Dogma van omgekeerde vlag zit gematigd nationalisme in de weg

Omgekeerde Nederlandse vlag aan een wegwijzer. Foto ter illustratie. © Ricardo Smit‘. In: De Gelderlander, 13 juli 2022.

De actie van de radicale boeren om de Nederlandse vlag op de kop te hangen heeft als neveneffect dat het iedereen tot een mening brengt over de vlag en de relatie tot het nationalisme. Hoe moeten we ons ertoe verhouden? 

Laat ik mijn positie verduidelijken. Ik ben geen hardcore nationalist die tranen in de ogen krijgt bij het zien van het rood-wit-blauw. Dat had ik al niet in militaire dienst toen ik getuige moet zijn van het appèl met hijsende en strijkende vlaggen. 

Ik ben een Republikein die de koning en zijn naaste familie tolereert, maar een luchthartige tegenzin voel als de Oranjes de symboliek van de Nederlandse vlag naar zich toetrekken. Ze zijn in mijn ogen zetstukken die mijn waardering van het nationalisme en de viering ervan in de weg staan. En de symboliek van de vlag niet versterken, maar verzwakken door hun eigen ongeloofwaardigheid. 

Daarmee ben ik nog geen tegenstander van nationalisme en de symboliek die daarbij hoort. Ik ben voor een gematigde vorm van nationalisme. Voordeel is dat de tegenpool, het globalisme sinds zo’n vijf jaar aan geloofwaardigheid heeft ingeboet. Maar nadeel is dat die weggevallen tegendruk van het globalisme doorschiet in een vorm van nationalisme die valt te definiëren als zich terugtrekken achter de eigen grenzen. 

Gematigd nationalisme is een positie tussen het in beton gegoten, aan de 19de eeuw ontsproten idee van een natiestaat van radicaal-rechts. Dat is begrensd en onrechtvaardig door uitsluiting van allen die niet in dat idee passen. Het kosmopolitisme van liberale vrijgestelden, multiculturele denkers en radicaal-links dat nationalisme bij het oud vuil zet zie ik evenmin als zinvol om een land bij elkaar te houden. Om van de radicale islam dat geen grenzen erkent nog maar te zwijgen.

De EU is de context voor Nederland dat controle heeft over het eigen territorium. Want er is naar mijn idee geen alternatief dat beter is. Daar hoort weerbaarheid bij om weerstand te bieden aan krachten die de democratie willen ondermijnen en zelfs afschaffen. Bij weerbaarheid van de democratie hoort onlosmakelijk het overeind houden en zelfs promoten van de eigen waarden. Dat zijn universele waarden over vrijheden en rechten die in de grondwet staan omschreven en onder de nationale rechtsstaat gegarandeerd worden. 

© Brunopress. In: AD, 19 juli 2022.

De radicale boeren en de door hen in hun beweging getolereerde infiltranten met een anti-overheidsagenda met hun omgekeerde vlaggen hebben recht op hun mening. Het gebaar om de Nederlandse vlag op de kop hangen moet kunnen. Mits dat vrijwillig gebeurt en publiek bezit zoals portalen, wegwijzers en lantaarnpalen buiten schot blijven. Het oprekken van een noodsignaal uit de scheepvaart is potsierlijk. Boeren hebben het wellicht economisch en mentaal moeilijk, maar verkeren niet in levensnood. Maar toe-eigening van symboliek is vrij.

Ze gaan wel ver in hun acties die de openbare orde verstoren en de machteloosheid en het gebrek aan doelmatigheid van politie en veiligheidsdiensten blootleggen. Maar dat valt niet de radicale boeren te verwijten, maar de slecht georganiseerde overheidsdiensten. 

Het is in mijn ogen misleidend dat de radicale boeren om hun eigenbelang te verdedigen zoveel onwaarheden over voedselvoorziening, milieu-maatregelen en de positie van overheid en kabinet verkopen. Die onwaarheid heeft een aanzuigend effect op complotdenkers, sensatiezoekers en ruggengraatloze en bange dienaren in het openbaar bestuur. 

Maar vooral zijn de radicale boeren niet eerlijk over hun eigen positie. Want ze zijn niet zozeer slachtoffer van de Nederlandse overheid dat door nationale en supranationale wetten verplicht is om beleid uit te voeren, maar van het verdienmodel van de agro-industrie en de financiële instellingen in de landbouwsector die de boerensector uitzuigt en gevangen houdt en eenzijdig op het spoor van de mega-productie heeft gezet. 

