Radicale boeren en radicale dierenactivisten claimen met oogkleppen op het eigen gelijk. Het is een heilloze handelwijze

Er zijn boeren en boeren. Een meerderheid van de Nederlandse boeren is gematigd, een minderheid is radicaal. Datzelfde geldt voor de dierenactivisten. Waar de gematigde boeren zijn verenigd in de LTO, zo zijn de democratische, gematigde activisten die opkomen voor dierenwelzijn onder meer verenigd in de PvdD.

Het is begrijpelijk dat de acties van de geradicaliseerde boeren reacties oproepen. Want de geradicaliseerde boeren gingen de afgelopen maanden meermalen over de schreef. Dat heeft bij delen van de Nederlandse bevolking kwaad bloed gezet. Daar kwamen bizarre, niet te verdedigen uitspraken over de Holocaust bovenop die niet goed te praten waren, maar toch binnen kringen van de FDF tegen beter weten in goedgepraat werden. Een meer tekenende manier op aan te tonen dat daar de redelijkheid zoek was is nauwelijks mogelijk.

Maar het is niet logisch dat nu de gematigde boeren bedreigd worden. Zij hebben zich welwillend, maar passief opgesteld bij de blokkades van snelwegen en het negeren van aanwijzingen van de politie. Vraag is hoe talrijk de radicale dierenactivisten zijn. Is het een splintergroep of een kleine minderheid van zo’n 10 of 20% van het totaal aantal dierenactivisten? Het is dezelfde vraag die over de radicale boeren wordt gesteld.

Zo bereikt de actie van de radicale dierenactivisten het omgekeerde van wat het beoogt. Terwijl de boeren verschillend reageren op het stikstofprobleem. Het gooit namelijk alle boeren op één hoop. Zodat ze partij voor elkaar kiezen. Zoals de acties van de radicale boeren de Nederlanders verenigden in hun afwijzing van de blokkades van wegen, vliegvelden en bedrijventerreinen. Boeren zijn zowel daders als slachtoffers van een milieubeleid dat door de agro-industrie, de banken, de landelijke politiek van CDA, VVD en PvdA en de landbouwlobby zelf in de steigers is gezet. Als onverantwoord en onhoudbaar krediet op de toekomst.

De conclusie is dat radicalisme van zowel de boeren van de FDF als het radicalisme van de dierenactivisten ongewenst is omdat het in strijd is met de democratische rechtsstaat. Deze dierenactivisten en boeren zijn twee kanten van dezelfde medaille. Beide radicale groeperingen die alleen op zichzelf gericht zijn en geen oog hebben voor de samenleving als geheel blijven met oogkleppen op vanuit het eigen gelijk op elkaar reageren.

De les is dat gematigde boeren en redelijke dierenactivisten niet zozeer afstand moeten nemen tot wat ze als vanouds als traditionele vijand zien, maar tot de geradicaliseerden in eigen kring. Er moet geprobeerd worden radicalen in eigen kring tot de orde te roepen. Niet in het minst om de cyclus van actie-reactie te doorbreken.

Foto’s: Schermafbeelding van deel artikelAgractie: Boeren in Nederland ernstig bedreigd met vernieling, sabotage en brandstichting’ op melkveebedrijf.nl met een brief van radicale dierenactivisten (met door de geadresseerde zwartgelakte passages).

Noodzaak dat radicale boeren worden gestopt. Met hun sekte van nep-onfeilbaarheid, nep-onoverwinnelijkheid en nep-argumenten

De radicale boeren radicaliseren verder en krijgen daarvoor tot nu toe publicitaire en politieke ruimte. Dat is merkwaardig. Een interview in het AD met één van de actieleiders van de radicale Farmers Defence Force (FDF) Jeroen van Maanen deed me denken aan een artikel over het aanpakken van politieke sekteleiders: ‘How to take down a cult leader’ op Raw Story. Boeren volgen het draaiboek van de sekte. Ze hebben afgelopen maand de schijn van onoverwinnelijkheid gekregen en gebruiken dat beeld. Ze verontschuldigen zich nooit. Ook niet voor de door velen veroordeelde uitspraak van FDF voorman Mark van den Oever over de vergelijking van boeren met de jodenvervolging door de nazi’s. Ze beschuldigen meedogenloos politiek, EU of supermarkten en houden de schijn op dat ze overal mee weg komen. Wat tot nu toe zo is. Alsof hun actie angst inboezemt of tot paniek leidt bij een berekenende premier, een machteloze landbouwminister en een afwachtende veiligheidsminister. De ruimte die de boeren krijgen is de enige verklaring voor hun publieksteun.

