Kwestie Armina Hambartsjumian wordt gepolitiseerd door media en NGO’s

Wat is er potsierlijker, de opstelling van Defence for Children of van staatssecretaris Klaas Dijkhoff inzake de uitzetting van Armina Hambartsjumian en haar twee kinderen Howick (12 jaar) en Lily (11 jaar)? De kinderen zijn in de Russische Federatie geboren. Moeder Armina werd gisteren uitgezet naar Armenië zonder haar kinderen die op een geheime plek in Nederland achterbleven. Er worden vermoedens de wereld in geholpen dat Armina leugens heeft verteld in haar asielprocedure. Die worden door rechtse media als Elsevier en De Telegraaf naar buiten gebracht en ontlasten Dijkhoff. Zo wordt de kwestie gepolitiseerd door links en rechts.

Opgenomen in de Christelijke gemeenschap van Amersfoort zou Armina zich in de procedure voorgedaan hebben als Azerbeidzjaans. Verre van logisch voor wie de religieuze verschillen tussen beide landen in ogenschouw neemt. De Armeense autoriteiten bevestigen haar Armeense identiteit. Maar ook dat hoeft niet de ultieme waarheid te zijn. Zo resteert een schimmenspel van beschuldigingen, verdraaiingen en rookgordijnen.

Beide partijen komen met een half verhaal waarmee ze hun gelijk claimen. Defence for Children speelt op het gevoel en gaat voorbij aan de feiten van procedure en wet. De staatssecretaris houdt zich aan procedure en wet en gaat voorbij aan het gevoel. Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer -die om een onmodieuze reden van genderidentiteit kinderombudsman wordt genoemd- heeft vooral kritiek op de gescheiden uitzetting van moeder en kinderen. Daarin heeft ze gelijk, dat is beschamend. Dat ouders en kinderen gescheiden worden en apart uitgezet worden is schandalig en zou niet zo moeten zijn. Dat gaat over een grens van betamelijkheid.

Maar de gescheiden uitzetting is niet de essentie van de kwestie Armina Hambartsjumian. Haar verblijf in Nederland zou niet rechtsgeldig zijn. Al in 2009 viel dit besluit voor het eerst. Dit is keer op keer door rechtbanken beoordeeld en in orde bevonden, aldus RTV Utrecht in een bericht. Aan wie te wijten valt dat het vervolgens nog 8 jaar voortsleepte is de essentie. Het antwoord daarop beantwoordt de schuldvraag.

Critici kunnen met een beroep op emotie of rechtvaardigheidsgevoel beweren dat het toepassen van regels of het niet gebruik maken van de discretionaire bevoegdheid door de staatssecretaris pietluttigheid is, maar er is ook nog zoiets als de rechtsstaat die rechters geen ruimte geeft om af te wijken. Rechters moeten nauwgezet de wet toetsen en hebben weinig marges om daar vanaf te wijken. Altijd zijn er grensgevallen die schrijnend zijn. Type kleermaker Gümüs die in 1997 ondanks publieke verontwaardiging met zijn gezin werd uitgezet. Daarna volgt door de publieke verontwaardiging meestal een tijdelijke verzachting in het beleid. De marges van de wet worden dan anders benut. Maar de wet blijft leidraad. Van de verzoeken van asielkinderen die onder de zogenaamde definitieve regeling vallen omdat ze langdurig in Nederland verblijven wordt minder dan 10% ingewilligd. De situatie van de actuele formatieonderhandelingen is daar niet van invloed op.

De vraag die de journalistiek zich moet stellen is waarom de kwestie Armina Hambartsjumian geëscaleerd is en welke rol de moeder, advocaten en adviseurs, de verantwoordelijke staatssecretaris en de asielprocedure gespeeld hebben in het voortslepen ervan. Het is voor allen ondoelmatig en ongewenst. Erover bestaat veel onduidelijkheid. Er zijn verdachtmakingen over en weer, maar tot nu toe weinig harde feiten. Er is nu eenmaal de logica dat asielmigranten niet meewerken aan hun uitzetting, maar hun dat wel gevraagd wordt. Dat is een tegenstrijdigheid. Dat ouders en kinderen gescheiden worden en apart uitgezet worden is een ander aspect. Maar dat het betreffende gezin uitgezet moest worden ligt nu eenmaal besloten in de toepassing van de wet.

