Elly de Waard spiest waarheid PEN-bestuur in kwestie Westergaard

pen

Dichter Elly de Waard prikt op haar blog de onwaarachtigheid van het PEN-bestuur door. En dan vooral van voorzitter Manon Uphoff en secretaris Aleid Truijens die het bestuur in gijzeling lijken te hebben genomen. Samen met auteur Bart FM Droog betwijfelt ze de lezing van Uphoff dat PEN Nederland zich vanwege de veiligheid van bedreigde auteurs in onder meer Bahrein, China, Cuba en Vietnam terug moest trekken uit de organisatie van een lezing van Kurt Westergaard in De Balie. Uphoff kreeg afgelopen weken zonder enige kritische vraag in de media ruim baan van journalisten voor haar spin dat genoemde auteurs gevaar zouden lopen als ze via de bijeenkomst in De Balie geassocieerd zouden worden met Westergaard. De Waard zegt nu uit betrouwbare bron te hebben vernomen dat er geen vervolgde auteurs aanwezig zouden zijn in De Balie.

Het afdekken in de media (NRC, Volkskrant) van het PEN-bestuur met inzet van bevriende auteurs kwam al ongeloofwaardig over, maar nu wijst alles erop dat het nog schrijnender is dan het al leek. Het PEN-bestuur schoof in een valse abstractie als zetstuk een schrijver uit Bahrein naar voren om de eigen angst mee te verhullen. Om daarmee de illusie van vervolging te wekken. Door zich te verschuilen achter deze in hun land bedreigde auteurs en Westergaard af te vallen als iemand die genoemde auteurs door associatie in gevaar zou brengen maakte het PEN-bestuur zich zowel schuldig aan neo-koloniaal gedrag als gebrek aan intellectuele moed. De kern van het PEN-bestuur heeft door de angst voor het eigen hachje rare kronkels gemaakt.

Foto: Schermafbeelding van Blogpost PEN: DE STRIJD GESTREDEN? van Elly de Waard.

Zaalwachter Stedelijk Museum (1948). Mensen in hun beroep

0_1418bf_d7c8b6f9_XL

Zaalwachter Stedelijk Museum’ van Ben van Meerendonk van 21 februari 1948 is op Flickr terug te vinden in de collectie ‘Beroepen‘ van het AHF (Algemeen Hollands Fotopersbureau) in de beeldcollectie van het IISG. Op 9 maart 1948 verscheen de foto fors afgesneden in de rubriek ‘Mensen in hun beroep‘ in het communistische dagblad De Waarheid. Niet toevallig is de foto onderdeel van een in blogposting uit 2014 met Russische titels die zegt ‘Nederlands op het werk (in de stad) 1930-1960, 50 beelden’. Dat Nederland lijkt op de Sovjet-Unie.

Wat opvalt uit de serie Beroepen is hoe geüniformeerd Nederland zo’n 65 jaar geleden nog oogde. Uniformen of beroepskleding gaven de plaats in de maatschappij aan en bevestigden de rol van de overheid, hielden mensen op hun plek, hadden vaak praktisch nut vanwege fysiek werk en maakten beroepen herkenbaar: de serveerster, kapper, postbode, garderobejuffrouw of ijscoventer. Een zaalwachter in het Stedelijk met uniform en pet valt nu nauwelijks meer voor te stellen. Hij lijkt op de ex-militair die in Bronbeek zijn dagen slijt.

De tekst in De Waarheid kleedt de zaalwachter verder aan: ‘Men moet niet zo min denken over het beroep van zaalwachter in een museum! Hij bewaakt immers Rembrandt’s en Picasso’s omdat er onder u zijn, die met potloden en mesjes deze kunstschatten nader willen bekijken of erger nog, die desnoods met de Nachtwacht er vandoor zouden willen gaan.’ Dat de zaalwachter met plumeau werken van Jan Steen en Vincent van Gogh afstoft was vermoedelijk ook al in 1948 de schrik van het hoofd Collecties en geen staande praktijk meer.

Dat de zaalwachter college geeft aan het publiek is pas echt de schrik van een hedendaagse museumdirecteur omdat het strijdig is met de fors aangeklede marketing- en publiciteitsmachine die de publiciteit wil sturen en controleren. Daarin past geen zelfstandige zaalwachter die uit verveling zijn versie geeft van impressionisme of naturalisme. ‘Een beroep van standing, dat zaalwachter. Tijden veranderen, en beroepen veranderen mee.

zaal

Foto 1: Ben van Meerendonk, Zaalwachter van het Stedelijk Museum, Amsterdam, 21 februari 1948. Collectie AHF/ IISG, Amsterdam

Foto 2: Schermafbeelding uit De Waarheid van 9 maart 1948 met rubriek ‘Mensen in hun beroep’. Via Delpher.nl.

