Betrapte tijd: drie foto’s van Emile Henri t’Serstevens (1890-1933)

Emile Henri t’Serstevens, Boten op het strand ([Knokke-Heist], 1890-1933.

De foto’s in de digitale collectie van BALaT (Belgian Art Links and Tools) van de Belgische (amateur)fotograaf Emile Henri t’Serstevens (1868-1933) zien er akelig donker uit. De hier gekozen foto’s lichten gelukkig scherp op. Wikipedia voegt over t’Serstevens toe: ‘Samen met zijn echtgenote Marie Dastot (1870-1943), was hij meer dan 30 jaar werkzaam als artistiek fotograaf.

De foto’s geven een tijdsbeeld van een periode waarin nog niet veel werd gefotografeerd. Dat was eind 19de eeuw voorbehouden aan een kapitaalkrachtige elite. De bomschuiten op het strand van Knokke-Heist doen denken aan de boten op het strand van Scheveningen op Hendrik Willem Mesdags Panorama Mesdag (1881). De uitsnede lijkt onzorgvuldig gekozen.

De titel van de volgende foto verraadt de afstand tussen de fotograaf en zijn object: ‘Werkende arbeiders op een plein in Middelburg‘. Is dat ‘werkende arbeiders‘ niet dubbelop? Deze foto is van historisch belang omdat door de Duitse artilleriebeschietingen van 17 mei 1940 de binnenstad van Middelburg grotendeels door brand werd verwoest. De twee vrouwen rechts kijken nieuwsgierig naar de fotograaf. Ze worden blijkbaar graag op de korrel genomen. Als ze al beseffen wat hier aan de hand is.

Emile Henri t’Serstevens, Werkende arbeiders op een plein in Middelburg [Nederland], 1890-1907.

De foto van de marcherende militairen is ontroerend door de tegenstelling met de twee kinderen langs de kant van de weg. Zijn ze geïmponeerd en beseffen ze wat ze zien? Dit raakt aan het zinnebeeld van het militaire bedrijf als schuldig. De observerende kinderen vormen een rustplaats waar de foto even bij stilstaat. Het is de verdienste van de fotograaf dat we dit zien met zijn ogen.

Emile Henri t’Serstevens, Défilé de soldats à Saint-Gilles [Brussel], 1891-1933.

Transitie 1957

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 10 mei 2011.

Het Atomium op de Wereldtentoonstelling te Brussel, 1957-1958

Iets hangt in de lucht. Rechts buiten het kader. Als de trapeze met menselijke kanonskogels. Vallen ze en slaan ze in? De goochelaar geeft een klap. Het gaat voorbij aan normale verhoudingen. De dikke dame zucht. Met haar hoed op de fiets op de draad in de nok. Het draait en draait. Iets kondigt zich aan, maar wat? Expo 58 in Brussel komt eraan.

Directeur vertoont dictatoriale trekjes. Publiek houdt de adem in. Het vergeet, maar kijkt reikhalzend vooruit. Spoetnik en Atomium maken ruimte. Laika blaft. Jerry Lee Lewis rockt. Alles wordt beter. AOW kondigt de verzorgingsstaat aan. De verandering heeft in 1957 de toekomst.

Zimontkovski, Circus Barlay, Berlijn, 1957. Collectie: Bundesarchiv.

Bidens claim van een succesvolle buitenlandse trip moet zijn binnenlandse agenda versterken

U.S. President Joe Biden (right) shakes hands with Russian President Vladimir Putin prior to the U.S.-Russia summit at the Villa La Grange in Geneva, Switzerland, on June 16.  PETER KLAUNZER/AFP/GETTY IMAGES

De Amerikaanse president Joe Biden maakte afgelopen week een Europese trip. Hij bezocht het Verenigd Koninkrijk, Brussel en eindigde in Zwitserland voor zijn top met de Russische president Vladimir Putin. Biden benadrukte dat Amerika terug is. Na vier jaar president Trump die het beter kon vinden met autoritaire leiders als Putin, Erdogan en Kim Jong-un dan met zijn traditionele bondgenoten Canada en Europa en zijn eigen overheidsdiensten.

Biden is na vier jaar afwijking onder Trump niet het nieuwe normaal, maar het oude normaal dat terug is.

