor Iraans islamisme vandaan? Is het naïviteit? Is het verwardheid? Is het domheid?‘ van Keyvan Shahbazi in het Dagblad van het Noorden, 21 december 2022.

In een onevenwichtig, impressionistisch artikel dat oorspronkelijk op 20 december 2022 in De Telegraaf verscheen meent de Iraans-Nederlandse Keyvan Shahbazi aan de hand van een paar voorbeelden dat links een vriend van het islamisme is. Shahbazi leidt uit het bijzondere het algemene af. Dat is geen valide manier van argumenteren.

Zelfs Michel Foucault die al meer dan 35 jaar geleden is overleden wordt door hem van stal gehaald met een voorbeeld uit 1978. Dat leidde toen tot een controverse. Foucault was trouwens minder eenduidig positief dan Shahbazi suggereert en sprak over het Iraanse regime als een ‘”bloedige regering van een fundamentalistische geestelijkheid“.

Shahbazi zegt over de Westerse houding jegens Iran: ‘Maar wij kijken liever de andere kant op.’ Echt? De eindredactie vertaalt Shahbazis woorden in een inleidende alinea: ‘maar het Westen, en dus ook Nederland, omarmt liever het islamitisch regime of kijkt weg‘.

Nergens onderbouwt Shahbazi op een geloofwaardige wijze zijn claim dat het Westen of Nederland het Iraanse regime omarmt. Het betoog mist reliëf als de auteur niet zegt dat het juist de vijand van het Westen is dat het Iraanse regime omarmt. Kan het Westen een vriend van Iran zijn als tegelijkertijd de vijand van het Westen, te weten de Russische Federatie Iran omarmt? Of Hezbollah of Syrië?

Op dit moment omarmt de rechts-nationalistische Russische Federatie van Poetin uit geopolitieke en militaire noodzaak het Iraanse regime. Poetin die door vele Europese en Amerikaanse rechts-radicalen in bescherming wordt genomen. Die constatering is de sleutel om deze opinie te begrijpen.

De vraag die de auteur laat liggen is waar de rechtse liefde voor Iraans islamisme en Russische imperialisme vandaan komt. Probeert hij dat weg te poetsen door het omgekeerde te beweren in de hoop dat zijn afleiding voldoende desinformatie geeft om echt op de situatie in te gaan? 

Het opinie-artikel is slecht onderbouwd. Het is geconstrueerd op een wankele basis van selectieve voorbeelden, een vertekenende opvatting van wat links is en het generaliseren over de houding van links jegens het Iraanse regime of het islamisme. De actualiteit dat de grootste vijand van het Westen Iran omarmt wordt weggelaten door Shahbazi.

Shabazi is uitsluitend succesvol in het afleveren van een halfproduct dat door rechts-radicale opiniemakers wordt gebruikt om ‘links’ te bashen. Of het hem daar om begonnen was of dat hij voor het karretje van radicaal-rechts wordt gespannen is onduidelijk. Zijn onevenwichtig opinie-artikel roept deze kaping op.

Op sociale media verwijzen de voormannen van radicaal-rechts zoals Ellian of Duk met instemming naar dit artikel. De reden lijkt niet omdat het een diepgaande analyse van de relaties van Iran met andere landen biedt, maar omdat het de kans biedt om links te bashen en dat door verwijzingen op sociale media eindeloos uit te vergroten. Uit de voorbeelden blijkt dat Shahbazi met links ‘radicaal-links’ bedoelt. Dat is een extra onevenwichtigheid van zijn artikel. De centrum-linkse Tony Blair, François Hollande of Bill Clinton omarmden nooit het Iraanse regime.

Tweet van Afshin Ellian van 20 december 2022 en tweet van George Knight van 21 december 2022.

Door De Hond, Duk, Wilders en FvD ben ik geblokkeerd. ‘Toon me door wie u op sociale media geblokkeerd wordt en ik zeg u wie u bent’

Schermafbeelding van geweigerde reactie op Maurice bij artikelDr. John Campbell over oversterfte in een aantal landen‘, 24 november 2022.

Er is een uitspraak die zegt ‘Toon me welke boeken u in uw boekenkast hebt en ik zeg u wie u bent‘. Tegenwoordig hebben mensen niet meer vanzelfsprekend boekenkasten als vroeger. De hedendaagse, geactualiseerde variant van de oude uitspraak zou kunnen zijn: ‘Toon me door wie u op sociale media geblokkeerd wordt en ik zeg u wie u bent‘.

Dat is jammergenoeg wel een negatieve benadering. Maar tegenwoordig kan men iets of iemand proberen te duiden door wat hij of zij niet is. Neem de ‘Nederlandse identiteit’ waarmee Máxima Zorreguieta in 2007 de publiciteit haalde, we weten niet precies wat het is, maar weten redelijk goed wat het niet is.

Vandaag wilde ik reageren op het artikelDr. John Campbell over oversterfte in een aantal landen‘ van Maurice de Hond op zijn website Maurice. Ik wist niet dat De Hond nog steeds bezig is om de publieke opinie te beïnvloeden. Er wordt nauwelijks nog naar hem verwezen. Ik kon de reactie niet plaatsen omdat ik geblokkeerd bleek te zijn.

Mijn reactie luidde: ‘Doet De Hond aan misleiding door aandacht te besteden aan de misleiding van John Campbell? De Hond lijkt nog steeds het konijnenhol van het complotdenken ingedoken te zijn‘. Met een verwijzing naar een factcheck van 24 januari 2022 door PolitiFact over beweringen van John Campbell.

