Raadsels over Russische rapportage van geheime route die Jared Kushner met het Kremlin wilde openen

Het is al enkele dagen in het nieuws door een onthulling in The Washington Post. Trumps schoonzoon Jared Kushner sprak begin december 2016 met de Russische ambassadeur in de VS Sergei Kislyak en vroeg hem een geheime route of backchannel tussen Team Trump en het Kremlin te openen via Russische diplomatieke kanalen. Zodat de contacten buiten het zicht van Amerikaanse inlichtingendiensten bleven. Dat backchannel is naar verluidt nooit geopend, maar zelfs valt niet met zekerheid te zeggen. Vervolgens rapporteerde Kislyak over dit voorstel aan het Kremlin via een open verbinding waarvan hij wist dat het onderschept zou worden door de Amerikaanse inlichtingendiensten. Vertrouwden de Russen het voorstel van Kushner niet of wilden ze hem en Trump in diskrediet brengen? De raadsels stapelen zich op in KremlinGate. Adam Schiff licht toe.

Wat is de essentie van de spionage oorlog met Trump, Putin en Obama?

Het antwoord op de vraag tussen wie de nieuwste spionage oorlog wordt gevoerd is afhankelijk van het eigen perspectief. Is het een oorlog tussen Trump en Obama, Obama en Putin, Trump en de Republikeinse partij GOP, Russische en Amerikaanse inlichtingendiensten, beide staten VS en Russische Federatie of Trump en Putin? Dat laatste lijkt door de vriendschappelijke relaties tussen Putin en Trump op het eerste gezicht het minst waarschijnlijk, maar zou na Trumps inauguratie op 20 januari 2017 wel eens de meest waarschijnlijke optie kunnen worden. Afhankelijk van het antwoord wie de machtsstrijd tussen Trump en de GOP wint.

Critici zijn het erover eens dat Obama in zijn buitenlandse politiek te terughoudend heeft gehandeld, en er weinig van gebakken heeft. In Syrië trok hij in 2013 een rode lijn voor Assad en deed vervolgens niets toen Assad met chemische wapens over die lijn trok. En bij de bezetting van de Krim door de Russische Federatie die in de Algemene Vergadering van de VN in resolutie 68/262 breed werd veroordeeld nam Obama te weinig verantwoordelijkheid hoewel het Boedapester Memorandum uit 1994 de VS tot actie verplichtte. Zie hier het antwoord van Paul Niland op mijn stellingname dat Obama geen verantwoordelijkheid nam. Niland valt Obama niet volledig af, maar geeft wel toe dat Obama gezien de omstandigheden meer had kunnen doen. Zoals John Schindler in een commentaar zegt handelt Obama uiteindelijk ter elfder ure terwijl hij sinds 2013 kans op kans heeft laten liggen om de Russische agressie in Oost-Europa en in cyberspace passend te beantwoorden.

De leiders van de Russische Federatie hebben straks te maken met de onberekenbare president Trump in plaats van de berekenbare Obama. Trump mist de terughoudendheid en de intellectuele blik van Obama die tijdens zijn presidentschap steeds weer de indruk gaf verdwaald te zijn in de politiek. Dat is zo ongeveer het enige dat Obama en Trump gemeen hebben. Obama was geen politiek dier, maar een huiskamergeleerde die er een nachtje over moest slapen. De spionage oorlog verhuist mee naar 2017. Als Obama is afgetreden worden de opties kleiner en het antwoord duidelijker wie er nou exact met wie in strijd is. Misschien is het in essentie wel een oorlog in de psyche van Donald Trump. En dat belooft weinig goeds voor de wereld in 2017.

WikiLeaks voert Franse publieke opinie met onthullingen ‘Espionnage Élysée’

WikiLeaks pakte op 23 juni uit met onthullingen over het bespioneren door de Amerikanen van de drie laatste Franse presidenten, te weten François Hollande (2012–nu), Nicolas Sarkozy (2007–2012) en Jacques Chirac (1995–2007). In ‘Espionnage Élysée’ geeft WikiLeaks de bijzonderheden, waaronder wat het zelf TOP SECRET rapporten van de NSA noemt. Julian Assange zei in een interview voor het Franse journaal TF1 dat Frankrijk moet doen wat Duitsland naliet toen bleek dat kanselier Merkel werd bespioneerd. Het valt te bezien of dat gebeurt. De correspondent in het filmpje mist het onderscheid tussen economische, militaire, politieke en diplomatieke spionage. De gevoeligheid van het afluisteren van de directe communicatie van presidenten gaat verder dan ’normale’ spionage die altijd tussen landen bestaat. Het is dus meer dan ophef over niets, maar minder dan ophef die tot een breuk leidt. Want dat laatste kunnen Frankrijk en de VS zich niet veroorloven.