Biden is een centrist die in zijn binnen- en buitenlandse politiek behoedzaam manoeuvreert. Succes in het buitenland kan zijn positie in eigen land versterken. Maar Biden dient eerst de schade van vier jaar Trump op te ruimen voordat hij kan oogsten. Zover is het nog niet.

In het binnenland heeft Trump nog greep op de Republikeinse partij die zich per definitie verzet tegen alles waar Biden voor staat. Maar het tij keert. Biden is populair met 60-65% steun onder de bevolking. Amerikanen zijn de verdeeldheid en het gekissebis beu van de partijpolitiek die in zichzelf ronddraait. Gezondheidszorg en infrastructuur zijn onderwerpen die partijpolitiek het minst gevoelig liggen. Dat geeft Biden een ingang om de verbinding te zoeken.

Biden krijgt zowel kritiek van progressieven binnen en buiten zijn partij omdat hij te voorzichtig opereert als van de rechtse media en het leiderschap van de Republikeinse partij omdat hij niet voorzichtig genoeg opereert en zich zou laten inpakken door de linkse-radicalen. Zowel het een als het ander is onjuist.

Biden heeft net als president Kennedy kundige mensen gerecruteerd en hun inzet ingebed in een ambitieuze agenda die pas gaandeweg zichtbaar kan worden gemaakt. De regering Biden moet de valkuilen vermijden zoals de dreiging van het witte binnenlandse terrorisme met de tot de tanden bewapende milities die uit kan barsten in een explosie van geweld. Biden moet proberen gebruik te maken van de rugwind die volgt uit het sentiment van Amerikanen over een verrotte politiek en het langzaam detoneren van obstructie in politiek en samenleving. Te duidelijke profilering van Biden kan averechts werken en dat proces mede in gang zetten.

Republikeinen zijn verdeelder dan de Democraten die tot nu toe het front gesloten weten te houden. Zelfs een conservatieve Democratische senator als Joe Manchin keert langzaam terug naar de hoofdstroom van zijn partij waar het wetten over infrastructuur en kiesrecht betreft. Strafrechtelijke onderzoeken tegen Trump in stad en staat New York verzwakken nu al zijn positie en beperken zijn perspectief voor de toekomst om met obstructie de Republikeinen te blijven verenigen.

Het bereiken van een compromis tussen gematigde en progressieve Democraten over kiesrecht zal de kansen van de Democraten vergroten om in de tussentijdse verkiezingen van 2022 de meerderheden in Huis en Senaat te behouden. Het resultaat telt. Republikeinen hebben de demografische ontwikkelingen tegen en hebben ingezet op een strategie om het kiesrecht van hun opponenten te onderdrukken. Als Biden dat op federaal niveau kan tegengaan, dan verkleint hij de kansen van de Republikeinen om de verkiezingen in 2022 en 2024 te stelen. Want de dreiging van het Trumpisme en de kansen op een opstand à la 6 januari 2021 bestaat op dit moment nog steeds,

In het buitenland bestaan nog talloze verschillen met de traditionele bondgenoten, maar is er weer sprake van constructief overleg. China is hierbij de focus van wie de regering Biden hoopt dat die werkt als katalysator om allen te verenigen. De economisch onmachtige Russische Federatie die mentaal op dood spoor is terechtgekomen en steeds verder gaat in het schenden van de mensenrechten en het inperken van oppositie in media en politiek is het kleine kwaad.

President Poetin is door Biden de wacht aangezegd wat inmenging in verkiezingen (VS, Europa) en de cyberoorlog betreft. Nu is het Kremlin gewaarschuwd dat het rode lijnen niet mag overtreden. Dat is achterstallig onderhoud dat door Trump is ontstaan en nu pas gerepareerd kan worden.

Nu valt het resultaat nog niet in te schatten, maar de uitgangspunten zijn in stelling gebracht en hun werking is begonnen. De klok tikt. Commentaren die Bidens aanpak afkeuren of goedkeuren zijn voorbarig. Zoals hij overigens zelf beweert. Met het claimen van het succes van zijn buitenlandse trip probeert hij zelfvertrouwen uit te stralen die hem helpt bij het realiseren van zijn binnenlandse agenda die direct verbonden is aan de electorale aantrekkingskracht van de Democraten. Hiermee probeert Biden ook het ongeduld in eigen progressieve gelederen te neutraliseren.

