Greenwald stapt op bij The Intercept vanwege censuur in artikel over Biden. Tekenend voor de grens aan activistische journalistiek?

De radicalisering van de gelauwerde in Brazilië wonende Amerikaanse journalist Glenn Greenwald eindigt voorlopig in meningsverschil tussen hem en nieuwsblog The Intercept waarvan hij in 2013 een van de oprichters was na zijn vertrek bij The Guardian. Hij en eigenaar Pierre Omidyar zijn leeftijdsgenoten. Greenwald stapt op omdat hij zich beperkt voelt omdat een kritisch stuk over Joe Biden niet integraal gepubliceerd werd. In antwoord daarop dient The Intercept hem in een redactioneel (zie boven) van repliek.

Het is lastig om het geschil op waarde te schatten. Ondanks verschillen doet het denken aan 2016 toen Wikileaks-oprichter Julian Assange in Russisch vaarwater terechtkwam en Hillary Clinton frontaal aanviel. Hij probeerde aan de linkerkant stemmen weg te snoepen van Clinton. Assange wordt ervan verdacht dat hij door geldnood gedreven gekocht werd door het Kremlin. Dat promootte ook Bernie Sanders en de linkse Jill Stein van de Groene partij met de opzet om verdeeldheid te zaaien en Democratische stemmers weg te houden bij de stembus. Dat was een succesvolle strategie die tot Trumps verkiezing leidde. Pikant is dat het eind 2010 Pierre Omidyar was die als eigenaar van eBay en dochterbedrijf PayPal zich er niet tegen verzette dat er geen geld meer kon worden overgemaakt naar WikiLeaks. Dat dreef Assange in de armen van het Kremlin.

Greenwald treedt wel eens op als gast bij het door het Kremlin gecontroleerde RT (Russia Today) dat het er vooral om te doen is om de verdeeldheid in en zwakte van het Westen te benadrukken en de verdeeldheid in en de zwakte van de Russische Federatie te verzwijgen. Het verwijt aan gasten van RT is dat ze weliswaar de vrijheid nemen om terechte kritiek te uiten op het Westen, maar tegelijk in het frame van het Kremlin stappen en zich bewust de vrijheid laten ontnemen om kritiek op de Russische Federatie en de ondermijnende acties tegen het Westen te uiten. Dat wordt niet als evenwichtig gezien en het wordt hun aangerekend dat ze ermee het recht van spreken verspelen. Wie kan geloofwaardig zijn onder acceptatie van zo’n dubbele standaard?

Toch zou men Greenwald een ethische journalist kunnen noemen die net als Matt Taibbi en Jeremy Scahill geen concessies wil doen aan de eigen integriteit. Ze zijn het geweten van de progressieve journalistiek en houden niet op om zich als zodanig te profileren. Dat roept trouwens misnoegen op bij collega-journalisten die vinden dat bij het professionalisme van hun vak samenwerking, teamgeest en geen egotripperij past.

Journalisten als Greenwald passen eerder bij kleinere nieuwsmedia als The Young Turks van Cenk Uygur of Democracy Now! van Amy Goodman, dan bij het grote MSNBC dat hoewel het zich in de meeste programma’s verzet tegen Trump een centristische koers vaart die afstand houdt tot de progressieve vleugel van de Democratische partij. Een journalist met radicale meningen en een hoogstaand idee van ethiek is slecht in te passen in een breed nieuwsmedium dat rekening heeft te houden met de eigen economische positie.

Bij die koers past geen frontale aanval op Biden. De ontmanteling van de democratische instituties en het steeds verder oprekken van de interpretatie van de grondwet door Trump vraagt alle hens aan dek. Het is toch al zo verbazingwekkend dat een minderheid van tussen de 40 en 45%  Trump ondanks alles wat God en de Founders van de Amerikaanse Republiek hebben verboden trouw blijft. Aan Greenwald blijft het verwijt kleven dat hij niet goed kan weerleggen dat hij de campagne van Trump dient door dubieuze claims van Trumps politieke campagne over te nemen en dat als onafhankelijke journalistiek te presenteren. Vooral de timing is opmerkelijk. Als het Greenwald om de waarheid en het principe van onafhankelijke journalistiek ging, dan had hij ook met publicatie kunnen wachten na de beslissing over de verkiezing van de volgende president. Tegelijk heeft Greenwald een punt dat delen van de Amerikaanse journalistiek zich mee hebben laten trekken in de politieke stammenstrijd. Maar hij lijkt niet langer de meest geloofwaardige journalist om die kritiek te uiten.