Wikipedia zegt over YouTuber John Campbell: ‘Initially, his videos received some praise, but later descended into misinformation, such as the suggestion that deaths from COVID-19 have been over-counted, repeated false claims about the use of the anti-parasitic drug ivermectin as a COVID-19 treatment, and misleading commentary about vaccine safety.’

Het is geen wonder dat De Hond naar Campbell verwijst omdat wat deze Engelsman zegt volledig in zijn straatje past. Het lijkt zelfs zo dat De Hond een deel van zijn denkbeelden aan Campbell ontleent. Op Maurice verwijst De Hond negen keer naar Campbell. Ook De Hond betwijfelt de oversterfte aan COVID-19. Ook De Hond verwees in 2021 naar de, intussen weerlegde, denkbeelden van Campbell over ivermectine als medicijn tegen COVID-19.

De Hond is medicus noch journalist. Hij is evenmin een sportieve debater. Hij houdt niet van een open discussie. Ik kan me niet meer herinneren dat ik ooit op Maurice in debat ben gegaan met De Hond. Ik kan niet verklaren waarom De Hond me geblokkeerd heeft. Ook de rechtse, activistische journalist Wierd Duk heeft me op Twitter geblokkeerd zonder dat ik begreep waarom dat gebeurde. Evenals Geert Wilders:

Twitter Geert Wilders

Het zal geen verwondering wekken dat het nieuwere, radicale broertje van de PVV me op Twitter ook geblokkeerd heeft. Ik heb evenmin enig idee waarom. Het zal er wel te maken mee hebben dat men uitsluitend voor eigen parochie wil preken en geen tegengeluid of nuancering wil horen:

Twitter FVD

Het is niet ondenkbaar dat er in rechts-radicale kringen een zwarte lijst van ‘lastige’ mensen rouleert waarmee men niet in debat wil gaan en die op de eigen sociale media geblokkeerd moeten worden. Voor de duidelijkheid, bij mijn weten ben ik op sociale media niet geblokkeerd door andere partijen, individuen of organisaties, buiten deze rechts-radicale politici en activisten om.

Nu de rechtse tycoon en eigenaar van Twitter Elon Musk iedereen op Twitter gaat deblokkeren vanwege zijn libertaire opvatting over de vrijheid van meningsuiting die onbegrensd behoort te zijn is het de vraag of Duk, Wilders en FvD zijn voorbeeld durven volgen.

Deze Nederlandse rechts-radicalen hameren er voortdurend op dat de democratie eenzijdig is en niet functioneert, en dat de publieke opinie door het kartel of de Leugenpers wordt gekaapt. Wie weet hebben ze een punt.

Gedrag om andersdenkenden te blokkeren ondersteunt niet de claim van radicaal-rechts van vrijheid voor allen. Zelf geven ze niet het goede voorbeeld. Ze doen wat ze de ander verwijten. Dat is hun geprojecteerde Pavlov-reactie. De zelfverklaarde openheid van rechts-radicalen is meer gesloten dan de door hen gewraakte geslotenheid van de Nederlandse politiek en media.

Ook Nederlandse journalisten zijn medeplichtig aan de moord op de democratie

Schermafbeelding van deel columnThe media treats Biden as badly as — or worse than — Trump. Here’s proof‘ van Dana Milbank in The Washington Post, 4 december 2021.

Het is een oud, welbekend probleem. Journalisten zijn de doodgravers van de democratie, maar door een gebrek aan zelfkennis ontkennen ze dat. Ze zouden ‘objectief’ verslag doen. Als ze trouwens al door anderen ter verantwoording worden geroepen. Journalisten zouden boven kritiek staan. Objectieve analyse ontbreekt of komt niet buiten het wetenschappelijke domein.

In Nederland hebben de media Geert Wilders en Thierry Baudet groot helpen maken. Pas toen deze ultra-rechtse politici eenmaal groot waren gingen sommige journalisten zich achter de oren krabben over wat ze hadden helpen aanrichten. Hadden ze de middenweg gemist tussen het cordon sanitaire en de rode loper? Maar zelfs nu krijgen deze ultra-rechtse politici en hun partijgenoten als Pepijn van Houwelingen, Freek Jansen of Gideon van Meijeren die de meest extreme uitingen doen die tegen de rechtsstaat en de democratie ingaan volop media-aandacht.

Media zoals De Correspondent of De Groene Amsterdammer hebben wel de journalistieke ambitie om door onderzoek achter de schone schijn van ultra-rechts te kijken, maar voor de publieke opinie zijn ze marginaal en weinig invloedrijk. Af en toe komen de gevestigde media met onderzoeksartikelen of scherpe analyses die dat ook beogen, maar dat blijven incidenten met weinig blijvende waarde.

Andere journalisten hadden zelfs dit zelfbesef achteraf niet. Als types als Jort Kelder of Wierd Duk die de rode lopen uitrollen voor ultra-rechts al journalist kunnen worden genoemd en niet politieke activisten die zich de uiterlijkheden van de journalist aanmeten. Ze worden aanvaard binnen hun beroepsgroep en het publiek ziet hen als journalist.

Schermafbeelding van een diagram over het vertrouwen in journalisten dat in Nederland met 30% betrekkelijk hoog is. In: GLOBAL TRUSTWORTHINESS INDEX 2021 van Ipsos, oktober 2021.

