Kritiek op kunstwerk ‘Americana’ van Eric Bui dat politiegeweld zou aanmoedigen leidt tot verwijdering en roep tot inperking van kunst

Begin december 2020 werd het kunstwerk ‘Americana’ van Eric Bui verwijderd van de tijdelijke tentoonstelling ‘Holding the Moment’ op de luchthaven van het Californische San Jose. Aanleiding waren klachten van het publiek dat het geweld tegen de politie zou aanmoedigen. Het was een gezamenlijk project van stad en luchthaven. Het zou op 5 december in deze tentoonstelling worden afgewisseld met werk van andere kunstenaars.

Bui ontkent dat hij geweld tegen de politie wil aanmoedigen, maar zegt tegelijk dat iedereen een eigen interpretatie over zijn werk kan geven. Hij beweert dat zijn werk een reactie is op het buitensporig politiegeweld dat de VS treft. Zoals in mei 2020 tot uiting kwam in de moord op George Floyd door een politieagent.

Eric Bui’s reactie op de kritiek uit onder meer politiekringen is autonoom: ‘Het belangrijkste voor mij is om niet te reageren op de zorgen van mensen door ze weg te poetsen, maar eerder te luisteren naar waarom mijn kunstwerken en het onderwerp in het algemeen zo’n sterke reactie van hen oproepen’.

Deze controverse maakt duidelijk dat kunst er toe kan doen en geen franje of amusement hoeft te zijn. Kunst scherpt aan, kunst stelt ter discussie. Tegelijk lijkt het ook of (een deel van) het publiek weinig kan hebben en niet goed weet hoe het met kritische kunst die inhaakt op een actueel thema om dient te gaan.

Of het stadsbestuur van San Jose verstandig heeft gehandeld door dit kunstwerk van de tentoonstelling te verwijderen na kritiek van luchthavenmedewerkers, leden van een politievakbond en leden van het publiek en mee te gaan in de interpretatie dat ‘Americana’ geweld tegen de politie aanmoedigt valt te bezien.

Opvallend in de mediaberichten die deze kwestie berichten is de invalshoek die gekozen wordt. Die kan toch niet anders dan als onevenwichtig worden beoordeeld. De grote aandacht voor de kritiek uit politiekringen op het werk benadrukt de maatschappelijke macht die de politie in de VS inneemt. Een weerwoord uit de kunstsector, een universiteit of museum dat de vrijheid van expressie en de autonomie van kunst benadrukt ontbreekt. Hoewel Eric Bui zijn zaak goed bepleit laten de media hem geïsoleerd staan in zijn verdediging. Dat is veelzeggend en roept daarenboven de vraag op of Amerikaanse media zich onder druk laten zetten door de wetshandhavingsinstanties.

De klap op de vuurpijl van deze controverse is de rancuneuze en weinig succesvolle petitie op Change.org die dateert van na de verwijdering van het werk en als boter na de vis onder meer eist dat het proces voor het kiezen van kunst wordt gecontroleerd en aangepast om ervoor te zorgen dat ‘geen enkele toekomstige artistieke vertoning geweld of discriminatie bevordert of iemand in gevaar brengt’. Dat is een verregaande en onmogelijke eis. De petitionaris roept niet op tot een open debat met de kunstenaar of degenen die de tentoonstelling hebben ingericht, maar wil het debat erover eenzijdig verbieden en de verantwoordelijken bij stad en Culturele Zaken straffen.

De mentaliteit die uit deze petitie spreekt is angstaanjagend en plaatst kunst en allen die kunst een warm hart toedragen buiten de orde en ontneemt kunst de vrijheid van meningsuiting of expressie. Te weten het in de VS bijna onaantastbare Eerste Amendement van de Grondwet. Dat is een on-Amerikaanse wijze van denken die in bepaalde segmenten van de Amerikaanse samenleving steeds meer ingang vindt vanwege de rugwind van Trumps presidentschap. Deze kwestie is van belang als teken van de intolerantie en de poging tot knechting van de kunst.

Foto 1: Informatie over ‘Americana’ van Eric Bui door de City of San Jose voor de tentoonstelling ‘Holding the Moment’ op San Jose Airport.  Het werk zou tentoongesteld worden van 1 november tot 5 december 2020.