Maar hun schelmenstreken die geen schelmenstreken meer zijn, maar een uitdaging van het gezag zijn niet ongevaarlijk. Bovendien zet het andere beroepsgroepen ertoe aan om hetzelfde te doen. Het is de hoogste tijd dat de radicale boeren in het openbaar bloeden en hun vermeende onoverwinnelijkheid wordt ontmaskerd. Dat kan het beste door erop te wijzen dat die bluf het enige argument is dat ze hebben. Want meer hebben ze niet dan hun nep-onfeilbaarheid en nep-sterkte. De boeren hebben geen argumenten en feiten aan hun kant.

Als er geen directe opponenten opstaan om de radicale boeren in hun bluf de pas af te snijden dan rest er niets anders dan hun grootspraak te beantwoorden met actie. Zo zouden Nederlandse consumenten kunnen aankondigen dat als de radicale boeren niet stoppen met hun acties zoals het dreigen om distributiecentra te blokkeren ze voortaan kiezen voor producten van Nederlandse duurzame, biologische boeren en van buitenlandse boeren. Ook kunnen ze melden dat ze supermarkten er door een boycot toe aan zullen zetten om dit in de praktijk te brengen. Praktisch is dat goed realiseerbaar omdat de Nederlandse agro-industrie voornamelijk voor de export werkt. De FDF is overigens een instrument van die agro-industrie en dient als voorhoede om de financiële belangen ervan te verdedigen. De boeren die financieel afhankelijk zijn van de agro-industrie zijn tot een zichtbaar proxy-leger van een zich onzichtbaar houdende agro-industrie gemaakt.

Er zit niet anders op dat burgers met een boycot in actie komen als de geradicaliseerde boeren niet inbinden en menen de openbare ruimte te kunnen kapen en Nederland aanhoudend te kunnen gijzelen. Zolang de politiek en gevestigde media de bluf van de radicale boeren niet doorprikken, maar uit angst of onbenul mee blijven gaan in hun nep-argumenten en hun nep-mannetjesmakerij loert de anarchie. De grote ruimte die de radicale boeren van het kabinet Rutte III krijgen heeft ertoe geleid dat het beeld is ontstaan dat het recht van de brutaalste en meest meedogenloze geldt. Dat past niet in een rechtsstaat. Dat kan Nederland niet hebben. Radicale boeren moeten gestopt en terechtgewezen worden. Want hun gedrag leidt ook voor henzelf tot niks.

Foto’s: Schermafbeelding van delen artikel ‘Boze boeren: ‘Hoe meer wij onze zin krijgen, hoe minder de kans op heftige acties’’ van André Valkeman in het AD, 16 december 2019.

Boerenprotest moet kritiek niet richten op politiek of RIVM, maar op agro-industrie, Rabobank en het groene front van het CDA

Mijn reactie bij de videoThierry Baudet spreekt op boerenprotest in provinciehuis van Flevoland’ op het YouTube-kanaal Boerenbusiness:

De uitstoot en neerslag van stikstof per hectare is in Nederland ongeveer tweemaal zo hoog dan in Duitsland. Daarnaast is Duitsland een groter land met meer natuur en naar verhouding een kleinere agro-industrie. Kortom, de afstand en schaal zijn er anders. Het Duitse beleid is van toepassing op Duitsland omdat het op de Duitse situatie is gebaseerd. De Nederlandse situatie is anders en onvergelijkbaar met de Duitse.

Het is absoluut zo dat de landbouwsector goed bezig is en met investeringen die schadelijke stoffen afvangen al heel wat heeft bereikt. Dat verdient zeker lof. Maar het is ook zo dat de politiek, en dan vooral op initiatief van toenmalig staatssecretaris Henk Bleker, hoognodige maatregelen niet genomen heeft. Door dat uitblijven van structurele maatregelen is de landbouwsector het afgelopen decennium in een schijnwerkelijkheid terechtgekomen doordat de politiek het een valse, veel te positieve voorstelling van zaken heeft gegeven. Nu moet dat onder de dreiging van de rechter alsnog rechtgetrokken worden.

