Pleidooi voor scheiding van staat en landbouwlobby

Schermafbeelding van deel artikelWij, kiezers en belastingbetalers, worden met open ogen opgelicht door de veelobby‘ van Tim Reijsoo in de Volkskrant, 21 augustus 2022.

Mijn instemmende reactie op het opinie-artikel van Tim Reijsoo in de Volkskrant van 21 augustus 2022:

Eens met het commentaar. Zoals Tim Reijsoo opmerkt is het merkwaardig dat we de deconstructieve macht van de landbouwlobby kennen, maar die merkbaar niet terug kunnen dringen. De landbouwlobby heeft VVD en CDA vooral op regionaal niveau in de zak.

De agro-industrie zal haar verdienmodel van optimaal producerende melkveeboeren niet vrijwillig opgeven. Maar de politiek is onmachtig en heeft met het CDA een verrader van de algemene zaak in het kabinet om dat krachtig te veranderen. Hoewel minister Van der Wal voet bij stuk houdt.

Er zijn nog drie aspecten die genoemd hadden kunnen worden:

1) De media zitten ook steeds meer in de zak van de radicale boeren en de agro-industrie. Als de boeren een overleg hebben met Remkes dan besteedt het NOS Journaal daar zoveel zendtijd aan zonder enige kritische duiding dat het sterk lijkt dat de NOS promotie voor boeren en agro-industrie maakt. De publieke omroep laat zich intimideren en houdt de rug uit lafheid niet langer recht. Als de natuur- en milieuorganisaties een week later ook zo’n overleg hebben met Remkes dan doet het NOS Journaal dat af in 30 seconden.

2) De invloed van de boeren en boerenorganisaties doet zich op het laagste democratische niveau vooral gelden in besturen van waterschappen die op ondemocratische wijze worden gekozen. Met zetels voor belangengroepen. Daar wordt beslist om het waterpeil in polders en weteringen laag te houden omdat dit de boeren dient, maar niet de burgers en Nederland als geheel. Zie de huidige lage waterstand die daar mede een gevolg van is.

3) De Nederlandse boeren werken voor meer dan 75% voor de export. De voedselvoorziening van Nederland komt met het reduceren van de veestapel met 50% dus niet in gevaar. Duurzaam producerende boeren zouden meer steun van politiek, media en publieke opinie moeten krijgen. Ze geven het voorbeeld voor de toekomst van de Nederlandse landbouwsector: kwaliteit boven kwantiteit. Het bovenproportioneel beslag dat vooral de melkveeboeren leggen op de grond is onhoudbaar en niet meer van deze tijd in een zich ontwikkelend Nederland (Ruimtelijke Ordening) waar woningbouw, infrastructuur, bedrijven en natuur en ontspanning hun plek moeten kunnen vinden.

Het begrip duurzaamheid is failliet. Maar wellicht kan het nog dienen om designmeubels te verkopen

Het begrip duurzaamheid is een leeg begrip. Het betekent weinig meer. Het is onderhevig aan inflatie, ofwel ontwaarding van betekenis. Dat komt omdat echte maatregelen om de vervuiling en opwarming van onze planeet tegen te gaan niet worden getroffen. Zo kan de grote meerderheid van voor- en tegenstaanders van het klimaatprobleem wegvluchten in schijnoplossingen. Daarin verschillen ze opvallend weinig van elkaar. Wat de richtingenstrijd er des te onbenulliger en armzaliger op maakt. Die strijd voedt vooral de opwarming.

De aandacht voor duurzaamheid zorgt ervoor dat steeds meer mensen kiezen voor designmeubels’, luidt een zin uit bovenstaand bericht in De Orkaan. Kopen van duurzame designmeubels bij Flinders in Zaandam wordt gepresenteerd als aflaat. Niet langer als kwijtschelding van kerkelijke straf, maar als sussen van het geweten.

Buitenlandse vakanties, het dagelijks eten van vlees, de tweede auto in het gezin of het gehele door gas verwarmde huis zouden volledig gecompenseerd worden door het kopen van designmeubels. Die hoe dan ook geproduceerd en getransporteerd moeten worden, maar in een wonderlijke verdwijntruc niet belastend voor het milieu zouden zijn. Het definitieve failliet voor het begrip duurzaamheid geeft de volgende zin: Het biedt bedrijven als Flinders de mogelijkheid om meer vakbekwame liefhebbers aan te trekken die meewerken aan het mooier maken van de wereld. Die begrijpen dat design past in een duurzamermaatschappij.’ Door meer designmeubels te consumeren consumeren u en ik minder. Het binnen het bereik van de massa brengen dient het gebrek aan logica en doeltreffendheid. Met z’n allen vallen we in die valkuil als soort die zichzelf ruimt.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Steeds meer werk voor design woonwinkels’ in De Orkaan, 10 juli 2019.

GroenLinks laveert kleinmoedig weg na de beschuldiging van antisemitisme vanwege een resolutie over de BDS-beweging

Soms stem ik bij verkiezingen op GroenLinks. Uitsluitend vanwege het klimaatdebat. Dat ben ik op 20 maart ook weer van plan bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Maar het is om twee redenen telkens weer een overwinning op mezelf om me ertoe te dwingen GroenLinks te steunen. In de kern bevat de partij veel anti-democratische, links-radicale elementen en tendenzen waar ik liever afstand van zou willen houden. En de marketing van partijleider Jesse Klaver is wel erg flinterdun en opgeklopt om geloofwaardig te zijn. Maar de spoeling in de Nederlandse politiek is erg dun. Het is bij het bepalen van een stem voor politieke partijen de keuze tussen slecht en nog slechter. Dan maar voor slecht gekozen. GroenLinks dus. Van harte gaat het niet.