PEN Nederland communiceert over kwestie Westergaard! Afdoend?

penn

Update: Inmiddels heeft PEN Nederland de column van Aleid Truijens online gezet. Met een verrassende conclusie: ‘Wij proberen de vrijheid van meningsuiting van iedereen te verdedigen, van links en rechts, gelovig en ongelovig, satirisch of bloedserieus, welgevallig of niet. Dat vraagt om behoedzaam, tactvol optreden.’

Er is iets merkwaardigs aan de hand met de communicatie van het bestuur van PEN Nederland en de omgang met de sociale media. Die is niet op orde. Het bestuur lijkt eerder te vertrouwen op een persoonlijk netwerk dan dat het direct met het publiek in contact treedt. Het bestuur kondigde deze week aan op zaterdag met een column in De Volkskrant (secretaris Aleid Truijens) en een ingezonden brief in de NRC (voorzitter Manon Uphoff) uitleg van zaken te geven over de beslissing om zich terug te trekken uit een bijeenkomst in De Balie waar de Deense cartoonist Kurt Westergaard sprak. Maar vervolgens worden deze column en brief niet geplaatst op de FB-pagina, Twitter-account en website van PEN Nederland en verdwijnen ze achter de betaalmuren van De Volkskrant en NRC. Zodat het bestuur de zelfgekozen semi-openbaarheid blijft zoeken.

Voorzitter Manon Uphoff schrijft een brief in de NRC en ondertekent met ‘Voorzitter PEN Nederland’ zodat aangenomen kan worden dat ze het bestuursstandpunt vertegenwoordigt. Deze brief is teleurstellend omdat het weliswaar zegt dat Westergaard ‘onvoorwaardelijke steun en bescherming verdient’, maar die steun niet gegeven kon worden vanwege ‘een project (..)  waarin vijf Nederlandse auteurs correspondeerden met een paar schrijvers uit landen waar het vrije woord niet bewaakt wordt, maar uiterst moeizaam tot stand komt’.

Uphoff vervolgt: ‘Te laat heb ik/hebben wij beseft dat ons programmaonderdeel vanwege de aandacht voor zijn aanwezigheid ook gevaarlijke aandacht zou kunnen betekenen voor deze auteurs uit landen waar strenge censuur heerst. Want die risico’s voor een naar buiten tredende auteur zijn groot en zorgen in sommige landen zelfs voor levensgevaar. Als een schrijver uit Bahrein in één zin genoemd kan worden met Kurt Westergaard’, is dat vrijwel zeker een doodvonnis. Hiermee geeft PEN Nederland aan een inschattingsfout gemaakt te hebben en niet voldoende beseft te hebben waar het was ingestapt. Of dat een uitleg is die de beslissing van het PEN-bestuur ondersteunt of veroordeelt is de vraag. Uphoffs brief verklaart nog steeds niet waarom PEN Nederland Kurt Westergaard niet onvoorwaardelijk steunde bij de bijeenkomst in De Balie.

Foto: Schermafbeelding van brief Manon Uphoff in NRC van 9 mei 2015 (achter betaalmuur).

Writer’s block bij PEN Nederland vanwege kwestie Westergaard?

pen

Is het bestuur van PEN Nederland ondergedoken? In paniek na kritische geluiden in de media nadat het zich had teruggetrokken uit de organisatie van een lezing met de Deense cartoonist Kurt Westergaard? Noch op Facebook of Twitter reageert het bestuur. Op zijn minst resteert door de radiostilte een beeld van verwarring.

Hoe goed is PEN Nederland georganiseerd? Dat het schort aan het contact met het publiek is geen verrassing. Een concept beleidsnota uit 2011 zegt: ‘Het bestuur zal onderzoeken op welke wijze PEN Nederland zich in de toekomst kan manifesteren in de sociale media, met name op Facebook en Twitter.’ Is het blijven steken in de onderzoeksfase? Wat weer wel aardig is hoe wars van publicitaire druk het PEN-bestuur zich opstelt. Dat soort wereldvreemdheid is anno 2015 best bijzonder. Of het met zwijgen de eigen doelstelling dient is de vraag.