Slovenië annuleert tentoonstelling in Brussel vanwege kritiek op regering. Welke werken de reden daarvoor zijn is onduidelijk

Ideologije prikaza’ (2008) van Jasmina Cibic. Kunstcollectie van heet Europees Parlement.

Op zijn FB-pagina schrijft de Sloveense kunstenaar Arjan Pregl over de regering van zijn land: ‘We worden bestuurd door een fascistische falanga, dronken door de autoriteiten’. Dat is een niet ideale vertaling uit het Sloveens, maar de bedoeling is duidelijk. Pregl heeft het niet zo op premier Janez Janša, een voormalige communist die zich telkens herprofileert om aan de macht te blijven. Hij is meermalen van corruptie beschuldigd. Slovenië is lid van de EU.

Aanleiding voor Pregls reactie is het afgelasten door de regering Janša van een tentoonstelling in Brussel. Een artikel op Euroactiv geeft de bijzonderheden. Van 1 juli tot en met 31 december 2021 is Slovenië roulerend voorzitter van de EU. Het is gebruik dat dan in Brussel een tentoonstelling wordt ingericht om dat voorzitterschap te vieren en te benadrukken.

Maar de Sloveense cultuurminister Vasko Simoniti heeft de tentoonstelling afgelast. Hij geeft als reden dat het Europese Parlement haar eigen kunstcollectie heeft dat het in de tentoonstelling wilde voegen. Daar kon Simoniti volgens EuroActiv niet mee instemmen: ‘Slovenië is een onafhankelijk en soeverein land dat zelf zal beslissen wat het zal tentoonstellen […] Geen enkele stafmedewerker zal voorwaarden stellen. Ze kunnen ze instellen en ik kan weigeren ze te accepteren.’

Het wordt er absurd op als de minister antwoordt op een vraag waarom hij vooraf geen kennis had van het concept van de tentoonstelling: ‘Omdat ik niet op de hoogte ben. Nou, omdat ik niet geïnteresseerd ben’. Deze openhartigheid geeft aan hoe de Sloveense overheid tegen kunst aankijkt. Dit past in een patroon van regeringen om kunst te kleineren. Ook in Nederland zijn er telkens bewindslieden die zich erop voorstaan geen verstand van kunst te hebben en zich er niet voor te interesseren. Zoals toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra die er prat op ging geen verstand van kunst te hebben. Dat komt in andere sectoren niet voor, daarin is kunst uniek.

Welk werk uit de collectie van het Europees Parlement de aanleiding voor de Sloveense cultuurminister was om de tentoonstelling in Brussel af te gelasten is onduidelijk. De digitale registratie van de kunstcollectie kent slechts één werk van een Sloveense kunstenaar: ‘Ideologije prikaza’ (2008) van Jasmina Cibic. Google vertaalt het met ‘Representatie-ideologieën’. Maar het is onduidelijk of deze registratie actueel is.

EuroActiv wijst naar een bericht van de publieke omroep RTV Slovenija dat zegt dat een werk van Arjan Pregl de aanleiding is. De reden daarvoor zou zijn dat hij ‘de laatste tijd een prominente criticus van de regering is geworden en een van de meest zichtbare voorstanders is geweest van wekelijkse protesten tegen de regering in Ljubljana’. Maar of dit klopt en om welk werk het gaat is onduidelijk. Hoe dan ook is de paradox dat door onderdrukking het belang van kunst wordt benadrukt, maar het kunstwerk uit het publieke domein wordt verbannen.

COMMENTARY #2 | ARJAN PREGL | PRECARIOUS DAY

Splendid isolation op een eiland: Verenigd Koninkrijk krijgt gevolgen van Brexit hard voor de kiezen

Het is geen nieuws, maar het kan niet voldoende herhaald worden. Er is iets mis met het zelfbeeld van de Britten, en dan vooral de Engelsen. Het is aannemelijk om te veronderstellen dat dit gebrek aan zelfkennis tot de Brexit heeft geleid. De Engelsen kennen hun plaats niet. Neem nou een artikel van Dan Snow in The Guardian dat onder meer over de Britten zegt: ‘We leven op een kleine archipel vlak voor de noordwestkust van Europa’ of ‘Er is geen eindtoestand in onze betrekkingen met Europa’. De suggestie dat die archipel geen deel van Europa is wordt bevestigd in de kop: ‘Brexit is not an end to Britain’s liaison with Europe. It’s just a new beginning’. Dat is een vreemde kop, want Groot-Brittannië is deel van Europa. Dus hoezo ‘contact met Europa’ als Groot-Brittannië zelf een onderdeel van Europa is? Als er gesproken werd over de EU of het continent was het begrijpelijk, maar nu is het onbegrijpelijk.