Waarom kaarten de radicale boeren dat niet publiekelijk aan en blokkeren ze het hoofdkantoor van de Rabobank en de kantoren van de megabedrijven van de agro-industrie, zoals A-ware, De Heus en VanDrie? Durven de radicale boeren dat niet of  kunnen ze dat niet omdat hun protestacties door deze megabedrijven worden betaald die daarmee hun verdienmodel verdedigen? 

Ook aan de Hotel Vosbrug in Zevenhuizen hangen vlaggen op z’n kop‘. In: Hart van Holland Waddinxveen, 14 juli 2022.

Wat vind ik nou van de omgekeerde Nederlandse vlag als protest? Ik vind dat het gebaar zelf moet kunnen, maar dat de argumenten die de radicale boeren ervoor geven niet kloppen. Het omkeren mag, maar de onderbouwing ervoor is zwak en verkeerd gericht. 

Bijvangst is dat de protestactie van de radicale boeren het nationalisme en de symboliek van het koningshuis aantasten. Dat eerste vind ik de jammer omdat het het nationalisme politiseert en het ontstaan van een gematigde vorm ervan bemoeilijkt. Over dat laatste ben ik niet treurig.

Depotgebouw Boijmans van Beuningen is officieel geopend

Gisteren 4 november 2021 bezocht ik het depotgebouw van Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam dat vandaag officieel geopend wordt door koning Willem-Alexander. Er is de laatste dagen in de algemene media al veel over gesproken en van het fotogenieke interieur zijn op sociale media vele foto’s geplaatst. Ook gisteren liepen er professionele fotografen door het gebouw.

De teneur ook in de internationale pers is dat het prachtig is geworden. Daar sluit ik me bij aan. Ik heb genoten. De architectuur van beton, glas en staal imponeert zonder daar uitdrukkelijk op uit te zijn, zoals sommige Duitse musea dat wel zijn. De nutsfunctie van de opslag maakt terughoudend en maakt indruk door geen indruk te willen maken. Het is knap van architect Winy Maas en de opdrachtgever dat die verleiding is weerstaan. Dat past in de Hollandse traditie van soberheid en droogheid. Wellicht werd dat ook ingegeven door het programma van eisen dat weinig ruimte liet voor gekkigheid. De frivoliteit zit aan de buitenkant met de spiegelende vlekken. Dat levert filosofische verklaringen door de opdrachtgever op die dit gebouw helemaal niet nodig heeft.

Een openingsfeest is niet het gepaste moment om kritiek te hebben. Toch maak ik me zorgen als ik zo’n filmpje van de Rabobank zie. Hoofd Kunstzaken Rabobank Verily Klaassen zegt: ‘We zetten de deuren open. En dat doen we niet alleen. Dat doen we ook samen met kunstenaars, wetenschappers en allerlei andere innovatieve denkers. Voor ons is het belangrijk dat we die kunst en cultuur laten bijdragen aan allerlei transities die we ook bij de bank belangrijk vinden.’

Zo’n uitspraak hangt niet noodzakelijk met dit depotgebouw samen, maar verwoordt onbewust de oude klacht dat de kunst niet autonoom mag zijn en allerlei politieke, maatschappelijke, zakelijke en andersoortige belangen moet dienen. Vraag is of deze tendens door het depotgebouw versterkt wordt. Immers toch een herschikking van bestaande belangen.

Dat geeft in een notendop de valkuil van het depotgebouw aan. Waarbij niet eens het grootste risico is dat Boijmans daar direct intrapt, maar indirect huurders als de Rabobank het depotgebouw met hun marketing verdacht maken. Vraag is hoeveel invloed Boijmans heeft om dat beeld te bewaken en de meest schaamteloze pogingen van de gebruikers terug te dringen.

In Rotterdam zijn geen ‘freeport kings‘ als Yves Bouvier aan het werk die overal ter wereld freeports inrichten waarin kunst verdwijnt, uit het zicht van de publieke opinie. Vaak op het randje van de wet en vaak er in het verborgene een stuk overheen. De verdienste van het Rotterdamse depotgebouw is dat het deze tendens die sinds 2010 in de kunstsector is opgekomen beantwoordt met openbaarheid en debat. Weliswaar is dat in volume een bescheiden antwoord, maar symbolisch is het belangrijk omdat het een weg tekent naar de toekomst voor de museumsector.

