Qatar zal door WK Voetbal de eigen reputatie niet verbeteren

Een voetbalfan ben ik niet. Soms zie ik in gezelschap een stukje van een wedstrijd. Meer niet. Ik kijk dan ook niet uit naar het WK Voetbal in Qatar. Ik laat het graag aan me voorbijgaan. Maar ik gun liefhebbers een spannend toernooi.

Het WK Voetbal in Qatar dat op 20 november 2022 begint kent voor- en tegenstanders. Heikel punt zijn de duizenden gastarbeiders die gestorven zouden zijn bij de bouw van de stadions. Niet minder bepalend voor het slechte beeld van Qatar is de min of meer geheime samenwerking met het Taliban-regime in Afghanistan. De in Qatar gevestigde zender Al Jazeera is alleen kritisch over anderen, niet over Qatar zelf. Dat is geen evenwichtige journalistiek in een niet evenwichtig land.

Qatar probeert met een massaal media-offensief waarbij het de beste pr-bedrijven inschakelt om de westerse publieke opinie voor zich te winnen. Op de achtergrond loeren de Qatarese gasvoorraden waar Europese landen begerig naar kijken nu het afnemen van Russisch gas niet meer kan door de oorlog in Oekraïne. Daarom binden westerse regeringen in. De Nederlandse regering dreigt zelfs tegen de zin van de Tweede Kamer in om een hoge delegatie naar het WK te sturen.

Het uitgangspunt van marketing is dat het onmogelijk is om een slecht product te verkopen. Dat geldt voor Qatar. Dat is een slecht product. Maar Qatar moet niet verkocht worden, maar het WK Voetbal wel. Wat Qatar als middel voor de eigen marketing gebruikt is het doel. Zo kan het dat het WK straks een succes word dat niet positief afstraalt op Qatar. De knip tussen Qatar en WK is te groot.

De vrees dat via sportswashing van het WK Voetbal de reputatie van Qatar wordt opgekrikt lijkt ongegrond. Ook hier is de knip te groot. Alle reclames en advertenties van Qatar die zijn gericht op een westers publiek tonen onwezenlijk als een eigen parallelle werkelijkheid. Het is een te aantoonbare sprookjeswereld die weinig verbinding met de werkelijkheid vindt. Het is fantasie die zich te duidelijk laat kennen als fantasie. Daarbij komt dat een 100% positief Qatarees verhaal door een westers publiek cynisch als naïef zal worden afgedaan.

Voor het WK Voetbal kan dat gunstig uitpakken omdat zo’n voetbaltoernooi een sterk merk is van een op zichzelf staande werkelijkheid die alleen maar om het spelletje draait. Zonder verdere pretenties. Dat geldt niet voor Qatar. Daar blijft het valse beeld van belabberde marketing overheersen. Het valt te verzen voor de machthebbers van dat land dat ze overschat hebben hoe de westerse publieke opinie over hun land te beïnvloeden valt.

Qatar heeft zich met de hoop op sportswashing rijk gerekend, maar door de extra media-aandacht voor de slechte mensenrechtensituatie, de puissant rijke in zichzelf gekeerde elite, de export van en financiële steun voor islamitisch radicalisme, de corruptie rond de keuze voor dit WK en de geopolitieke band met het Taliban-regime in Afghanistan valt eerder te verwachten dat de reputatie van Qatar niet verbetert, maar verslechtert. Qatar had zich beter gedeisd gehouden door niet de aandacht op zich te vestigen.

Wat verklaart het uitblijven van veroordeling van de Taliban door moslims?

Nu de streng soennitische Taliban die de macht in Afghanistan heeft gegrepen haar ware gezicht laat zien en critici vermoordt, vrouwen discrimineert, muziek verbiedt en het culturele erfgoed van Afghanistan verder dreigt te vernietigen, wordt een oude vraag weer actueel. Namelijk waarom zwijgt de wereldwijde islamitische gemeenschap en laat het na om de Taliban te veroordelen?

De logica achter die vraag is dat de fundamentalistische Taliban de islam slechte publiciteit geeft en deze godsdienst door haar specifieke interpretatie ervan laat kennen als intolerant, anti-democratisch en anti-rechtsstatelijk. Wie zwijgt stemt toe. Moslims rekenen zich tot de oemma, de wereldwijde islamitische gemeenschap waar de Taliban deel van uitmaakt. De Taliban en talloze lokale varianten van de islam bevinden zich in dezelfde mand. Het spreekwoord zegt: ‘Eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand‘.