Foto: Schermafbeelding van deel redactioneelGLENN GREENWALD RESIGNS FROM THE INTERCEPT; A note from the editors’ in The Intercept, 29 oktober 2020.

Achterban van populisme meer gemotiveerd door racisme dan in het publieke debat wordt weergegeven

Er zijn zoveel uiteenlopende meningen over de opkomst van de recente golf van het populisme dat ze niet allemaal waar kunnen zijn. Een groot deel van de ‘deskundigen’ die over dit onderwerp een mening geeft zit er daarom per definitie naast. Dat gaat samen met het voor het voetlicht brengen van een eigen agenda of stokpaardje. Neem de verkiezingswinst van Trump en de uitspraak van Hillary Clinton dat de helft van Trumps achterban bestond uit deplorables. Ofwel, sneue mensen. Een uitspraak die werd veroordeeld en halfslachtig in de lucht bleef hangen, terwijl in de herfst van 2016 al uit onderzoeken bleek dat de uitspraak klopte. De helft van Trumps aanhangers was aantoonbaar racistisch, hypocriet en fanatiek. Alleen klonkt het uit de mond van Clinton ongeloofwaardig vanuit de hoogte omdat ze bij uitstek de kandidaat van Wall Street was.

Nu is er een artikel op The Intercept dat alles overzichtelijk op een rijtje zet. De conclusie die verre van verrassend is dat de mening van stemmers op Trump vooral bepaald werd door racisme. Om witte suprematie. Bij de Brexit was het waarschijnlijk niet anders, zoals al snel na de uitslag uit de vele uitingen van racisme bleek. In de nasleep van de Brexit en Trumps overwinning ontstond wereldwijd een debat over de oorzaken. De onverwachte winst zou gelegen zijn in de wereldvreemde houding van een elite die in de eigen bubbel leeft. Aangejaagd door een journalistieke klasse die ook het zicht op de realiteit had verloren. Of de economische achterstand van de werkende klasse en de lagere middenklasse zou beslissend zijn geweest.

Als blijkt dat het niet om de economie of de voorrechten van een elite ging, maar om racisme, dan kan er een streep door de voornemens om het beleid te veranderen. Deplorables moeten door overheden niet tegemoet gekomen worden omdat ze achtergesteld of zielig zijn, maar moeten gewezen worden op onaanvaardbaar gedrag dat geen enkele tegemoetkoming van overheden vraagt omdat het de redelijkheid van de rechtsstaat te buiten gaat. Aangejaagd door rechts-populistische politici en media die door ophitsing hun eigen agenda willen realiseren. Deplorables zijn deplorables. Het is ook in Nederland een taboe geworden om dat hardop in de openbaarheid te zeggen. Deplorables hebben recht op begrip voor hun situatie, niet voor hun racisme. Ze zijn ook slachtoffers van de valkuil waarin ze gevallen of geduwd zijn. Laat voor politici, media en burgers duidelijk zijn dat populisme dat moreel gelijk claimt daar maatschappelijk en juridisch geen recht op heeft.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelTOP DEMOCRATS ARE WRONG: TRUMP SUPPORTERS WERE MORE MOTIVATED BY RACISM THAN ECONOMIC ISSUES’ van Mehdi Hasan op The Intercept, 6 april 2017.

Glenn Greenwald toont aan dat beschuldigingen tegen Snowden bedrog zijn. Maar hiermee is de kwestie nog niet afdoend beslist

De vraag of Edward Snowden een Russische spion is valt vooralsnog niet te beantwoorden. Op 25 januari 2017 stelde ik dat in een commentaar aan de orde aan de hand van een boekbespreking door Charlie Savage van‘How America Lost Its Secrets: Edward Snowden, the Man and the Theft’ van Jay Epstein. Mijn conclusie: ‘Het blijft vooral speculatie of Edward Snowden een Russische spion is. Harde bewijzen ontbreken, maar ook ondersteunend bewijs. Van de andere kant valt evenmin te bewijzen dat Snowden geen Russische spion is. Maar zolang er geen harde bewijzen zijn is het onterecht om Snowden een Russische spion te noemen.