Foto: Timo Vogt, ‘Girls hand out tulips during a celebration to commemorate the capture of Shusha, called Shushi within Karabakh and Armenia.’

Stedelijk Museum krijgt uit rechtse hoek verwijt propaganda te bedrijven met presentaties over migratie

Het Stedelijk Museum besteedt het komende jaar in een reeks kleine prestaties aandacht aan migratie. Daar komt kritiek op van rechtse media zoals Elsevier of TPO. Het verwijt is dat het museum eenzijdig bezig is en propaganda zou bedrijven. En zelfs stelling zou nemen tegen het populisme. Maar hoe terecht is dat verwijt? Annabel Nanninga reageert in een opinie-artikel voor TPO en schuwt de grote woorden en verwijten niet. Zie ook een artikel van Marjolijn de Cocq en Maxime Smit van 1 april 2017 in Het Parool.

Sleutelzin waar deze rechtse publicisten zich aan lijken te storen is het slot van het citaat van Bram Hahn ‘de gedachten van het publiek bij te sturen – daar is een woord voor: propaganda.’ Het verwijt dat ze maken is dus eenzijdige communicatie. Klopt dat of is die conclusie te kort door de bocht? Overheden, politici en media zijn continu bezig om de gedachten van het publiek bij te sturen. TPO en Elsevier zijn daar goede voorbeelden van. Dat gebeurt door het sturen van gedrag (‘nudging’) en van opinies. Propaganda heeft altijd de intentie om met een beroep op de publieke opinie aanhangers voor een standpunt te winnen. Dat is bij het Stedelijk Museum echter niet aan de orde. Ten eerste omdat het een half-gesloten omgeving is waarvoor toegang betaald moet worden en geen beroep wordt gedaan op ‘de publieke opinie’. Ten tweede omdat de bezoekers die er doorgaans komen niet overtuigd moeten worden, maar al overtuigd zijn van het nut van migratie.

Los van het er aan de haren bijgesleept verwijt van propaganda raakt de kritiek van Hahn en Nanninga aan een interessanter aspect. Namelijk de vraag naar de functie van kunst en in het verlengde daarvan de functie van een kunstmuseum. Moet kunst midden in de samenleving staan en heeft het een maatschappelijke rol te spelen door zich politiek te uiten? Of moet kunst zich onderhorig maken aan de politiek? Het is het verschil tussen kunst die bijt en kunst die tandeloos is. Hahn en Nanninga pleiten voor tandeloze kunst die de politiek volgt. Waarschijnlijk beredeneren ze dat vanuit hun partijpolitieke opstelling. Dit in navolging van politici van PVV en VVD die de kunstsector vol minachting als een links reservaat zien dat zich onttrekt aan disciplinering en beteugeling en daarom financieel gekort, geknecht en getemd moet worden. Mijn reactie op TPO:

De framing ‘activistische dramgalerie’ van een activistische drammer is potsierlijk.

Kunst en politiek zijn verbonden. Kunst zonder politiek is levenloos en politiek zonder kunst heeft geen adem. Ze zijn dus eenmaal met elkaar verbonden. Het gaat er niet om dat ze verbonden zijn, maar hoe ze verbonden zijn. Daarop kan kritiek klinken. Maar niet op het feit dat er wisselwerking tussen kunst en politiek is.

Nanninga komt niet aan inhoudelijke kritiek toe. Ze verwijst naar een citaat dat het over propaganda heeft en laat het daarbij. Met als uitsmijter een verwijzing naar de persoon Ruf. Het is een gemiste kans om inhoudelijke kritiek te uiten met een onderbouwd betoog. Nanninga laat het afweten.