Foto 2: Schermafbeelding van deel petitieSan José: Government Should Not Encourage Violence Against Our Police’ van Jonathan Fleming op Change.org, vermoedelijk gepost op 8 of 9 december 2020.

Open brief van ‘Vele Amsterdammers uit de creatieve sector’ neemt Halsema in bescherming en gaat voorbij aan de feiten

Open brieven bestaan. Ze horen erbij als regendruppels in een stortbui of vallende bladeren in de herfst. Het zijn er te veel om te onderscheiden. Soms valt een open brief op door onnozelheid. Dan wordt het interessant. Zo’n brief komt van wat geframed wordt als ‘Amsterdammers uit de creatieve sector’. Het Parool plaatste de brief op 3 juni 2020 als opiniestuk. Ze nemen het op voor burgemeester Femke Halsema die onder verdenking staat slecht leiding te hebben gegeven op de voorbereiding van een anti-racisme demonstratie op de Dam.

De details ervan zijn nog niet in kaart gebracht, zodat een definitief oordeel opgeschort moet worden tot een debat erover in de Amsterdamse gemeenteraad. Halsema geeft weliswaar toe inschattingsfouten te hebben gemaakt, maar houdt tegelijkertijd vol dat er geen sprake is van operationele fouten. Maar dat kan niet allebei waar zijn. Halsema en korpschef Frank Paauw hebben een eigen verantwoordelijkheid. Er zijn fouten in de inschatting gemaakt. Door wie is nog niet helder. Maar het lijkt ook mis te zijn gegaan in de uitleg achteraf door Halsema. Ze beweert dat zij 1,5 dag dicht op de sociale media zat om te zien hoe de verwachtingen over de opkomst en de sfeer van het protest zich ontwikkelden. Die weergave van de feiten door Halsema lijkt echter in strijd met hoe het werkelijk is gegaan in die 1,5 dag. Politieagenten hebben gisteren naar buiten gebracht dat hun leiding niets met hun waarschuwing over de verwachte drukte deed. Het beeld dat blijft hangen is een slecht georganiseerd gemeenteapparaat waar onvoldoende of slecht leiding aan wordt gegeven.

De briefschrijvers gebruiken het doel van de demonstratie als rechtvaardiging voor de misslagen die door Halsema en gemeentelijke diensten zijn gemaakt in de voorbereiding op de demonstratie en de effectuering ter plekke van de corona-maatregelen. Het is een niet valide manier van argumenteren om twee losstaande feiten zo met en door elkaar te verbinden en een doelstelling met de uitvoering te verwarren. Want in de bestrijding van een pandemie met een zwaar belaste gezondheidszorg heiligt niet elk doel de middelen.

Het lijkt er in de kwestie van de demonstratie op de Dam op dat Halsema steken heeft laten vallen en dat de kritiek op haar eveneens faalt. De kwestie moet echter niet gepolitiseerd, maar gedepolitiseerd worden. Van welke politieke partij Halsema is en waar de demonstratie over ging zijn van ondergeschikt belang. Vraag is evenmin of Halsema geliefd of gehaat is. Dat is een te simpele tweeledigheid en een geval van individueel perspectief. De essentiële vraag die beantwoord dient te worden is of zij en de overheidsdiensten volgens de eigen normen en procedures hebben gehandeld in de aanloop naar en de begeleiding van de demonstratie en of burgemeester Halsema voldoende leiding heeft gegeven zoals van een burgemeester verwacht kan worden.

Zonder de feiten te kennen springen de briefschrijvers in de bres voor Halsema. Ze mogen spreken, maar spreken voor hun beurt. Vraag is of ze zich afgevraagd hebben of ze ermee de kunstsector dienen en namens wie ze spreken. Wie zo opvallend de publiciteit zoekt weet dat een groep als mening van een groter geheel geframed kan worden. Zo ontstaat het levensgrote risico dat het beeld bevestigd wordt dat de Amsterdamse kunstsector onnozel is. Ze buigen een motie van vertrouwen om in een motie van wantrouwen tegen de kunst.

Foto: Schermafbeelding van deel open briefCreatieve sector: ‘Beste mevrouw Halsema, dit is onze motie van vertrouwen’’ in Het Parool, 3 juni 2020.