Of moeten we voor een verklaring voor een Europees volk dat zegt niet-Europees te zijn ons heil zoeken in verklaringen die ons geen steek verder helpen, maar in zichzelf ronddraaiend verwijzen naar de excentriciteit en de bizarre manier van denken van de Engelsen? Ook het idee van het imperium biedt geen voldoende verklaring, want Portugezen, Spanjaarden en Nederlanders waren ook ooit een wereldmacht, maar hebben vrede met hun verdwenen machtspositie. Ze beseffen dat hun landen deel van Europa zijn. Britten zijn met 67 miljoen inwoners in inwonertal het vijfde in Europa gelegen land, na de Russische Federatie, Duitsland, Turkije en Frankrijk, dus de grootte of omvang maakt evenmin het verschil. Andere eilandstaten als IJsland, Ierland of Malta (of het Britse Schotland) voelen zich Europees en geven niet het idee niet tot Europa te (willen) behoren.

De intentie van Dan Snow is goed. Hij is een internationalist en geen isolationist die zich wil afzonderen. Maar ook hij is het slachtoffer van een zelfbeeld dat uiteindelijk Groot-Brittannië positioneert tegenover Europa. Zelfs in zijn omarming van Europa neemt hij afstand van Europa. Dat kan tot niks goeds leiden. Overigens werkt het ook de andere kant op, want die vreemde snuiters op die Britse eilanden werden soms met tegenzin door Fransen en Duitsers geaccepteerd, zodat ze rechtvaardiging konden ontlenen aan die weerzin door zich mentaal apart te zetten. Maar wie zich afsluit creëert tegelijk een gevangenis voor zichzelf.

Britten kozen met een kleine meerderheid van zo’n 52% voor een Brexit. De uittreding uit de EU. Er zijn duizenden opmerkingen over te maken. Over economie, Britse politiek, media, populisme, globalisme, immigratie, Schotland, de EU en het zelfbeeld van de Britten. Er zit een neiging onder die de Britten heeft gestuurd.

Roland Barthes maakt enige opmerkingen over Pierre Poujade in een stuk over deze Franse populist in zijn Mythologieën. Poujade is de voorloper van types als Mogens Glistrup, Nigel Farage of Geert Wilders. Jean-Marine Le Pen begon in 1956 zijn politieke carrière als poujadist. Het stuk gaat over de kleinburgerlijke werkelijkheid die de wereld bezweert en terugbrengt tot ‘een bekrompen maar volledige orde zonder uitvluchten’. Een wereld die volledig naar zichzelf verwijst. Exact wat er in de pleitbezorgers van een Brexit gevaren is. Naast hun eigenbelang om de Brexit aan te grijpen om zichzelf te profileren en de eigen economische belangen te beschermen. Dit verklaart waarom de voorstanders om in de EU te blijven niet konden inbreken in dit beeld omdat het einddoel, middel en werkwijze tegelijk was: het Verenigd Koninkrijk dat naar zichzelf verwijst.

Het ‘gezonde verstand’ van de ‘kleine man’ waarnaar Poujade bij herhaling verwees neutraliseert elke uitleg die anders zegt. De analogie tussen Frankrijk 1956 en het Verenigd Koninkrijk 2016-20 is verbluffend. De waarschuwingen voor een teruglopende Britse economie, Schotland dat het Verenigd Koninkrijk opblaast of afnemende politiek Britse invloed zagen buitenstaanders als realistische opties die de Britse positie zouden verzwakken. Ze werden niet tegengesproken door de Leave-campagne, maar kwamen gewoon niet binnen.

Barthes: ‘Het gezonde verstand is als het ware de waakhond van de kleinburgerlijke vergelijkingen: het sluit alle dialectische uitwegen af, verwoordt een wereld die homogeen is, waarin men thuis is, veilig voor de verwarringen en de uitvluchten van de ‘droom’ (dat wil zeggen een niet op rekenen gebaseerde zienswijze)’.