Het Stedelijk Museum besteedt in twee zaaltjes aandacht aan het onderwerp. Tamelijk bescheiden. Kunst die in de eigen tijd staat reflecteert altijd op de samenleving. Kunst houdt ons een spiegel voor. Kunst scherpt aan. Dat is de functie van kunst. En het is de rol van een museum om daar verslag van te doen en dat te tonen. Kunst die dat niet doet is geen knip voor de neus waard. Een museum dat dat nalaat verandert in een graf. Dat is de dood in de pot van het museum. En van de hedendaagse kunst.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelBonusquote, moeilijkebril-editie: propaganda van uw geld in het Amsterdamse Stedelijk Museum’ van Annabel Nanninga voor TPO, 2 april 2017.

Dellebeke komt niet toe aan fundamentele kritiek op Snowden. En laat het bij suggesties die de AIVD in bescherming moeten nemen

Annex - Bogart, Humphrey (Big Sleep, The)_11

Ex-AIVD’er Kees Jan Dellebeke mengt zich in NRC met het opinie-artikel ‘AIVD-baas had gelijk: Edward Snowden verdient tegenspel’ in het debat over Edward Snowden dat door AIVD-chef Rob Bertholee in een interview in NRC werd aangezwengeld met de uitspraak dat het ‘echt absolute bullshit’ is dat AIVD en MIVD voor de Amerikanen werken. Dat was het verwijt van Snowden die volgens Bertholee niet kritisch genoeg door de journalistiek gevolgd wordt. Tegelijk gaf Bertholee aan zich niet in Snowden verdiept te hebben: ‘Ik vind hem niet spannend genoeg om daar verder in te duiken.’ Zodat het onduidelijk is hoe onderbouwd de kritiek van Bertholee op Snowden is. In een column in Elsevier schaarde Afshin Ellian zich in het koor om de AIVD in bescherming te nemen. Kees Jan Dellebeke doet dat intelligenter dan Ellian, maar laat ook steken vallen.

Dellebeke zet de toon door te beweren dat Snowden een naar Moskou gevluchte NSA’er is. Snowden werkte in dienst van de firma Booz Allen Hamilton op een buitenpost van de NSA in Hawaii. Kwalijker is de suggestie van Dellebeke dat Snowden naar Moskou is gevlucht. Dat is aantoonbaar onjuist en Dellebeke weet dat, maar toch zegt hij het om Snowden in een slecht daglicht te stellen en de zogenaamde vlucht naar Rusland in een lopend verhaal te passen waarin Snowden voor de Russische geheime dienst FSB werkt. Dellebeke kan weten dat het paspoort van Snowden op zijn vlucht van Hong Kong naar Latijns-Amerika door de Amerikaanse regering werd ingetrokken, zodat Snowden tegen zijn wil en met veel praktisch ongemak in Moskou strandde.

De kritiek van Dellebeke in navolging van Bertholee dat de journalistiek Snowden wel wat kritischer kan volgen is niet onzinnig. Maar hij gaat er wel aan voorbij hoe dat gekomen is en hoe de werkwijze van Snowden met journalisten is.  Inlichtingendiensten in VS en Nederland houden het parlement op afstand ook als dat gezien de informatiepositie en hun opereren niet strikt noodzakelijk is. De NSA opereerde jarenlang buiten de wet en verspeelde zo het krediet van media en publiek. Snowden heeft keer op keer beweerd dat hij op geen enkel moment samengewerkt heeft met Russische en Chinese inlichtingendiensten. Hij zei vertrouwelijke informatie onder journalisten verspreid te hebben en daarvan afstand te hebben gedaan voordat hij zijn reis via Hong Kong naar Latijns-Amerika begon. Nooit is aangetoond dat Snowden met Russen en Chinezen samenwerkte.