De oemma zou er dus verstandig aan doen om de Taliban uit haar gemeenschap te stoten omdat het de hele islam aantast. Een godsdienst die door de vermenging met autoritaire regimes toch al steeds meer in een kwaad daglicht is komen te staan. De bewering is dat de islam door deze regimes om politieke redenen is gekaapt en de geestelijke leiders van de islam in genoemde autoritaire landen hiermee hun godsdienst hebben verraden en de gelovigen in de steek hebben gelaten.

Het uitblijven van de veroordeling van de Taliban door een islamitische gemeenschap die zich onderscheidt als democratisch, open voor dialoog, verdraagzaam, pluriform en toekomstgericht is een teken aan de wand. Openbaart zich hier een morele wilszwakte van de wereldwijde islamgemeenschap?

Door de snelheid van de machtsovername door de Taliban is het begrijpelijk dat de officiële islamitische wereldgemeenschap die op vele manieren verdeeld is nog niet officieel heeft kunnen reageren. Maar zoals Willem-Gert Aldershoff terecht in een opinie voor het RD opmerkt klinkt er tot nu toe ook in Europa op sociale media en in nationale islamitische organisaties als het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) in Nederland nauwelijks kritiek op de Taliban.

Aldershof constateert juist het omgekeerde: ‘Problematisch is dat de weinige uitspraken van moslims over de taliban die je wél op internet vindt juist steun betuigen aan de nieuwe machthebbers in Kabul.’ Hoe valt dat zwijgen over of zelfs goedpraten van de Taliban te verklaren?

Tien jaar geleden had ik een discussie met de islamitische Johanna Nouri over religie en islam. Het werd een 14-delige serie. Ik noemde het achteraf ‘een spannende discussie tussen twee verschillende wereldbeelden‘. In de evaluatie citeerde ik Johanna: ‘Wederkerig respect is voor mij een basisvoorwaarde om tot ‘common ground‘ te komen. Daar hoort bij de wil om naar elkaar te luisteren. Juist dat laatste hebben we gedaan. En je kan zien dat dat soms flink wat moeite kostte, omdat we allebei met een gekleurde bril keken naar wat de ander schreef. Het kostte veel tijd om daar doorheen te komen en dat achter ons te laten. In mijn beleving lukte dat omdat we dat allebei wilden: in gesprek zijn met de ander. Omdat we allebei uit zijn op een open samenleving waarin we met elkaar samen kunnen leven.

Precies die open houding van Johanna mis ik in de huidige reactie van moslims op de Taliban die wereldwijd de beeldvorming van de islam zoveel geweld aandoet, maar waarop geen reactie volgt. Uit verdeeldheid, onmacht, berekening of moedwil, of een combinatie daarvan.

In het tweede deel ‘Johanna en George over religie en islam 2‘ van de serie schreef ik aan Johanna:

Het opmerkelijke is dat ik 10 jaar later nog met dezelfde vragen zit. Ik ben geen steek verder gekomen in mijn begrip van de islam. Door de uitblijvende veroordeling door de wereldwijde, maar vooral Europese gemeenschap van moslims is de vraag weer opnieuw actueel. De hoop op de vorming van een democratische Europese islam die zich verenigt en ondergeschikt maakt aan de nationale rechtsstaat is vooralsnog een belofte gebleven. Hoewel er op individueel vlak beweging in de richting van democratisering is, maar de officiële islam die zich conservatief blijft opstellen erin achterblijft.

Dat kan de angst voor verandering zijn en het teruggrijpen op gekende waarden die niet als ideaal worden beschouwd, maar wel een eigenheid vertegenwoordigen waar moslims zich als in een cultureel bastion in verschansen. En ze zich zo in eigen kring of apartheid afsluiten van de wereld. Ter compensatie van een gevoeld tekort of van een idee dat dit nastrevenswaardig is, sociaal opgelegd wordt en dus onontkoombaar is.

Wanneer veroordelen moslims en islamitische organisaties de uitwassen die formeel en informeel in naam van hun godsdienst worden gedaan? Wanneer breekt -vooral in Europa- het besef door dat ze dat niet moeten doen omdat anderen dat van hen vragen, maar omdat het in hun eigen individueel en religieus belang is?

