Is rechtszaak over standbeeld Peerke Donders een gemiste kans om de katholieke kerk als criminele organisatie aan te klagen?

Schermafbeelding van deel artikelBeeld van Peerke Donders hoort niet in een park maar in een museum‘ van Agnes van der Straaten op Omroep Brabant, 12 april 2023.

Het bericht van Omroep Brabant gaat over een beeld van missionaris Peerke Donders dat sinds 1923 in het Tilburgse Wilhelminapark staat. Iedereen die wel eens Museum De Pont, het Textielmuseum of kunstinitiatief Park bezoekt komt er langsgelopen. De gemeente heeft er een bordje met uitleg bijgeplaatst.

Als de Rooms-Katholieke kerk een criminele organisatie is, wegens samenzwering over kindermisbruik en het faciliteren van pedofilie, dan moet propaganda ervan in de publieke ruimte ontmoedigd worden. Een standbeeld kan als propaganda opgevat worden. 

In Nederland weigert Jusititie om de katholieke kerk, of delen ervan, als criminele organisatie te vervolgen. Daar is niet iedereen het mee eens. Principieel lijkt zo’n verbod niet onmogelijk, maar het vraagt een goede, overtuigende bewijsvoering. Daar ontbreekt het tot nu toe aan.

Kenneth Cuvalay en Petra Ploeg zijn bij de bestuursrechter een zaak begonnen met als doel om de gemeente Tilburg het beeld uit de openbare ruimte te laten verwijderen. Ze vinden dat het beeld naar ‘een museum‘ moet. Welk museum is onduidelijk. Museum Krona in Uden ligt voor de hand, maar dan verdwijnt het beeld uit het Tilburgse historische geheugen.

De twee critici kiezen een specifieke invalshoek. Ze hebben er problemen mee hoe Donders is afgebeeld. Ze verbinden het beeld met kolonialisme, racisme en stereotypering van bevolkingsgroepen. Peerke Donders wordt neerbuigendheid verweten jegens degenen die hij wilde bekeren. Vaak Surinaamse slaven.

Kenneth Cuvalay brengt als argument naar voren dat het beeld van Peerke Donders ‘niet de waarheid over de geschiedenis vertelt’. Dat is een merkwaardig criterium om standbeelden aan af te meten. Waar staat geschreven dat standbeelden ‘de waarheid‘ over de geschiedenis moeten vertellen? Een waarheid die niet in beton is gegoten en voortdurend in beweging is.

Het is jammer dat Kenneth Cuvalay en Petra Ploeg de invalshoek van het racisme en kolonialisme kiezen. Dat past weliswaar in de hedendaagse kritiek op het kolonialisme en het prevaleren in het publieke debat van identiteitspolitiek over het onrecht dat doelgroepen is aangedaan, maar het gaat voorbij aan de vraag in welk systeem Peerke Donders opereerde. Het was de organisatie van de katholieke kerk die hem legitimatie gaf.

De lat ligt hoog om aan te tonen dat de katholieke kerk, of een deel ervan, een criminele organisatie is. Zo’n principiële zaak is juridisch echter interessanter en verstrekkender dan een zaak van beeldvorming, projectie en emotie over een standbeeld van Peerke Donders.

Het schot voor de boeg van Kenneth Cuvalay en Petra Ploeg roept de vraag op wie de katholieke kerk als organisatie gaat aanpakken. Tot nu toe zijn het in Nederland uitsluitend individuen die persoonlijk onder de katholieke kerk hebben geleden die om zo’n verbod vragen. Waarom is er in Nederland geen interesse bij juristen en mensenrechtenadvocaten om een verbod van de katholieke kerk te vragen? Of delen ervan. Zelfs de poging ertoe ontbreekt.

Verrassing van een koninklijk lintje

Koningsdag nadert, dus het is weer tijd voor de lintjesregen. Namens het staatshoofd krijgen burgers door de burgemeester van de gemeente waarin ze wonen een lintje uitgereikt. Omroep Brabant legt in een informatief filmpje uit wat voor een complex proces het is.

Maar er ontbreekt een essentieel aspect. Namelijk wil de genomineerde het lintje wel ontvangen? Dat is nog helemaal niet zo vanzelfsprekend. Een overwegend bezwaar kan zijn op geen enkele wijze geassocieerd te willen worden met het Nederlandse koningshuis. Om onaangename verrassingen te voorkomen zal daarom op enig moment de kandidaat gevraagd moeten worden wel een koninklijk lintje te willen ontvangen. Een weigering op het opperste moment zorgt voor een hoop gedoe,

Op de dag van de lintjesregen moet degene die het opgespeld krijgt dus nog een extra kwaliteit bezitten. Namelijk acteertalent. De betrokkene moet acteren van niks te weten en net doen alsof het een volslagen verrassing is. Het ontvangen van een koninklijk lintje is gespeelde verrassing van een gegeven koninklijk paard dat niet in de bek mag worden gekeken.