Femke Halsema ligt onder vuur voor toelaten drukke anti-racisme demonstratie op Dam. De felle reacties op haar zijn opvallend

Wie wat zegt is goed voorspelbaar in de kwestie-Halsema. Duizenden demonstranten kwamen bijeen zonder de maatregelen in verband met het coronavirus afdoende te respecteren. De politie greep niet in.

Halsema’s tegenstanders vinden dat ze af moet meten treden vanwege de in hun ogen gebrekkige voorbereiding op en inschatting van de demonstratie op de Dam. Voorstanders relativeren het gebeurde en menen dat de toeloop niet kon worden ingeschat.

Het klopt dat burgemeester Halsema verantwoordelijk is. Een uitkomst kan zijn dat ze zonder direct schuld te hebben toch aftreedt vanwege die verantwoordelijkheid. Het Carington-beginsel. Dan moeten er wel kwalijke gevolgen, zoals een uitbraak van besmettingen uit volgen om dat genoeg zwaarte te geven.

Voor de inschatting van de inschatting is nader onderzoek nodig. Er is gefaald. Zoveel is duidelijk. Maar door wie precies is niet helder. Femke Halsema is als burgemeester verantwoordelijk, maar dat wil niet zeggen dat zij het was die het verkeerde besluit nam. Ook de politie, Halsema’s stafmedewerkers of anderen hebben het kunnen laten afweten.

Ik begrijp evenmin waarom de inschatting door stadsbestuur en politie blijkbaar niet kon voorzien wat er zou volgen. Halsema’s verklaring dat de laatste 1,5 dag ook sociale media werden gemonitord begrijp ik nog minder omdat juist daar enthousiasme en bereidheid om te komen was te herkennen.

Een mogelijkheid is dat burgemeester en politie zich te veel gebaseerd hebben op de informatie van de organisatoren. Maar dat zijn goedwillende amateurs en geen professionals op het gebied van orde en veiligheid (en volksgezondheid).

In de VS liepen talloze demonstraties nog veel dramatischer uit de hand dan in Amsterdam. De felle reacties van uiteenlopende partijen op Halsema is opvallend. Ze volgen eigenlijk niet direct uit dit incident.

Is er redelijkheid in de onredelijkheid om de politieagent die George Floyd doodde de doodstraf op te leggen?

In de zaak George Floyd in het Amerikaanse Minneapolis kan men zich afvragen of de politieagent die acht minuten lang zijn knie in de nek van de op de grond liggende Floyd drukte in aanmerking zou moeten komen voor de doodstraf. In Nederlandse oren klinkt die vraag bizar. Maar de aanleiding is ernstig. Floyd liet de agent weten dat hij niet meer kon ademen. Uiteindelijk stierf Floyd onder de knie van de agent. Dit gaat tegen de procedures in. Tot nu toe zijn de betreffende agent en drie agenten die hem vergezelden niet aangeklaagd. Zeer vermoedelijk houdt het gepolitiseerde ministerie van Justitie de agenten uit de wind. Dit betreft de VS waar de doodstraf een sanctie voor zo’n overtreding kan zijn. Dus volgens de logica van de Amerikaanse grondwet kan de betreffende agent de doodstraf opgelegd worden. Een broer van het slachtoffer en Floyds vriend Stephen Jackson hebben afgelopen dagen gepleit voor het opleggen van de doodstraf aan de agent.

Ik ben tegen de doodstraf ‘in normale omstandigheden’. Zoals een roofoverval met dodelijk afloop of een moord. Wat het niet normaal maakt is dat het een overheidsdienaar, te weten een politieagent betreft die is belast met het geweldsmonopolie. Hij opereert namens de overheid. Het geweld van politieagenten tegen burgers is een verzwarende factor omdat ze extra verantwoordelijkheid hebben. Daarbij komt dat het handelen van betreffende agenten ideologisch gemotiveerd lijkt. George Floyd wordt bewust ontmenselijkt en vernederd. Het rapport21st Century Policing’ (2015) van de regering Obama dat aanbevelingen bevat om de kloof tussen politie en agent te verkleinen is door de regering Trump in de la gelegd. De kloof is verbreed.