Wie op dit moment de Nederlandse kranten leest of naar nieuwsrubrieken als Op1 of Nieuwsuur kijkt kan niet anders dan concluderen dat premier Rutte en minister De Jonge, de partijleiders Kaag, Hoekstra en Segers door de media tot schietschijf zijn gemaakt. Ze krijgen dagelijks van alle kanten volop kritiek. Het lijkt onderhand op een kruistocht tegen de middenpartijen. Wat willen de journalisten aantonen die daar aan meewerken en beseffen ze wel waar ze mee bezig zijn?

Het is niet dat deze politici door respectievelijk een ondoelmatige en chaotische aanpak van de COVID-19 pandemie en de verprutste en onprofessionele werkwijze in de formatie geen kritiek verdienen. Dat verdienen ze ten volle. De generatie politici die nu aan de bal is blinkt niet uit in kwaliteit. Het punt is dat de media geen objectief, omvattend beeld geven van de omgeving waarin deze politici opereren.

Journalisten zeggen zich neutraal op te stellen door de standpunten van alle kanten aan bod te laten komen. Dat is een valkuil waar ze intuimelen en ze zich weliswaar onwillekeurig van bewust zijn, maar toch geen passend antwoord op weten. Nog steeds niet na vijf jaar desinformatie door populistische politici. In het tijdperk waarin ultra-rechtse politici desinformatie en leugens hanteren als politiek middel om hun opponenten en de waarheid te ondermijnen, zichzelf electoraal te positioneren en politiek als middel zien om geld uit te halen (Trump, Baudet), werkt die benadering van vermeende onzijdigheid niet meer.

Politieke journalisten staan liever routinematig met verkeerde, dan hulpeloos met lege handen.

In een column voor de Washington Post gaat Dana Milbank in op de houding van de media tegenover de politiek. Hij onderbouwt de stelling dat de media president Biden slechter behandelen dan ze voormalig president Trump behandelden. Hij concludeert aan de hand van een analyse van meer dan 200.000 artikelen dat waarmee ik begon: ‘Mijn collega’s in de media zijn medeplichtig aan de moord op de democratie‘.

Het beleid rechtvaardigt dat niet. De aanpak van voormalig president Trump van de pandemie was rampzalig en kostte velen onnodig het leven. President Biden heeft op de puinhopen van Trumps aanpak het probleem van de besmettingen doelmatig aangepakt. Maar nog meer dan in Nederland zetten om politieke redenen anti-vaxxers hun lichaam in om het vaccinatiebeleid van de zittende regering te ondermijnen. Daar doen in beide landen journalisten niet goed verslag van. Of ze durven niet of ze willen niet of wat erger is, ze zien het niet.

Er is meer in Trumps beleid dat de toets der kritiek niet kon doorstaan en Biden beter doet. Zoals belangrijke wetgeving die Biden succesvol door het congres loodst. In de media is dat niet terug te vinden in de verslaggeving. Zo krijgt de deconstructivist Trump een positievere pers dan Biden die zich constructief opstelt. Journalistiek is de omkering van waarden geworden.

Hoe dat komt verklaart Milbank zo: ‘Ik vermoed dat mijn collega’s in de media het slachtoffer zijn geworden van onze asymmetrische politiek. Biden regeert volgens traditionele normen, terwijl de Republikeinen een schokkende campagne voeren om hem te delegitimeren met de ene verzonnen aanklacht na de andere. Deze week dreigden de Republikeinen met een sluiting van de regering om de vaccinmandaten van Biden te blokkeren, na een jaar van inspanningen om vaccinatie te ontmoedigen. Maar, ongelooflijk, ze geven Biden tegelijkertijd de schuld van sterfgevallen door coronavirus – sterfgevallen die bijna volledig voorkomen onder niet-gevaccineerden,’

Milbanks concludeert over de Amerikaanse media wat in mindere mate ook geldt voor de Nederlandse media. In Nederland staat nog niet het voortbestaan van de democratie op het spel zoals in de VS, maar wel de sociale cohesie en de geloofwaardigheid van de politiek: ‘Te veel journalisten zitten gevangen in een hersenloze neutraliteit tussen democratie en haar saboteurs, tussen feit en fictie. Het is tijd om een standpunt in te nemen.’

Verwarrende journalistiek van WNL en verwarrende vraagstelling van Peil.nl met een opvallende rol voor de achterban van de PvdD

Mijn reactie bij deze video:
Uiteraard gaat een pleidooi voor de afschaffing van welke soort bijzonder onderwijs te ver. Maar dat is ook helemaal niet de kwestie die aan de orde is. Een flodderige en verkeerd geformuleerde vraag in de wekelijkse peiling van De Hond zet het debat op een dwaalspoor.

De vraag is of het bijzonder onderwijs door de belastingbetaler bekostigd moet worden. Dat is wat anders. Die vraag wordt in overgrote meerderheid met ‘nee’ beantwoord.

Ofwel, de vraag of het het christelijk onderwijs ‘afgeschaft’ moet worden is niet aan de orde omdat het in strijd is met de vrijheid van onderwijs. De vraag die wel aan de orde is, is of dat christelijk onderwijs uit de staatskas bekostigd moet worden.

Steeds meer partijen, zoals de PvdA en de VVD, spreken zich nu uit om scherpe voorwaarden te stellen aan die bekostiging van het bijzonder onderwijs. Dat is een eerste stap voor de afschaffing van die bekostiging.