Nederlandse christenen bidden voor Afghaanse christenen terwijl ze weten dat het geen praktisch nut heeft. Voor wie is het gebed bedoeld?

Directeur Maarten Dees van stichting Open Doors die opkomt voor vervolgde christenen zegt dat ‘we’ praktisch niet zoveel kunnen voor Afghaanse christenen. Tot wie hij zich richt en waarom Dees hier een punt van maakt is onduidelijk. Het lijkt mede een symbolische uitspraak die is bedoeld om zijn eigen stichting te profileren door aan te haken bij de actualiteit. Open Doors helpt christenen wereldwijd met financiële steun.

Volgens officiële cijfers is van de ruim 36 miljoen inwoners 99,7% van de Afghanen islamitisch. Dus 0,3% van de bevolking of 110.000 Afghanen belijden een minderheidsgodsdienst waarvan het christendom er een van de vele is of belijdt geen godsdienst.

Het lijken getalsmatig en praktisch eerder de 10% tot 15% sjiitische moslims die te vrezen hebben van de streng soennitische Taliban, de soennitisch terroristische beweging Al Qaida die is verstrengeld met de Taliban en vooral de Afghaanse afdeling van het anti-sjiitische IS die sjiieten actief met geweld bestrijdt.

Directeur Dees zegt praktisch niet zo veel te kunnen voor de Afghaanse christenen. Dat is een understatement. Want Dees en zijn medechristenen kunnen helemaal niets doen voor de Afghaanse christenen. Dees en zijn achterban zijn machteloos. Hij geeft aan wel voor de Afghaanse christenen te kunnen bidden omdat het dat is ‘wat de bijbel ons vraagt te doen’.

Voor wie bidden zin heeft is de kernvraag. Het is opmerkelijk dat christenen die voor het gebed samenkomen suggereren dat bidden helpt, terwijl Dees zegt dat het praktisch niet helpt. Het zal dus hooguit denkbeeldig helpen. Dat is het domein van de hersenschim en de illusie.

Dit gebed lijkt vooral te gaan om gemoedsrust van Nederlandse christenen die hun eigen machteloosheid met een idee van daadkracht en bedrijvigheid willen verjagen door zich met elkaar te verbinden.

Duizenden godsdiensten zijn gescheiden werelden die over de wereld zijn verkaveld en niet of slechts beperkt op elkaar aansluiten. Voorbeden en dankzeggingen van de ene godsdienst komen niet aan in een andere godsdienst en zijn op de eigen God en geloofsgemeenschap gericht. Dus ook theoretisch is de werking van het gebed beperkt. Het is bovenal een poging om het individuele geloof en de geloofsgemeenschap te versterken. Het gebed is uitsluitend bedoeld voor binnenlands gebruik. Deels bedoeld vanuit zingeving en troost, deels vanuit fondsenwerving en publiciteit.

De logica van dit gebed is dat de protestante God van Nederland wordt gevraagd zich de nood van de wereld aan te trekken. Of dat aansluit op de frequentie van de soennitisch-islamitische God van Afghanistan is dubieus.

Trump duikt weg achter slecht presterende inlichtingendiensten in kwestie betaling Kremlin aan Taliban om Amerikanen te doden

Er zit ruis in de uitleg door de media van de zogenaamde Bounty-kwestie. Dat gaat over betalingen van het Kremlin via militaire inlichtingendienst GRU aan de Taliban in Afghanistan om coalitietroepen te doden. Onder wie Amerikanen en Britten. Drie elkaar aanvullende of tegensprekende lijnen worden in de uitleg verbonden.

1) De steun aan het anti-Westers terrorisme door het Kremlin gaat terug tot in de jaren 1960. De financiële en logistieke steun van de GRU aan de Taliban past in dat patroon en kan daarom geen verrassing zijn.

2) De samenwerking van de Amerikaanse inlichtingendiensten CIA en NSA en het ministerie van Defensie verloopt niet optimaal in de evaluatie van de steun aan dat anti-Westers terrorisme. Daarom ontbreekt ondersteunend bewijs (corroborating evidence) om de recente beschuldigingen van de GRU-operaties in Afghanistan ondubbelzinnig te bevestigen. Dat roept vragen op over de aansturing en het doelmatig opereren van de inlichtingendiensten en de briefing aan de president.