Deze profylactische kwaliteit maakt het depotgebouw visionair. Het zoekt door het uitsteken van de eigen nek de uitdaging om te voorkomen dat de kunst- en museumsector volledig ondergeschikt wordt aan het grote geld of de politiek. Zoals gezegd is het risico dat Boijmans straks publicitair geen baas in eigen huis is en het concept verwatert door huurders als de Rabobank. Voor nu: directeur Sjarel Ex ontmoet door de aanval te zoeken het gedachtengoed van Jan Hoet. Niet door te boksen, wel door mee te buigen en harder te lopen dan de anderen.

Radicale boeren en radicale dierenactivisten claimen met oogkleppen op het eigen gelijk. Het is een heilloze handelwijze

Er zijn boeren en boeren. Een meerderheid van de Nederlandse boeren is gematigd, een minderheid is radicaal. Datzelfde geldt voor de dierenactivisten. Waar de gematigde boeren zijn verenigd in de LTO, zo zijn de democratische, gematigde activisten die opkomen voor dierenwelzijn onder meer verenigd in de PvdD.

Het is begrijpelijk dat de acties van de geradicaliseerde boeren reacties oproepen. Want de geradicaliseerde boeren gingen de afgelopen maanden meermalen over de schreef. Dat heeft bij delen van de Nederlandse bevolking kwaad bloed gezet. Daar kwamen bizarre, niet te verdedigen uitspraken over de Holocaust bovenop die niet goed te praten waren, maar toch binnen kringen van de FDF tegen beter weten in goedgepraat werden. Een meer tekenende manier op aan te tonen dat daar de redelijkheid zoek was is nauwelijks mogelijk.

Maar het is niet logisch dat nu de gematigde boeren bedreigd worden. Zij hebben zich welwillend, maar passief opgesteld bij de blokkades van snelwegen en het negeren van aanwijzingen van de politie. Vraag is hoe talrijk de radicale dierenactivisten zijn. Is het een splintergroep of een kleine minderheid van zo’n 10 of 20% van het totaal aantal dierenactivisten? Het is dezelfde vraag die over de radicale boeren wordt gesteld.

Zo bereikt de actie van de radicale dierenactivisten het omgekeerde van wat het beoogt. Terwijl de boeren verschillend reageren op het stikstofprobleem. Het gooit namelijk alle boeren op één hoop. Zodat ze partij voor elkaar kiezen. Zoals de acties van de radicale boeren de Nederlanders verenigden in hun afwijzing van de blokkades van wegen, vliegvelden en bedrijventerreinen. Boeren zijn zowel daders als slachtoffers van een milieubeleid dat door de agro-industrie, de banken, de landelijke politiek van CDA, VVD en PvdA en de landbouwlobby zelf in de steigers is gezet. Als onverantwoord en onhoudbaar krediet op de toekomst.

De conclusie is dat radicalisme van zowel de boeren van de FDF als het radicalisme van de dierenactivisten ongewenst is omdat het in strijd is met de democratische rechtsstaat. Deze dierenactivisten en boeren zijn twee kanten van dezelfde medaille. Beide radicale groeperingen die alleen op zichzelf gericht zijn en geen oog hebben voor de samenleving als geheel blijven met oogkleppen op vanuit het eigen gelijk op elkaar reageren.

De les is dat gematigde boeren en redelijke dierenactivisten niet zozeer afstand moeten nemen tot wat ze als vanouds als traditionele vijand zien, maar tot de geradicaliseerden in eigen kring. Er moet geprobeerd worden radicalen in eigen kring tot de orde te roepen. Niet in het minst om de cyclus van actie-reactie te doorbreken.

Foto’s: Schermafbeelding van deel artikelAgractie: Boeren in Nederland ernstig bedreigd met vernieling, sabotage en brandstichting’ op melkveebedrijf.nl met een brief van radicale dierenactivisten (met door de geadresseerde zwartgelakte passages).