De Britten kunnen nu met en onder elkaar hun droom gaan najagen. Van een in zichzelf gesloten wereld met een gesloten wereldbeeld. In hun splendid isolation weten ze dat hun Europese en hun transatlantische partners (pro-Ierse president Joe Biden) geschoffeerd hebben en geen stapje extra zullen zetten om de Engelsen te helpen. Zij die anders zijn worden niet zozeer bestreden, maar door de zittende macht ontkend te bestaan. Britten kunnen nu met elkaar de verschillen ontkennen in de gelukzaligheid onder elkaar te verkeren. De Leave-campagne heeft de buitenwereld ziek verklaard met nationalisme en het opzetten van de kleine man tegen een elite die paradoxaal tegelijk de motor van de uittreding was. Dat is een publiek geheim op het eiland. Van deze versie van Britsheid die neigt naar eng populisme dat alleen nog naar zichzelf verwijst heeft de EU afstand genomen. De Engelsen zijn daar extra behulpzaam bij door zich extra apart te zetten en net te doen alsof het nog de 19de eeuw is. In hun gespeelde gekkigheid die ze zelf geweldig vinden. Als enigen.

Foto: Still uit film ‘Went the Day Well? (1942)’ met Leslie Banks.

Over necromantie. Foto van een kermisattractie op de Brusselse Zuidmarkt (1900)

Dood is dood. Of is dat te simpel gedacht? Zo zijn er gelovigen die een godsdienst belijden die zegt dat er een leven na de dood is. Geloven ze dat echt of maar half? In de populaire cultuur is er het aparte genre van de horror met directe lijnen tussen onze wereld en het hiernamaals. Spoken, geesten, demonen, monsters, verschijningen of manifestaties zouden communiceren vanuit de dood. Magiërs, sjamanen, priesters en kunstenaars zijn de bemiddelaars met gene zijde. De stijl van de dood is die van duisternis en schaduw waardoor met minimale effecten maximale effecten kunnen worden bereikt. Er kan maar beter niet te veel gezegd worden zodat er veel te suggereren blijft. De dood is een invuloefening.

De foto toont een attractie op een Brusselse kermis in 1900. Het is een foto uit het archief van de Belgische krant Le Soir die in 2012 werd geplaatst ter gelegenheid van de jaarlijkse kermis bij het Zuidstation. Het wordt gepresenteerd als erfgoed, een getuigenis uit het verleden. Dat heeft bij deze foto een dubbele betekenis.

De attractie waar het om gaat is die van de necromantie. Volgens Wikipediaeen methode van voorspelling waarbij getracht wordt te communiceren met de doden’. Dat ‘trachten’ geeft aan dat het geen gelopen race is dat de communicatie ook werkelijk tot stand komt. Dat is afwachten.

Het artikel in Le Soir zegt het volgende: ‘In 1900 kon op de Brusselse kermis de toekomst worden voorspeld door deze knappe dame die necromantie beoefende, zoals we konden lezen door in te zoomen op de panelen die achter haar hingen: “Het HOOFD laat mensen weten dat de men wenst te weten in ware vriendschap als in interesse.”’

Verder valt in dit artikel een opmerkelijk nostalgisch citaat van de Franse toneelschrijver Ernest Blum uit 1903 te lezen. Hij betreurt dat de oude kermis is verdwenen. De eenvoud is volgens hem verdrongen door luxe en vooruitgang. Maar dit kraam komt voor de ogen van 2020 tamelijk ouderwets over. Daarom lijkt Blums conclusie over de kermis voorbarig: ‘Verdwenen, verzonken in de duisternis van het verleden, gewist onder de ripolinlaag van vergetelheid!’. (Deze vindplaats van ripolin, een vernis die in 1887 door de Nederlander Carl Julius Ferdinand Riep werd ontwikkeld loopt vooruit op de opname ervan in het Franse woordenboek van 1907).

De necromantie is springlevend als daaronder de poging wordt verstaan om met de doden te communiceren. Want wie kent niet de wens om met een overleden vriend of familielid te communiceren? Maar het is een onmogelijke opgave. De meest zekere voorspelling is dat de voorspelling om te communiceren met de doden ten dode is opgeschreven. Als troost hebben we in het niemandsland van de kermis de waarzeggers die half-serieus onze wensen inlossen terwijl we weten dat het niet kan. Dat is het geloof dat mensen parten speelt, maar ook hoop geeft om door grenzen te gaan.