Opvallend aan de vraag in de wekelijkse Stemming van 15 september 2019 van Peil.nl van Maurice de Hond is dat de achterban van de PvdD het met afstand het meest eens is met de stelling dat ‘alle scholen op basis van een religie in Nederland zouden moeten worden afgeschaft’. Dit is een inpertinente vraag die een impertinent antwoord oplevert omdat dit in strijd is met de grondwet. Wat opvalt is dat de achterban van de PvdD het minst de stelling steunt dat de vrijheid van godsdienst een groot goed is. Wat is er met de PvdD-achterban aan de hand dat het zich laat kennen als anti-rechtsstatelijk? Dit is des te onbegrijpelijker omdat de top van de partij, te weten Marianne Thieme en Niko Koffeman zijn verbonden aan het protestantse kerkgenootschap van de Zevendedagsadventisten. Het is merkwaardig dat Peil.nl niet de voor de hand liggende vraag stelt dat ‘de bekostiging van scholen op basis van een religie of levensovertuiging in Nederland zou moeten worden beëindigd’. Men kan alleen maar gissen waarom Peil.nl deze fundamentele vraag niet stelt en laat liggen.

Foto: Schermafbeelding van deel wekelijkse Stemming van 15 september 2019 van Peil.nl van Maurice de Hond

Tim Carney steekt hand in eigen boezem: het conservatisme moet beter uitgelegd, en afgebakend worden tegenover racisten

Ook in Nederland bestaat er verwarring over wat conservatisme is. Door radicaal-links én radicaal-rechts wordt het soms op een lijn gesteld met racisme. Linkse opinieleiders als Merijn Oudenampsen dichten het conservatisme zelfs een revolutionaire dimensie toe zodat ze het naadloos kunnen verbinden met de denkwereld van Thierry Baudet of Donald Trump. Dat is bedenkelijke en kwaadaardige retoriek. Dat is ongelukkige, linksige intellectuele acrobatiek die vanwege de eigen politieke agenda het onverenigbare probeert te verenigen. Dat zou niet erg zijn als het de verwarring niet vergroot over wat conservatisme is.

Trumpisme, Forum voor Democratie of alt-right met ondergangsfantasieën, racisme en een stop op migratie passen niet binnen de hoofdstroom van het conservatisme. Wat traditionele conservatieven verweten kan worden is dat ze rechts-radicalen teveel politieke ruimte hebben gegeven. Ze hebben onduidelijkheid daarover laten bestaan. Vele conservatieven hebben de afgelopen 2,5 jaar overigens de Republikeinse partij verlaten omdat ze vinden dat die te veel naar rechts is getrokken en tot een sekte rond Trump is geworden.

Tim Carney probeert dat beeld te veranderen en breekt in een belangrijke column in de rechtse Washington Examiner een lans voor herwaardering van het conservatisme. Hopelijk is dat een wekroep voor Nederlandse opinieleiders om conservatisme en alt-right niet langer gelijk te stellen en het begin van de ontmaskering van radicaal-rechtse columnisten van het type Wierd Duk of Leon de Winter die zich losjes met het conservatisme associeren om zo aan legitimiteit te winnen. Als ze niet kunnen begrijpen dat conservatisme het racisme niet oogluikend toestaat of kritiek op migratie billijkt, dan begrijpen ze niet alleen niet wat conservatisme is, maar begrijpen ze evenmin waar ze zelf voor staan. Hopelijk geeft het Nederlandse conservatieven zelfvertrouwen en ambitie om afstand te nemen van Baudet, Wilders en radicaal-rechtse en nationalistisch-populistische organisaties en opinieleiders die het conservatisme de laatste jaren zo’n slechte naam hebben bezorgd.

Met ondersteuning van deze opvatting van conservatisme hoeft men er geen pleitbezorger of voorstander van te zijn, maar het brengt deze stroming als legitieme partner aan tafel voor politiek overleg. Dat is de winst.

Foto’s: Schermafbeelding van delen van het artikel ‘It’s time to create a conservative ecosystem that doesn’t welcome racists’ van Tim Carney in de Washington Examiner, 4 september 2019.

Wierd Duk zit klem tussen activisme en journalistiek. Hij ontkent wat hij nuanceert: ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’

We horen het van een ander, namelijk Wierd Duk van De Telegraaf. Hij maakt een artikel over ‘Marokkanen en Turken die zich als ’seculiere Nederlander’ identificeren’. Wat Duk met ‘seculiere Nederlander‘ bedoelt is onduidelijk en waarom hij de term tussen enkele aanhalingstekens zet is evenmin duidelijk. Het vermoeden bestaat dat hij doet omdat het afwijkt van het normale gebruik, zoals de Taalunie in een omschrijving uitlegt. Het is echter weinig zinvol om ex-moslims ‘seculier’ te noemen omdat ze dat niet meer of minder zijn dan moslims. Het secularisme biedt leden van alle religies en levensovertuigingen in gelijke mate dezelfde plek onder de bescherming van de rechtsstaat. Hoewel Duk het ongetwijfeld goed bedoelt en hij het opneemt voor ex-moslims, pakt zijn inaccurate apartheid negatief uit voor de acceptatie van en de bewustwording over het secularisme. In zijn duiding stelt hij ‘seculier’ gelijk aan atheïstisch. Dat is een misvatting. Het secularisme is pro-atheïstisch noch anti-religieus. Het is volkomen neutraal tegenover alle religies en levensovertuigingen.