Foto: Schermafbeelding van FB-pagina van PEN Nederland, 3 mei 2015.

PEN Nederland laat Kurt Westergaard in de steek. Gebrek aan ruggengraat?

Een door en door Nederlandse vraag is: ‘maar, wat had jij dan gedaan in de oorlog?’ Alsof je dat kunt weten. Een correct antwoord tussen zelfingenomenheid en lafheid is te zeggen dat je dat niet zou weten omdat je de omstandigheden niet kent. De vraag gaat over het omgaan met angst. Het inschatten van de risico’s. Weten hoe je met druk kunt omgaan. Over het boven jezelf uitstijgen. Of het omgekeerde. Wegzakken in matheid.

De schrijversvereniging PEN Nederland kon kiezen tussen moed en lafheid. En koos waarschijnlijk vol zelfhaat voor lafheid. Niet unaniem overigens. Bestuurslid Maartje Duin stapte uit protest op tegen het beleid zoals dat door voorzitter Manon Uphoff wordt verwoord. Dat deed ze in Nieuwsuur zichtbaar met de pest in haar lijf.

pen

Het ging over de ontvangst van de Deense cartoonist Kurt Westergaard op het Festival van het Vrije Woord in de Amsterdamse De Balie. Hij moet om de klok beveiligd worden vanwege bedreigingen door radicale moslims en sprak vanavond De Persvrijheidslezing uit. De veiligheidsmaatregelen waren groot, maar beheerst.

Wat vertegenwoordigt PEN Nederland? Dat lijkt niet langer onze intellectuele elite te zijn. Of het bestuur moet schoon schip maken door af te treden voor het getoonde gebrek aan ruggengraat in de kwestie Westergaard. PEN Nederland zal door de opstelling van het bestuur reputatieschade leiden. Als het er in dat van oorlogen en aanslagen gevrijwaarde Nederland op aankomt haken onze schrijvers af. Bevreesd voor het straatrumoer dat toch al zo weinig tot de letteren doorklinkt, zo is de kritiek. De praktijk van de vrijheid van meningsuiting is lastiger dan het toezeggen van steun aan exotische schrijvers op de eigen website. Ontluisterend.

Foto: Schermafbeelding van passage uit toelichting Nieuwsuur bij ‘Schrijversclub trok zich terug door komst Westergaard’.

Hoe moet Europa reageren op terrorisme? Met vijf overwegingen

Wat moet de reactie zijn op de aanslag bij Charlie Hebdo die 12 mensen het leven kostte? In grote lijnen zijn er twee soorten reacties: 1) meer restrictieve maatregelen die veiligheid boven alles stellen of 2) het verhogen van de doelmatigheid door aanpak binnen de bestaande (wettelijke) kaders. Deze standpunten worden respectievelijk door de Britse conservatief Timothy Kirkhope en de Duitse Groene Jan Philipp Albrecht in het Europarlement verwoord. Dat meningsverschil concretiseert zich nu op de reisgegevens. De Tweede Kamer is kritisch omdat het oprekken van bevoegdheden niet nodig is voor de bestrijding van het terrorisme.

In een reactie op Geen Stijl (14-01; 12:22) verwoordde ik dat zo: ‘Feit is dat de politie- en veiligheidsdiensten over grenzen heen niet optimaal samenwerken. Dus zowel binnen Nederland tussen verschillende korpsen als in Europa tussen diverse landen kan de samenwerking verbeterd worden. (..) Het kan binnen de bestaande wettelijke kaders. Zodat zowel veiligheid als privacy gediend worden. Niet alleen Alexander Pechtold van D66, maar ook partijen als de VVD, PvdA en het CDA zijn tegen het eenzijdig vergroten van bevoegdheden van veiligheidsdiensten. (..) Laten de AIVD en politie dus eerst maar eens doelmatiger gaan werken. Want het is een publiek geheim dat de doelmatigheid van de Nederlandse politie schrikbarend laag is. (..) De roep om meer bevoegdheden kan daarom als een vlucht naar voren opgevat worden’ . 

Over de bestrijding van het terrorisme is de afgelopen week in de publiciteit, op scholen en werkplekken en in kroegen het nodige gezegd. Uit alles blijkt dat het een gecompliceerd vraagstuk is dat om een brede aanpak vraagt. Ik zet wat observaties op een rij in een zich van dag tot dag ontwikkelend verhaal:

1) Terrorisme moet breder geïnterpreteerd worden dan moslimgeweld tegen het Westen. Met als doel een beleidsaanpassing  dient eronder ook staatsterrorisme, terrorisme door Westerse landen of terrorisme door niet-moslims in Westerse landen begrepen te worden. Het parlement moet het voortouw nemen. Zie hier.