Dellebeke schermt met een zwarte AIVD-doos vol kennis over Snowden: ‘Bertholees Ruslandspecialisten zullen zich ongetwijfeld verdiept hebben in de mogelijke rol die Poetins geheime dienst FSB in de affaire speelde.’ Maar zijn suggestie met ‘ongetwijfeld’ blijft een suggestie die geen zekerheid wordt en Dellebeke niet hard kan maken. De suggestie van Dellebeke staat trouwens haaks op de uitspraak van Bertholee over Snowden: ‘Ik vind hem niet spannend genoeg om daar verder in te duiken.’ Waar het hoofd van de AIVD zegt geen specifieke informatie over Snowden te hebben, meent de ex-werknemer Dellebeke zeker te weten dat de AIVD wel nadere informatie over Snowden heeft. Ook bij de AIVD staan de beste stuurlui aan de wal.

De tegenaanval van Dellebeke op Snowden past in een patroon om de publieke opinie te bewerken en twijfel te zaaien. Snowdens kritiek op het onwettig opereren van de NSA en de massaspionage van burgers kan Dellebeke niet weerspreken, waarna hem weinig anders rest dan twijfels te zaaien over Snowdons integriteit. En toegegeven, Dellebeke doet dat vele malen intelligenter dan Ellian die de basale feiten niet eens op een rijtje had. Dellebeke is dan wel niet meer in dienst van de AIVD, maar identificeert zich nog overduidelijk met deze dienst. Hij stapelt suggestie op suggestie en bouwt zo een kaartenhuis van aannames en hypotheses die goed zouden kunnen dienen voor een spionageroman. Maar aan harde feiten die Edward Snowden werkelijk ontmaskeren komt hij in zijn opinie-artikel niet toe. Dellebeke leent zich als een sloper buiten dienst voor zijn oude dienst en begrijpt niet dat hij zichzelf en de AIVD daarmee schade doet. Dellebeke had beter gezwegen.

Foto: Humphrey Bogart in The Big Sleep (1946) van Howard Hawks.

Ellian zit op schoot van de AIVD. Met suggesties over Snowden

001_rb-image-1760061

Afshin Ellian is een van oorsprong Iraanse communist die in 1989 naar Nederland emigreerde. Aan de Universiteit van Leiden is hij hoogleraar rechtswetenschappen. Ellian schrijft columns in rechtse media zoals in Elsevier en maakt er geen geheim van een rechtse agenda te volgen. Hoe hij te werk gaat wordt duidelijk uit zijn aanval op Edward Snowden in de Elsevier-column ‘Edward Snowden is een ordinaire verrader en een fantast’. Niet feiten zijn Ellians uitgangspunt, maar suggesties en verdachtmakingen om politiek te scoren.

Ellian volgt in genoemde column in de achterhoede de aanval op Edward Snowden door het hoofd van de AIVD Rob Bertholee in NRCHier besproken naar aanleiding van kamervragen van SP’er Ronald van Raak.

Ellian bracht me tot de volgende reactie op zijn column in Elsevier: ‘Afshin Ellian laat zich kennen als de grootste fantast in dit verhaal. Hij fabuleert er op los, maar bewijst niets. Daarbij probeert hij de gaten in z’n verhaal te verhullen. Ellian meent dat Snowden staatsgeheimen heeft geopenbaard. Maar da’s nooit aangetoond. Snowden heeft de Amerikaanse overheid in verlegenheid gebracht door het samen met journalisten selectief naar buiten brengen van documenten over de onrechtmatigheid van de massaspionage van burgers. Zo onrechtmatig dat zelfs congresleden er onvoldoende over geïnformeerd waren. Ellian suggereert dat Snowden samenwerkt met de Russen. Dat is lasterpraat en wordt door de Amerikaanse regering ontkend. Edward Snowden zit tegen zijn zin vast in Rusland omdat de VS z’n paspoort introkken.’

Wat Ellian doet is niet zozeer inzichtelijk omdat het als in een perfecte storm aantoont hoe columnisten af kunnen dwalen van de feiten en met hun eigen fantasie op de loop kunnen gaan, maar omdat hij dat alles op een indirecte wijze legitimeert met zijn positie aan de Universiteit van Leiden, een gerenommeerd medium als Elsevier en valse abstracties over recht en politiek die zouden volgen uit zijn rechtswetenschappelijke kennis.