Ik vervolgde: ‘Tekenend voor de makkelijke manier van argumenteren van de Snowden-bashers is de gezaghebbende informatie-analist John Schindler die op z’n site ‘The XX Committee’ de erkenning door de hoge spion Franz Klintsevich als bewijs geeft.

Schindler verwijst ook steeds naar het hoofd van de Duitse BND Gerhard Schindler als bewijs dat Snowden een spion is die gerund zou worden door het Kremlin. Maar Gerhard Schindler komt helemaal niet met hard bewijs. Hij noemt Snowden een verrader. Dat is een mening of observatie, geen bewijsvoering.’

Glenn Greenwald die in 2013 samen met Laura Poitras de onthullingen van Edward Snowden de wereld in bracht komt nu met aanvullend ontlastend bewijs in een artikel voor The Intercept. Theorieën die de schuld van Snowden zouden moeten aantonen beweerden dat hij eind mei 2013 11 dagen niet traceerbaar zou zijn geweest en in die tijd geheime informatie aan de Chinese of Russische inlichtingendiensten zou hebben gegeven. Die theorie werd gretig in de pers gedeeld. Greenwald toont aan de hand van notarieel vastgestelde documenten aan dat Snowden niet onvindbaar was, maar gewoon zijn intrek had genomen in het Mira Hotel in Hong Kong waar Greeenwald, Poitras en Guardian-journalist Ewen MacAskill dagenlang met hem spraken.

Snowden is een middel geworden. Snowden is een lakmoesproef voor politieke correctheid. Snowden is een richtpunt voor kritiek op het autoritaire bewind van Putin en ondersteuning voor bestedingen van de Amerikaanse veiligheidsindustrie. Of juist het tegenovergesteld om het Amerikaanse neoconservatisme in de beklaagdenbank te zetten. Zo wordt ‘Snowden’ een valkuil van politieke meningen die nog weinig met het handelen van de historische persoon Edward Snowden te maken hebben. In Nederland is journalist Hans de Vreij iemand die de theorie van Schindler volgt en zo zijdelings de Amerikaanse veiligheidsindustrie steunt.

In een update bij genoemd Intercept-artikel zegt Greenwald dat Schindler hem op Twitter heeft geblokkeerd : ‘former NSA employee Schindler, who responded by blocking me on Twitter and then suggesting that both myself and the Intercept are controlled by Putin’. De beschuldigingen over en weer vliegen in het rond zonder te landen. Ik ben het eens met Greenwald dat er geen bewijs is dat aantoont dat Snowden een Russische spion is, maar ik acht het mogelijk dat dat bewijst nog ooit aan de oppervlakte komt. Alleen aan de hand van de openbare bronnen is dat naar mijn idee op dit moment niet vast te stellen. Op de achtergrond speelt ook het probleem dat gespecialiseerde, geprofileerde journalisten als Schindler of Greenwald in hun eigen bubbel zitten en vanuit hun invalshoek gelijk hebben, maar toch het overkoepelende beeld niet goed weergeven.

Mijn reactie bij het artikel van Greenwald: ‘You are right about John Schindler who is spreading allegations without proof about Snowden who should be in the pocket of the Kremlin. The only references he gives are 1) Franz Klintsevitch, Russian senior and deputy chairman of the defense and security committee who is part of the Russian security industry and therefore by definition not impartial and 2) Former head of the German BND Gerhard Schindler who calls Snowden a traitor, but not a Russian agent (‘Ich habe gesagt, dass Snowden ein Verräter ist und sich in die Hand der russischen Geheimdienste begeben hat. Dabei ist er zu ihrem Handlanger geworden’). http://www.berliner-zeitung.de/25148756‘. Het laatste woord over Snowden is nog niet gevallen.

Foto: The Mira Hotel, Hong Kong.

