Waarom verbindt Culturu TV de Surinaamse politicus Asabina met het citaat ‘Alleen de almachtige God kan dit land nog redden van wat er gebeurt’?

In Nederland zou het volgens velen niet goed gaan. Oplopende energietarieven, inflatie, prijsverhogingen in de supermarkt, een kabinet dat verdeeld is over de belangrijkste dossiers en de gebruikelijke malcontenten die alles aangrijpen om zich af te zetten. In dit geval tegen de overheid. 

Maar in het relatief rijke Nederland gaat het nog redelijk goed. In andere landen zonder diepe zakken en met een slecht bestuurs- en ambtenarenapparaat gaat het slechter. Zoals in Suriname. 

Fractievoorzitter in de Nationale Assemblée Ronny Asabina van oppositiepartij Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP) spuwt zijn gal over de regering Santokhi die volgens hem de problemen niet eens erkent. 

Culturu TV is onzorgvuldig en doet aan stemmingmakerij als het suggereert dat het citaat ‘Alleen de almachtige God kan dit land nog redden van wat er gebeurt‘ afkomstig is van Ronny Asabina. Dat is niet zo. 

Hij citeert het omdat het op een bijeenkomst is gezegd. Hiermee geeft hij aan hoe radeloos sommige Surinamers zijn door dit soort uitspraken te doen of zich daar achter te scharen. Het is een uitspraak van wanhoop. 

De uitspraak die zegt dat alleen de almachtige God Suriname nog kan redden zou Asabina in de christelijke hoek plaatsen en tot fatalist maken. Het tegendeel is waar. Ronny Asabina pleit voor politieke hervormingen en een reeële kijk van de politiek op de samenleving. Niet voor een verticale blik naar boven. 

Hoeveel ministers heeft de God van Suriname trouwens en hoe capabel en vrij van corruptie zijn zij? Daar zijn geen gegevens over. Men kan gerust aannemen dat de God van Suriname niet in de wieg is gelegd om een goede president of regeringsleider van Suriname te zijn. Of die pretentie heeft.

Nederland in populaire cultuur van VS

Affiche voor Amerifilm ‘Hans Brinker or The Silver Skates‘, (1962)

In de VS heerste ooit een Holland-cultus in de populaire cultuur. Geschiedschrijving à la Walt Disney die doordringt in de beeldvorming. Hans Brinker is de serieuze jongen die met zijn vinger in de dijk zijn gemeenschap redt.

Was New York in de 17de eeuw niet gesticht als Nieuw Amsterdam door de Nederlanders en hadden de WASP’s (White Anglo-Saxon Protestant) die tot in het midden van de 20ste eeuw het politieke leven van de VS bepaalden en de calvinistische Hollanders geen overeenkomsten?

Denk aan het schip de Mayflower dat in 1620 na een verblijf van 11 jaar in Leiden met vanwege hun godsdienst naar de Republiek gevluchte Engelsen naar Virginia voer. Deze oervaders worden nu nog gezien als Amerikaanse adel. Het lijkt er sterk op dat na het afnemend belang van de WASP’s ook het accent op de vlijtige, arbeidzame en betrouwbare Nederlanders in de beeldvorming is verminderd. In het latere globalisme en door andere immigratiegolven nam het relatieve belang van Nederland in de VS hoe dan ook af.

Denk aan songs als Little Dutch Mill die Dave Fleischer in 1934 in een cartoon verwerkte. De Nederlanders in klederdracht zijn aan het schoonmaken en tonen zich van hun beste kant als zogezegde wereldverbeteraars. Half satire en half serieus.

Een zinswending in de song heeft een plagende ondertoon: ‘They both had so much moon, that it was a real Dutch treat‘. Dat laatste betekent dat iedereen voor zichzelf betaalt. Dat wijst op schraapzucht en wordt niet als goede eigenschap gezien. Maar het wijst ook op realiteitszin en egalitarisme. Vandaar is het een kleine stap naar het motto ‘doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg’ van een land zonder paleizen, maar met molens. Hoe ook in Nederland dat idee werd bijgebogen blijkt uit het apocriefe verhaal dat jarenlang verteld werd over het legendarische kaakje waarmee toenmalig premier Willem Drees in 1948 de Amerikaanse Marshallhulp zou hebben verzekerd wegens zijn zuinigheid en ernst.