Ellian is in zijn column geen rechtsfilosoof of journalist, maar een politieke activist die het niet te doen is om het vinden van de waarheid. Daarom speldt hij lezers van Elsevier onwaarheden over Snowden op de mouw.

Neem nou alleen al de zinnen ‘Snowden kreeg asiel van de Russische president Vladimir Poetin: hij is te gast bij de Russische veiligheidsdiensten’ en ‘Snowden zat toen [GK: 2014] op schoot van de FSB, de Russische veiligheidsdienst.’ Dit is achterklap, roddel en suggestie van Afshin Ellian. De waarheid is dat Snowden niet te gast is bij de Russische veiligheidsdiensten, het contact ermee altijd heeft ontkend en ook geen interessant doelwit was voor de FSB omdat hij de geheime NSA-documenten in Hong Kong achter zich had gelaten en overhandigde aan de journalisten Glenn Greenwald, Ewen MacAskill en Laura Poitras die deze op hun beurt verspreidden onder collega’s zoals Barton Gellman. Snowden zit aantoonbaar niet op schoot van de FSB, maar wat wel een waarheid lijkt: Afshin Ellian zit op schoot van de AIVD. Als fantast en verrader van de waarheid.

Foto: Edward Snowden per satellietverbinding in de Stadsschouwburg, 2014. Credits: ANP. Als illustratie bij Elsevier-column ‘Edward Snowden is een ordinaire verrader en een fantast’ van Afshin Ellian.

Ruslandpolitiek van de VVD is knieval voor Putin. Handelspolitiek?

bol

Er is iets opvallends aan de hand in de hoogste gelederen van de VVD. Gebrek aan ruggengraat tegenover dictators zoals president Putin. Afgelopen week pleitte fractievoorzitter Halbe Zijlstra er al voor om in gesprek te gaan met dictators. En ze zo legitimiteit te geven die ze feitelijk niet verdienen. Nu is er oud-partijleider Frits Bolkestein die in Elsevier pleit voor een tweede Jalta. Die min of meer geheime conferentie in 1945 waar de puntjes op de i werden gezet over de verdeling van Europa. Waar de grote landen de soevereiniteit van kleinere landen weggaven. Zoals Polen dat aan geallieerde kant vocht in de Tweede Wereldoorlog en werd verraden door Churchill en Roosevelt. Bolkestein wil met een Jalta-II geregeld zien dat de Krim weggeven wordt aan Rusland. Hij denkt dat te kunnen verantwoorden. Bolkestein praat dus een criminele daad van Rusland goed. Hij zegt ook dat de Westerse sancties niet volgehouden kunnen worden. Waarom zegt hij dat?

Wat is er met de buitenlandpolitiek van de VVD? Wil het dat Nederlandse bedrijven winst maken in Rusland en zet het belangen van het Nederlandse bedrijfsleven voorop? Zet het principes en eigenwaarde bij het vuilnis, zoals verwoord door de oud-manager van Shell Frits Bolkestein? De koopman boven de dominee. Hiermee voegt de VVD zich bij de Europese rechts-extremistische partijen die in de zak van Putin zetten en sociaal-democraten als oud-kanselier Schröder die op de loonlijst van Gazprom staan en daarom voortdurend een goed woordje voor Rusland doen. Nu blijkt dus ook de VVD geen standvastigheid, maar slappe knieën en ruggengraat te hebben. De VVD ondermijnt de Westerse eensgezindheid tegenover Rusland door eigen korte termijn denken. Zo kennen we de VVD met Kissinger-achtig neorealistisch denken dat anderen opoffert.

Foto: Schermafbeelding uit opinieartikel van Frits Bolkstein, ’Vierentwintig jaar later: Frits Bolkestein over zijn ideeën van toen’ in Elsevier.