Aantijging dat Snowden Russische spion is wacht nog steeds op publieke onderbouwing. Charlie Savage antwoordt Jay Epstein

es

Sargasso verwijst in een bericht naar een bespreking door Charlie Savage in The New York Review of Books van ‘How America Lost Its Secrets: Edward Snowden, the Man and the Theft’ van Jay Epstein. Savage is kritisch op Epstein die stelt dat Snowden een Russische spion is. Hoewel Epstein toegeeft dat Snowden kan zijn begonnen als klokkenluider om te eindigen als spion. De wrok en verbittering die in sommige geledingen van de Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten bestaat over de onthullingen van Snowden in The Guardian en andere media in 2013 kan niet onderschat worden. Epsteins boek is er de weerslag van. Mijn commentaar:

Het blijft vooral speculatie of Edward Snowden een Russische spion is. Harde bewijzen ontbreken, maar ook ondersteunend bewijs. Van de andere kant valt evenmin te bewijzen dat Snowden geen Russische spion is. Maar zolang er geen harde bewijzen zijn is het onterecht om Snowden een Russische spion te noemen.

Dat hij in Moskou is gestrand is valt vooral ex-president Obama en zijn toenmalige Justitieminister Eric Holder te verwijten die Snowdens paspoort introkken op diens vlucht naar Latijns-Amerika. Juist op het moment dat hij in Moskou moest overstappen. Zij leverden hem over aan de Russen. Wat je noemt een uitermate domme manier van handelen. Wat is de logica dat ze hem kwijt wilden in het land dat Snowden het meest onbereikbaar maakte en het best beschermde? ik wacht nog op een verklaring hiervoor.

Tekenend voor de makkelijke manier van argumenteren van de Snowden-bashers is de gezaghebbende informatie-analist John Schindler die op z’n site ‘The XX Committee’ de erkenning door de hoge spion Franz Klintsevich als bewijs geeft.

Schindler verwijst ook steeds naar het hoofd van de Duitse BND Gerhard Schindler als bewijs dat Snowden een spion is die gerund zou worden door het Kremlin. Maar Gerhard Schindler komt helemaal niet met hard bewijs. Hij noemt Snowden een verrader. Dat is een mening of observatie, geen bewijsvoering.

Snowden kan als een ethische spion gezien worden die met zijn onthullingen naar buiten kwam om de geheime massaspionage van burgers door de NSA te openbaren. Dat hebben de westerse informatiediensten Snowden nooit vergeven. Ze doen er alles aan om hem via de media in diskrediet te brengen. Snowden heeft meermalen aangegeven dat hij tegen zijn zin in de Russische Federatie verblijft. Hij wil zich voor een Amerikaanse rechtbank verantwoorden als hem een openbaar en eerlijk proces wordt toegezegd. Niet een enkele reis naar de kerker onder verwijzing van de Espionage Act 1916 zonder recht op weerspraak. Maar de regering-Obama wilde hier niet aan.

Zo weten we nog steeds niet 100% zeker of Snowden een held of een verrader is. De te simpele bewijsvoering van de Snowden-bashers doet vermoeden dat ze met hun goed georganiseerde netwerk na 3,5 jaar nog steeds niet bewezen hebben dat Snowden een Russische spion is. Terwijl inlichtingen hun expertise is. Dat laat voorlopig de optie open dat Snowden waarschijnlijk geen Russische spion is.

Foto: Schermafbeelding van deel van boekbespreking door Charlie Savage van Jay Epstein. ”How America Lost Its Secrets: Edward Snowden, the Man and the Theft’ in The New York Review of Books, 9 februari 2017.

Risico’s van de Amerikaanse establishment media. Wat gebeurt er met de democratie als ze de leugens van Trump niet doorprikken?

Nederlandse media zochten in 2016 na de Brexit en de verkiezing van Trump een verklaring waarom ze dit niet of onvoldoende hadden voorzien. Kwam het omdat de overwegend links-liberale journalisten op een andere planeet leefden en niet aan den lijve ondervonden hoe het er werkelijk aan toegaat in de wijken waar ze hun neus zelden lieten zien? Zo werd als verklaring voor de gemiste analyse de boze witte man en de opkomst van nepnieuws op sociale media geboren. Onzin, want de meeste witte mensen zijn niet boos en nepnieuws op sociale media maakt het verschil niet. De verklaring van de journalisten was de tweede misser.

In de VS zijn de gevestigde media het bezit van bedrijven. Corporate media wordt dat genoemd. Het zijn spreekbuizen van het establishment en worden daarom establishment media genoemd omdat ze de belangen van hun bazen dienen. Dat is hun hoofdfunctie geworden, niet het evenwichtig en breed informeren van het publiek. In Nederland is dat proces nog niet zover gevorderd, maar gaat de tendens ook die richting uit. De paradox is dat in de VS de gevestigde media in betrouwbaarheid en kritisch vermogen worden ingehaald door de nieuwe media die online uitzenden. De nieuwe vrijheid is bij The Intercept, Democracy Now! of The Young Turks te vinden die vanwege economische of politieke belangen geen blad voor de mond hoeven nemen.