De zaak George Floyd staat niet op zichzelf. Er zijn in de VS talloze vergelijkbare gevallen die als institutioneel racisme kunnen worden gekenschetst. Alleen als het wordt gefilmd haalt zo’n zaak de publiciteit. De niet gefilmde gevallen van racistisch geweld tegen minderheden blijven buiten de publiciteit. Ook ‘betrapte’ agenten worden altijd van vervolging vrijgesteld. Zoals dat in Nederland na onderzoek ook gebeurde bij de zaak Mitch Henriquez in Den Haag. Agenten opereren soms onder hoogspanning en zijn zelf kwetsbaar voor geweld van burgers. Maar juist door het juridisch aanpakken van de ergste overtredingen van politiegeweld zou de kou uit de lucht gehaald kunnen worden om de spanning tussen politie en burger te verkleinen.

Het is lastig om te beredeneren welk doel de middelen heiligt. De doodstraf is onherroepelijk en een zwaar middel. In een ideale situatie is elke weldenkende burger tegen de doodstraf. De EU ervoor pleit ervoor om de doodstraf in alle gevallen en in alle omstandigheden af te schaffen. Aanvullend feit is dat de doodstraf in landen die het toepassen discriminerend wordt opgelegd aan voornamelijk leden van zwakkere groepen. Er pleit wat voor de redenering om dat (uitsluitend in landen waar de doodstraf al wordt opgelegd) om te keren en te richten op degenen die zwakkere groepen onderdrukken. Ideaal is het niet, maar binnen het geldende rechtsprekende systeem kan het als een correctie dienen. De Amerikaanse grondwet biedt de mogelijkheid.

Foto: Schermafbeelding van paragraaf ‘TITLE 18, U.S.C., SECTION 242; DEPRIVATION OF RIGHTS UNDER COLOR OF LAW’ van het Amerikaanse ministerie van Justitie (DoJ).

Klap in de maag van de Russische Federatie

Een video van politiegeweld in de Russische Federatie laat zien hoe de 26-jarige vrouw Daria Sosnovskaya door een lid van de oproerpolitie in de maag wordt gestompt tijdens een door de autoriteiten officieel toegestane demonstratie in Moskou. Ze had het opgenomen voor een andere demonstrant. Volgens een bericht op Guardian News heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken een onderzoek gelast nadat deze video op internet verspreid werd. De protesten begonnen zo’n maand geleden toen de oppositie deelname aan het politieke proces door de zittende macht verboden werd. De laatste weken zijn de protesten omvangrijker geworden en krijgen ze een politiek karakter. De zittende macht in het Kremlin is doodsbenauwd voor onrust en probeert dat met overmacht de kop in te drukken. Oppositionele politici worden geïsoleerd en opgesloten.

De Russische Federatie is een immense multinationale staat met veel taalgroepen, etnische en religieuze minderheden. Misschien is dat geen zwakte, maar ook geen sterkte, vooral omdat het pluralisme van bovenaf wordt onderdrukt. De natuurlijke uitlaatklep zit vast. De Russische ruimte heeft grote niet-Russische minderheden die misschien geen neiging hebben om zich af te scheiden, maar evenmin voor binding zorgen die de staat versterkt. Dat plaatst deze Federatie in een niemandsland tussen integratie en desintegratie.

Het is logisch om aan te nemen dat dit onstabiele evenwicht fundamenteel wordt verstoord bij een politiek belangrijke gebeurtenis in het centrum van de macht. Zoals de opvolging van Poetin, activisme van een groot deel van de bevolking in de grotere steden of de druk van het bedrijfsleven dat de nadelen van de huidige politiek te groot ziet worden. Dit laatste is analoog aan de situatie in de VS en het VK waar bedrijven en miljardairs tot nu toe voorzichtig – en kortzichtig – hebben gehandeld in hun oppositie tegen de centrale macht. Omdat ondernemers hun land economisch, politiek en mentaal zien wegglippen, zullen ze daar uiteindelijk uit eigenbelang een politieke positie in moeten innemen. Als die drie krachten elkaar versterken dan wordt het precair voor het Kremlin. Als de voorhoede van de burgers in de steden en het bedrijfsleven samen inhaken op een toekomstig machtsvacuüm in het Kremlin dan is een omwenteling geboren.