De herkomst van dit soort begrippen met ‘Dutch‘ heeft in het Amerikaans-Engels trouwens geen Nederlandse, maar een Duitse herkomst. Het tekent het belang van Nederland in een bepaalde periode (al is het in negatief opzicht) dat in de loop van de tijd Dutch niet langer Duits, maar Nederlands ging betekenen.

De ironie van de geschiedenis is dat in de Vrede van Breda (1667) de Republiek Nieuw-Amsterdam moest afdragen aan de Engelsen en Suriname kon behouden. Hiermee was de weg definitief vrij voor de opwaardering van Nederland in de populaire cultuur van de VS. Nederland was in latere eeuwen immers geen bedreiging meer voor de VS en was na Frankrijk het tweede land dat de VS in 1776 officieel erkende. Het hielp ook mee dat in hun geschiedschrijving Nederlanders en Amerikanen de verwaande en gehate Engelsen als vijand hadden. Ook dat schiep een band tussen beide volkeren.

Hoe stereotypering ook neveneffecten heeft en de blik beperkt leert de ondertitel van onderstaande foto uit 1915. Van twee zwarte vrouwen in Paramaribo wordt gezegd dat ze op Nederlandse vrouwen lijken. Maar dan ‘turned black‘. Dat klinkt normatief. Het is ook vloeken in de kerk van de puristen van culturele toe-eigening die grenspalen tussen bevolkingsgroepen opwerpen. Suriname werd in 1954 (tot 1975) officieel een deel van het Koninkrijk Nederland en was vanaf 1667 een Nederlandse kolonie.

Alpheus Hyatt, ‘The women look like Dutch women turned Black, Paramaribo‘, 1915. Collectie: The New York Public Library

Pleidooi voor samenwerking tussen OCW, EYE Filmmuseum, universiteiten en publieke omroep om waardevol visueel cultureel erfgoed te ontsluiten en binnen bereik van Nederlands publiek te brengen

Deel van het script van de reisfilm ‘Carribean Dutch Treat‘ (1963) van Lisa Chickering en Jeanne Porterfield in de ‘Lisa Chickering and Jeanne Porterfield collection, 1954-2015‘ van de Smithsonian Institution in Washington DC.

Film is ook cultureel erfgoed. Dat wordt door de Nederlandse publieke omroep niet beseft. Of in elk geval niet voldoende genoeg om in actie te komen en buiten vaste, gebruikelijke denkkaders te gaan. Dat moet anders en kan beter.

Het is merkwaardig dat er geen enkele publieke omroep is die een rubriek of kanaal heeft of heeft gehad om voor Nederland waardevolle films en televisieproducties te ontsluiten en uit te zenden. Cultureel erfgoed dus. Ook de NTR, VPRO en HUMAN doen dit niet, hebben dit gedaan of hebben de ambitie dit te gaan doen.

Het is ook geen makkelijke taak in verband met rechten, verdwenen of moeilijk te vinden films en vaak het ontbreken van kwalitatief goede producties. Maar het is ook uitdaging om die op te sporen. Het schrijnende is dat het door de Nederlandse publieke omroep niet eens wordt geprobeerd. De ambitie ontbreekt. Het budget ontbreekt of liever gezegd het budget is wel aanwezig, maar wordt hier niet voor aangewend.

Zo laat de Nederlandse publieke omroep zich kennen als een organisatie zonder historisch geheugen en zonder wil om het publiek in aanraking te brengen met voor Nederlanders belangrijk filmerfgoed. Dat werkt door in een publiek dat onvoldoende op de hoogte wordt gehouden van het visuele culturele erfgoed van Nederland. Dat kunnen Nederlandse producties zijn of internationale producties over een Nederland onderwerp.