Door het falen van deze establishment media komt de democratie in gevaar. Want niet alleen bieden ze een onvolledig beeld van de werkelijkheid, ze misleiden een breed publiek door de schijn van objectiviteit op te houden. Dat publiek wordt in slaap gesust en denkt niet verder. Maar omdat de bedrijven en banken die de nieuwsorganisaties bezitten en de politiek onder een hoedje spelen wordt de politiek niet meer gecontroleerd. Politici zijn immers verworden tot de marionetten van big money. De bedrijven controleren via de politiek de media, niet andersom. De pathologische leugenaar Donald Trump die op 20 januari 2017 president wordt van de VS zal als hij liegt volgens hoofdredacteur Gerard Baker van The Wall Street Journal niet op leugens worden betrapt. Zijn leugens zullen bij de WSJ geen leugens genoemd worden. Als gevestigde media leugen niet meer van waarheid onderscheidt, dan verzaakt het bewust de verantwoordelijkheid om het publiek te informeren.

Nepnieuws dringt door tot de kern van de establishment media. Daar is geen witte boze man of nepnieuws op sociale media voor nodig. Het zijn de Amerikaanse gevestigde media die ons bewust het volle zicht op de werkelijkheid onthouden. Omdat dit nieuws ook doordringt in Nederland laat het de Nederlandse burger niet ongemoeid. Maar in het kartel dat ze vormen wijzen gevestigde media liever naar andere redenen. Stel je voor dat hun vooringenomenheid en commerciële belangen centraal in het nieuws komen staan. Dan maar liever de witte boze burger of de kruimelende twitteraar of gebruiker van Facebook tot zondebok gemaakt. Van wat?

Brexit is een zegen voor EU als het eendrachtig uitlegt wat het betekent

Over een week is op 23 juni het Britse referendum over de vraag of het Verenigd Koninkrijk de EU verlaten moet. De uitslag is niet te voorspellen. Martin Wolf is de economische commentator van de Financial Times en hij zet de politieke en economische punten op een rijtje. Het valt te bezien of zijn conclusie dat een Brexit meer na- dan voordelen heeft door een meerderheid gedeeld wordt. De campagne is volkomen ontspoord en vooral het LEAVE-kamp maakt zich schuldig aan nationalisme, ‘nativisme’, racisme, islamofobie, simplisme en stemmingmakerij met een beroep op emoties. Het gaat het LEAVE-kamp allang niet meer om de argumenten.

Onderstaande cartoon van Ben Garrison verscheen afgelopen zondag als onderdeel van de LEAVE-campagne. Het bevestigt het beeld van verbeten populisme dat niet overtuigt, maar overbluft. Robert Mackay analyseert het in een artikel voor The Intercept en legt bloot welke vooroordelen, onwaarheden en stereotyperingen erin schuilen. De cartoon is de nuance en humor voorbij. Een voorbeeld voor toekomstig geschiedenisonderwijs.

Ckwk-BvWsAEAzES.jpg-large

Martin Wolf lijkt overtuigend in zijn betoog dat een Brexit schadelijk zal zijn voor het Verenigd Koninkrijk. En dan komt hij nog niet eens aan toe aan de positie van Schotland dat in meerderheid in de EU wil blijven en bij een Brexit al het recht heeft geclaimd om via een referendum uit het Verenigd Koninkrijk te stappen. Vraag is of een Brexit buiten Europa opgevat wordt als een keuze tegen de EU, zoals Wolf meent. Dat beeld kan de EU door goede voorlichting rechtzetten door erop te wijzen hoe racistisch, anti-immigratie, nationalistisch en out of control de LEAVE-campagne was en dat politieke en economische argumenten er geen rol in speelden.

