Is er redelijkheid in de onredelijkheid om de politieagent die George Floyd doodde de doodstraf op te leggen?

In de zaak George Floyd in het Amerikaanse Minneapolis kan men zich afvragen of de politieagent die acht minuten lang zijn knie in de nek van de op de grond liggende Floyd drukte in aanmerking zou moeten komen voor de doodstraf. In Nederlandse oren klinkt die vraag bizar. Maar de aanleiding is ernstig. Floyd liet de agent weten dat hij niet meer kon ademen. Uiteindelijk stierf Floyd onder de knie van de agent. Dit gaat tegen de procedures in. Tot nu toe zijn de betreffende agent en drie agenten die hem vergezelden niet aangeklaagd. Zeer vermoedelijk houdt het gepolitiseerde ministerie van Justitie de agenten uit de wind. Dit betreft de VS waar de doodstraf een sanctie voor zo’n overtreding kan zijn. Dus volgens de logica van de Amerikaanse grondwet kan de betreffende agent de doodstraf opgelegd worden. Een broer van het slachtoffer en Floyds vriend Stephen Jackson hebben afgelopen dagen gepleit voor het opleggen van de doodstraf aan de agent.

Ik ben tegen de doodstraf ‘in normale omstandigheden’. Zoals een roofoverval met dodelijk afloop of een moord. Wat het niet normaal maakt is dat het een overheidsdienaar, te weten een politieagent betreft die is belast met het geweldsmonopolie. Hij opereert namens de overheid. Het geweld van politieagenten tegen burgers is een verzwarende factor omdat ze extra verantwoordelijkheid hebben. Daarbij komt dat het handelen van betreffende agenten ideologisch gemotiveerd lijkt. George Floyd wordt bewust ontmenselijkt en vernederd. Het rapport21st Century Policing’ (2015) van de regering Obama dat aanbevelingen bevat om de kloof tussen politie en agent te verkleinen is door de regering Trump in de la gelegd. De kloof is verbreed.

De zaak George Floyd staat niet op zichzelf. Er zijn in de VS talloze vergelijkbare gevallen die als institutioneel racisme kunnen worden gekenschetst. Alleen als het wordt gefilmd haalt zo’n zaak de publiciteit. De niet gefilmde gevallen van racistisch geweld tegen minderheden blijven buiten de publiciteit. Ook ‘betrapte’ agenten worden altijd van vervolging vrijgesteld. Zoals dat in Nederland na onderzoek ook gebeurde bij de zaak Mitch Henriquez in Den Haag. Agenten opereren soms onder hoogspanning en zijn zelf kwetsbaar voor geweld van burgers. Maar juist door het juridisch aanpakken van de ergste overtredingen van politiegeweld zou de kou uit de lucht gehaald kunnen worden om de spanning tussen politie en burger te verkleinen.

Het is lastig om te beredeneren welk doel de middelen heiligt. De doodstraf is onherroepelijk en een zwaar middel. In een ideale situatie is elke weldenkende burger tegen de doodstraf. De EU ervoor pleit ervoor om de doodstraf in alle gevallen en in alle omstandigheden af te schaffen. Aanvullend feit is dat de doodstraf in landen die het toepassen discriminerend wordt opgelegd aan voornamelijk leden van zwakkere groepen. Er pleit wat voor de redenering om dat (uitsluitend in landen waar de doodstraf al wordt opgelegd) om te keren en te richten op degenen die zwakkere groepen onderdrukken. Ideaal is het niet, maar binnen het geldende rechtsprekende systeem kan het als een correctie dienen. De Amerikaanse grondwet biedt de mogelijkheid.

Foto: Schermafbeelding van paragraaf ‘TITLE 18, U.S.C., SECTION 242; DEPRIVATION OF RIGHTS UNDER COLOR OF LAW’ van het Amerikaanse ministerie van Justitie (DoJ).

Neo-nazi’s ‘bewaken’ Europese 18de eeuws kunst in Museum Minneapolis. Deze interesse voor kunst is in Nederland onmogelijk

rs

Reuring in een Amerikaans museum. Het is weer eens iets anders, een groepje van drie neo-nazis dat naar de derde verdieping van een museum gaat om 18de eeuwse Europese kunst ‘te bewaken’. Gevolgd door linkse activisten. Witte kunst bevestigt in de ogen van de drie ‘Heil Trump’ roepende demonstranten de blanke hegemonie. Een handgemeen ontstond waarbij de bewaking moest optreden om erger te voorkomen. Het Minneapolis Institute of Arts heeft een befaamde collectie schilderijen. Raw Story doet in een bericht verslag.

Hoe anders gaat dat in Nederland. Daar hebben rechts-radicale partijen geen interesse in Nederlandse kunst. Op geen enkele manier speelt Nederlandse cultuur een rol in hun politieke strijd. Niet als verwijzing, niet als symbool dat helpt om zich af te zetten tegen buitenlandse kunst of als bevestiging van het thuisgevoel. Elke interesse voor kunst ontbreekt, zelfs als het louter voortkomt uit politieke interesse. Voor Nederlands radicaal-rechts bestaat Nederlandse kunst niet. Hoe anders was dat vroeger en hoe anders is dat nog steeds in andere landen als België, Duitsland, Frankrijk of de VS waar Europese kunst in elk geval binnen het blikveld van neo-nazi’s valt. Hoe gespeeld hun beweegredenen ook zijn. Kan iemand het zich voorstellen, Nederlandse rechts-radicalen die het Rijksmuseum inlopen om de Europese 17de of 18de eeuwse kunst te gaan ‘bewaken’?

Voor het eerst lijkt het ondermaatse Nederlandse kunstonderwijs vruchten af te werpen. Nederland heeft weer iets om trots op te zijn. Nederland als gidsland van nihilisme en gebrek aan interesse voor eigen cultuur. Waar ‘foute’ mensen nooit op verkeerde ideeën over kunst worden gebracht omdat kunst voor hen totaal niet telt.

naamloos-2

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel ‘‘Heil Trump!’: Brawl erupts inside the Minneapolis Institute of Art as protesters confront neo-Nazis’ in Raw Story, 27 februari 2017.

Foto 2: Hendrick ter Brugghen, De Gokkers (The Gamblers), 1623. Collectie: Minneapolis Institute of Art (The William Hood Dunwoody Fund).