Het lijkt niet dat de kennis ontbreekt. Bij Eye Filmmuseum en studierichtingen Filmerfgoed en digitale filmcultuur, Film- en televisiewetenschap/Media, Art and Performance Studies of Art and Visual Culture bij respectievelijk universiteiten in Amsterdam, Utrecht en Nijmegen is voldoende expertise aanwezig.

Dat er op dit gebied niks van de grond komt omdat er geen samenwerking is en de opzet er niet op gericht is om voor Nederlanders waardevol filmerfgoed voor een breed publiek te ontsluiten. Waar het aan ontbreekt is coördinatie en een coördinator of intendant die de kar trekt.

Waar het aan ontbreekt is een programma waarin publieke omroep, Eye Filmmuseum en universiteiten met faculteiten die gericht zijn op of raken aan filmerfgoed samenwerken met als doel om gezamenlijk het voor Nederlanders belangrijke visuele culturele erfgoed te ontsluiten en binnen het bereik van een breed publiek te brengen. Het ministerie van OCW zou het voortouw moeten nemen en genoemde betrokkenen bij elkaar moeten roepen.

Omdat internationale zoektochten naar belangrijk visueel cultureel erfgoed lastig zijn en archieven niet altijd Engelstalig zijn zou er samenwerking gezocht kunnen worden met Russische, Chinese, Japanse of andere taal- en cultuurstudies aan Nederlandse universiteiten. Deze taalstudenten zouden in het kader van een stage inventariserend voorwerk kunnen verrichten door systematisch internationale digitale collecties door te pluizen.

De aanleiding voor bovenstaand pleidooi is het feit dat ik zoekend in het archief van het Amerikaanse Smithsonian Institution in Washington DC stuitte op de Lisa Chickering and Jeanne Porterfield collection. Deze twee documentaire filmmakers hebben in 1963 de reisfilm Carribean Dutch Treat uitgebracht die ze begin jaren 1960 draaiden. Uit het script blijkt dat alle zes de Antilliaanse eilanden die deel uitmaken van het Koninkrijk Nederland evenals Suriname in de film aan bod komen.

Guide to the Lisa Chickering and Jeanne Porterfield collection, 1954-2015.

Uit de documentatie blijkt dat er onder meer een DVD dateert die rond 2015 is gemaakt. Of die van goede kwaliteit is en of de reisfilm Carribean Dutch Treat van deze twee Amerikaanse filmmakers interessant is voor een Nederlands publiek of vooral een Amerikaans perspectief toont valt van een afstand niet te beantwoorden. Als de integrale film niet interessant genoeg is, dan zijn wellicht bepaalde delen ervan wel de moeite waard voor een Nederlands publiek.

Opvallend is dat in het script in de episode over Suriname het woord ‘negroes‘ op enkele plaatsen is doorgestreept. Zegt dat vooral iets over de rassenkwestie en de veranderingen in de VS van begin jaren 1960? Zo’n vraag zou in een interdisciplinair project dat als opzet heeft om een breed Nederlands publiek kennis te laten maken met voor hen belangrijk cultureel erfgoed als academische bijvangst beantwoord kunnen worden.

Deel van het script van de reisfilm ‘Carribean Dutch Treat‘ (1963) van Lisa Chickering en Jeanne Porterfield in de ‘Lisa Chickering and Jeanne Porterfield collection, 1954-2015‘ van de Smithsonian Institution in Washington DC.

Pleidooi voor hulp van Nederlandse museum- en erfgoedsector aan Suriname

Schermafbeelding van deel artikelVerwaarlozing van het museumwezen maakt de geschiedenis van Suriname dof‘ in Dagblad Suriname, 11 oktober 2021.

Ligt er geen taak voor het Rijksmuseum, het Nationaal Museum van Wereldculturen, de Museumvereniging en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om de Surinaamse museumsector met advies, kennis en fondsen bij te staan in het behoud van het Surinaamse culturele erfgoed dat zo vervlochten met Nederland is?

Het gaat niet goed met de Surinaamse museum- en erfgoedsector doordat de opeenvolgende regeringen er geen aandacht aan besteedden. Ook de huidige regering laat het afweten, dus van die kant zal er geen verzoek voor bijstand aan de Nederlandse regering komen. In Suriname ontbreekt wegens de slechte economische situatie het geld om de museum- en erfgoedsector passend te ondersteunen.