Als de Britten in meerderheid voor een Brexit kiezen dan moet de EU snel met missies die de hoofdsteden van de wereld afreizen uitleggen dat het zo’n Verenigd Koninkrijk dat zich bezondigt aan simplisme en continue politieke obstructie liever kwijt dan rijk is. De boodschap is dat de EU zo’n Engeland kan missen als kiespijn. Dat het de Britten alleen gunstige handelsvoorwaarden kan bieden als het zich voor 100% aansluit bij het beleid van de EU waar het nu voor weg lijkt te vluchten. Canossa gaat naar Londen. Vanaf hun toetreding blokkeerden Britten de hervorming van de EU. Paradox is dat de LEAVE-campagne die verwijten aan Londen nu omdraait. Een Brexit is een zegen voor de EU als eendrachtig wordt uitgelegd wat het exact inhoudt.

Foto: Cartoon van Ben Garrison, tweet van LEAVE.EUOfficial , 12 juni 2016.

Naïef reageren op interview van Bernie Sanders met NY Daily News is partij kiezen

tr

Op 19 april zijn de primaries in New York. Bij de Democraten en bij de Republikeinen. Bij de Democraten staan er 247 kiesmannen op het spel die proportioneel worden verdeeld. Op California na is New York de belangrijkste staat. Dus de strijd is fel. En vooral in New York waar de media gevestigd zijn wordt het spel uitermate gemeen gespeeld. Bernie Sanders houdt vol en heeft 1.096 toegezegde kiesmannen tegenover Hillary Clinton 1.308. Los van de supergedelegeerden die minder gebonden zijn. De campagne van Sanders is de laatste weken in vorm, en die van Clinton niet. Daarom moet Sanders met alle middelen gestopt worden.

Op 1 april was er een interview van Sanders met de redactieraad van NY Daily News dat veelt stof heeft doen opwaaien. Zijn tegenstanders zeggen dat hij door de mand viel omdat hij zijn zaken niet op een rijtje had en zijn voorstanders zeggen dat het geen behoorlijke journalistiek was en hij er welbewust ingeluisd is. Lachende derde is Clinton die op de hand van het bedrijfsleven is en door de corporate  media wordt gesteund.

Door aanhaken bij de ene of de andere mening kiezen andere media partij. Of ze nemen het op voor Sanders door op de manipulatie door NY Daily News te wijzen, of ze nemen het op voor Clinton die zich presenteert als een redelijke kandidaat met ervaring. Het noemen van de framing wordt zo een bewuste keuze. Maar soms lijkt het onbewust te gebeuren, zoals een bericht van Bas den Hond in Trouw verduidelijkt. Of het moedwil of misverstand wordt niet volledig duidelijk. In elk geval gaat hij volledig mee in de framing van de gevestigde media tegen Sanders. Hij baseert zich vermoedelijk op berichtgeving over dit interview in The Washington Post of op CNN die de framing van NY Daily News grotendeels volgt. Alleen al door het eigenbelang van de media in deze zaak in zijn berichtgeving niet aan de orde te stellen mist Den Hond de gekleurde rol van de media.

Feitelijk gaat deze controverse allang niet meer over Sanders, maar over het functioneren van de Amerikaanse media die vooringenomen zijn, tegen de gevestigde macht aanschuren en niet alle kandidaten op dezelfde manier tegemoet treden. Dat is geen journalistiek meer, maar activisme. Precies dat waar deze gevestigde media The Intercept journalisten als Glenn Greenwald of Jeremy Scahill -die van hun activisme geen geheim maken en het als een geuzennaam opvatten- van beschuldigen. En uiteraard is er Cenk Uygur van The Young Turks die elk mediacomplot tegen Sanders fileert en maar al te graag op een hoogst trefzekere en amusante wijze ontmaskert. Als teken van wat er fundamenteel mis is met de Amerikaanse politiek. Door het grote geld.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Sanders kan paar dagen rust in Rome wel gebruiken’ van Bas den Hond in Trouw, 10 april 2016.

Amerikaanse politiek in Midden-Oosten slaat nu terug op de EU

Glenn Greenwald verwijst in een artikel voor The Intercept naar onderstaande video met Michael Flynn, de toenmalige chef van de Amerikaanse Defense Intelligence Agency. De titel geeft een samenvatting van het onderwerp: ‘Exploiting Emotions About Paris to Blame Snowden, Distract from Actual Culprits Who Empowered ISIS’. Het is een terugkerend fenomeen: Amerikaanse media, commentatoren en politici brandmerken Edward Snowden of andere klokkenluiders als zondebok ter afleiding van het eigen falen. Greenwald toont niet voor het eerst overtuigend aan dat verwijten jegens Snowden dat hij door zijn onthullingen terroristen gealarmeerd zou hebben -waarna ze hun manier van opereren aangepast zouden hebben- feitelijk onjuist zijn. Het is de rol van verantwoorde media die berichten niet klakkeloos over te nemen zoals RTL Nieuws halfslachtig deed.

