ElanArt en NewArts beschouwen amateurs als kunstenaars. Kunst als halfproduct voor maatschappelijke processen

kun

Er wringt iets bij het project #Identity door Stichting ElanArt en Platform NewArts uit Nijmegen. Het lijkt een kleinigheid, maar dat is het niet. Zoals uit bovenstaand artikel uit De Gelderlander blijkt is de opzet van het project dat 10 ‘kunstenaars’ met vluchtelingen een productie over het thema ‘identiteit’ maken. Maar wat bedoelen beide organiserende instellingen nou precies met ‘kunstenaars’? Het wordt er niet duidelijk op omdat ze allerlei begrippen door elkaar gebruiken, zoals ‘jongeren die in beweging komen’, ‘creatieve talenten‘, ‘jonge artistieke talenten’, ‘jong artistiek talent tot 30 jaar’ of ‘artistiek talent uit het hele land’.

Uit de presentatie blijkt dat ElanArt en NewArts jong artistiek talent zoekt dat past bij hun doelstelling op het gebied van amateurkunst en samenleving. Maar dat zeggen ze niet. Zo zorgen ze voor begripsverwarring. Ze hebben het over kunstenaars, maar bedoelen jongeren met creatief talent. Dat is een andere categorie. Kunstenaars zijn professionals met een beroepsopleiding en -praktijk die het stadium van het jonge creatieve talent gepasseerd zijn. Een kunstenaar heeft ervaring en een andere manier van werken, denken en handelen dan een amateur en bevindt zich op een ander niveau dan een in een kunstdiscipline geïnteresseerde jongere voor wie ‘de ruimte om jezelf te uiten en talentontwikkeling de belangrijkste doelstellingen zijn‘.

Is het erg dat ElanArt en NewArts de jonge talenten die ze werven ‘kunstenaar’ noemen? Ze zullen het niet kwaad bedoelen, maar doen wel mee aan het dedain van de politiek voor professionele kunstenaars. Dat staat voor een mentaliteit die kunst niet serieus neemt en een professionele kunstenaar als inwisselbaar beschouwt voor een jongere zonder noemenswaardige kunstopleiding of vaardigheden. Beide instellingen beschouwen kunst als halfproduct, als middel voor maatschappelijke processen. Het is het misverstand dat iemand die foto’s neemt een professionele fotograaf is, iemand die schildert een beeldend kunstenaar is of iemand die danst een professionele danser is. Maar amateurs die zich voor kunst interesseren zijn geen kunstenaars.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelJonge kunstenaars maken kunst met vluchtelingen’ in De Gelderlander, 2 december 2015.

Advertentie

Zaalwachter Stedelijk Museum (1948). Mensen in hun beroep

0_1418bf_d7c8b6f9_XL

Zaalwachter Stedelijk Museum’ van Ben van Meerendonk van 21 februari 1948 is op Flickr terug te vinden in de collectie ‘Beroepen‘ van het AHF (Algemeen Hollands Fotopersbureau) in de beeldcollectie van het IISG. Op 9 maart 1948 verscheen de foto fors afgesneden in de rubriek ‘Mensen in hun beroep‘ in het communistische dagblad De Waarheid. Niet toevallig is de foto onderdeel van een in blogposting uit 2014 met Russische titels die zegt ‘Nederlands op het werk (in de stad) 1930-1960, 50 beelden’. Dat Nederland lijkt op de Sovjet-Unie.

Wat opvalt uit de serie Beroepen is hoe geüniformeerd Nederland zo’n 65 jaar geleden nog oogde. Uniformen of beroepskleding gaven de plaats in de maatschappij aan en bevestigden de rol van de overheid, hielden mensen op hun plek, hadden vaak praktisch nut vanwege fysiek werk en maakten beroepen herkenbaar: de serveerster, kapper, postbode, garderobejuffrouw of ijscoventer. Een zaalwachter in het Stedelijk met uniform en pet valt nu nauwelijks meer voor te stellen. Hij lijkt op de ex-militair die in Bronbeek zijn dagen slijt.