3) President Trump is slecht geïnformeerd en laat zich slecht informeren. Het feit dat hij zo opvallend lovend is over president Putin voedt de geruchten dat hij de Russen vanwege eigenbelang niet voor het hoofd stoot. Trump is al in 2019 gebriefed over de Bounty-kwestie en in februari 2020 nogmaals, maar hij ontkent dit nu.

De kwestie roept een beeld op van verregaande incompetentie, gebrek aan coördinatie en daadkracht van de president, zijn staf in het Witte Huis en de veiligheidsdiensten. Het wijst op een vacuüm waarin de nationale veiligheid van de VS niet goed verdedigd wordt. Hoewel Trump op voet van oorlog verkeert met zijn militairen en inlichtingendiensten en hij als opperbevelhebber en politiek leider als eerste verantwoordelijk is voor de gang van zaken lijkt er meer aan de hand dan een incompetente president alleen. De veiligheidsdiensten werken langs elkaar heen en geven Trump het niet onjuiste excuus dat de informatie in zijn briefing (die hij toch niet leest) niet optimaal is en hij daar niet op hoeft te reageren. Wie breder geïnformeerd is had echter geredeneerd vanuit het patroon van de steun van het Kremlin aan het anti-Westers terrorisme dat ook met onvolledige informatie tot aandacht en handelen oproept. Dus uiteindelijk valt dit via een omweg toch terug te voeren tot het gebrek aan kennis, interesse, betrokkenheid, discipline en handelingsbereidheid van Trump.

The Lincoln Project valt Trump frontaal aan in zijn gebrek aan patriottisme en zijn onderhorigheid aan het Kremlin

Het is verbazingwekkend hoe snel de video’s van The Lincoln Project gemaakt worden. Het zijn Republikeinen die afstand van Trump hebben genomen. Afgelopen vrijdag verscheen in The New York Times het bericht dat het Kremlin een premie had gezet op het doden van coalitietroepen, inclusief Amerikaanse militairen in Afghanistan door de Taliban. Volgens bronnen zou president Trump hier eind maart 2020 van op de hoogte zijn gebracht. Er werd door medewerkers een scala van reacties voorbereid die aan het Kremlin gestuurd zouden kunnen worden. Trump sprak het Kremlin niet hard toe, maar deed het omgekeerde. Op 1 juni 2020 stelde hij voor om Trump weer tot de G7 toe gelaten. Dat werd door onder meer Canada en het VK afgewezen.

Laat op zaterdag werd deze video gelanceerd, anderhalve dag na het bericht in de Times. Het is gericht op Trump en de Republikeinen en wordt gemaakt door kritische Never Trump-Republikeinen die vinden dat hun partij door Trump wordt beschadigd om niet te zeggen bewust wordt vernietigd. De video sluit aan bij de kritiek van hoge militairen op Trump en zijn justitieminister William Barr naar aanleiding van de inzet van federale militairen in Washington DC op 1 juni 2020 bij het verspreiden van vreedzame demonstranten voor een fotomoment van Trump met een bijbel voor een kerk. Tijdens Trumps presidentschap is de terugkerende vraag of hij een marionet van de Russen is en waarom hij zich zo welwillend opstelt jegens Russische acties en onwelwillend tegenover bondgenoten in EU en NAVO. Het Kremlin probeert die organisaties te ondermijnen.

Petitie: Ik ben moslim en vreedzaam. Stap uit de schaduw!

lb

Elke keer als er aanslagen worden gepleegd in naam van de islam ontstaat in Nederland een debat of moslims meer moeten doen dan anderen. Journaliste Tahmina Akefi die van Afghaanse oorsprong is, verklaart in een artikel voor NRC haar afzijdigheid: ‘En dit is precies de reden waarom moslims/allochtonen zich afzijdig houden. Ze worden aangesproken op daden van een terroristische organisatie waarop ze geen invloed hebben.’ Maar zij is geen moslim, dus waarom meent ze zich te moeten uitspreken  over de interne werking van de islam waardoor ze zich niet laat inspireren? Het is raadselachtig waarom NRC haar opinie weergeeft.

Iedere moslim moet voor zichzelf beslissen of hij of zij een bijzondere rol te spelen heeft in het neutraliseren van de dreiging van het terrorisme. Die rol kan niet opgelegd of afgedwongen worden. Het valt goed te begrijpen dat iemand als Tahmina Akefi die uit een moslimomgeving komt de ruimte moet hebben om bewust afstand te nemen van de islam. Want het zou ongepast zijn om haar met een omweg op te sluiten in een moslimidentiteit die ze niet heeft. Trouwens een valkuil van de  Nederlandse samenleving die vele liberale, socialistische of humanistische ex-moslims treft die steeds maar weer juist met datgene worden geconfronteerd waarvan ze zo graag afstand willen nemen. Hetzelfde lot treft nu de nieuwe vluchtelingen.