Ondertussen heeft de Midden-Oosten politiek van de VS van de afgelopen 15 jaar voor Europa rampzalige gevolgen gehad. De regering Obama wast de handen in onschuld. Vaak wordt beweerd dat de Amerikanen hun handen van Europa aftrekken, en hun blik naar Azië hebben verlegd. Die Amerikaanse betrokkenheid kent twee kanten: actieve steun aan Europa, maar ook het erger maken van problemen elders. Als de politieman die zijn eigen onmisbaarheid vergroot door zelf criminaliteit te organiseren. Vanuit het Midden-Oosten plukt de EU nu de wrange vruchten van Amerikaans wanbeleid in de vorm van de vluchtelingenstroom en terroristische aanslagen. Uiteraard zijn de VS niet de enige schuldigen, de Russische Federatie laat via Oekraïne en Syrië geen kans liggen om de EU te destabiliseren, maar de VS zijn door hun hegemonie wel het meeste schuldig.

Kritiek op de buitenlandpolitiek van de VS klinkt uiteraard al langer. Vooral vanuit de Russische propaganda of progressieve kringen in Europa en de VS. Merkwaardig genoeg nauwelijks vanuit de kern van de Europese politiek in de EU-lidstaten of de EU. De EU wordt onderhand gegijzeld door iedereen. Door Amerikanen die hun bescherming aanbieden, door Russen die hun agressie tot aan de grenzen van het acceptabele opvoeren en door de EU-lidstaten zelf die de EU niet op willen tuigen tot een politieke unie en een militaire macht. Een begin van verandering van de EU ligt in het besef dat de EU op zichzelf is aangewezen en zich door vrienden noch vijanden moet laten gijzelen. Vooral de intenties van de zogenaamde vriend zorgen voor misverstanden.

IJzeren Regel van Instituties toegepast op Nederlandse politieke partijen

plate05

Jon Schwartz verwijst in een artikel op The Intercept waarin hij de kritiek van de presidentskandidaat voor de Democraten Bernie Sanders op president Obama verwoordt op de door hemzelf gemunte term Iron Law of Institutions. Te mooi om te vertalen: ‘The people who control institutions care first and foremost about their power within the institution rather than the power of the institution itself. Thus, they would rather the institution “fail” while they remain in power within the institution than for the institution to “succeed” if that requires them to lose power within the institution.’ Een echte wet is het niet omdat het niet weerlegbaar is, maar een regel die politici ‘stuurt’ is de IJzeren Regel van Instituties wel. Omdat politieke leiders makkelijk partijen naar hun hand kunnen zetten is deze regel manifester in de politiek dan in andere organisaties.

Schwartz muntte zijn Iron Law in kritiek op de leiders van de Democratische partij die progressieve kiezers buiten de deur hielden. En zo hun eigen macht consolideerden door bewust geen verbreding te zoeken van de macht. Wat hun invloed had doen verwateren. Barack Obama is er een sprekend voorbeeld van. Of Nancy Pelosi en Hillary Clinton. De IJzeren Regel voor Instituties is er een waarschuwing voor dat de zittingstermijn van politici beperkt moet worden. Want hoe groter de mogelijkheid wordt hun eigenbelang op te bouwen, hoe groter de kans is dat ze het partijbelang ondergeschikt maken aan hun eigen positie binnen de partij.

Wie zijn Nederlandse politici die hun positie binnen de partij boven het partijbelang stellen? Dat kan op twee manieren. Door de onweerlegbare claim op een hoge functie waartegen geen interne oppositie mogelijk is of door het bijsturen van de programmatische koers waarbij de leider de partij zijn of haar politieke kleur oplegt.