2) Bestrijding van terrorisme kan binnen bestaande wettelijke kaders door betere samenwerking tussen veiligheidsdiensten, gelijkschakeling van standaarden en het vergroten van doelmatigheid. De samenwerking   staat haaks op het pleidooi om de veiligheidsdiensten meer bevoegdheden te geven wat hun autonomie laat toenemen. Deze moet juist verkleind worden tot een niveau dat parlementaire controle erop vergemakkelijkt.

3) Veiligheid en burgerrechten (privacy) zijn niet in tegenstelling met elkaar, maar wel in continue onderlinge afweging. In Nederland zijn beide aspecten nu vertegenwoordigd in het ministerie van Veiligheid en Justitie, maar dat is ongewenst omdat er dan geen twee partijen zijn voor een gelijkwaardige afweging. Daarom moet er weer een apart ministerie van Justitie komen. Veiligheid kan voortaan ondergebracht worden in een nieuw ministerie van Binnenlandse Veiligheid dat politie, territoriale verdediging van kwetsbare objecten (inclusief cyberoorlog en digitale verdediging) en de veiligheidsdienst AIVD omvat.

4) De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut, maar wordt uitsluitend beperkt door de wet. De wet is de enige neutrale plek waar burgers van de pluriforme samenleving elkaar kunnen verstaan. Uitingen van religies zoals in zogenaamde heilige geschriften dienen als fictie (literatuur) en niet als non-fictie (geschiedenis, ‘waargebeurd’) beoordeeld te worden. Want religie is een menselijke constructie totdat het tegendeel bewezen is. Een beroep op goede smaak en fatsoen bij het beoordelen van religiekritiek is individueel bepaald en daarom niet bruikbaar om mensen te verbinden. Een beroep op fatsoen en beschaving of het idee dat religie een uitzondering is die ontzien dient te worden compliceert en verduistert de toetsing aan de wet.

5) Een levendig publiek debat hoort bij een open samenleving die burgers niet op voorhand inperkt. Functie van alle vormen van maatschappelijke kritiek is dat het de vanzelfsprekendheid van de macht ter discussie stelt. Zodat een samenleving de tegenkrachten een kans geeft. Via onderwijs moet gezorgd worden dat alle maatschappelijke geledingen gekwalificeerd zijn om actief en op niveau aan dat debat bij te dragen. De monotheïstische wereldgodsdiensten met hun missie en marketing bezitten een grote politieke macht waarvan het vanwege het politieke evenwicht nodig is dat deze bevraagd wordt. De enige grond voor extra juridische bescherming is de kwetsbaarheid en zwakte van groeperingen om deel te nemen aan het publieke debat, zoals hoogbejaarden, geestelijk gehandicapten, laagopgeleiden, chronisch zieken en kinderen.

Terrorisme experts in media zijn minder onafhankelijk dan het lijkt

Wat is terrorisme en wie bepaalt dat? Wie vormen eigenlijk dat rondreizende circus van ‘terrorisme experts’ dat in de media een mening over terrorisme mag geven? Vormen of vervormen ze ons beeld van de wereld? Velen ervan lijken verre van onafhankelijk te zijn, zoals Glenn Greenwald en Lisa Stampnitzky voor ‘Democracy Now!’ met voorbeelden toelichten. Onder terrorisme verstaan de ‘onafhankelijke experts’ die op de loonlijst staan van media of bedrijven uitsluitend het geweld van moslims tegen Westerse doelen. Is het in Nederland beter gesteld met de ‘onafhankelijke terrorisme experts’ die in de media optreden? Het lijkt er niet op.

Nederland kent ‘terrorisme expert‘ Glenn Schoen die in de media optreedt en als ‘onafhankelijk expert‘ wordt gepresenteerd. Nog een week geleden werd hij in de uitzending van 7 januari in de talkshow Jinek als ‘terrorisme expert’ aangekondigd. Er is alleen een probleem. Schoen is geen ‘terrorisme expert‘ en mist de kwalificaties ervoor, maar is een vertegenwoordiger van de Amerikaanse beveiligingsfirma G4S die gewoon z’n eigen product verkoopt. Schoen redeneert vanuit het uitgangspunt: ‘Er is een dreiging, dus is er een dreiging’.