Tilburgse burgemeester krijgt kritiek. Hij liet feest van voetbalfans toe terwijl hij wist dat coronaregels overtreden zouden worden

Burgemeester Theo Weterings (VVD) van Tilburg is ook voorzitter van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Hij gaf een vergunning af om voetbalfans van de lokale voetbalclub Willem II op een plein naar een wedstrijd van hun club tegen Rangers FC. Waarvoor de Tilburgse supporters juichen is een raadsel, want hun club verloor met 0-4. Het was voorspeld dat er gedanst en gezongen zou worden en de 1,5-meter afstand niet bewaard zou worden. De coronaregels werden dus niet alleen grof overtreden, maar voorspeld was dat dat zou gebeuren. Toch gaf Weterings de vergunning af. Het argument dat hij achteraf hanteert is dat het een bewuste keuze was. Hiermee schetst hij een beeld dat hij de boel onder controle had, terwijl uit de gebeurtenissen blijkt dat het tegendeel het geval was. Het is een terugkerende wetmatigheid. Het openbaar bestuur is bang voor de harde kern van professionele voetbalclubs en durft daar niet tegen op te treden.

De conclusie over burgemeester Weterings is duidelijk, hij heeft de verkeerde inschatting gemaakt. Weterings zegt volgens een bericht van Omroep Brabant dat het nog te vroeg is om ‘nu al’ conclusies te trekken.

Pleidooi voor specifieke steun aan ondernemingen en instellingen vanwege de coronacrisis. Generieke steun is ongewenst en dom

De coronacrisis biedt kansen om op te schonen. Dit is het moment om kwaliteit boven kwantiteit te stellen. Daarom moeten er geen generieke steunmaatregelen komen om horeca-ondernemingen, musea, toeristische ondernemingen, kapsalons, nagelstudio’s, cupcakewinkels en bedrijven in het algemeen te ondersteunen.

Zo zegt de Museumvereniging in een als waarschuwing en mobilisatie bedoeld bericht dat een kwart van de musea nog in 2020 dreigt te moeten sluiten vanwege de gevolgen van de coronacrisis. Vraag is hoe erg dat is en welke musea het betreft. Generieke steunmaatregelen voor de museumsector zijn politiek het makkelijkst te realiseren en liggen het minst gevoelig, maar het valt te bezien of de museumsector dat nodig heeft. De ambitie dient hoger te zijn dan dat. Gerichte steun aan specifieke musea verdient de aanbeveling. Want wat is er op tegen om 20% van de musea te sluiten, maar de kwaliteit van de museumsector als geheel te verhogen?

Dat geldt eveneens voor de horeca die het afgelopen decennium een wildgroei kende. Dat nieuwe normaal van ongebreidelde groei is bij nader inzien niet normaal, maar een valkuil voor de betreffende sector. Nu is het moment om dat te corrigeren. Zo waarschuwde de Koninklijke Horeca Midden-Nederland in januari 2020 voor de explosieve toename van horeca-ondernemingen in Utrecht: ‘Onze leden geven aan dat er voldoende horeca in Utrecht is. Al die horeca leidt niet perse tot sterkere, maar juist tot zwakkere binnensteden. De totale omzet van een stad moet immers door méér horecaondernemers worden verdeeld’. Dat geldt ook voor het toerisme, de nagelstudio’s, de kappers en al die onderneminkjes die het afgelopen decennium explosief zijn gegroeid zonder dat daar echt behoefte aan was en hun bestaan noodzakelijk is. Laat die onderneminkjes omvallen.

Bij de afweging om voor steunmaatregelen van de overheid in aanmerking te komen moet het voortbestaan niet leidend zijn maar de kwaliteit van het betreffende bedrijf of instelling in combinatie met de sterkte en de structuur van betreffende sector waarbinnen dat bedrijf of instelling opereert. Het vergt politieke moed op landelijk, regionaal en stedelijk niveau om extra voorwaarden van kwaliteit aan steun te stellen. Vermoedelijk ontbreekt die politieke moed. Laten we in elk geval beseffen dat het anders kan en zou moeten. Het bestaan van ondernemingen en instellingen is geen vanzelfsprekendheid en het geven van generieke steun is verkeerd in deze crisis die ten minste nog iets goeds biedt. Namelijk de kans om het kaf van het koren te scheiden.