Moge Allah je straffen. Gebrekkige selectie PvdA

Het grootste raadsel van de twee Turks-Nederlandse kamerleden is niet dat een ervan Ahmed Marcouch toewenste dat Allah hem mocht straffen. Wat in een klap duidelijk maakt dat ze niets in de PvdA te zoeken hebben, want zo’n argument is zelfs een islamitische partij onwaardig. Of dat ze van conservatief-islamitische snit zijn.

Het raadsel is waarom iemand die zoiets zegt ooit als kaderlid is geaccepteerd binnen de PvdA. En vooral omdat het om een lid van de Tweede Kamer gaat. Dit zegt met terugwerkende kracht dat de werving, selectie en interne scholing van de PvdA niet op orde was. Dat vraagt om een onderzoek wat er fout is gegaan en of dat alles nu beter geregeld zijn. De episode met de twee uit de fractie gezette Turkse Nederlanders roept de vraag op of de PvdA zelf wel weet waar het voor staat en met welke mensen het het sociaal-democratisch gedachtengoed wil representeren.

Maar de Tweede Kamerfractie had moeten weten wie ze binnenhaalde met Öztürk, zeggen ze in Limburg waar hij Statenlid was. ‘Aan de sociaal-democratie had hij amper een boodschap. Hij maakte zich drukker om ritueel slachten dan om de werkgelegenheid in Limburg,’ zegt Marcel Kleinen, voorzitter van de PvdA in Limburg.’ aldus Elsevier.

Weggeman: publieke omroep te links en te weinig vernieuwend

godard
Still uit Jean-Luc Godard, Je Vous Salue, Sarajevo. Op YouTube. (Kunst is volgens Godard de uitzondering).

Mathieu Weggeman is hoogleraar Organisatiekunde, bestuursadviseur, Rijnlander en lid van de Raad voor Cultuur. Wie vandaag de zoekterm ‘publieke omroep’ invoert ziet volgende koppen: ‘Raad voor Cultuur vindt publieke omroep te links’ (Elsevier), ”Publieke omroep ‘te links’ (Geen Stijl), ‘Raad voor Cultuur: publieke omroep te links’ (Televizier), ‘De publieke omroep is ‘te links’ en dat komt door de VARA’ (HP/De Tijd), ‘Raad van Cultuur: NPO te links‘ (De Telegraaf) of ‘Vara domineert publieke omroep’ (Villamedia). De Volkskrant en PostOnline voegen in de kop toe dat het om een lid van de Raad voor Cultuur gaat die spreekt. De anderen doen alsof niet Weggeman op persoonlijke titel spreekt, maar de Raad voor Cultuur als organisatie.

Weggeman beweert in De Volkskrant dat de publieke omroep te weinig doet aan talentontwikkeling en niet pluriform is. De omroep is hem te links: ‘De tegenstelling tussen links en rechts is een beetje ouderwets, maar je kunt het zo noemen. De samenleving wordt niet goed gerepresenteerd. Niet iedereen krijgt evenveel waar voor zijn belastinggeld.

Hij meent ook dat de omroep zich laat leiden door oude namen: ‘Paul Witteman stopt met Pauw & Witteman omdat hij eerder naar bed wil, zegt dat hij een nieuw programma wil en krijgt dat zomaar. De publieke omroep grijpt steeds terug op het old boys network.

De publieke omroep ontkent de kritiek: ‘De publieke omroep wordt door de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet als links ervaren. (..) We bieden een pluriform aanbod waarin uiteenlopende perspectieven en opvattingen de ruimte krijgen. Dat sommige programma’s beter scoren dan andere betekent niet dat we te links en te weinig vernieuwend zijn.

Het is jammer dat de ontvangst van Weggemans kritiek focust op de links-rechts tegenstelling. Dat oogt belangrijk vanwege de politieke verwijzing, maar is voor de kijker minder interessant dan de oude namen die blijven zitten, het gebrek aan talentontwikkeling, de dominantie van kijkcijfers en netwerkprogrammering. Die alarmerende eenzijdigheid vraagt om debat.