Schermafbeelding van deel artikel Verwaarlozing van het museumwezen maakt de geschiedenis van Suriname dof‘ in Dagblad Suriname, 11 oktober 2021.

Meeste kans op slagen biedt rechtstreeks contact op vakinhoudelijk niveau tussen de Surinaamse en Nederlandse museum- en erfgoedsector.

Een goed voorbeeld hoe dat in de praktijk kan werken biedt de Nederlandse zorgsector dat Suriname bijstaat in het bestrijden van de COVID-19 pandemie. Nederlandse ziekenhuizen en individuele medische specialisten en verplegers hebben het afgelopen jaar de Surinaamse zorgsector met advies, menskracht, materiaal en fondsen bijgestaan en goed kunnen helpen.

Dat model van samenwerking kan een voorbeeld zijn voor de Nederlandse museum- en erfgoedsector om Suriname te helpen. Uiteraard zijn het de Surinaamse en de Surinaams-Nederlandse professionals die hierbij de leiding dienen te hebben om elk vermoeden van neo-kolonialisme te vermijden. In gezamenlijk overleg moet een masterplan worden gemaakt dat kan dienen als werkplan en de problemen en oplossingen in kaart brengt.

Nederlandse Loterijfondsen zoals de BankGiro Loterij die jaarlijks zoveel geld aan de museumsector schenken kunnen samen met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, het Nederlandse ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Prins Claus Fonds en internationale organisaties als UNICEF, het World Monuments Fund of de Whiting Organisation een financiële basis leggen onder de Nederlands-Surinaamse museum- en erfgoed samenwerking. Het kan ook de Surinaamse regering ervan overtuigen om aan de eigen museum- en erfgoedsector prioriteit te geven die nu ontbreekt.

Roemers uitspraken over Bouterse kloppen niet met verslag van jury van Prijs der Nederlandse Letteren die haar inzicht in de grote geschiedenis toedicht

Schermafbeelding van deel artikel ‘Advocaat Spong over schrijfster Astrid Roemer: ‘Ze is niet goed snik” op DBS, 6 augustus 2021.

Er is kritiek op politieke uitspraken van de Surinaamse schrijfster Astrid Roemer die in Brussel in oktober 2021 de Prijs der Nederlandse Letteren 2021 ontvangt. Aan de prijs is een geldbedrag verbonden van € 40.000. Het juryverslag zegt: ‘Haar werk is onconventioneel, poëtisch en doorleefd. Roemer slaagt erin thema’s uit de recente grote geschiedenis, zoals corruptie, spanning, schuld, kolonisatie en dekolonisatie, te verbinden met de kleine geschiedenis, het verhaal op mensenmaat‘.

De kritiek gaat erover dat Roemer de voormalige Surinaamse president en oud-legerleider Desi Bouterse een moordenaar weigert te noemen. Volgens DBS zei Roemer op haar FB-pagina dat Bouterse zelf alle betrokkenheid bij de moorden ontkent. Roemer meent ook dat er geen bewijs is dat hij ‘daadwerkelijk een of meerdere moorden heeft gepleegd‘.

Schermafbeelding van deel artikel Surinaamse schrijfster Roemer: ‘Ik weger Desi Bouterse moordenaar te noemen‘ op DBS, 5 augustus 2021.

De critici zeggen dat Roemer geen verstand heeft van het recht en het uitgebreide vonnis van de Krijgsraad niet begrijpt. Dat vonnis onderbouwt dat Bouterse medeplichtig is aan de moorden en daarom strafrechtelijk aansprakelijk is. Ook is Roemers argument merkwaardig dat zij Bouterse gelooft als hij zegt dat hij niet betrokken was bij de moorden. Het is juist de rechtbank die objectief heeft vastgesteld dat Bouterse wel betrokken is. Feitelijk verwerpt Roemer met haar uitspraken de legitimiteit van de Surinaamse rechtsstaat.