Prima als iemand eigenbelang heeft, maar de media moeten zo iemand dan niet als ‘onafhankelijk terrorisme expert‘ presenteren. Schoen is onafhankelijk noch expert. Buro Jansen & Janssen analyseerde in 2014 Schoens optreden in de media: ‘Waarom de beveiliger met alle egards wordt ontvangen, lijkt minder met zijn expertise te maken te hebben dan met zijn onkritische houding ten aanzien van de veiligheidsstaat. (..) Voor de journalistiek lijkt in principe hetzelfde uitgangspunt te gelden. Geweld en ellende verkopen nu eenmaal beter dan het verhaal dat de meerderheid van de Nederlanders elke dag zonder problemen zal doorkomen.

Dan zijn er nog andere ‘terrorisme experts‘ als Rob de Wijk, Edwin Bakker, Gilliam de Valk, Willemijn Aerdts, VVD-senator Frank van Kappen of ICT-expert Ronald Prins die masterclasses geven aan de European Security Academy. Wellicht door hun kwalificaties deskundiger dan Schoen, maar onafhankelijk zijn ze zeker niet. Over De Wijk schreef ik eerder: ‘De veiligheidsindustrie heeft als legitimatie de dreiging die door ‘wetenschappers‘ en ‘journalisten‘ in de lucht wordt gehouden. Daartoe worden vijandbeelden gecreëerd om het belastinggeld te verantwoorden. Vanuit deze industrie worden door ‘deskundigen‘ in de publieke opinie breed analyses verspreid die als overeenkomst hebben dat ze de noodzaak voor het bestaan ervan ‘neutraal’ onderstrepen. Rob de Wijk maakt onderdeel uit van deze industrie. Het is zijn goed recht, maar het zou gewenst zijn als er voortaan een disclaimer bij z’n opinies verschijnt: ‘Beperkt houdbaar door eigenbelang‘..

eursec

Foto: Schermafbeelding van docenten voor de masterclass Protective Intelligence van de European Security Academy in Den Haag, 2014. Met Gilliam de Valk, Willemijn Aerdts, Glenn Schoen, Dick Oey, Frank van Kappen, Herman Mulder, Ronald Prins en Michael Stronck.

Debat kosten monarchie is afleiding voor fundamenteel debat

ANP_willem_alexander_en_poetin_hhh_sotsji_hq_3.

Update 10 oktober 2016: RTL4 Nieuws komt met het bericht dat de Oranjes al sinds de jaren ’70 ‘een fikse compensatie krijgen voor de belasting die ze moeten betalen’. Omdat de begrotingen van het Koninklijk Huis veel te onduidelijk en onvoldoende transparant zijn is niet precies vast te stellen wat de kosten van die compensatie is. Achtereenvolgende regeringen (Balkenende, Rutte) houden deze onduidelijkheid in stand. Politieke partijen stellen de kwestie van de belastingheffing en bezoldiging niet krachtig aan de orde. 

Morgen 7 oktober behandelt de Tweede Kamer de begroting van de Koning. Op de kamervragen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over de ontwerpbegroting 2015 Koning antwoordde premier Mark Rutte afgelopen week. Een kwestie van plussen en minnen over hekken, steigers, vliegregelingen, verbouwingen van paleizen en overschrijdingen van het budget. Uit onderzoek in 2008 en 2009 van de Gentse hoogleraar Matthijs bleek het Nederlandse koningshuis het duurste van Europa. Uit recent onderzoek blijkt de Noorse monarchie nog duurder te zijn. Wat de kosten van de Nederlandse monarchie zijn valt lastig te zeggen, des te meer omdat het niet in het belang van de monarchie is om de kosten openbaar te maken. Inschatting van de totale kosten varieert van 40 tot 110 miljoen euro per jaar. Feitelijk is een debat over kosten een afleiding.

Op de privémening van het PvdA-kamerlid Jan Vos na die het salaris van de koning wilde terugbrengen naar de balkenendenorm van 230.000 euro hebben politici geen kritiek op de monarchie. Inmiddels zwijgt ook Jan Vos. Lokale politici spreken zich soms uit voor de republiek waar landelijke politici zwijgen. Zoals Martien Schurink (PvdA) in Hoorn of een SP’er in Breda die als Q anoniem blijft. Q was achteraf niet blij met de bijdrage in 2013 over de monarchie omdat deze te abstract zou zijn geweest. Een discussie ontstond niet. Maar dat viel Q nauwelijks te verwijten, omdat de wetmatigheid in Nederland is dat nooit een fundamenteel debat over de monarchie ontstaat. Doordat de monarchie goed georganiseerd en sterk vertegenwoordigd is in politiek, maatschappelijke organisaties en media wordt dat debat stelselmatig geblokkeerd. Zodat republikeinen of burgerlijke liberalen vooraf weten dat het niet uitmaakt hoe verstandig hun kritiek is. Deze wordt genegeerd.