Noodzaak dat radicale boeren worden gestopt. Met hun sekte van nep-onfeilbaarheid, nep-onoverwinnelijkheid en nep-argumenten

De radicale boeren radicaliseren verder en krijgen daarvoor tot nu toe publicitaire en politieke ruimte. Dat is merkwaardig. Een interview in het AD met één van de actieleiders van de radicale Farmers Defence Force (FDF) Jeroen van Maanen deed me denken aan een artikel over het aanpakken van politieke sekteleiders: ‘How to take down a cult leader’ op Raw Story. Boeren volgen het draaiboek van de sekte. Ze hebben afgelopen maand de schijn van onoverwinnelijkheid gekregen en gebruiken dat beeld. Ze verontschuldigen zich nooit. Ook niet voor de door velen veroordeelde uitspraak van FDF voorman Mark van den Oever over de vergelijking van boeren met de jodenvervolging door de nazi’s. Ze beschuldigen meedogenloos politiek, EU of supermarkten en houden de schijn op dat ze overal mee weg komen. Wat tot nu toe zo is. Alsof hun actie angst inboezemt of tot paniek leidt bij een berekenende premier, een machteloze landbouwminister en een afwachtende veiligheidsminister. De ruimte die de boeren krijgen is de enige verklaring voor hun publieksteun.

Maar hun schelmenstreken die geen schelmenstreken meer zijn, maar een uitdaging van het gezag zijn niet ongevaarlijk. Bovendien zet het andere beroepsgroepen ertoe aan om hetzelfde te doen. Het is de hoogste tijd dat de radicale boeren in het openbaar bloeden en hun vermeende onoverwinnelijkheid wordt ontmaskerd. Dat kan het beste door erop te wijzen dat die bluf het enige argument is dat ze hebben. Want meer hebben ze niet dan hun nep-onfeilbaarheid en nep-sterkte. De boeren hebben geen argumenten en feiten aan hun kant.

Als er geen directe opponenten opstaan om de radicale boeren in hun bluf de pas af te snijden dan rest er niets anders dan hun grootspraak te beantwoorden met actie. Zo zouden Nederlandse consumenten kunnen aankondigen dat als de radicale boeren niet stoppen met hun acties zoals het dreigen om distributiecentra te blokkeren ze voortaan kiezen voor producten van Nederlandse duurzame, biologische boeren en van buitenlandse boeren. Ook kunnen ze melden dat ze supermarkten er door een boycot toe aan zullen zetten om dit in de praktijk te brengen. Praktisch is dat goed realiseerbaar omdat de Nederlandse agro-industrie voornamelijk voor de export werkt. De FDF is overigens een instrument van die agro-industrie en dient als voorhoede om de financiële belangen ervan te verdedigen. De boeren die financieel afhankelijk zijn van de agro-industrie zijn tot een zichtbaar proxy-leger van een zich onzichtbaar houdende agro-industrie gemaakt.

Er zit niet anders op dat burgers met een boycot in actie komen als de geradicaliseerde boeren niet inbinden en menen de openbare ruimte te kunnen kapen en Nederland aanhoudend te kunnen gijzelen. Zolang de politiek en gevestigde media de bluf van de radicale boeren niet doorprikken, maar uit angst of onbenul mee blijven gaan in hun nep-argumenten en hun nep-mannetjesmakerij loert de anarchie. De grote ruimte die de radicale boeren van het kabinet Rutte III krijgen heeft ertoe geleid dat het beeld is ontstaan dat het recht van de brutaalste en meest meedogenloze geldt. Dat past niet in een rechtsstaat. Dat kan Nederland niet hebben. Radicale boeren moeten gestopt en terechtgewezen worden. Want hun gedrag leidt ook voor henzelf tot niks.

Foto’s: Schermafbeelding van delen artikel ‘Boze boeren: ‘Hoe meer wij onze zin krijgen, hoe minder de kans op heftige acties’’ van André Valkeman in het AD, 16 december 2019.

Boerenprotest moet kritiek niet richten op politiek of RIVM, maar op agro-industrie, Rabobank en het groene front van het CDA

Mijn reactie bij de videoThierry Baudet spreekt op boerenprotest in provinciehuis van Flevoland’ op het YouTube-kanaal Boerenbusiness:

De uitstoot en neerslag van stikstof per hectare is in Nederland ongeveer tweemaal zo hoog dan in Duitsland. Daarnaast is Duitsland een groter land met meer natuur en naar verhouding een kleinere agro-industrie. Kortom, de afstand en schaal zijn er anders. Het Duitse beleid is van toepassing op Duitsland omdat het op de Duitse situatie is gebaseerd. De Nederlandse situatie is anders en onvergelijkbaar met de Duitse.