De oproep aan de Prijs der Nederlandse Letteren om Roemer vanwege haar politieke uitspraken de prijs in oktober 2021 niet feestelijk uit te reiken is onverstandig. Want voor haar politieke kennis of overtuiging heeft ze deze prijs niet ontvangen, maar vanwege haar literaire talent. Het is ongepast om iemand te cancellen vanwege een politieke mening. Juist nu moeten we daar uitermate voorzichtig mee zijn.

Toch wringt er iets als Roemer in het juryverslag wordt geroemd als iemand die in haar werk erin slaagt de recente grote geschiedenis te verbinden met de kleine geschiedenis. Deze affaire maakt duidelijk dat Astrid Roemer een beperkt inzicht heeft in de grote geschiedenis. Met haar uitspraken zet Roemer niet zozeer zichzelf te kijk als iemand die weinig verstand heeft van het recht, de rechtsstaat en de actuele politiek van Suriname, maar zet ze de jury te kijk vanwege de verkeerde inschatting van Roemer. Het is een gotspe als zij wordt geroemd als iemand die een thema als corruptie in haar verhalen weet te verbinden, terwijl ze de daden van Desi Bouterse die Suriname heeft gecorrumpeerd relativeert. Dat kan niet allebei waar zijn.

Petitie ‘Maak een einde aan de betrekkingen met Suriname’ scoort hoog op onbenul-maatstaf

Schermafbeelding van deel petitie ‘Maak een einde aan de betrekkingen met Suriname’ van Nathanael Robert Mulder.

Als de suggestie in deze petitieMaak een einde aan de betrekkingen met Suriname’ is dat Duitsland geen zwart koloniaal verleden heeft, dan is dat onjuist. De massamoord door de Duitsers op de Herero’s en Nama’s in Namibië (tot 1919 Duits-Zuidwest-Afrika) is door de Verenigde Naties erkend als de eerste genocide van de 20ste eeuw en kreeg de naam Namibische Genocide. Hitler had de Holocaust niet van een vreemde.

Het is evenmin onjuist dat Duitsland een beter verleden heeft dan Nederland. Zie wat het vanaf 1914 en 1939 aanrichtte door buurlanden binnen te vallen met tientallen miljoenen slachtoffers tot gevolg. Daar kan Nederland ondanks het feit dat het ook een zwart koloniaal verleden heeft niet aan tippen.

Duitsland is geen lichtend voorbeeld om tegen Nederland af te zetten. Daar komen eerder andere landen voor in aanmerking, hoewel bijna alle Europese landen in de 19de en 20ste een koloniaal verleden hebben met ontsporingen en onrecht tot gevolg. Maar juist Duitsland is niet zo’n uitzondering.

Verder bevat deze petitie zoveel onjuiste, onzinnige en niet onderbouwde beweringen dat het de vraag is of hier wordt beoogd om satire te bedrijven. De humor is dan dat het verleden van Duitsland als tolerant en anti-koloniaal wordt voorgesteld. Petitionaris Nathanael Robert Mulder probeert zich te laten kennen als een grappenmaker.

De petitie gaat ook voorbij aan de politieke realiteit van een verbeterde relatie van de regering Santokhi met Nederland. De uiting in een besloten bijeenkomst van minister Blok dat Suriname een mislukte staat is vanwege de etnische opdeling dateert van 2018 en is sindsdien afgedaan als onjuist en te kort door de bocht. Minister Blok is binnen de Nederlandse politiek geen man van grote ideeën en interessante visies, maar een boekhouder die op de winkel past. Nederland heeft afstand genomen van Bloks uitspraken en laat de frustratie aan Blok over voor een mislukte bijeenkomst. Nederland scoort in alle internationale vergelijkingen over de stand van de democratie, de rechtsstaat en het welzijn hoog en weet prima voor de eigen bevolking te zorgen.