De tekst in De Waarheid kleedt de zaalwachter verder aan: ‘Men moet niet zo min denken over het beroep van zaalwachter in een museum! Hij bewaakt immers Rembrandt’s en Picasso’s omdat er onder u zijn, die met potloden en mesjes deze kunstschatten nader willen bekijken of erger nog, die desnoods met de Nachtwacht er vandoor zouden willen gaan.’ Dat de zaalwachter met plumeau werken van Jan Steen en Vincent van Gogh afstoft was vermoedelijk ook al in 1948 de schrik van het hoofd Collecties en geen staande praktijk meer.

Dat de zaalwachter college geeft aan het publiek is pas echt de schrik van een hedendaagse museumdirecteur omdat het strijdig is met de fors aangeklede marketing- en publiciteitsmachine die de publiciteit wil sturen en controleren. Daarin past geen zelfstandige zaalwachter die uit verveling zijn versie geeft van impressionisme of naturalisme. ‘Een beroep van standing, dat zaalwachter. Tijden veranderen, en beroepen veranderen mee.

zaal

Foto 1: Ben van Meerendonk, Zaalwachter van het Stedelijk Museum, Amsterdam, 21 februari 1948. Collectie AHF/ IISG, Amsterdam

Foto 2: Schermafbeelding uit De Waarheid van 9 maart 1948 met rubriek ‘Mensen in hun beroep’. Via Delpher.nl.

Petitie: ‘Zeg Nee tegen de bankierseed’ slaat plank behoorlijk mis

ba1

De anonieme opstellers van de petitie hebben het verkeerd begrepen of stellen het bewust verkeerd voor. De bankierseed is een gedragscode voor bankmedewerkers (cateraars en schoonmakers uitgezonderd) en wordt per 1 april 2016 verplicht. Met de eed wordt ‘een samenhangend geheel van principes en regels met betrekking tot de uitoefening van het beroep‘ onderschreven. Opzet is bewustwording over het eigen gedrag. Per 2016 gaat er ook tuchtrecht gelden voor de bankmedewerkers, dus een interne sanctie voor overtreders.

De eed is een gedragscode van integer en zorgvuldig handelen. Het roept op tot ‘een zorgvuldige afweging (.) tussen alle belangen die bij de bank betrokken zijn, te weten die van de klanten, de aandeelhouders, de werknemers en de samenleving waarin de bank opereert.’ En: ‘in die afweging [staat] het belang van de klant centraal en zal [de bankmedewerker] de klant zo goed mogelijk inlichten.’ Het is onjuist zoals de petitie stelt dat er voor de klant en tegen de bank gekozen moet worden. De medewerker moet aan de hand van principes en regels een afweging maken tussen alle belangen en dat voor zichzelf kunnen verantwoorden.

Dat er sprake zou zijn van ‘inquisitie tegen de onderste lagen van de banken’ is mogelijk een interne kwestie die binnen banken speelt en klinkt tamelijk ontluisterend maar heeft niets met de bankierseed te maken. Het idee dat moreel besef voor een individuele bankmedewerker zou voldoen om tussen goed en kwaad te onderscheiden gaat voorbij aan twee aspecten. De bankierseed beschermt de lagere bankmedewerkers omdat het de bank door het tuchtrecht zorgvuldig handelen oplegt. Opzet is om tot een gedragscode voor de hele banksector te komen die inzichtelijk en voorspelbaar is en verder gaat dan individueel handelen. Wel verdient het overweging om bankmedewerkers die vanwege een maatschappelijk belang uit de school klappen en daartoe tuchtrechtelijk gestraft dreigen te worden bescherming te bieden met een klokkenluidersregeling.

ba2

Foto’s: Schermafbeeldingen van petitie ‘Zeg NEE tegen bankierseed’ op petities.nl.