Deze kanttekening is van belang omdat Duk een terecht punt over afsplitsing en scheuring maakt dat hem op andere wijze zelf verweten kan worden als hij een valse tegenstelling tussen religie en niet-religie binnen het secularisme introduceert. Als rechtvaardiging kan opgemerkt worden dat Duk miskleunt in commissie omdat sociale wetenschappers vaak evenmin lijken te doorgronden wat het secularisme in de kern inhoudt.

Duk constateert dat ex-moslims en niet-belijdende moslims van wie het de vraag is in hoeverre ze zijn te vereenzelvigen met de islam in de Nederlandse samenleving op een hoop worden geveegd met moslims. Een onderzoek van Advokaat en De Graaf (2001) houdt een percentage van 15% van moslims die de islam verlaten. Actualisatie van de oude cijfers is nodig om te kijken of dat percentage nog juist is en niet verder opgelopen is. ‘Vernederlandsing’, emancipatie en integratie van een deel van de moslims is hoe dan ook een feit.

Het aantal moslims wordt door het CBS sinds 2005 op 850.000 geschat. Dit aantal is vermoedelijk licht aan het dalen door de secularisatie van de tweede generatie, zoals alle religies in Nederland teruglopen in aanhang. In de schatting van het aantal belijdende moslims komt een Gronings onderzoek van Leemhuis en Blank uit 2007 tot 200.000 praktiserende moslims. Het leert dat uit dit type statistieken alles kan blijken.

Zo wordt niet alleen het aantal belijdende moslims dat Nederland telt veel te hoog ingeschat, maar worden de ex-moslims zowel door de eigen sociale omgeving als door de Nederlandse samenleving gevangen gehouden in een beeldvorming waaraan ze slechts met moeite kunnen ontsnappen. Hun identiteit als ex-moslim wordt niet ten volle geaccepteerd. Vraag is welk mechanisme die foutieve beeldvorming stuurt. Te denken valt aan betrokkenen die er belang bij hebben om het aantal moslims te hoog in te schatten en de diversiteit ervan te miskennen, zoals radicaal-rechtse partijen (PVV, FvD) en de directe opposanten ervan (D66, GroenLinks), de welzijnsindustrie die betaald wordt voor ondersteuning, conservatieve/ fundamentalistische islamorganisaties die de achterban graag groter voorstellen dan die werkelijk is. Vijandbeeld en zelfpromotie ontmoeten elkaar.

Illustratief is het citaat van de Marokkaanse-Nederlandse student Massin Ayoub Essaguiar dat Duk invoegt: ‘Ik vind dat ik vanuit mijn positie moet belichten wat ex-moslims doormaken, ook degenen die zijn gevlucht uit het Midden-Oosten. Nederland zou, net als de Verenigde Staten, Canada en Australië, een instelling moeten hebben die zich om ex-moslims bekommert.’ Volgens Essaguiar bekommert Nederland zich niet om ex-moslims, maar laat ze die in de steek. Essaguiars verklaring of Duks toevoeging is dat in Nederland ‘mensen met een islamitische achtergrond’ niet benaderd worden als individu, maar als een collectief. De eveneens Marrokaans-Nederlandse Samirrha Tarrass spitst het toe: ‘Vooral linkse politici en media hebben er een handje van om ons als collectief neer te zetten: Marokkanen zijn allemaal moslim én slachtoffer en vormen één grote familie.’ Dat komt echter niet overeen met de retoriek van de PVV die al jarenlang hamert op het vijandbeeld van ‘de Marokkanen’, waarmee moslims worden bedoeld. Het is niet constructief van Duk om dit complexe en gevoelige onderwerp te politiseren en eenzijdig te framen omdat hij hiermee een foutieve beeldvorming hoogstens vervangt door zijn eigen foutieve beeldvorming. Daar schat Nederland niks mee op in het tackelen van dit probleem van ex-moslims die maatschappelijk en politiek onvoldoende worden erkend.

De PVV en FvD zouden zich hard kunnen maken voor programma’s die de vernederlandsing van moslims of migranten in het algemeen bevordert. Maar dat doen ze niet. Dit roept de vraag op of deze partijen het belangrijker vinden om een vijandbeeld in stand te houden of om waar mogelijk met beleidsmaatregelen de islamisering terug te dringen. Al is het maar in de beeldvorming. De radicaal-rechtse activistische journalist Duk onttrekt zich niet aan deze wetmatigheid en framing van identiteit als een maatschappelijk probleem.

Hoe kan dat terugdringen gebeuren? Te denken valt aan programma’s die de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Daartoe kunnen de budgetten voor onderwijs en kunst verhoogd worden. Ook valt te denken aan onderwijsprogramma’s en mediacampagne’s die voorlichting geven over de voordelen van de open samenleving, de Europese beschaving, de universele mensenrechten en het belang van de politieke filosofie van het secularisme dat onder garantie van de overheid religies en levensovertuigingen gelijk behandelt.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’ van Wierd Duk in De Telegraaf, 23 mei 2019.

Foto 2: Ehsan Jami met T-shirt, 2007.

Foto 3: Campagnemateriaal van de Duitse Raad van ex-moslims. Opgenomen in het commentaarMoslims moeten leren dat er volgens de wet ex-moslims bestaan’ van 3 december 2012.