U behoort te weten dat de Nederlandse landbouwsector grotendeels produceert voor de buitenlandse markt. Na de VS is het kleine Nederland de tweede landbouwexporteur ter wereld. Die landbouwexport vertegenwoordigde in 2018 een bedrag van € 90,3 miljard. Dat is een groot belang waarbij de agro-industrie, die veel omvangrijker is dan de producerende boeren, veel te verliezen heeft. Vandaar ook dat de huidige protesten van de geradicaliseerde boeren in de achtergrond door de agro-industrie worden ondersteund. Want via de protesterende boeren die de kolen uit het vuur halen probeert de agro-industrie het eigen commercieel belang te verdedigen.

Begrijpelijk, maar ook een weerlegging van de claim dat het stikstofbeleid dat de Raad van State de samenleving afdwingt als het zegt dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet toepasbaar is uitsluitend bedoeld zou zijn om boeren dwars te zitten. Dat is niet zo. De landbouwsector zorgt op afstand voor de meeste uitstoot van stikstof. Dat is een feit. En omdat het PAS in strijd is met Europese natuurwetgeving legt de Raad van State de politiek op om een beleidswijziging door te voeren.

Zoals gezegd, een beleid dat al tien jaar geleden ingezet had moeten worden. Het PAS was een doodlopende weg die ook door velen als zodanig werd gezien. Dat het nu bij vele boeren voor bitterheid en wrok zorgt is begrijpelijk, maar deels ook kortzichtig. Want men kan niet onbeperkt het volume blijven vergroten in het kleine Nederland in de hoop dat men niet tegen grenzen aanloopt. Wat in mei 2019 met de uitspraak van de Raad van State is gebeurd, maar zich als jaren had aangekondigd dat dat ooit zou gebeuren omdat de rek eruit was.

De vraag is waarom heeft de Nederlandse agro-industrie daar niet beter op geanticipeerd door meer in te krimpen, te verduurzamen of te outsourcen. Het is tijd dat de Nederlandse boeren hun pijlen niet gaan richten op de Raad van State of de landelijke politiek die de aan hen opgelegde richtlijnen uitvoert, maar op de agro-industrie, de Rabobank en het groene front van het CDA die de boeren een doodlopende weg hebben opgeleid.

Foto: ‘Protesterende boeren halen bakzeil bij provinciehuis Noord-Brabant’. © Bart Meesters. In: BN De Stem, 26 oktober 2019. 

Baudet werpt zich op als supporter van radicale boeren. Hoe geloofwaardig is dat?

Het bericht bij deze video van het YouTube-kanaal Boerenbusiness geeft de volgende tekst: ‘De provincie Flevoland wil het provinciale stikstofbeleid niet intrekken. Honderden Flevolandse boeren wilden daarom niet vertrekken uit het provinciehuis. Zij werden gesteund door Thierry Baudet, de fractievoorzitter van Forum van Democratie.’ Hoe geloofwaardig is dat, die ‘mesalliance’ tussen radicale protesterende boeren en FVD? Baudet zal waarschijnlijk denken dat het feit dat de NSB in de jaren ’30 in Drenthe veel steun van kleine boeren kreeg voor herhaling vatbaar is en de boeren hem electoraal kunnen helpen. Daarmee probeert Baudet zich ‘het groene front’ in te wurmen dat wordt gedomineerd door CDA, VVD, CU en SGP. Mijn reactie bij deze video:

Geloven de boeren nou zelf dat de Leids-Amsterdamse Baudet werkelijk iets geeft om de boeren? Nee, daar zijn ze te realistisch voor. Baudet is geen Hendrik Koekoek die zich als landbouwer en politicus vanuit zijn hart liet inspireren door het boerenbelang. Dat Baudet als leider van een politieke partij als franje dient bij de bezetting van het Flevolandse provinciehuis geeft aan hoever zijn democratische gezindheid en politiek gewicht reiken. Het Randstedelijk opportunisme druipt ervan af. Maar de boeren zullen lachend in hun vuistje denken, zolang we die bekakte Baudet voor onze boerenkar kunnen spannen, maken we gebruik van hem. Krom is het wel, dat gekunsteld samengaan. Ook interessant, want wie denkt nou eigenlijk wie te gebruiken?