De kijker wordt aan de hand van profilering het voorspelbare voorgezet. Het avontuur, het onbekende, het dwarse is in Hilversum zo goed als weggerationaliseerd. Of naar de marge gedrongen omdat het niet past in het format van de omroeppolitiek. Weggeman geeft een aanzet door te concluderen dat de publieke omroep risico loopt een eenheidsworst te worden. Als het dat al niet is.

Het laatste woord is aan programmamaker Jos de Putter (VPRO) die kritisch is op de omroeppolitiek: ‘Het aanbod is altijd iets waar we op de een of andere manier om gevraagd hebben (dat is immers onderzocht) en dat ‘toegankelijk’ wordt aangeboden. Dat is de opdracht die de netcoördinatoren van de politiek hebben meegekregen. En je kan hen niet kwalijk nemen dat ze daar vervolgens naar handelen, want ze zijn benoemd om kijkers te binden. (..) Deze situatie is verontrustend, omdat juist het publieke bestel een taak heeft in een versplinterde samenleving; een samenleving op zoek naar community, naar identiteit -kortom, een samenleving op zoek naar een verhaal. Het is heel verleidelijk om die zo rusteloos zappende kijker, u en ik, eens anders te beschouwen: als iemand die op zoek is naar een verhaal, naar iets wat hij niet kent.

Rechter vindt Zwarte Piet inbreuk op privéleven. Wat volgt?

2008-32-28_2_300_VV-1-2_300_R_21_5x27_72

Een bestuursrechter oordeelde vandaag dat Zwarte Piet leidt tot negatieve stereotypering van mensen met een donkere huidskleur, aldus Elsevier. Volgens de rechter is er geen sprake van discriminatie. De procedure was een vervolg op een kort geding dat tegenstanders van Zwarte Piet vorig jaar aanspanden tegen de gemeente Amsterdam. Burgemeester Van der Laan was in gesprek met de critici om het Sinterklaasfeest bij de tijd te brengen. Critici hebben de aanpassingen niet afgewacht. Amsterdam kan in beroep gaan of een nieuw besluit nemen over de intocht. Mogelijk omvat dat een beschrijving van nieuwe gemoderniseerde Zwarte Pieten.

Met dit oordeel lijkt het van de dam. Waar gaat tolerantie voor afwijkend gedrag over in intolerantie? Waar leidt negatieve stereotypering tot inbreuk op het privéleven? Want in de pluriforme samenleving met allerlei groeperingen met specifieke gevoeligheden loert de negatieve stereotypering om elke hoek. Goed kan ik me indenken dat mensen met een gekleurde huid zich verbazen of zelfs ergeren aan elementen van het Sinterklaasfeest. Zwarte Piet als knecht van de witte Sinterklaas. De volkse traditie van het kinderfeest kan best aangepast worden aan de nieuwe tijd. Als het Sinterklaasfeest niet wil verdwijnen, moet het meegaan met de eigen tijd. Verwijzingen naar slavernij of kolonialisme zijn niet nodig om de negatieve stereotypering af te wijzen, wat de rechter trouwens ook niet deed. Een voordeel bij een nadeel is daarom dat het debat zuiver blijft. Het gaat enkel en alleen om de negatieve stereotypering van mensen met een donkere huidskleur.

Positieve stereotypering is soms gevaarlijker dan negatieve stereotypering, zo wijst onderzoek uit. Mede omdat positieve stereotypering minder snel opgemerkt wordt omdat het onder de radar blijft. Zo opgevat werkt negatieve stereotypering positief om mensen scherp te houden over hun eigen vooroordeel dat ze kunnen bijstellen. Ze moeten alleen geleerd worden er goed mee om te gaan. Een kwestie van onderwijs en voorlichting. De openbaarheid lijkt de beste plek om negatieve stereotypering aan te pakken en om te buigen. Verbieden kan averechts werken als de negatieve stereotypering ‘ondergronds’ gaat. Het is jammer dat de Amsterdamse rechter de modernisering van Zwarte Piet halverwege die ontwikkeling in de wielen rijdt.