Foto: Verschenen in artikel1900 : baraque foraine à la foire du Midi’ in Le Soir, 13 juli 2012.

Attractie op Haagse kermis: Sun-Devils, vermoedelijk 1955-1962

Twee foto’s uit een post van 8 oktober 2019 op de FB-pagina Stichting Kermis-Cultuur. De attractie met de naam ‘Sun-Devils’ verwijst naar exotisme en Afrikaanse maskers en stond op de Haagse kermis. In de kunst lieten de Vijftigers zich inspireren door Afrikaanse volkskunst. Datering ontbreekt, maar het zal waarschijnlijk tweede helft jaren 1950, mogelijk begin jaren 1960 zijn. Dat was de periode dat op de wereldtentoonstelling Expo 1958 in Brussel in het Congolese paviljoen een dorp met ‘inboorlingen’ werd tentoongesteld. Maar de tijdsgeest kantelde en halverwege de Expo liepen ze weg uit de menselijke dierentuin. Maatschappelijk kon het niet meer door de beugel. In 1960 werden 17 voormalige Afrikaanse kolonies zelfstandig. Toen waren op kermissen volop kramen met pseudo-educatief vertier te vinden. In de tijd dat televisie nog aan een opmars moest beginnen. Iedereen kon weten dat het onzin was, zodat de kunst van het bedrog er getetst kon worden.

Moeten we hier achteraf over oordelen? Het cliché van de zwarte man in luipaardvel die op de trommels slaat en de zwarte vrouwen met rieten rok en sambaballen (notabene een Zuid-Amerikaans instrument) brengt nu zichzelf om zeep zonder dat er diepgaand commentaar voor nodig is. Het is nepnieuws voordat het woord in de huidige betekenis werd gebruikt. Of deze attractie een wederzijds complot was tussen kijker en bekekene weten we niet zeker. Dat geeft er de spanning aan. De exploitatie was zichtbaar en was zelfs een belangrijk onderdeel van de bezienswaardigheid. Curiositeit, trekpleister en schaamteloosheid in één. Dat lijkt het grote verschil met nu. Uitbuiting wordt door uitbaters zoveel mogelijk aan het oog onttrokken. Wat is meer oprecht?

Foto’s: Foto’s op de FB-post van 8 oktober 2019 op Stichting Kermis-Cultuur geplaatst door Piet Winkelmolen.

Gedachten bij de foto ‘Petit marché place Saint-Médard, 5ème arrondissement, Paris’ (1898)

Het tafereel op de bovenste foto is overduidelijk Frans en niet het Amsterdam van George Breitner. Fotograaf Eugène Atget geeft een indruk van het Parijse stadsleven op het eind van de 19de eeuw. Het is 1898. Op de kleine marktplaats Saint-Médard in het 5de arrondissement, ofwel het Quartier Latin passeert een vrouw als de fotograaf afdrukt. Links loopt de Rue Mouffetard. Atget was op dit moment nog maar enkele jaren bezig om Parijs documentaire-achtig op foto vast te leggen. Hij zou er beroemd door worden. De marktplaats is vol. Met mensen, met muurreclame, met indrukken. In 1907 ondernam Breitner een reis naar België. In Brussel drukte hij af in de buurt van de Magdalenasteenweg. In de beschrijving wordt de muurreclame ‘reclameposter’ genoemd. Op beide foto’s kijken vrouwelijke passanten in de camera. Nieuwsgierig. Hun beloning is dat ze vereeuwigd worden, maar niet scherp in beeld komen. Wie te dicht bij de fotograaf komt heeft het nakijken.

Foto 1: Eugène Atget, ‘Petit marché place Saint-Médard, 5ème arrondissement, Paris’, 1898. Collectie Musée Carnavalet, Histoire de Paris.

Foto 2: George Breitner, ‘Gezicht op een straat in Brussel, België’, 1907. Collectie RKD.