CINdMw-XAAA_2SE

Foto: Cartoon WikiLeaks: ‘Au Mo(i)ns, ils pensent qu’on est aussi importants que les Allemands.’ (Ze denken nu in ieder geval dat we net zo belangrijk zijn als de Duitsers).

Open brief van Carl Bernstein aan Alan Rusbridger: over journalistiek

watergate2

In een open brief ondersteunt Watergate journalist Carl Bernstein hoofdredacteur Alan Rusbridger van The Guardian. Deze moet vandaag voor een parlementscommissie verschijnen in verband met de onthullingen van Edward Snowden in z’n krant. Indirect richt Bernstein zich tot z’n voormalige collega bij de Washington Post Bob Woodward die tegenwoordig inperking van de persvrijheid goedpraat maar in z’n boeken met staatsgeheimen die de regering goed uitkomen uit de school mag klappen. En daar schatrijk van is geworden.

Bernstein ziet geen reden tot zorgen over de media en acht enige aanscherping van het functioneren niet nodig. Integendeel, hij beoordeelt de opstelling van de pers in de VS en het Verenigd Koninkrijk sinds 1945 inzake de nationale veiligheid als vele malen verantwoordelijker dan die van opeenvolgende regeringen, premiers en presidenten. Want door over-classificatie van ‘geheimen’, onoprechtheid, en ronduit liegen hebben juist zij een publiek debat zoals dat een open samenleving past geblokkeerd. Vooral de laatste jaren. 

Het besef dat het op dit moment ontbreekt aan het juiste toezicht op het functioneren van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten ziet Carl Bernstein als de verdienste van de onthullingen van Edward Snowden. Dat werd voor het eerst zwart op wit aangetoond. Vooral in de VS ontbreekt dat toezicht van de wetgevende en rechterlijke macht. Inlichtingendiensten proberen onder het juiste toezicht uit te komen en dat te vermijden.

‘Dat is het onderwerp van de rechtmatige en noodzakelijke maatschappelijke discussie die nu plaatsvindt in de VS, het Verenigd Koninkrijk en elders’, zo meent Bernstein. Toegevoegd kan worden dat in Nederland de commissie-Dessens adviseert de bevoegdheden voor de nationale inlichtingendiensten te verruimen. Dat dient gecompenseerd te worden door een getrapte aanscherping van het toezicht waarop de minister van Binnenlandse Zaken persoonlijk toeziet. Van zo’n constructie kan men zich afvragen of die in de praktijk nageleefd kan -en zal- worden. Een maatschappelijke debat is nodig om voor elkaar te krijgen dat vertegenwoordigers van de burgerrechten een positie in het toezicht krijgen die nu nog volledig ontbreekt.

Bernstein beseft dat er altijd spanning bestaat tussen nationale veiligheid en openbaarheid. Zeker wat de rol van de pers betreft. Terrorisme moet bestreden worden, maar daartoe moeten overheden bij de les gehouden worden dat ze uitsluitend ‘echte vijanden‘ bestrijden. En onder het mom van de bestrijding van het terrorisme geen misbruik maken van de technische bevoegdheden die ze hebben gekregen voor de bestrijding van het terrorisme om rechten en privacy van gezagsgetrouwe burgers in te perken. Voor het functioneren van de democratie ‘is het essentieel dat geen voorafgaande gouvernementele beperkingen of intimidatie op een werkelijk vrije pers worden opgelegd’ zo zegt Bernstein. Anders gaat het licht uit en dreigen despotisme, demagogie en zelfs criminalisering van onze gekozen leiders en overheden: ‘(..) in such darkness, we encourage the risk of our democracies falling prey to despotism and demagoguery and even criminality by our elected leaders and government officials.’ Een brief die leert wat democratie en journalistiek inhouden.

Nixon_E2679c-09A

Foto 1: ‘Woodward and Bernstein watching Nixon address the nation on television, April 30, 1973.’ Credits: © Mark Godfrey.

Foto 2: President Nixon houdt op 29 april 1974 een televisietoespraak in antwoord op zijn dagvaarding.