Q ziet in de tegenstelling koning-president of monarchie-republiek een schijntegenstelling. Want: ‘Dé centrale vraag die we ons daarbij moeten stellen is die van “hoe worden wij geregeerd?” of “hoe wordt ons land bestuurd?”. Een dergelijke vraag gaat veel verder dan de schijntegenstelling “koning versus president”, het gaat over hoe onze samenleving eruit ziet, in wiens belangen deze is georganiseerd. Het is om deze reden dat socialisten van oudsher republikeinen zijn en waar het SP standpunt nog een wat verwaterde echo van is.’ Met tussenstapjes eindigt Q met de uitsmijter: ‘Gaan we als partij blijven werken als onderdaan van de constitutionele monarchie dat het kapitalisme beheert óf bouwen we aan een massa beweging waarin onze klasse zich opmaakt voor een menselijke samenleving?’ Het is zeker dat deze vraag bij de begroting 2015 over de kosten van het koningshuis door niemand gesteld wordt. Dat zijn de grenzen aan de democratie.

Foto: Koning Willem-Alexander proost met president Vladimir Putin tijdens de Olympische Winterspelen in Sochi, februari 2014.

Obama en netneutraliteit: politiek als kunst van het bedrog

Cenk Uygur belicht opnieuw de hypocrisie van president Obama. Deze keer aan de hand van netneutraliteit. Dat gaat om de vraag of providers bepaalde soorten internetverkeer met voorrang dan wel met vertraging behandelen mogen. Obama zei in zijn campagne dat niet toe te zullen staan, maar geeft er nu wel het groene licht voor. Naar verwachting komt dat er in de VS in 2014 door. Zodat het internet niet volstrekt open meer is.

Niet alleen uit dit voorbeeld blijkt volgens Uygur dat president Obama de klassieke politicus is die het een zegt en het ander doet. Politiek als de kunst van het bedrog. De partijpoliticus die zich omhoog vecht en aan de top alles vergeet waarvoor hij ooit stond. Obama is een bounty, rebels van buiten maar establishment van binnen. Moeilijker te plaatsen dan z’n voorganger president George ‘W’ Bush die duidelijk was in z’n keuze voor de gevestigde macht. Obama ontkent die keuze en is daardoor schijnheilig. Obama helpt er niet aan mee om de Amerikaanse democratie te revitaliseren en de mensen hoop te geven zoals hij beloofde. Obama helpt er actief aan mee om de democratie ten grave te dragen. Het kan hem werkelijk geen ene mallemoer schelen.

IMG_0069-2-640x360

Foto: Marcel Krebs, ‘Yes, We Can! Lie‘, 2012.

Brennogate of een nieuw geval van onmacht van Plasterk

Brenno

ThePostOnline noemt het een schande. Schokkend. Een mededeling in de Gemeenschappelijke Meldkamer te Utrecht ondersteunt het. Binnenlandse Zaken heeft ‘álle beveiligingsafdelingen van álle ministeries’ voor  onderzoeksjournalist Brenno de Winter gewaarschuwd: ‘Hij probeert met gebruikmaking van niet correcte identiteitspapieren terreinen en of gebouwen binnen te komen.’ Het blijkt dat De Winter op een zwarte lijst stond, daar vorige week na vragen van D66 ‘een soort excuus’ voor kreeg, maar nu zoals uit dit voorbeeld blijkt nog steeds wordt aangemerkt als iemand om voor te waarschuwen. Het moet in de ogen van de overheid niet gekker worden. De Winter doet kritisch zijn werk. En da’s link. D66’er Gerard Schouw heeft kamervragen gesteld aan de ministers Plasterk en Opstelten. ThePostOnLine sluit in een vervolgstuk niet uit dat Brenno de Winter aangifte doet tegen de Nationale Politie of een civiele zaak begint. Het spreekt van ‘Brennogate’.

Foto: Aandachtsvestiging Brenno de Winter in Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht, 11 maart 2014.