Voor degenen die zich wel laten inspireren door de islam en gaan voor Nederlandse normen en waarden is het niet zo gek zich uit te spreken over het afkeuren van geweld en het omarmen van de Nederlandse rechtsstaat.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Ik ben moslim en vreedzaam’ op petities.nl.

Religieus-fundamentalisme als gevangenis voor individuen. Actie?

The Young Turks maken een voorbehoud (caveat). Niet alle religieuze instellingen dekken seksueel misbruik toe omdat het de instelling zou beschadigen. Maar voor talloze religieus-fundamentalistische organisaties zien Ana Kasparian en Cenk Uygur dat als waar. De Amerikaanse Taliban. Deze instellingen gebruiken hun godsdienst als excuus of vrijbrief voor slecht gedrag. Da’s niet alleen gericht op buitenstaanders zoals homoseksuelen of vrouwen, maar ook  op gelovigen binnen die religieuze organisaties die in de steek worden gelaten als ze onrecht zoals seksueel misbruik dat zich in die organisatie voordoet aan de orde willen stellen.

Feitelijk gaat het om de verhouding tussen individualisme en groepsbelang. In religieus-fundamentalistische organisaties wijkt het belang van het individu al snel voor het belang van de instelling. Dat gaat boven alles. Zonder intern debat. Die praktijk kan ontaarden in terreur tegen vogelvrije gelovigen. Achterliggende vraag is hoe de overheid hier in kan grijpen. Hoe maakt het de afweging tussen het garanderen van het grondrecht van het individu en de vrijheid van vereniging en het recht op autonomie van religieuze organisaties?

Omdat de grondwet uitgaat van de rechten van individuen ligt voor overheden in landen als Nederland of de VS het primaat bij het waarborgen van de rechten van individuen. Dat beseffen deze overheden. Ze zouden echter nog gerichter dan ze nu doen op kunnen treden om individuen ‘te bevrijden’ die binnen religieus-fundamentalistisch organisaties of pseudo-religieuze sektes gevangen worden gehouden. In Nederland speelde dat afgelopen jaren vooral bij vrouwen die binnen fundamentalistische moslimgroepen gevangen worden gehouden en buitensporig beperkt worden in hun vrijheid. Als akelige vlek op de rechtsstaat.

Noorwegen vermindert hulp Afghanistan vanwege vrouwenrechten

Vrouwenrechten en Afghanistan. Dat spoort niet. Het Britse Journeyman Pictures toont de oorlog tegen vrouwen en meisjes in ‘Afghanistan – The Taliban’s War on Women‘ van oktober 2012. De 22-jarige Najiba werd vorig jaar vermoord door de Taliban. Mannen keken toe. Westerse regeringen uitten hun afschuw en de Afghaanse regering zei het te onderzoeken. Na dat rituele protest veranderde er niks. Hoe kon het gebeuren?

Wie blijft betalen stemt toe. Maar Noorwegen niet langer. Zo lijkt het. Vanwege uitblijvende verbetering van de vrouwenrechten en bestrijding van de corruptie vermindert Noorwegen in 2014 de steun aan Afghanistan met 7%, aldus TheLocal.no. Dat zal in Kabul indruk maken. Is dat een stevig drukmiddel of een Noors binnenlands compromis? Want wat is de logica om een corrupt regime dat ondanks herhaalde beloften vrouwenrechten geen prioriteit geeft financieel te blijven ondersteunen? Volgens de Rijksoverheid is Afghanistan een van de 15 partnerlanden waarmee Nederland een ontwikkelingsrelatie onderhoudt en een van de grootste ontvangers van Nederlandse ontwikkelingshulp. Waarom laat Nederland zich gijzelen door goede bedoelingen? Waarom?

756684-taliban-afghan-execution

Foto: De 22-jarige Najiba wordt in 2012 door de Taliban vermoord op beschuldiging van overspel. Toekijkende dorpelingen zien het goedkeurend aan.