Noodzaak dat radicale boeren worden gestopt. Met hun sekte van nep-onfeilbaarheid, nep-onoverwinnelijkheid en nep-argumenten

De radicale boeren radicaliseren verder en krijgen daarvoor tot nu toe publicitaire en politieke ruimte. Dat is merkwaardig. Een interview in het AD met één van de actieleiders van de radicale Farmers Defence Force (FDF) Jeroen van Maanen deed me denken aan een artikel over het aanpakken van politieke sekteleiders: ‘How to take down a cult leader’ op Raw Story. Boeren volgen het draaiboek van de sekte. Ze hebben afgelopen maand de schijn van onoverwinnelijkheid gekregen en gebruiken dat beeld. Ze verontschuldigen zich nooit. Ook niet voor de door velen veroordeelde uitspraak van FDF voorman Mark van den Oever over de vergelijking van boeren met de jodenvervolging door de nazi’s. Ze beschuldigen meedogenloos politiek, EU of supermarkten en houden de schijn op dat ze overal mee weg komen. Wat tot nu toe zo is. Alsof hun actie angst inboezemt of tot paniek leidt bij een berekenende premier, een machteloze landbouwminister en een afwachtende veiligheidsminister. De ruimte die de boeren krijgen is de enige verklaring voor hun publieksteun.

Maar hun schelmenstreken die geen schelmenstreken meer zijn, maar een uitdaging van het gezag zijn niet ongevaarlijk. Bovendien zet het andere beroepsgroepen ertoe aan om hetzelfde te doen. Het is de hoogste tijd dat de radicale boeren in het openbaar bloeden en hun vermeende onoverwinnelijkheid wordt ontmaskerd. Dat kan het beste door erop te wijzen dat die bluf het enige argument is dat ze hebben. Want meer hebben ze niet dan hun nep-onfeilbaarheid en nep-sterkte. De boeren hebben geen argumenten en feiten aan hun kant.

Als er geen directe opponenten opstaan om de radicale boeren in hun bluf de pas af te snijden dan rest er niets anders dan hun grootspraak te beantwoorden met actie. Zo zouden Nederlandse consumenten kunnen aankondigen dat als de radicale boeren niet stoppen met hun acties zoals het dreigen om distributiecentra te blokkeren ze voortaan kiezen voor producten van Nederlandse duurzame, biologische boeren en van buitenlandse boeren. Ook kunnen ze melden dat ze supermarkten er door een boycot toe aan zullen zetten om dit in de praktijk te brengen. Praktisch is dat goed realiseerbaar omdat de Nederlandse agro-industrie voornamelijk voor de export werkt. De FDF is overigens een instrument van die agro-industrie en dient als voorhoede om de financiële belangen ervan te verdedigen. De boeren die financieel afhankelijk zijn van de agro-industrie zijn tot een zichtbaar proxy-leger van een zich onzichtbaar houdende agro-industrie gemaakt.

Er zit niet anders op dat burgers met een boycot in actie komen als de geradicaliseerde boeren niet inbinden en menen de openbare ruimte te kunnen kapen en Nederland aanhoudend te kunnen gijzelen. Zolang de politiek en gevestigde media de bluf van de radicale boeren niet doorprikken, maar uit angst of onbenul mee blijven gaan in hun nep-argumenten en hun nep-mannetjesmakerij loert de anarchie. De grote ruimte die de radicale boeren van het kabinet Rutte III krijgen heeft ertoe geleid dat het beeld is ontstaan dat het recht van de brutaalste en meest meedogenloze geldt. Dat past niet in een rechtsstaat. Dat kan Nederland niet hebben. Radicale boeren moeten gestopt en terechtgewezen worden. Want hun gedrag leidt ook voor henzelf tot niks.

Foto’s: Schermafbeelding van delen artikel ‘Boze boeren: ‘Hoe meer wij onze zin krijgen, hoe minder de kans op heftige acties’’ van André Valkeman in het AD, 16 december 2019.