Met verkiezingsspotje zet de SP zichzelf te kijk als verbitterd en narrig. In de overdrijving verliest de ironie aan geestigheid

Dit spotje lijkt satire en gericht tegen de SP, maar is van de SP. Erbij lijken de PVV en FvD in hun Europabeleid fijngevoelig en genuanceerd. Hoe is het mogelijk dat de SP zo’n simpel wereldbeeld verkondigt? Hoeveel dieper kan de SP nog zinken? Wie is hiervoor verantwoordelijk? Dit is een verre echo van de succesvolle samenwerking van de SP met ontwerpbureau Thonik. Het minder van toen is het teveel van nu geworden.

Het is makkelijk om de schuld van het eigen falen elders te leggen. Dat doen politieke partijen die het slecht doen altijd. De SP heeft twee grote nadelen: een flets programmatisch profiel met vreemde standpunten en een verre van democratische partijorganisatie. De voordelen, zoals het geworteld zijn in de wijken weet het niet goed over het voetlicht te brengen. Daar voegt zich nu een derde nadeel bij: platheid en lompheid.

De SP heeft haar elegantie en lichtheid verloren. De SP zakt weg in verbittering en narrigheid. Met dit spotje bedient de SP wellicht de eigen harde kern, maar vervreemdt het twijfelende kiezers van zich. Moet het spotje dienen als excuus voor de komende nederlaag die dan niet bij de politieke leiding, te weten Lilian Marijnissen en Ron Meyer, gelegd wordt maar bij de afdeling communicatie die eindverantwoordelijk is voor dit spotje?

Waarom valt het op als Merkel en May identiek gekleed gaan? Mannen en hun kleding zijn de standaard die geen aandacht trekt

Wie zich beelden van EU-vergaderingen in Brussel voor de geest haalt ziet vooral witte mannen van middelbare leeftijd die gekleed gaan in monochrome blauwe pakken met daaronder een wit overhemd en een zwarte of blauwe das en zwarte schoenen. De mannen bootsen elkaar na in gelijkmatigheid, rimpelloosheid, gladheid, uitdrukkingsloosheid en vlakheid. Ze dragen het uniform van de maskerade dat ook het uniform van de schijnvertoning is. Hun theaterkostuum is hun werkkostuum. Mannen zijn de onzichtbare standaard.

Hoe anders is dat bij vrouwelijke politici. Ze vallen buiten deze boot. Buiten deze blauwe schuit. Ze kunnen zich niet kleden in zo’n mannelijk pak omdat het niet bij hun gestalte past. De door de praktijk opgedrongen oplossing is een vrouwelijke vertaling van het mannelijke kostuum. Met een blazer op een broek of rok.

Gisteren ontmoetten de Duitse kanselier Angela Merkel en de Britse premier Theresa May elkaar op een top in Brussel. De spanning was opgelopen vanwege de Brexit. Ondanks Franse tegenstand kreeg het Verenigd Koninkrijk uitstel om tot 1 november 2019 in de EU te blijven. Merkel en May hadden voor het begin van de vergadering een onderonsje over hun kleding. Het bleek dat ze identiek gekleed waren. Een azuurblauw ensemble over een zwarte blouse. Terwijl ze zo naast elkaar gekleed gingen keken ze op de iPad van Merkel naar foto’s van hun respectievelijke verschijning. Dat is de ultieme omleiding, aanpassing en onderwerping.

Het valt niet op dat de mannen identiek gekleed gaan. Het valt op als vrouwen identiek gekleed gaan. Dat zegt vooral iets over onze gewaarwording en de vastgeroeste rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Mannen zijn de standaard zonder dat ze het goed beseffen. Als ze het wel beseffen willen ze niet dat het genoemd wordt. Vrouwen voegen zich in hun rol. Deels noodgedwongen, deels ook uit berusting en een zakelijke aanpak.

Foto 1: ‘ENEX Premier May lacht met een foto die bondskanselier Merkel toont op haar iPad.’ In artikelHilariteit op brexittop: May en Merkel lachen om zelfde outfit’ op HLN, 11 april 2019.

Foto 2: ‘Vlnr: Sebastian Kurz (premier Oostenrijk), EU-onderhandelaar Michel Barnier, Giuseppe Conte (president Italië), Emmanuel Macron (president Frankrijk), Donald Tusk (voorzitter Raad van Europa) en Mark Rutte (premier Nederland): de elite van de EU op een brexit-conferentie in Brussel. foto: ©Reporters’. In artikelVERKIEZINGEN 2019 DE ELITE DE PUPPETS EN DE MUPPETS’ op SDB, 19 maart 2019.