Meer dan 70 doden bij zelfmoordaanslagen op Pakistaanse kerk

Een aanslag door twee zelfmoordenaars die zichzelf opbliezen in de menigte voor een christelijke kerk in het Pakistaanse Peshawar heeft tot nu toe meer dan 70 doden geëist. Velen verkeren in kritieke toestand zodat het dodenaantal nog verder op kan lopen. De gematigde politicus Imran Kahn is afgereisd naar Peshawar en roept op om de aanslagen niet te politiseren. Hij vindt de timing opvallend en onverklaarbaar. Er vinden nu namelijk vredesonderhandelingen tussen de regering en de Pakistaanse Taliban plaats. Er is drie dagen van nationale rouw afgekondigd. Ook uit solidariteit met de christenen die zo’n 4% van de bevolking uitmaken en vaker het doelwit zijn van soennitische radicalen. Hier een reconstructie van de gebeurtenissen van vanochtend. In het Keniase Nairobi doodde het islamitische Al-Shabab gisteren zo’n 60 mensen in het Westgate winkelcentrum.

Peshawarchurch_att_1593323g

Foto: Pakistaanse man helpt een gewonde van de zelfmoordaanslag bij de All Saints Church in Peshawar, Pakistan. 22 september, 2013. Credits: AP.

Ceci n’est pas une religion

I. Wat is het aanstootgevende van een foto van een voorstelling van personen die optreden in de heilige tekst, of de apocriefe literatuur, van een religie? Gemaakt door een kunstenaar die zelf geen aanhanger is van de betreffende religie en de religie als een interessante cultuurverschijning benadert. De Belgische kunstenaar Magritte maakte ooit de afbeelding van een pijp met de tekst Ceci n’est pas une pipe. Dit is geen pijp, maar een afbeelding van een pijp. Een driedimensioneel voorwerp in een tweedimensioneel vlak.

Een plaatje van Jezus, Boeddha, Mohammed of Brahma kan nooit samenvallen met Jezus, Boeddha, Mohammed of Brahma. Het is een afbeelding van een persoon die zelf nooit gefotografeerd is, maar achteraf door een kunstenaar is vormgegeven. Zo is er een afbeelding ontstaan die losgezongen is van de werkelijkheid. Ingepast wordt in de interne logica van die religie. Het is gemaakt voor ons collectieve geheugen, onze verwachtingen, onze behoefte aan kunst, ons godsbeeld en onze behoefte aan religieus gevoel. Of het tegenovergestelde daarvan.

De afbeelding wordt tot icoon. Pas achteraf krijgt het een stempel van echtheid. Het schuift van de buitenkant naar de kern van de godbeleving. De afbeelding blijft echter een produkt dat door mensen is gemaakt en door mensen wordt gewaardeerd. Of juist niet. Zie de Beeldenstorm van 1517 of de verwoesting van de Afghaanse Boeddhabeelden in Bamiyan door de Taliban.

De afbeelding van een religieuze, heilige figuur is dus een weergave door mensen achteraf. Een benadering van hoe die persoon in werkelijkheid in de heilige tekst voorgesteld werd. Je zou kunnen stellen, hoe sterker een godsgeloof, hoe minder de aanhangers van de desbetreffende religie zich af laten leiden door uiterlijkheden. Ofwel, een sterk geloof zit binnenin en is onaantastbaar. Een sterk geloof kent de luxe om terughoudend te reageren op kritiek. Vele religies zeggen ook het oordeel en de reactie aan het betreffende opperwezen over te laten.

II. Vraag is of het de aanhangers van de religie zijn die zich opwinden over aanstootgevende kunst of mensen die er een conflict van maken om hun politieke agenda te verwezenlijken. Zij politiseren religie. De echte godsdienstige is immers zelfverzekerd in zijn geloof en gaat voorbij aan kunstuitingen. Omdat hij weet dat het nooit de kern van religie raakt.

De politicus echter blaast een conflict op en gaat voorbij aan de kern van het geloof waarop hij zich zegt te beroepen. In Nederland kennen we de scheiding van kerk en staat. Ze lopen niet in elkaar over. Het doorbreken van de grens doet schade aan zowel religie als maatschappij. Dat morrelen aan de grens wordt gevoed door een politieke doelstelling. Zij die politiseren met een beroep op religie bewijzen de religie geen dienst vanuit het perspectief van reflectie, godsbeleving en goede werken. Ze vestigen de pseudo-religie.

Foto: Stahl House van Pierre Koenig. Zie ook hier