Geradicaliseerde boer: ‘behandeling van de boeren lijkt op die van de jodenvervolging’ (in de Tweede Wereldoorlog)

Woordvoerder Mark van den Oever van Farmers Defence Force (FDF) meent dat de behandeling van de boeren lijkt op die van de jodenvervolging. Volgens Den Oever is de vergelijking gerechtvaardigd omdat de boeren ook deel uitmaken een kleine bevolkingsgroep die systematisch in de hoek gedrukt wordt. Hij geeft toe dat het ‘gelukkig’ niet om massamoord gaat. Wat moeten we uit deze vergelijking concluderen die kant noch wal raakt omdat de vergelijking in de verste verte niet overeenkomt met de historische feiten? Dat het schort aan het historisch besef van deze geradicaliseerde boer? De vraag waarom Van den Oever de vergelijking maakt is interessant. Wil hij provoceren omdat hij weet dat de Holocaust bij velen in Nederland een open zenuw raakt?

De radicale boeren passen in het model van het rechts-radicalisme van Trump dat zich niks van de waarheid aantrekt. Trump ontkent de feiten en blijft het tegendeel beweren van wat uit onderzoeken blijkt en door overheidsdiensten wordt gezegd. Van den Oever doet hetzelfde. Hij bluft en liegt de waarheid, probeert zijn tegenstanders te intimideren en de publieke opinie te bespelen. Het is een wonder dat de media hem zo uitgebreid aan het woord laten om zijn waandenkbeelden te verspreiden. Hij vecht een verloren strijd. De landbouw, en dan met name de veeteelt, zorgt voor ruim 40% van de stikstofuitstoot en moet een stap terugdoen. Van de Raad van State en de politiek. De veestapel moet met 50% (kippen, varkens) of met 20% (runderen) inkrimpen. De boer is de keerl, maar Van den Oever gedraagt zich als een sneeuwvlok die zichzelf overschat en opblaast tot belangrijkheid, geëmotioneerd is, zich in hoge mate benadeeld voelt en niet in staat is om met tegengestelde meningen om te gaan. Daar komt nog eens een ongepaste vergelijking met de jodenvervolging bij. Geradicaliseerde boeren zijn op dit moment succesvol in het verspelen van de volksgunst.

Foto: Still uit videoMark van den Oever over de aangekondigde harde acties tegen het bedrijfsleven’ van Omroep Brabant, 13 december 2019.

Gemeentebestuur Asten heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt

De Brabantse gemeente Asten profileert zich als klokkengemeente, maar bezuinigt op de subsidie voor het Museum Klok & Peel. Ook de beiaardier wordt per 2023 wegbezuinigd. Aldus de cijfers in het E Bijlage VII Overzicht categorie 3 maatregelen. Ongenoemd in de reportage blijft dat ook het onderhoud aan de kunstwerken in de openbare ruimte vervalt. Dat moet jaarlijks een bezuiniging van 2.001 euro opleveren. Dit onderwerp kwam in de raad herhaaldelijk aan de orde bij het herstel van ‘het kunstwerk Campanula gelegen ad Rotonde op Floralaan’ van Ron van de Ven. Dat zou ‘circa € 7.266,05’ kosten. Met als uitkomst dat de ‘ambitiebepaling’ werd aangepast, ofwel dat er geen kosten meer worden gemaakt en geen herstel- en reinigingswerkzaamheden meer worden verricht aan de kunst in de openbare ruimte van de gemeente Asten.

Foto: Ron van de Ven, Campanula, 2010 (oude situatie).

Verburgerlijking, vertrutting, fragmentatie en radicalisering van de gele hesjes is vergelijkbaar met wat er gebeurde met Anonymous

Angst voor de gele hesjes groeit onder Brabantse vrachtwagenchauffeurs. Ook onder journalisten die soms afgetuigd worden door de gele hesjes als ze verslag doen van de protesten. De agressie neemt niet af. Is dat een teken van machteloosheid of van infiltratie van de gele hesjes-beweging door beroepsactivisten die het vuurtje op willen stoken? Ze accepteren de bestaande democratie en rechtsorde niet. De gele hesjes zijn niet eenvorming, maar onderling verschillend. Daarom valt het nauwelijks vast te stellen wie er aan het woord is.

Het valt te verwachten dat de sleet erin komt zoals ook gebeurde bij het ‘hacktivistische’ Anonymous dat begon vanuit maatschappijkritiek, maar vervolgens verburgerlijkte en zich onder meer ging richten op het bestrijden van pedofielen. In 2014 schreef ik in een commentaar over die verburgerlijking en vertrutting van Anonymous: ‘Anonymous Nederland mixt ingrediënten door elkaar en kookt een heksensoep. Probleem is niet dat het een politiek standpunt inneemt, maar dat het wegduikt in de anonimiteit en geen duidelijkheid geeft over waarom, hoe, waar, volgens welk programma en namens wie het opereert. Daarnaast is Anonymous geen beschermd merk. Iedereen kan het kapen en ermee aan de haal gaan. Zodat vervlakking en vervaging op de loer liggen.’ Vijf jaar later kan Anonymous vervangen worden door gele hesjes. De geschiedenis herhaalt zich, maar dan anders. Het zich toe-eigenen van etiketten en schuilen in de anonimiteit blijft iets van alle tijden.