Het is absoluut zo dat de landbouwsector goed bezig is en met investeringen die schadelijke stoffen afvangen al heel wat heeft bereikt. Dat verdient zeker lof. Maar het is ook zo dat de politiek, en dan vooral op initiatief van toenmalig staatssecretaris Henk Bleker, hoognodige maatregelen niet genomen heeft. Door dat uitblijven van structurele maatregelen is de landbouwsector het afgelopen decennium in een schijnwerkelijkheid terechtgekomen doordat de politiek het een valse, veel te positieve voorstelling van zaken heeft gegeven. Nu moet dat onder de dreiging van de rechter alsnog rechtgetrokken worden.

U behoort te weten dat de Nederlandse landbouwsector grotendeels produceert voor de buitenlandse markt. Na de VS is het kleine Nederland de tweede landbouwexporteur ter wereld. Die landbouwexport vertegenwoordigde in 2018 een bedrag van € 90,3 miljard. Dat is een groot belang waarbij de agro-industrie, die veel omvangrijker is dan de producerende boeren, veel te verliezen heeft. Vandaar ook dat de huidige protesten van de geradicaliseerde boeren in de achtergrond door de agro-industrie worden ondersteund. Want via de protesterende boeren die de kolen uit het vuur halen probeert de agro-industrie het eigen commercieel belang te verdedigen.

Begrijpelijk, maar ook een weerlegging van de claim dat het stikstofbeleid dat de Raad van State de samenleving afdwingt als het zegt dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet toepasbaar is uitsluitend bedoeld zou zijn om boeren dwars te zitten. Dat is niet zo. De landbouwsector zorgt op afstand voor de meeste uitstoot van stikstof. Dat is een feit. En omdat het PAS in strijd is met Europese natuurwetgeving legt de Raad van State de politiek op om een beleidswijziging door te voeren.

Zoals gezegd, een beleid dat al tien jaar geleden ingezet had moeten worden. Het PAS was een doodlopende weg die ook door velen als zodanig werd gezien. Dat het nu bij vele boeren voor bitterheid en wrok zorgt is begrijpelijk, maar deels ook kortzichtig. Want men kan niet onbeperkt het volume blijven vergroten in het kleine Nederland in de hoop dat men niet tegen grenzen aanloopt. Wat in mei 2019 met de uitspraak van de Raad van State is gebeurd, maar zich als jaren had aangekondigd dat dat ooit zou gebeuren omdat de rek eruit was.

De vraag is waarom heeft de Nederlandse agro-industrie daar niet beter op geanticipeerd door meer in te krimpen, te verduurzamen of te outsourcen. Het is tijd dat de Nederlandse boeren hun pijlen niet gaan richten op de Raad van State of de landelijke politiek die de aan hen opgelegde richtlijnen uitvoert, maar op de agro-industrie, de Rabobank en het groene front van het CDA die de boeren een doodlopende weg hebben opgeleid.

Foto: ‘Protesterende boeren halen bakzeil bij provinciehuis Noord-Brabant’. © Bart Meesters. In: BN De Stem, 26 oktober 2019. 

Bancaire pretenties doorgeprikt. De ‘game changer’ van ABN Amro is dat deze bank geen ‘game changer’, maar een spelvervuiler is

Er moet me iets van het hart. Ik heb een geweldige hekel aan banken. Daarmee bedoel ik de gevestigde Nederlandse banken: ING, ABN Amro en Rabobank bij wie ik klant ben. Gedwongen omdat de zogenaamde ethische banken als Triodos Bank of Handelsbanken een te smal scala aan financiële producten aanbieden.