Wat leert de Amerikaanse politiek van de dood van Eric Garner?

Hoogleraar Mary Frances Berry legt glashelder uit dat de Amerikaanse politie weinig voortgang maakt. Daar helpen geen commissies of cameratoezicht aan die geen gerechtigheid brengen, maar eerder een afleiding vormen om niets te veranderen. Aanleiding zijn de incidenten met de politie waarbij Afro-Amerikanen om het leven komen. Zoals de zwarte Eric Garner die in New York illegaal sigaretten verkocht, door meerdere politie-agenten werd gevloerd en onder het tot negen maal uitroepen van ‘Ik krijg geen adem’ (I can’t breathe) zo stevig in de houdgreep werd genomen dat-ie stikte. Het werd door een medestander op camera vastgelegd.

Agent Daniel Pantaleo werd door een Grand Jury niet aangeklaagd. Dat leidde deze week tot protesten. Het niet aanklagen van Pantaleo versterkt het vermoeden dat de politie de hand boven het hoofd gehouden wordt. Het ongenoegen is breder dan een protest van de Afro-Amerikaanse gemeenschap alleen. Zoals Mary Frances Berry zegt is het een politiek probleem. Dat moet eindelijk eens aangepakt worden. Tevens zijn er afleidingen die beweren dat het niet om racisme gaat, maar dat Garner stierf omdat-ie te dik was. Of man was. Crazy.

Nelle Boer zoekt leugen en prikt met Nizar Moubarit media door

Nizar Mourabit blijkt een verzonnen identiteit van kunstenaar Nelle Boer. In een posting noemde ik hem naar aanleiding van een stuk in Het Parool op 15 september 2014 ‘Politicoloog, columnist, beeldend kunstenaar en schrijver’ zoals hij zich presenteerde. Politicoloog is gelogen. Boer is een professioneel kunstenaar opgeleid aan de ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en opiniemaker. De Correspondent gaat op de kwestie in.

De etniciteit van Mourabit is niet waarom het zou moeten gaan. Zijn opinie wel. Curieus genoeg relativeert nu Boer met zijn onthulling zijn opinies die verschrompelen tot middel. In een dubbele beweging bevestigt Boer het ‘Marokkanenprobleem’ door het te ontkennen. Met zijn kunstenaarschap gaat-ie er voor staan. Als de goochelaar die popelt om zijn truc uit te leggen of Hitchcocks MacGuffin. Volgens GroenLinks en publicist Frank Bovenkerk bestaat er geen ‘Marokkanenprobleem’ omdat deze etikettering individuen opsluit in de groep. Een juiste nuancering. ‘Alle Marokkanen zijn in de ogen van Nederlanders moslim, ontdekte Mourabit dus. Maar ook: geen Nederlander.’ zegt Boer in De Correspondent. Da’s een persoonlijke mening van Boer die nog maar eens goed aangetoond moet worden en op zijn minst een generalisatie genoemd kan worden.

Boer personifieert verder door in het YouTube-filmpje iedereen te bedanken ‘die in Nizar geloofde’. Hij toont vooral de vluchtigheid van de (sociale) media aan. Ook gevestigde media presenteren opinies of aannames steeds vaker als feit. Het aantonen van deze ondraaglijke oppervlakkigheid van de gevestigde media is de verdienste van Nelle Boer. Zijn presentatie als Nederlandse-Marokkaan is slechts een middel om dat aan te tonen. De Correspondent zegt het zo: ‘(..) de druk om snel en veel te publiceren gaat ten koste van de zorgvuldigheid en het natrekken van een verhaal. Mourabit werd nagenoeg overal zonder veel vragen aan een podium geholpen. Ook opvallend is het sneeuwbaleffect: iedere redactie viel daarbij terug op de autoriteit van degenen die hem eerder een platform gaven. Media volgen elkaar in die zin vaak blindelings.’ Boer bedankt.

