J. Warner Wallace is naast aartsbisschop William Goh van Singapore een prediker die ik op sociale media graag antwoord geef. Wallace is detective en christelijke apologeet. Dat laatste betekent dat hij zijn christelijk geloof verdedigt door argumenten ertegen te ontmantelen. In pseudo-forensisch onderzoek. Dat gaat er niet altijd fijnzinnig en zorgvuldig aan toe. Hoewel hij goed de schijn van het tegendeel weet op te houden. Dat is zijn verdienste. Warner Wallace schiet zoals al die Amerikaanse predikers graag uit de heup. Men kan dat grof en brutaal noemen. Hij doodt daarbij mogelijk zijn opponent, maar in die handeling ook zijn geloofwaardigheid.
Hieronder mijn antwoord bij de op zich zeer belangwekkende vraag waarom er zoveel stromingen binnen godsdiensten bestaan (en in het verlengde daarvan, waarom er zoveel godsdiensten naast elkaar bestaan).
Warner Wallace suggereert antwoord te geven, maar geeft dat niet. Het gaat hem om de schijn dat hij deze bewering ter verdediging van zijn geloof afdoende heeft beantwoord. Niets is minder waar en kan ook niet waar zijn omdat de cirkelredeneringen van types als Warner Wallace daar per definitie niet in kunnen voorzien:
J. Warner Wallace maakt twee denkfouten in zijn betoog.
1) Er zijn in de moderne geschiedenis duizenden godsdiensten en godsdienstromingen aan te wijzen die zich allen beroepen op een geloofsleer en een verwijzing naar een God. Dat wordt onhoudbaar als blijkt dat deze religieuze organisaties tegengestelde claims doen over het bestaan en ontstaan van een opperwezen. Welnu, die tegengestelde claims bestaan, zodat de dogmatiek van godsdiensten ernstig moet worden gerelativeerd. Want de waarheid die als hoogste waarheid wordt voorgesteld blijkt uiteindelijk een waarheid te zijn die door mensen is gecreëerd.
Een en ander ondermijnt in de kern de claim van godsdiensten dat ze niet door mensen zijn gecreëerd. Dat zijn ze wel naar nu blijkt uit al die tegengestelde claims, beweringen en dogma’s die alleen door mensen kunnen zijn gemaakt. Want als een opperwezen ze had gemaakt, dan hadden die verschillen niet kunnen ontstaan. Of was het opperwezen in de war of vertoonde het tekenen van dementie toen het duizenden godsdiensten creeerde?
2) De vergelijking tussen religie en atheïsme is ongelukkig. En eerlijk gezegd ook wel wat brutaal en ongepast omdat Warner Wallace de beleefdheid niet kan weerstaan om atheisme zijdelings in te lijven als een namaak-geloof. Dat toont geen enkel respect voor andersdenkenden.
Uit het feit dat er vele soorten atheisme zijn leidt Warner Wallace het argument af dat er daardoor ook vele soorten christendom kunnen bestaan. Al die andere godsdiensten met hun specifieke opperwezen neemt hij niet eens in beschouwing. Maar de vergelijking klopt niet omdat atheisme geen geloof is met een centrale dogmatiek. Dat geldt voor de stromingen van het christendom wel.
Warner Wallace maakt ongemerkt en ongewild een koe van een fout omdat zijn betoog ook omgekeerd kan worden. Want als de vergelijking tussen de verschillen binnen het atheisme worden geëxtrapoleerd naar de verschillen binnen het christendom, dan moet daarmee ook het uitgangspunt van het atheisme gewaardeerd worden. Dat zegt dat er geen God bestaat die niet door mensen is gemaakt. Via een omweg weeft Warner Wallace dus het uitgangspunt in zijn betoog dat God door mensen is gemaakt. Het lijkt erop dat Warner Wallace zijn eigen betoog niet doorgrondt.