Tilburg University adverteert op Breitbart. Maar klaagt niet te kunnen garanderen dat het stopt

Gisteren protesteerden Tilburgse studenten toen bleek dat Tilburg University adverteert op de Amerikaanse alt-right nieuwssite Breitbart. De site die witte suprematie en racisme in haar uitingen doet. In een bericht maakte Omroep Brabant er melding van. Dit is des te onbegrijpelijker omdat de universiteit er in april 2017 al op werd geattendeerd dat hun advertenties te zien waren op de website. ‘We zullen actie ondernemen’, was toen volgens Omroep Brabant de reactie. Die actie was niet afdoende en schoot tekort.

Vandaag reageert ‘het onafhankelijke, crossmediale platform van Tilburg UniversityUnivers in een bericht op deze kwestie: ‘Waarom waren de advertenties van Tilburg University dan toch weer op Breitbart te zien? “Dat ze dit jaar weer verschijnen is een technische zaak en heeft te maken met Google”, aldus Bennema. In het advertentiesysteem van Google kan oude content opnieuw opduiken, legt Bennema uit, waardoor de advertentie ondanks de huidige blokkering toch opnieuw kon verschijnen op Breitbart.’ Woordvoerder Tineke Bennema voegt eraan toe dat het in dit specifieke geval ‘niet om een gerichte advertentie’ gaat.

Het lijkt een flauwe smoes van Tilburg University. Zonder toestemming te geven en zonder er iets over te kunnen zeggen worden advertenties geplaatst. Ook op sites waar het niet geassocieerd mee wil worden en waar het zegt ver weg van te willen blijven. De universiteit heeft er gewoonweg niets over te zeggen, wil er evenmin verantwoordelijk voor nemen, maar suggereert wel dat het actie onderneemt. Hoeveel is dat waard?

Univers: ‘De universiteit heeft de hulp van experts ingeschakeld om te voorkomen dat Tilburgse opleidingen in de toekomst opnieuw worden aangeprezen op dubieuze websites. “Helemaal garanderen dat onze advertenties niet op Breitbart verschijnen kunnen we niet, maar we hebben daarom online adviesbureaus in de arm genomen om er voor te zorgen dat het niet meer zo gemakkelijk gebeurt.”’ Uitsluiten kan Tilburg University nog steeds niet dat advertenties op onwelgevallige plekken terechtkomen. Het tonen van goede bedoelingen en daadkracht is er dus nog steeds geen garantie voor dat een advertentie van Tilburg University op Breitbart verschijnt. Of op andere sites waar de universiteit niet mee in verband wil worden gebracht.

Deze gang van zaken tekent de manier waarop bedrijven en instellingen die adverteren afhankelijk zijn van tussenpersonen als advertentiepartners en adviesbureau’s, en het advertentiesysteem van Google. Niet het advertentiebeleid van Tilburg University, maar het algoritme van de advertentieafdeling van Google is de kwaaie pier waar al het kwaad aan wordt toegeschreven. Er rest Tilburg University weinig anders dan zich hierachter te verschuilen. Afhankelijk van algoritmen, adverteerders en Google. Overgeleverd aan Breitbart.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelTilburg University adverteert op extreem-rechtse site Breitbart: ‘Dit moet je niet willen’’ van Karlijn Houterman op Omroep Brabant, 12 maart 2018.

Eylem Aladogan produceert beeld in EKWC en stelt tentoon in De Pont

Hier in Oisterwijk’ is sundaymorning@ekwc. Niet het bos, het winkelcentrum, een vennetje, het raadhuis, het station of een knutselhoek in Oisterwijk. De journalist hanteert blijkbaar het motto ‘waarom specifiek en nauwkeurig zijn als het ook vaag kan’? Een reportage van ‘iets uit Noord-Brabant‘. Het beeld ‘Heart of Steel’ van Eylem Aladogan is vanaf 21 januari te zien in De Pont te Tilburg op de tentoonstellingThe Arch of Belief‘.

soldiers-guarding-christ-s-tomb-at-the-resurrection-detail-from-the-isenheim-altarpiece

Foto: Fragment van het Isenheimer-altaar van Mathias Grünewald te Colmar waar Eylem Aladogan zich op inspireerde voor het beeld ‘Heart of Steel’.