11366-2a

Foto: Nelle Boer, ‘De Nederlandse vrijheid van meningsuiting‘, Stedelijk Museum Zwolle, 2014. Credits: Nelle Boer

Waar ligt de grens voor een Marokkaanse ambassadeur?

mar

Volgens de NOS klaagt de Marokkaanse ambassadeur in Nederland Abdelouahab Bellouki over de aanpak door de politie van wat in het bericht ‘Marokkanen’ of ‘Marokkaanse Nederlanders’ genoemd wordt. Niet duidelijk is om welke groep het hier gaat. Opmerkelijk is dat een ambassadeur zich uitspreekt over het politiegeweld van het land waar-ie gedetacheerd is. Het kan zijn dat betrokkenen die ‘Marokkanen’ of ‘Marokkaanse Nederlanders’ genoemd worden een het dubbele nationaliteit hebben. Zodat ze naast hun Marokkaanse nationaliteit ook de Nederlandse of een andere nationaliteit hebben. Dit geeft de ambassadeur recht van spreken. Onduidelijk is echter of de ambassadeur weet of de betrokkenen een dubbele nationaliteit hebben.

Want zoals de Marokkaanse wet zegt kan een in het buitenland wonende volwassen Marokkaan afstand doen van de Marokkaanse nationaliteit. Ook een minderjarige Marokkaan kan vrijwillige afstand doen van de Marokkaanse nationaliteit. Zodat de Marokkaanse ambassadeur nooit op voorhand en van een afstand kan weten welke uit Marokko afkomstige Marokkanen een Marokkaanse nationaliteit hebben. Dat ligt niet vast.

Politicoloog, columnist, beeldend kunstenaar en schrijver Nizar Mourabit betoogde gisteren in Het Parool dat ‘Mensen die Nederlander zijn moeten we niet langer Marokkaan noemen’. Ik was het daar in een reactie vanuit rechtsstatelijk standpunt mee eens: ‘Zoals altijd is het een uitruil van rechten en plichten. Om te komen waar u wilt komen, moeten Nederlandse-Marokkanen zichzelf niet langer Marokkaans noemen, of beschouwen. Dus moeten ze ook juichen voor Oranje of in elk geval niet met Marokkaanse vlaggen rondlopen. En moeten ze zich niet langer identificeren met de Marokkaanse samenleving. Of vol ressentiment afgeven op de Nederlandse samenleving. Als ze dat voor elkaar krijgen zie ik geen beletsel ze Nederlands te noemen.’ Nu ambassadeur Bellouki nog overtuigen dat hij zich niet met zijn voormalige landgenoten in Nederland bemoeit.

NB: Op 21 oktober maakte Nelle de Boer bekend dat Nizar Mourabit een verzinsel van hem was.

Foto: Schermafbeelding van wetsartikel 19 van de Marokkaanse overheid over het afstand doen van de Marokkaanse nationaliteit

Agent wordt niet vervolgd voor wissen filmpje Eindhoven. Waarom?

1393502_4962919610332_1402921728_n

Ingrid Lukken filmde omstreeks 01.30 uur in de nacht van 28 op 29 juli 2012 in Eindhoven met haar mobieltje de arrestatie van DJ Flexican ofwel Thomás Goethals Ligthart die met buitensporig geweld door de politie werd aangehouden. Samen liep ze met een gehandicapte man richting parkeergarage. De filmende Lukken werd op haar beurt met geweld tegen de grond gewerkt door de Eindhovense politie. Het optreden van de politie schoot velen in het verkeerde keelgatToenmalig kamerlid voor GroenLinks Tofik Dibi stelde er kamervragen over. Minister Ivo Opstelten antwoordde sussend dat ‘ter voorkoming van verdere escalatie van het incident hebben de aanwezige politiemensen, het aanwezige publiek op afstand gehouden.’ 

Hierbij stopt het niet, want agent Hafid Haddou wiste het filmpje. Van vermoedelijk 53 seconden, zoals uit onafhankelijk forensisch onderzoek blijkt. Dat deed Haddou na Lukken ‘direct‘ met zijn wapenstok te hebben geslagen en haar haar Samsung Galaxy uit handen te hebben geslagen, aldus Lukkens getuigenis. Op 3 juli 2012 verklaarde de Eindhovense politie dat uit een intern onderzoek gebleken was dat de agent daadwerkelijk een filmpje had gewist. Op grond van een ‘vermeende belediging’ van Haddou werd Lukken ( ze zou hem toegebeten hebben: ‘die sukkel heeft mij 3 keer op mijn borst geslagen‘)  op ruwe wijze aangehouden waarbij ze tegen de grond werd gewerkt. De tengere Lukken liep hierbij kneuzingen en blauwe plekken op. Ingrid Lukken heeft de details op haar Facebook-pagina gezet. Ze zoekt haar recht dat ze niet meent te krijgen.