Deze petitie is een dieptepunt van feitenvrije schrijverij. De petitionaris neemt de pose aan van de veelweter die niks weet. Als zijn petitie ergens een teken van kan zijn, dan is dat nog niet zo makkelijk uit te maken wat dat dan is. Een roep om aandacht? Liefde voor Duitsland? Anti-Nederlands sentiment? Gebrek aan historisch besef? Een aanval op de regering Santokhi en de verbeterde relatie van Suriname met Nederland? Een poging tot humor? Of is het dat allemaal gecombineerd in een poging om aan de hand van deze elementen de meest onbenullige petitie ooit op petities.nl te plaatsen? Deze poging heeft een goede kans van slagen.

Ik signaleer het omdat de overmoed van en het overschreeuwen van deze petitionaris staat voor veel wat er gebeurt in de publieke opinie. Waar toetsenbordactivisten zich met aplomb een aureool aanmeten van de veldheer die alles overziet en de wereld wel eens zal veranderen. Dat is trouwens iets van alle tijden. Malloten bestaan eeuwig.

Bouterse op verlies in verkiezingen. Hoe verder met hem en Suriname?

President Desi Bouterse stevent in de Surinaamse parlementsverkiezingen af op een nederlaag. Het parlement benoemt de president. Oppositiepartij de VHP is de gedoodverfde winnaar. De stemmen worden nog geteld.

Suriname heeft de eer om het eerste land in de rij te zijn dat de overgang van autoritair leiderschap naar democratie maakt. De VS, de Russische Federatie en Brazilië kunnen volgen. Hoewel het gesloten Rusland niet echt in het rijtje thuishoort. De verwachting was niet dat de machtsoverdracht in Suriname zo makkelijk zou gaan en evenmin dat het in die andere landen zo makkelijk als in Suriname zal gaan. De overeenkomst is dat de politieke leiders van deze landen hun ambt van president gebruiken om zich te vrijwaren van een vrijheidsstraf of sancties. Door in functie te blijven kunnen ze dat ontlopen, of voor zich uit schuiven. Maar ooit verkruimelt hun machtsbasis. Voor Bouterse en types als Trump staat er daarom meer op het spel dan de voortzetting van hun ambt alleen. Hoe de machtsoverdracht in Suriname gaat, kan er een aanwijzing voor zijn hoe dat in de VS of Brazilië zal gaan. Ondanks de verschillen. Want Bouterse domineert al zo’n 40 jaar de Surinaamse politiek. Zijn magie is uitgewerkt.

Hoe verder met Suriname? Wellicht vlucht Bouterse naar Cuba. Suriname kan met wederzijds voordeel de banden met Nederland aanhalen voor de wederopbouw. De Surinaamse politiek en maatschappij moet krachtig genoeg worden geacht om zich niet nogmaals te laten koloniseren door het oude moederland. De vele hoogopgeleide Surinamers die in Nederland wonen kunnen het verschil tussen de twee landen helpen overbruggen. Blijft echter het probleem van het aanhoudingsbevel van Bouterse dat als een steentje in de schoen de relatie tussen de twee landen zal blijven belasten. Levert het land waar Bouterse zich straks gevestigd heeft hem uiteindelijk uit aan Nederland?

In tijden van coronacrisis is de combinatie van het verminderen van parlementaire controle en misleiding verwarrend en gevaarlijk

Alsof de coronacrisis niet erg genoeg is, zijn er twee bijverschijnselen die het handelen van de politiek onoverzichtelijk maken. Ze hangen samen. Er is de misleiding en het verminderen van de politieke controle.

Nationale parlementen zijn vanwege de maatregelen om fysiek contact te vermijden met reces gestuurd of opereren op een laag pitje. Dat komt op een gevoelig moment terwijl parlementaire controle nodiger is dan ooit. Namelijk op het moment dat maatregelen in verband met de bewegingsvrijheid van individuen en bedrijven worden genomen en tientallen miljarden aan steun wordt verdeeld terwijl lobbyisten aan de deur van de overheid kloppen. Hoe dat kan ontsporen geeft de mening van hoogleraar Rob de Wijk weer die in een interview op NPO Radio 1 pleitte voor terughoudenheid in het ter discussie van het kabinetsbeleid. Eerder lijkt tijdens de crisis het omgekeerde waar. In een FB-post van 30 maart 2020 reageerde ik er verontwaardigd op: ‘Wat een onzinnig standpunt van Rob de Wijk. Juist in crisistijd moet het parlement de regeringsleider kritisch bevragen, controleren en ter verantwoording roepen. De politiek gaat tijdens een crisis niet met vakantie. Wat als het kabinet politieke spelletjes speelt of faalt in de aanpak van de crisis, mag dat volgens De Wijk dan niet worden besproken in het parlement? Waar haalt Rob de Wijk in hemelsnaam de onzin vandaan?