Afshin Ellian negeert rol van toezicht en kritische journalistiek

001_RBIAdam-image-1420463

Het is zeer kwalijk hoe D66, gesteund door haar mediaorgaan NRC Handelsblad, de activiteiten van de AIVD onderwerp van discussie maakt.’ Aldus Afshin Ellian die in een Elsevier-column met de titel ‘Tweede Kamer moet de hypes van D66 en NRC negeren‘ alles uit de kast haalt tegen wat-ie overduidelijk ziet als links-liberale vrijzinnigheid. Met z’n focus op de bestrijding van het jihadisme haalt Ellian van alles door elkaar en verliest het overzicht. Het gaat om toezicht door parlement en CTIVD, proportionaliteit van spionage van burgers, en journalistiek die de macht ter discussie stelt. En dat NRC het mediaorgaan van D66 zou zijn is de vraag. Omdat het niet in z’n verhaal past moffelt Ellian de SP als meest kritische volger van de AIVD weg.

Schokkend hoe gouvernementeel Ellian zich opstelt. Hij vergeet dat onafhankelijke journalistiek de macht dient te bevragen. Een volwassen democratie kan niet functioneren zonder kritische journalistiek. Ellian stelt dat ‘NRC voorop loopt in het creëren van een bedenkelijke sfeer rond de Nederlandse inlichtingendiensten’ maar onderbouwt dat niet. Hij verwijst naar een NRC-artikel dat critici aan het woord laat die om meer toezicht en controle op de inlichtingendiensten vragen. Maar hoe onderzoek en verslaglegging van NRC -dat zich opstelt als doorgeefluik van kritiek op het kabinet- tot een bedenkelijke sfeer kan leiden valt niet in te zien. Het is eerder andersom. Het goedpraten van Ellian dat parlementaire controle en toezicht op AIVD en MIVD niet nodig zijn en kabinetsleden uit principe niet liegen tegen burger of parlement is bedenkelijk. 

Ellian rechtvaardigt de claim van minister Plasterk en de veiligheidsdiensten dat het alle middelen inzet om het terrorisme te bestrijden met de dooddoener dat Plasterk gelijk heeft: ‘Het is helemaal waar wat de minister zegt.’ Werkt de democratie volgens Ellian zo simpel? De onthullingen aan de hand van de documenten van Edward Snowden hebben juist duidelijk gemaakt dat nationale inlichtingendiensten hun boekje te buiten gaan. De vraag is niet uitzonderlijk of dat in Nederland ook het geval is. Dan kan via onderzoek uitgezocht worden. Daarnaast zijn deze diensten bezig met economische spionage en spionage van onschuldige burgers. 

In parlement, bij CTIVD en in de maatschappij staat ter discussie of de veiligheidsdiensten de wet overtreden. Een houding om dat zorgvuldig uit te zoeken dient de democratische rechtsorde meer dan het wegmoffelen van bezwaren. Ellian schiet definitief uit de bocht als-ie beweert dat NRC en D66 een ‘zeer beperkt begrip van de rechtsstaat‘ hanteren: ‘wel permanente controle op politie en inlichtingendiensten, maar geen aandacht voor de strijd tegen terrorisme, dat de rechtsstaat ernstig bedreigt.’ Dit is zo aantoonbaar onjuist en naast de waarheid dat Ellian met deze uitspraak niet D66 en NRC beschadigt, maar vooral zichzelf. Afshin Ellian heeft de realiteit van de democratische rechtsorde en de rol van kritische journalistiek geheel uit het oog verloren. 

Foto: Minister Plasterk verdedigde het handelen van de AIVD. Credits: ANP

Canadese regering liet NSA tijdens G20 spioneren. Tegen de wet

Hun opvatting van openbaarheid is zwijgen. Da’s de beroepsdeformatie van inlichtingendiensten. Nu weer in Canada met de nationale inlichtingendienst CSEC. In het parlement weigert de regering Harper te bevestigen dat het de Amerikaanse NSA ruim baan gaf om tijdens de G20-top van 2010 in Toronto buitenlandse leiders te bespioneren. Evenmin maakt de regering duidelijk wie in de regering verantwoordelijk was voor het besluit om dit de Amerikanen toe te staan. Directeur van CSEC John Forster verklaarde in het parlement dat het zijn dienst niet is toegestaan Canadezen waar dan ook ter wereld of wie dan ook -inclusief bezoekers- op Canadese bodem te bespioneren. Komende onthullingen van Snowden zullen uitwijzen of Forsters claim klopt. Buren besteden spionage aan elkaar uit om formeel binnen de wet te blijven. De geest van de wet schenden ze. Terwijl ze zwijgen in onschuld. Zo denken ze. Ze kunnen niet anders. Die zelfgerichtheid is hun tragiek.