Foto: Rob Agterberg, Willibrord processie in Utrecht, 2012.

Journalistiek worstelt met waarheid over burgerforum EU

bu1

De ene krant zegt ‘Kamermeerderheid voor burgerinitiatief over EU‘, het andere magazine zegt ‘Onvoldoende steun in Tweede Kamer voor burgerinitiatief EU‘. Dat zijn twee tegenovergestelde conclusies die volgen uit hetzelfde debat. Of De Volkskrant (‘kreeg Burgerforum EU zowaar een Kamermeerderheid achter zich‘) of Elsevier (‘Maar een meerderheid voor de plannen van het initiatief werd niet gevonden‘) heeft ongelijk en het niet begrepen. Misschien is het burgerinitiatief de verliezer, maar de journalistiek is dat zeker.

Bijna een jaar geleden schreef ik: ‘De vraag om een referendum kan uit allerlei zorgen voortkomen. Tegen een Federaal Europa. Tegen het overhevelen van bevoegdheden. Tegen de miljardensteun voor noodfondsen en reguliere begroting zonder voldoende controle. Over het gebrek aan democratie en inspraak van de burger. Uit wrok over het tweede Euroreferendum dat Nederlandse burgers in 2005 door de neus geboord werd. Of uit rancune tegen de pro-Europa partijen die autistisch hun zin lijken door te drukken.’ Daar kan nu een nieuwe reden aan toegevoegd worden: ‘de gevestigde media die de feiten niet begrijpen‘. 

bu2

Foto 1: Schermafbeelding van De VolkskrantKamermeerderheid voor burgerinitiatief over EU‘, 21 januari 2014.

Foto 2: Schermafbeelding van ElsevierOnvoldoende steun in Tweede Kamer voor burgerinitiatief EU‘, 21 januari 2014.

Bewustwording over opbouw controlestaat gehinderd

Democracy Now geeft een update van ontwikkelingen op de aan het eind van 2013 gehouden vierdaagse conferentie 30C3 in Hamburg. WikiLeaks-medewerkster Sarah Harrison, WikiLeaks-oprichter Julian Assange en veiligheidsexpert en hacker Jacob Appelbaum geven hun mening over de opbouw van de controlestaat door overheden. Die is zover gevorderd dat ze over de laatste vrije internetgeneratie spreken. Dat vraagt om bewustwording en actie om die vrijheid voor de toekomst veilig te stellen. De ‘hackers’ zijn de provo’s van nu die rozijnen uitdelen. En door het establishment niet begrepen, of bewust gehinderd worden.

Dat het met die bewustwording over de opbouw van de controlestaat slecht gesteld is en vooral de gevestigde media hun controlerende en signalerende laten liggen toont een column van Rik Kuethe in Elsevier aan. Het merkwaardige aan de column is dat het op allerlei manieren slechte journalistiek is die de naam journalistiek niet verdient. Het gaat er niet om dat Kuethe een mening geeft die anderen wellicht onwelgevallig is, maar dat-ie niet van de feiten uitgaat en een kaartenhuis van verzinsels bouwt. Hoe is het mogelijk dat een gerenommeerd tijdschrift als Elsevier en een gewaardeerd hoofdredacteur als Arendo Joustra de onbenullige en misleidende praatjes van Kuethe laten passeren?

Zo verzaakt de journalistiek haar taak om de macht te controleren en wordt het medeverantwoordelijk voor de opbouw van de controlestaat. En kan Kuethe straks in alle onvrijheid op internet surfen. Zijn domheid is niet alleen immens, maar kwaadaardig. Dat laatste is hem verwijtbaar. Zoals dat geldt voor al die gevestigde media die de bedreigingen van hun eigen tijd niet begrijpen. Merkwaardige journalistiek is dat die de signalen van de eigen tijd niet begrijpt of om politieke redenen bewust verkeerd voorstelt door de feiten te verdraaien.