De toekomst van Hong Kong als vrije, internationale stad is in het geding. De Communistische Partij China (CPC) zet eenzijdig het Brits-Chinese akkoord van 1997 bij het oud vuil. Een overeenkomst die beide landen verzekerden door het internationaal te borgen. Het pseudo-parlement van de CPC zet hiermee het ‘Een land, twee systemen’ beleid overboord. Zelfs de gedelegeerden van Hong Kong waren niet geraadpleegd. Het is van bovenaf beslist. Interessant is wat de internationale reactie is. Tot nu toe valt de lauwe reactie van het VK op. Lord Patten, de laatste gouverneur van Hong Kong, noemt de Chinese greep naar de macht een ‘uitgebreide aanval op de autonomie, de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden van de stad’. Maar het VK is machteloos en heeft door de Brexit, de uitbraak van COVID-19 en de aangetaste gezondheid van premier Johnson genoeg zorgen aan het eigen hoofd. Het land is niet langer de macht van weleer. De Amerikaanse regering en de EU reageren feller. Maar de vraag blijft of het Westen en Aziatische bondgenoten als Japan, Zuid-Korea, Vietnam en Singapore een geloofwaardige internationale houding kunnen optuigen die China tot zinnen brengt. Complicatie is ook dat landen als Vietnam, Zuid-Korea en Singapore er belang bij hebben om bedrijven te huisvesten die Hong Kong verlaten als de Chinese greep naar de macht daar de democratie om zeep helpt.