Mijn kritiek richt zich op twee aspecten. De zelfverrijking, zelfoverschatting, zelfingenomenheid en grootspraak van bestuursvoorzitters als Hamers, Van Dijkhuizen of Draijer die zich ten onrechte profileren als ondernemers, terwijl ze werknemers zijn die geen bedrijfsrisico lopen en niet werken met eigen vermogen zoals echte ondernemers. De arrogantie en het verstoorde zelfbeeld van deze pseudo-ondernemers symboliseert de arrogantie van deze banken die zich ontastbaar achten, niet willen hervormen en blijven gokken met de Nederlandse economie. Verder stoort de valse toon van de banken die zich profileren met campagnes rond duurzaamheid. Dat is echter cosmetica en niet meer dan simpel door te prikken marketing. Aantoonbare flauwekul. Dat de banken deze marketing geloofwaardig achten toont opnieuw hun overmoed. Deze banken hebben in de kern geen groen hart, of het moet de liefde van hun bestuursvoorzitters voor de dollar zijn, de greenback. De echte game changer van ABN Amro is dat deze bank geen game changer is.

ING-witwasschandaal: Laat omdat we geen andere middelen hebben, maatschappelijke uitsluiting van bankiers onze reactie zijn

De vanwege een witwasschandaal en fraude opgeofferde financiële topman van ING Koos Timmermans geeft in dit interview met Bloomberg van een maand geleden aan waar het bij banken als ING om gaat: kwantiteit boven kwaliteit. Dat is de valkuil waar de door de markt en de aandeelhouders opgejaagde bank vanzelf invalt. Dat is de weeffout van ING. De structuur en het verdienmodel van de banksector deugen niet. Dat is het probleem. Er zijn goede banken, zoals ASN, Triodos Bank, Handelsbanken, maar die zijn te klein en schieten tekort voor een klant die een breed aanbod aan financiële producten en diensten zoekt. Het mislukken van de Apeldoornse De Financiële Coöperatie geeft aan hoe lastig de banksector voor kleine, onmachtige banken is.

Banken die van de overheid het financieel systeem mogen beheren zijn een probleem omdat we niet zonder ze kunnen, maar ook omdat we evenmin verder met ze willen. Ze hebben sinds de kredietcrisis van 2008 steeds meer weerstand opgeroepen door hun wereldvreemdheid, schandalen, arrogantie en zelfgerichtheid. Ethische banken zijn te klein, en systeembanken zijn niet ethisch. Daarbij komt dat grote financiële instellingen zich aan landgrenzen onttrekken en het initiatief van staten hebben overgenomen. De Nederlandse overheid is niet meer in staat om de burgers die er klant zijn tegen de banken te beschermen of het initiatief van de geldschepping weer terug te nemen. Zoals het in de sector met een teveel aan Angelsaksisch jargon heet, een lose/lose situatie. De winnende, maar gecorrumpeerde bank is uiteindelijk ook een (morele) verliezer.

Het begin van verandering is bewustwording bij het publiek over banken en het gedrag van bankiers. Laten we niet ophouden de slechte bankiers kritisch te benaderen en niet meegaan in hun powerplay, onzinverhalen en puberachtig gedrag. Deze bankiers zijn klojo’s, onvolwassen kinderen die hun verantwoordelijkheid niet nemen, onvoldoende maatschappelijk besef tonen, geen geweten hebben en verstrikt zijn geraakt in hun eigen wereld van de kwartaalcijfers en daar zonder veel zelfkennis razend en opgejaagd in rondtollen.

Deze bankiers verdienen onze hoon, spot en volle minachting. Laat omdat we geen andere middelen hebben, hun maatschappelijke uitsluiting onze reactie zijn. Ze zijn uitschot als de beulen van de Franse revolutie die de guillotine bedienden en door het volk met de nek werden aangekeken. Ze hebben zich ontastbaar gemaakt, maar dat betekent niet dat we hun gedrag aanvaarden. Zo’n type als ING-topman Ralph Hamers denkt boven de wet te staan en positioneert zich als ondernemer, terwijl hij gewoon een werknemer is die evenals de loketbediende in dienst van het bedrijf is. Hij loopt geen ondernemersrisico, maar probeert samen met de commissarissen uit het zelfde old boys network zoveel mogelijk poen binnen te harken. Types als Hamers gijzelen de bank en de samenleving. Laten we daarom elke dag opnieuw zijn geloofwaardigheid en autoriteit ter discussie stellen totdat hij of zijn opvolgers eindelijk maatschappelijk aanvaardbaar gedrag gaan vertonen.