Over wat er gebeurde verschillen de meningen van Haddou met getuigen en Lukken zelf. Haddou verklaart haar uit ‘een menigte getrokken’ te hebben. Maar Lukken en getuigen verklaren dat er helemaal geen menigte was waarin ze zich ophield of had kunnen verdwijnen. Wat Haddou als reden voor z’n optreden aanvoert.

Lukken liet het er niet bij zitten en deed op 7 augustus 2012 aangifte tegen Haddou van mishandeling alsmede verduistering van bewijsstukken. Dus het gewiste filmpje op haar mobieltje. Op 17 december 2012 werd de aangifte tegen Haddou door de Officier van Justitie geseponeerd. Tegen dit sepot diende Lukken een klaagschrift in. Uiteindelijk kwam de zaak in november 2013 bij het Hof in Den Bosch terecht. Maar ook daar werd ‘de aanklacht van mishandeling tegen de agent door het gerechtshof in Den Bosch van tafel geveegd‘, aldus The Post Online. Haddou wordt niet vervolgd van verduistering van bewijs. Gerechtigheid of doofpot?

Valt het wissen van het filmpje op het mobieltje van Lukken in dezelfde categorie als het ontwikkelen van het fotorolletje van Screbrenica of de stroomstoring van een getapt gesprek van staatssecretaris Teeven met VVD’er Jos van Rey? Dus het vermoeden van een doofpot. In elk geval is de verklaring van Hafid Haddou niet geloofwaardig dat-ie in een opwelling het filmpje op het mobieltje van Lukken verwijderde. Hoe kan het Hof Haddou vrijpleiten? De verklaring door Haddou van emotie, druk en een beroep op een lastige situatie verdraagt zich slecht met een opeenvolgende reeks van handelingen om bewijs te verduisteren. Het roept de vraag op of Haddou wel voldoende was opgeleid was en op z’n taak was berekend. Maar zelfs dan ontkent het Bossche Hof dat het filmpje kon dienen als bewijs voor de mishandeling van DJ Flexican. Hoogst merkwaardig.

il

Foto 1: Foto van agent Hafid Haddou op mobieltje van Ingrid Lukken, 29 juli 2012

Foto 2: Schermafbeelding van antwoorden op kamervragen van Tofik Dibi aan minister Opstelten over aanhouding DJ Flexican, 23 augustus 2012.

Zie voor verdere informatie: Facebook Ingrid Lukken en wis-agent.blogspot.

Turkse politie bestookt ‘Woman in Red’ met traangas. Tot symbool

2013-06-04T104600Z_556595215_LR2E9640TWDYC_RTRMADP_3_TURKEY-PROTESTS-WOMEN

Omgedoopt door de Engelstalige media en Turkse opposanten op zoek naar steun is er nu de ‘Woman in Red‘. De Turkse onlusten van de afgelopen week kennen een symbool. De rode jurk is de rode draad. Het rijmt met het overal opduikend rood en wit van de Turkse vlag. Een politieagent met masker spuit met traangas naar de onbeschermde vrouw. In de rug gedekt door kameraden aan de rand van de oorlogszone. Overheidsgeweld tegenover vreedzame betogers kan nauwelijks treffender afgebeeld worden. Alsof het in scene is gezet. Een cameraman maakt zich uit de voeten. Media op zoek naar een symbool hebben beet. Maar laat. Want de foto dateert al van een week geleden, van 28 mei. Duurt het een hele week om symbool te worden? Blijkbaar.

2013-06-04T104559Z_1133020441_LR2E9640TWCYA_RTRMADP_3_TURKEY-PROTESTS-WOMEN

Foto: Turkse vrouw in rode jurk wordt op 28 mei 2013 bij het Gezipark in Istanbul door een politieagent met traangas bestookt.