Beschouwingen over onze beschaving naar aanleiding van de brand in de Notre-Dame laten ons naar onszelf kijken. Voor even

De brand in de Parijse Notre-Dame heeft heel wat krachten gemobiliseerd. De spin kwam van alle kanten om het eigenbelang te dienen. Van de Franse president Emmanuel Macron, de katholieke kerk of radicaal-rechtse krachten zoals onderstaande activistische journalist van De Telegraaf die in een tweet de brand een symbool noemde ‘voor onze vermoeide beschaving’. Ik zie daarin het schoppen door alt-right en ultrarechts tegen de westerse beschaving (Baudet: ‘journalisten, cultuurmakers en academici ondermijnen onze cultuur’) die averechts werkt. Het verzwakt die beschaving. De brand in de Notre-Dame drukt ons met de neus op het feit wat de oorsprong, kracht en kern van de westerse beschaving is. Ook voor niet-christenen van belang. Het laat zien wie de vijanden ervan zijn: de nationaal-populisten en rechts-radicalen die zeggen de beschaving te willen redden, maar die in werkelijkheid afbreken. Dus laten we het spiegelen en Duk en de andere rechtse inwoners van Dukstad vragen waarom ze zo graag grossieren in ondergangsfantasieën en zand in de motor van de westerse beschaving willen strooien om op de puinhopen ervan in een vage toekomst hun raszuiver paradijs op te bouwen. Of is Duk tot inkeer gekomen en beseft hij eindelijk wat hij bezig is kapot te maken?

Het is opmerkelijk dat de brand van een iconische kathedraal de afgelopen dagen tot zulke beschouwingen over ‘de‘ of ‘onze‘ beschaving leidde. Dat komt nog zelden voor. Niet toevallig werd er uitgebreid verslag over gedaan in de Amerikaanse en Britse pers waar het sterke besef bestaat dat de lokale politiek de weg kwijt is.

Dat alleen al was een blijk van hunkering naar het vinden van gemeenschappelijke waarden met West-Europa. Hier moest blijkbaar een punt gemaakt worden, namelijk dat ‘we’ in de westerse democratieën (VS, Canada, EU-lidstaten en overige West-Europese landen, Australië, Nieuw-Zeeland) onvoldoende beseffen wat we in handen hebben en we ons af laten leiden door krachten die de beschaving bedreigen. Van buitenaf en van binnenuit. Hoewel ieder daar weer een eigen, specifiek vijandbeeld voor uit de kast haalt. Maar voor even werd de bedreiging als universeel gezien en was de overpeinzing erover mythisch. Totdat het onderscheidend werd wat of wie dat dan wel was en het debat weer afdaalde tot platte politisering of belangenbehartiging. Waaraan we graag ontsnappen omdat dat zo vervelend, voorspelbaar, vermoeiend, geestdodend en contraproductief is.

De boodschap die uit de berichtgeving kan worden gelezen is er een van ontevredenheid en gemiste kansen. Maar het bevat ook het verlangen om terug te keren naar iets wat was. Zo zit er er voor iedereen wel wat bij.

Foto 1: Paul Klemann, ‘De oceaan ontspring onder de ‘Notre Dame’’, Tekening met kleurpotlood en gouache verf, 2002. (Eigen collectie).

Foto 2: Tweet van Wierd Duk van 15 april 2019 (via posting op FB-account van Mihai Martoiu Ticu).

Wierd Duk volgt op sociale media met mate de talking points van alt-right

Wierd Duk is journalist voor De Telegraaf. Of beter gezegd is hij een activistische journalist of journalistieke activist die in zijn eigen domein op sociale media en praatprogramma’s op televisie de feiten uit zijn mening laat volgen. Er is niet mis met die politieke kleur en zijn vooringenomenheid. Mits dat vooraf bekend is. Daar zit ‘m bij Duk nou juist het probleem. Hetzelfde geldt trouwens voor meer journalisten die zich activistisch opstellen. Het probleem is dat de Telegraaf-journalist en de BV Duk-activist vermengd raken en door elkaar heen gaan lopen. Voor de lezers van De Telegraaf is dan niet meer duidelijk welke Duk aan het woord is. De zorgvuldige journalist die volgens de gangbare journalistieke codes werkt of de activist die dat niet doet.

Dankzij bemiddeling kreeg ik deze schermafbeeldingen van het Twitter-account van Duk toegezonden omdat ik door Duk sinds februari 2015 geblokkeerd word op Twitter. Ik had geen idee waarom hij dat deed, des te meer omdat ik nauwelijks contact op Twitter met hem had gehad en niet begreep wat de aanleiding was door de blokkade van mij door hem. Vermoedelijk had het met zijn pro-Kremlin opstelling in de kwestie Oekraïne en Krim te maken waarover ik in een of twee tweets verder vroeg. Het was hem blijkbaar te veel om dat toe te lichten en vermoedelijk schatte hij mijn interventie in als afleiding van zijn afleiding. Wat het wellicht was.

Nu is het oktober 2018, maakte Duk de overstap van het Algemeen Dagblad naar De Telegraaf en lijkt hij in zijn opinies steeds meer gestuurd te worden door de ‘talking points’ van Trump en alt-right. Die de president deels ingefluisterd worden door het Kremlin. Nogmaals, dat is verdedigbaar en even legitiem als het aanvallen van de ‘talking points’ van Trump. Maar als dat niet op een intelligente manier gebeurt en slecht onderbouwd wordt dan begint dat op te vallen. En slaat het terug op zijn journalistieke werk voor De Telegraaf.