Wat in de kwestie van de illegale witwaspraktijken van de ING Group die tussen 2010 en 2016 speelde nog tamelijk onderbelicht blijft is waarom de regeringscommissarissen Lodewijk de Waal (tot 2013), Peter Elverding (2014) en Tineke Bahlmann (tot 2014) die door het kabinet naar ING werden gestuurd niet aan de bel hebben getrokken. Zaten ze in verkeerde commissies of hebben ze jaren zelfgenoegzaam zitten slapen?

Publiciteit rond tentoonstelling ‘Buitengewoon Stijlvol’ roept vraag op waar ‘doen aan kunst’ door amateurs toe leidt

De tentoonstelling ‘Buitengewoon Stijlvol’ in Amersfoort roept de vraag op wat het verschil is tussen een amateur- en een beroepskunstenaar. Het is een initiatief van stichting Special Arts Nederland dat bevordert ‘dat alle mensen met een handicap aan kunst kunnen doen en dat ze hun talenten daarvoor kunnen ontwikkelen.’ Een mooi streven dat speelt op het vlak van creativiteit, zelfontplooiing en therapie. Maar leidt dat ‘aan kunst doen’ tot ‘kunst’? Kan iedereen die ‘aan kunst doet’ kunstenaar genoemd worden zoals de Amersfoortse wethouder Bertien Houwing (D66) doet? Of is daar meer voor nodig en moet het verschil tussen amateur- en professionele kunst beter uit elkaar gehouden worden? Niet om een rangorde aan te brengen, maar om aan te geven dat deze twee soorten ‘kunst’ verschillend zijn en weinig gemeenschappelijk hebben.

Rabobank toont zich onnozel in filmpje over waarden. Grond in Roemenië?

Een bank die volgens de regels werkt, integer en zorgvuldig is, dat is weer eens iets anders. Iets compleet anders. Is Rabobank de uitzondering op de regel of is het borstkloppende beeldvorming en niet meer dan marketing? Nee, de Rabobank is niet de uitzondering. De Correspondent geeft het antwoord met gedegen onderzoeksjournalistiek in het artikel Hoe gestolen landbouwgrond in handen van Rabobank terechtkwam’.

Het gaat over landjepik in Roemenië met medewerking van Rabo-dochter Rabo Farm dat daar gestolen grond kocht. Hoe zorgvuldig, integer en volgens de regels is dat? Ach, de wereld zit onoverzichtelijker in elkaar dan het lijkt. Daar helpen geen goede bedoelingen aan in een lelijke wereld. Rabobank kan kritiek voor zijn door te stoppen met het maken van dit soort onnozele filmpjes omdat ze te ver afstaan van de harde realiteit. Die altijd wel ergens terugslaat. Zo’n filmpje maakt Rabobank niet geloofwaardig, maar leugenachtig en naïef.

George van Houts is kritisch op Het Financieele Dagblad. Over geldschepping

Theatermaker, politiek activist en initiatiefnemer van het burgerinitiatief Ons Geld George van Houts wil een publiek debat over de geldschepping door banken. Hij vraagt zich af of dit nog wel bij deze tijd past. Waarom zou de overheid of een door de overheid de geldschapping niet coördineren? In een hoorzitting op 14 oktober in de Tweede Kamer was hij een van de insprekers. Waarom wordt geldschepping uitbesteed aan commerciële banken die ook nog eens het verwijt treft dat ze door hun hoogmoedigheid en risicovol gedrag de economie in gevaar brengen en sinds de kredietcrisis van 2007 hun gedrag niet fundamenteel hebben veranderd?

George van Houts is kritisch op de opstelling van gevestigde kranten zoals NRC en Het Parool, maar richt zijn pijlen vooral op het Het Financieele Dagblad (FD) dat gericht is op economie en bedrijfsleven. De winst van FD Mediagroep dat zichzelf afficheert als ‘Partner van ondernemend Nederland’ waarvan het FD onderdeel is bedroeg in 2014 64 miljoen euro. Eigenaar is HAL Investments met 98,25% van de aandelen. Een Nederlandse investeringsmaatschappij van de Rotterdamse familie Van der Vorm. Van Houts meent dat gevestigde media de belangen van de banken dienen en daarom een open debat over de geldschepping uit de weg gaan of zelfs torpederen. Een logische conclusie voor wie ziet hoe eigenaren van deze media zijn verbonden met banken.