
Afgelopen jaren heb ik vele mensen in en buiten de Utrechtse beeldende kunstsector de vraag gesteld wat de reden is dat het ontbreekt aan een Utrechts beeldende kunstklimaat dat past bij de vierde stad van het land. Niemand heeft een sluitend antwoord.
Utrecht presteert slecht op het gebied van de beeldende kunst. Zelfs het Centraal Museum deelt in de malaise en lijkt op een enkele tentoonstelling na vooral nog met zichzelf en de eigen bedrijfsvoering bezig. Het is in de eigen schulp gekropen. Is dat het wat het Utrechtse kunstklimaat verklaart?
Wat schort eraan in Utrecht? Is het de nabijheid van Amsterdam? Is het de ‘zwarte’, katholiek-surrealistische onderstroom die nog steeds als een geestelijke domper werkt? Is het gebrek aan ambitie en zelfvertrouwen? Is het het doelgroepenbeleid in Leidsche Rijn (Raum) dat als aflaat dient om verder geen initiatieven te ondernemen en verder te denken?
Is het het gebrek aan initiatief en creativiteit van de afdelingen Culturele Zaken of Economische Zaken van de gemeente om kunstgalerieën en kunstinitiatieven een start te geven?
Als er galerieën ontstaan (Larik), dan gebeurt dat niet dankzij, maar ondanks de gemeente. In de bioscoopwereld gebeurde afgelopen jaren hetzelfde toen Jos Stelling als particulier ondernemer met Bioscoop Slachtstraat (en met medewerking van het Utrechtse Monumentenfonds) een nieuwe bioscoop realiseerde dat het door de gemeente gesubsidieerde ’t Hoogt niet voor elkaar kreeg.
Kan de malaise in de beeldende kunstsector verklaard worden door het zware accent van de gemeente op marketing en stadspromotie, zodat inhoud er minder toe doet? In dat Utrecht is de schone schijn van marketing een doel op zichzelf. Toch weer dat surrealisme. Niemand die het doorprikt. Niemand die doorvraagt. Niemand die het nog op waarde schat. Zo ontstaat geen publiek debat over dit onderwerp.

Schrijnend is de promotie van Ontdek Utrecht (deel van Utrecht Marketing) waar allerlei instellingen die geen musea zijn musea worden genoemd. Of culturele instellingen in Bunnik, Amersfoort of Soest door de gemeente Utrecht worden geclaimd als Utrechts. Zijn Bunnik, Soest en Amersfoort zonder dat we het weten geannexeerd door de gemeente Utrecht? Daar lijkt het niet op. Utrecht Marketing doet aan desinformatie.
Het is duidelijk dat Ontdek Utrecht en Utrecht Marketing geen idee hebben waarover ze praten. Wat is hun expertise en wie is er binnen het gemeentebestuur verantwoordelijk voor voor wat ze naar buiten brengen? Is Utrecht Marketing onderhand zo losgezongen van de realiteit dat het alles kan zeggen en niemand het meer kan schelen of de inhoud klopt? Ontdek Utrecht en Utrecht Marketing weten blijkbaar niet wat een museum is en krijgen alle ruimte om dat te verkondigen.
Dat opnemen in een publiekscampagne is niet zozeer een devaluatie van het begrip museum, maar van de marketing van Utrecht. Kunst en de musea worden niet zozeer gepromoot en serieus genomen, maar tot halfproduct gemaakt van een hybride marketing waarin vele partners meepraten en de waarheid blijkbaar een compromis tussen alle betrokkenen is geworden.
Met de Utrechtse Potemkin-façade is de kous af en hoeft er niet nagedacht te worden over de vraag wat past bij het ambitieniveau van de vierde stad van het land. De promotie ervan neemt de plaats in. Dat is toch lekker makkelijk en ook nog eens goedkoper?
Wat verklaart het haperende Utrechtse beeldende kunstklimaat? Ik weet het antwoord nog steeds niet. De conclusie van veel van mijn gesprekspartners is wel dat de gemeente Utrecht eerder een sta-in-de-weg is dan een kracht die verder kijkt dan marketing en eigen promotie.