Zo vroeg Duk in de kwestie van de bombrieven die de afgelopen week naar Democratische politici en opinieleiders werden gestuurd in een tweet aandacht voor de opinie van de conservatieve Candace Owens die op Wikipedia wordt geïntroduceerd als complotdenker. Duk deed dat via een verwijzing naar de Trump-kritische en satirische Twitter account Recovering Republican. Owens stelde –samen met vele andere rechtse complotdenkers– dat het om een zogenaamde ‘false flag’ operatie van de Democraten ging. Ze schreef op 24 oktober 2018 in een tweet (inmiddels door haar verwijderd): ‘I’m going to go ahead and state that there is a 0% chance that these “suspicious packages’ were sent out by conservatives. The only thing “suspicious’ about these packages, is their timing. Caravans, fake bomb threats – these leftists are going ALL OUT for midterms.‘ Met het aanhouden van Cesar Sayoc is die theorie ontzenuwd en zijn de rechtse complotdenkers ontmaskerd.

Duk had eerder een verwijzing naar een tweet van Owens van 26 oktober gemaakt met de introductie ‘Veel interessanter dan het rituele bashen van Trump’. Deze tweets van Duk met een aanbeveling van Owen en de verwijzing naar de kritiek op Owen zijn niet los te zien van elkaar. Het tekent het manoeuvreren van Duk die van de ene kant steevast de ‘talking points’ van rechtse complotdenkers weergeeft, maar anderzijds niet wil worden betrapt als een journalist die niet onpartijdig zou zijn. Het is een lastige evenwichtskunst van een activistische journalist die zijn broodwinning en activisme moet combineren. Wil de echte Wierd Duk opstaan?

Foto 1 en 2: Schermafbeelding van tweets van Wierd Duk, oktober 2018.

Foto 3: Schermafbeelding van (inmiddels verwijderde) tweet van Candace Owens, via tweet MrHeart_Break.

Marketing van Wierd Duk als merk heeft keerzijde. Ongerede beschuldigingen en een verlaagd besef van wederkerigheid

Tim Engelbart van DDS neemt in het artikelWierd Duk over Jalta-bobo’s Joshua Livestro en Ewout Klei: ‘Zij legitimeren dat mensen mij doodskisten sturen!’’ de bij De Telegraaf werkzame journalist Wierd Duk in bescherming. Aanleiding is een interview met Duk in de Nieuwe Revu, wat al duidelijk maakt dat Duk zich vaak opiniërend in de media uitlaat. Die positionering gaat zijn journalistieke werkzaamheden te buiten. Duk suggereert door associatie dat zijn concurrenten op rechts Joshua Livestro en Ewout Klei mensen tegen hem ophitsen: ‘het is gelegitimeerd om voor Wierd Duk een doodskist te bestellen.’ Zo werken Engelbart en Duk aan het versterken van het merk Duk. Maar de gaten in hun betoog zijn grandioos en vragen om een reactie.

Zie ook het commentaar van 8 juni 2017: ‘Duk valt Livestro persoonlijk aan. Maar weerlegt radicaal-rechtse samenzweringsverhalen en racistische theorieën niet’.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWierd Duk over Jalta-bobo’s Joshua Livestro en Ewout Klei: ‘Zij legitimeren dat mensen mij doodskisten sturen!’’ van Tim Engelbart voor DDS, 27 juli met schermafbeelding van eigen reactie.

Het zijn NIDA’s principes die hebben geleid tot een breuk in het Rotterdamse Links Verbond. SP, PvdA en GL nemen terecht afstand

Update 9 december 2020: GroenLinks krijgt kritiek omdat het Kauthar Bouchallikht op nummer 9 van de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer heeft gezet. Zij was tot 1 december 2020 via een jongerenvereniging gelieerd aan de Moslimbroederschap. De leiding van GroenLinks lijkt niet tot in detail te hebben begrepen waar Bouchallikht voor staat en wil achteraf niet toegeven dat de screening onvoldoende is geweest en ze niet bij het karakter van de partij past. Die vrijheid heeft GroenLinks, maar het is de vraag of het deze publicitair zeurende kwestie goed behandelt. De vergelijking met een alliantie voor de Rotterdamse gemeenteraadsverkiezingen in 2018 van SP, PvdA en GroenLinks met de islamitisch geïnspireerde partij NIDA is treffend. Vanwege de overeenkomst tussen de kwestie Kauthar Bouchallikht en de kwestie NIDA herplaats ik onderstaand commentaar.

Het ontbreekt de linkse partijen aan een goede antenne. De fout die ze maken is dat ze niet inzien dat deze islam-fundamentalisten in vorm modernistisch zijn, maar niet in inhoud. Met de aan de Moslimbroederschap gelieerde Tariq Ramadan maakten de gemeente Rotterdam en de Erasmus Universiteit dezelfde fout. De linkse partijen laten zich door schone schijn van conservatief-religieuze opvattingen verleiden die in tegenspraak met hun uitgangspunten zijn. Vaak komt daar nog antisemitisme bij. In onderstaand commentaar concludeer ik: ‘De linkse reflex van diversiteit en insluiting is even kwalijk als de rechtse reflex van homogeniteit en uitsluiting als die niet samengaat met het toetsen van uitspraken op hun betekenis.’ 