Jammergenoeg staat de mening van De Wijk niet alleen. Wel is het zo dat in het parlement gezien de ernst van de coronacrisis een wapenstilstand tussen partijen heerst, maar daar zijn grenzen aan. Mede omdat de belangen op het gebied van volksgezondheid, economie en burgerrechten groot zijn. De Wijk voedt door zijn oproep de complottheorie dat de bestrijding van de coronacrisis een middel is om andere doelen te bereiken. Zoals het vergroten van de staatsmacht door het inperken van de grondrechten en het onwettig doorsluizen van overheidsgeld naar bedrijven die onder een hoedje met de zittende politiek spelen. Of liever gezegd, die de politiek in hun zak hebben en de overheden een door henzelf geschreven cheque laten ondertekenen.

De misleiding komt tot uiting in het artikelDe COVID-19-misleiding’ van 7 april 2020 in de Suriname Herald. Het is het kenmerk van complotdenkers om feitelijke informatie van anderen misleiding te noemen, en de eigen misleiding te claimen als feitelijke informatie. Het is een bizarre omkering van waarden en verwarrend voor de nieuwsconsumenten die niet alle feiten op een rijtje hebben. Auteur Karel Donk meent dat ‘de wereld naar massahysterie wordt opgezweept aan de hand van misleidende cijfers betreffende het SARS-CoV-2-coronavirus’. Hij citeert instemmend meningen die zeggen ‘dat COVID-19 niet veel erger is dan de normale griep’. Dat is aantoonbaar onjuist en misleidend. Zo leert een schatting over 2018-19 van de Amerikaanse gezondheidsdienst CDC dat het aantal doden als gevolg van de normale griep 79.000 bedraagt. De schatting over COVID-19 van een zich nog ontwikkelende pandemie is daar een veelvoud van met 100.000 tot 240.000 doden. Wat complotdenkers vergeten is dat juist door de strenge maatregelen het dodental wordt beperkt.

De combinatie van De Wijks opstelling die pleit voor het op een lager pitje zetten van het parlementaire debat en Donks berichtgeving die de publieke opinie voorziet van misleidende informatie is risicovol omdat ze op elkaar inwerken en elkaar versterken. Donk kan in de mening van De Wijk complotdenken herkennen dat hij vervolgens kan gebruiken om zijn eigen complotdenken te relativeren en te legitimeren. Donk versterkt zijn legitimiteit nog verder door terecht te verwijzen naar het autoritaire handelen van de Surinaamse regering Bouterse: ‘Ook lokaal merken we dat de Surinaamse roverheid met steeds draconischere en fascistischere maatregelen komt die thuishoren in een politiestaat, waaronder, zoals mevrouw Nita Ramcharan heeft aangegeven, de bijzonder gevaarlijke maatregelen betreffende “fake news”.’ Zo is de cirkel rond en probeert Donk zijn betoog af te dekken. Hij beroept zich op de maatregelen van de Surinaamse overheid inzake ‘fake news’ en suggereert zo door een moralistische positie in te nemen, dat hem dat niet verweten kan worden.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelDe COVID-19-misleiding’ van Karel Donk in Suriname Herald, 7 april 2020.