Leiders van politieke partijen op wie de IJzeren Regel van Instituties van toepassing is omdat ze te lang de macht in handen wilden houden -tot na hun uiterste houdbaarheidsdatum- en daarbij hun partij schaadden door deze te laten onderpresteren lijken op het eerste gezicht Jan Marijnissen (SP), Ruud Lubbers (CDA) en Wim Kok (PvdA) of in het verleden leiders als Abraham Kuyper (ARP), Hendrik Colijn (ARP), Hendrik ‘Boer’ Koekoek (Boerenpartij) of Paul de Groot (CPN). Het vraagt nader wetenschappelijk onderzoek om de begrippen te omschrijven en instrumenten te ontwikkelen om de IJzeren Regel van Instituties voor politieke partijen en partijleiders te meten. Een uitdaging voor studies politicologie om dit journalistieke begrip te integreren.

Foto: Illustratie van Gustave Doré in Paradise Lost (1667) van John Milton met ondertitel ‘Thir summons call’d From every Band and squared Regiment By place or choice the worthiest;’ (ofwel: Better to reign in Hell, than serve in Heaven). 

Sunday Times en Glenn Greenwald botsen over Edward Snowden

int

De Britse The Sunday Times bracht afgelopen zondag 13 juni een verhaalBritish spies betrayed to Russians and Chinese’ dat een frontale aanval was op Edward Snowden die in juni 2013 de massale spionage door veiligheidsdiensten als de NSA en de GCHQ aan de orde stelde. Onderzoeksjournalist en geestverwant van Snowden Glenn Greenwald reageert in zijn column op The Intercept en beweert dat de gevestigde Britse en Amerikaanse media zich na de Irak oorlog opnieuw voor het karretje van de gevestigde macht laten spannen. De media zouden in die tussentijd niets geleerd hebben. Een ideologische strijd tussen The Sunday Times van miljardair Rupert Murdoch tegenover The Intercept van miljardair Pierre Omidyar. Conservatief en pro-establishment tegenover crypto-progressief en crypto-establishment. Wie heeft het bij het rechte eind?

Indirect bewijs dat Greenwald gelijk heeft is de poging van The Sunday Times om de column van Greenwald via de rechtbank te laten verbieden. Niet omdat de inhoud ervan onjuist zou zijn of belasterend is, maar het auteursrecht zou schenden. The Guardian noemt dat een slap antwoord van moedermaatschappij News UK die de Sunday Times uitgeeft. Claim van westerse veiligheidsdienst dat Snowden ‘bloed aan zijn handen heeft’ door samenwerking met de Chinese of Russische veiligheidsdiensten kan nog opgevat worden als een normale manier van misleiding door inlichtingendiensten, maar dat gevestigde media dat zonder bronvermelding en onderbouwing met feiten overnemen is de schande van de journalistiek waar Greenwald terecht op wijst.

Direct bewijs dat Chinese of Russische inlichtingsdiensten inzage hebben gehad in de geheime documenten die Snowden kopieerde en naar buiten smokkelde is nooit geleverd. Ook niet door de beschuldigingen in The Sunday Times. Greenwald heeft gelijk dat dit soort journalistiek een parodie op journalistiek is. De Sunday Times baseert zich uitsluitend op anonieme bronnen, spreekt zichzelf tegen en is ingefluisterd door de Britse regering. Het terugdringen van de macht van de NSA in de recent aangenomen Freedom Act geeft aan dat de inlichtingendiensten met massale spionage van burgers de slag om de publieke opinie aan het verliezen zijn. Alle middelen zijn dan geoorloofd om Snowden in diskrediet te brengen. Inclusief ondermaatse journalistiek.

Het effect van dit artikel moet niet afgemeten worden uit de controverse tussen The Sunday Times en The Intercept, of tussen de Britse inlichtingendienst MI6 en Greenwald. Zelfs als Greenwald deze strijd wint omdat hij de beste argumenten heeft en het dichtst bij de feiten blijft, kan hij toch de slag om de publieke opinie verliezen. Da’s ingecalculeerd door de aanvaller. Zo werkt de journalistiek tegenwoordig: een beschuldiging wordt als feit gebracht. Door de hoge omloopsnelheid van het nieuws zijn nieuwsconsumenten niet meer in staat te onderscheiden tussen feit en verzinsel. Zeker niet als een kwaadaardige bron als The Sunday Times het insteekt en andere gevestigde media zich opstellen als doorgeefluik zonder weinig kritisch vermogen.

Foto: Schermafbeelding van begin artikel ‘The Sunday Times’ Snowden story is journalism at its worst – and filled with falsehoods’ van Glenn Greenwald op online nieuwsbron The Intercept.