In een opinie-artikel voor NRC geeft de Rotterdamse hoogleraar Sociologie Willem Schinkel commentaar op het opbreken van het zogenaamde Links Verbond in Rotterdam. Dat was een samenwerking tussen de drie linkse partijen GroenLinks, PvdA en SP en de islamitsch geïnspireerde partij NIDA die een maand geleden werd gesloten en deze week uit elkaar viel. Aanleiding voor die breuk was was een tweet van vier jaar geleden van NIDA waar het geen afstand van wilde nemen: ‘Wij zeggen #Zionisme = #ISIS #vrijheidmeningsuiting’. Schinkel hangt aan deze tweet zijn hele betoog op. Door deze bijziendheid die zich ook vertaalt in een dualisme dat de politiek in een links-rechts frame vangt, mist hij de essentie voor de breuk. Dat zijn de principes van NIDA.

Schinkels artikel roept de vraag op of hij wel doorziet wat NIDA’s principes zijn en de partij beoogt. Schinkel lijkt zich te laten sturen door de actualiteit en partijpolitiek gehakketak. Hij kijkt niet naar de echte oorzaak voor de breuk. NIDA zegt in het beginselprogramma 25 CONCRETE IDEEËN: ‘Onze geloofsbeleving is van meerwaarde in de samenleving en verdient terecht de ruimte in de publieke sfeer, in publieke voorzieningen en het openbaar bestuur.’ Volgens NIDA is geloofsbeleving geen particuliere zaak, maar moet die in de publieke ruimte, openbaar bestuur en de publieke voorzieningen doorgevoerd worden.

NIDA rekt de scheiding van kerk en staat op. Is dat gewenst? Valt dat te verenigen met de opvatting van de nationale rechtsstaat? Daar gaat het echte verschil in opvatting tussen de drie linkse partijen en NIDA om. Schinkel creëert valse tegenstellingen. Het is niet voldoende om in een soort gemakzuchtig pamflettisme en verwijzing naar racisme en ‘witte politici’ die het bij de linkse partijen voor het zeggen hebben triomfantelijk te concluderen dat de vijand van mijn vijand een vriend is. Het gaat erom wat de principes van NIDA zijn en of die passen bij vrijzinnige partijen als SP, PvdA en GroenLinks die hun waarden als uitgangspunt hebben.

Ja, Wierd Duk is een rechtse onruststoker. Ja, Joost Eerdmans is een rechtse scherpslijper. Ja, Thierry Baudet is een rechts-extremistische opportunist met racistische neigingen in zijn partij. Ja, Geert Wilders is een islamhater. Ja, het debat in Rotterdam wordt fel gevoerd en de links-rechts tegenstelling wordt er aangedikt. Maar wat zegt dat dan nog over NIDA? Het terecht afkeuren van rechts is niet voldoende om het links-conservatieve of conservatief-religieuze NIDA blindelings te omarmen of het voor deze partij op te nemen.

Ik begrijp hoe iemand die zegt seculier, vrijdenkend of atheïstisch te zijn zich niet kan verenigen met de principes van NIDA. Deze partij wil terug naar de verzuiling van eind 19de eeuw. Ik ben het met dit principe van religie die zich uitgesproken manifesteert in publieke ruimte en openbaar bestuur fundamenteel oneens. Het valt niet in te zien hoe een partij die zich als vrijzinnig beschouwt en ondubbelzinnig de rechtsstaat onderschrijft -inclusief scheiding van kerk en staat- een partij als NIDA met zulke standpunten kan steunen.

En wat moeten kunstliefhebbers denken van een ‘Religieus-wetenschappelijk-kunstzinnige raad’ die het openbaar bestuur adviseert? Het is een krankjorum idee, een moskee die samen met een museum als Boijmans het openbaar bestuur adviseert en daar via een aparte raad onderwerpen voor agendeert. Dit is opnieuw een tactiek van NIDA om via de zijdeur de scheiding van kerk en staat op te rekken. NIDA depolitiseert de politiek door het te vermengen met het middenveld. Dat is de weg naar het corporatisme waarbij allerlei onverkozen groepen in een vaag verband een beslissende rol in de besluitvorming krijgen.

Ik vraag me werkelijk af of de landelijke en Rotterdamse leiders van SP, GroenLinks en PvdA de principes van NIDA wel goed tot zich hadden laten doordringen toen hun Rotterdamse afdelingen met NIDA een Links Verbond sloten. Hoewel Lilian Marijnissen (SP) vanaf het begin sceptisch was en zei het zelf niet gedaan te hebben. Maar wat de landelijke leiders van PvdA en GroenLinks bezielde toen ze dachten dat hun eigen gedachtengoed verenigbaar was met dat van NIDA blijft een raadsel. Ook na het verbreken van het verbond.

De linkse reflex van diversiteit en insluiting is even kwalijk als de rechtse reflex van homogeniteit en uitsluiting als die niet samengaat met het toetsen van uitspraken op hun betekenis. NIDA verdient het om op de principes die het voorstaat beoordeeld te worden. Niet op goede bedoelingen of slachtofferschap. Of een al te eenvoudige links-rechts tegenstelling die de positie van NIDA moet verklaren, maar die eerder vertroebelt.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelRacisme breekt linkse samenwerking in Rotterdam op’ van Willem Schinkel in NRC, 14 maart 2018.

Foto 2 en 3: Schermafbeelding van paragrafen uit beginselprogramma25 CONCRETE IDEEËN’ van NIDA Rotterdam.