Op sociale media spelen beunhazen in op angst voor coronavirus

Angst is een aparte subcategorie in de berichtgeving over het coronavirus, ofwel COVID-19. Individuen met bedenkelijke overwegingen zien hun kans schoon om zich te betitelen als deskundige op het gebied van angstbestrijding. Tijdens de zich nog steeds ontwikkelende crisis waarvan het ergste nog moet komen. Ze spelen in op angstbeelden. Dat doen ze met hun godsdienst, hun therapie, hun ‘mindtuning’ of hun politieke complottheorie. Op YouTube plaatsen religieuze organisaties, yoga-studio’s, rechts-radicale complotdenkers en vage types als Pieter Frijters die zich profilereert als ‘mindreset deskundige’ hun adviezen waarin ze eerst de angst voor COVID-19 oproepen om vervolgens met hun vermeende oplossing of zalvende woorden de eigen onmisbaarheid te kunnen benadrukken. Of van het gedachtengoed dat ze promoten. Crisis geeft deze pseudo-deskundigen de kans op nieuwe inhoud. Het zou lachwekkend zijn als de situatie niet zo ernstig was.

Deze charlatans van de massa-psychologie richten zich niet met feiten, maar met schijnoplossingen tot de zwakkeren van geest in wie ze een makkelijk slachtoffer vinden. De Surinaamse minister van Volksgezondheid Antoine Elias behoort trouwens niet tot de categorie van de beunhazen. Hij probeert het nepnieuws en de schijnoplossingen te ontzenuwen. Als zijn conclusie klopt dat 40% van de sociale media positief gebruikt wordt, dan geeft de coronacrisis 60% van de gebruikers op sociale media de gelegenheid om te stoken, te verwarren, valse hoop te geven, te misleiden en angst aan te jagen. Ze wekken angst op met hun suggesties, tips, raadgevingen, vingerwijzingen en waarschuwingen. De echte angst-experts hebben het nakijken.

Suriname en China ondertekenen uitleveringsverdrag over criminaliteit. Waar laat dat de presidenten Bouterse en Xi?

Soms is een serieus bedoeld nieuwbericht pure satire door de associaties die het oproept. In dat geval geeft het bericht zonder dat te beogen commentaar op zichzelf doordat de weergave van de werkelijkheid het aflegt tegen de onbedoelde grappigheid of wrangheid die het door de onuitgesproken verwijzingen in zich draagt.

De Surinaamse president Desi Bouterse is op 29 november 2019 door de Krijgsraad veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf vanwege zijn betrokkenheid bij de zogenaamde Decembermoorden in 1982. Hiermee is zijn profiel als crimineel versterkt en opnieuw opgepoetst. Maar de nieuwslezer van STVS Suriname zet daar een parallelle werkelijkheid voor als ze zegt dat Suriname met China een uitleveringsverdrag heeft getekend over precies dat aspect: criminaliteit. Ze voegt toe dat dit ‘de crimininaliteitsbestrijding positief kan beïnvloeden’.

Minister Stuart Getrouw (Justitie en Politie) rept van rechtshandhaving, criminaliteitsbestrijding en criminaliteitsbeheersing. Doelt hij met dat laatste specifiek op Bouterse? Getrouw spreekt lovend over de samenwerking met China en noemt daarbij de kenmerken die bij mensenrechten- en privacyadvocaten kritiek krijgen: nummerplaatregistratie en gezichtsherkenning. China ontwikkelt zich dankzij de razende technische ontwikkeling tot een controlestaat waar burgers volledig ondergeschikt worden gemaakt aan de staat. Het is een unieke vorm van staatsterrorisme. Juist daarin lijkt het Suriname te vinden. Het zoveelste land dat vlucht voor de oude kolonisator en zich zoals naar nu blijkt blindelings werpt in de armen van de nieuwe kolonisator.

Uiteraard valt de Chinese president Xi Jinping als regisseur van de harde politiek van detentiekampen en heropvoeding in de West-Chinese provincie Xinjiang niet onder het uitleveringsverdrag met Suriname. Zoals president Bouterse die in eigen land veroordeeld is tot 20 jaar cel daar evenmin onder valt. Het zijn de gewone criminelen, niet de president-criminelen voor wie rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding gelden. Het getekende uitleveringsverdrag biedt beide landen de schijn van een rechtsstaat en dient vooral de marketing van landen en leiders die een slechte pers hebben. Het is komisch als het niet zo intens schrijnend zou zijn.