Neem bovenstaande verklaring van oud-fractievoorzitter Bram van Ojik over de zogenaamde BDS-beweging. Daar stijgt een weeë geur uit op. Hier is over die beweging meer te lezen in een artikel van Nathan Thrall. De verklaring is tot stand gekomen na druk van rechtse organisaties, zoals Christenen voor Israel dat vandaag een demonstratie hield voor het hoofdkantoor van GroenLinks in Utrecht. Aanleiding was de steun voor een resolutie door GroenLinks over de BDS-beweging op het partijcongres van 16 februari. Zoals een demonstratie een recht is, is de steun van een politieke partij voor de BDS-beweging (die in feite gaat om het opkomen voor de rechten van Palestijnen) ook een recht. Uiteraard denkt het rechtse Christenen voor Israel hierover anders dan het linkse GroenLinks. Maar dat is begrijpelijk vanwege de andere uitgangspunten en politieke filosofie van de betrokkenen. Politieke standpunten verschillen nu eenmaal, want anders zijn het geen standpunten.

De verklaring is beneden de maat en ermee verloochent de partij zichzelf. Wat te denken van de zin: ‘We verzetten ons tegen het verbieden en strafbaarstellen van standpunten, los van de vraag of we het met die standpunten al of niet eens zijn’. Dat is onhandig en onnodig. GroenLinks is een deelnemer aan het politieke debat, geen ondersteuner ervan. GroenLinks is een politieke partij met standpunten, geen organisatie die de rechtsstaat bewaakt. In de media riep de verklaring dan ook terecht de reactie op dat GroenLinks door de bocht was gegaan. En wat te denken van de zin: ‘De motie is niet bedoeld als steun aan de doelen van BDS’? Hè? Maar de GroenLinks Europarlementariër Judith Sargentini schrijft in een tweet van 16 februari dat de BDS-beweging ‘een geoorloofd middel is om de Palestijnen in hun strijd voor rechtvaardigheid te helpen’. Dus GroenLinks steunt volgens GroenLinks tegelijk wel en niet de Palestijnen in hun strijd voor rechtvaardigheid.

GroenLinks heeft zwakke knieën. De beschuldiging van antisemitisme uit rechtse hoek lijkt een open zenuw te raken. Heeft de partij iets te verbergen? Wie ervan overtuigd is geen antisemiet te zijn en er niet naar handelt, hoeft daar in een verklaring toch niet op te reageren? Of dat komt door de links-radicalen in de partij die wel degelijk anti-democratische of antisemitische denkbeelden hebben is de vraag. Mogelijk is GroenLinks bang voor wat Labour overkomt dat door een debat over antisemitisme wordt verscheurd waar de partijleiding halfslachtig op reageert. De reactie op de beschuldiging van antisemitisme legt GroenLinks’ zwakte bloot.

Het reageert niet met een uitleg die zegt dat het vanwege het beleid over buitenlandse politiek een politiek standpunt inneemt dat daarmee in overeenstemming is, maar laat zich verleiden tot een nietszeggende verklaring die de resolutie over de BDS-beweging op het partijcongres afzweert. Het is de framing van rechts om kritiek op Israel te reduceren tot antisemitisme. Maar het is nogal wat als links er stilzwijgend in meegaat. De partij kan beter de antidemocraten in de eigen partij er nou eens definitief uitgooien, dan dat het zwicht voor de rare beschuldiging van antisemitisme en de suggestie dat de resolutie controversieel zou zijn. En ik had het al zo moeilijk om mezelf te dwingen GroenLinks te stemmen. Daar komt dit nog eens bovenop.

Foto 1: Schermafbeelding van verklaringBDS (Boycott, Divestment, Sanctions)’ van GroenLinks, 8 maart 2019

Foto 2: Tweet van Judith Sargentini, 16 februari 2019.

RTV Utrecht maakt programma over vismigratie en noemt rol van waterschap (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) niet

RTV Utrecht zendt het natuurprogramma ‘Natuurlijk Zoëy’ uit dat door Eddy Zoëy wordt gepresenteerd. De uitzending van 21 februari 2019 besteedde aandacht aan vismigratie. Het is een positief verhaal. Zoëy gaat in de buurt van Langbroek op stap met Nikki Dijkstra die wordt voorgesteld als ‘waterschapsecoloog’. Een weinig gangbare term. Uit haar Twitter-account blijkt dat zij werkzaam is als adviseur bij het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), een waterschap in Midden-Nederland. Aan het einde van de uitzending blijkt dat het programma wordt ondersteund door HDSR, zoals bovenstaande schermafbeelding toont. De kijker voor wie deze lettercombinatie cryptisch overkomt zal niet vermoeden dat dit een waterschap betreft. Andere ondersteuners/ sponsors zijn de Rijksoverheid via Stroomgebied Rijn-West en UP Life IP, en het ecologisch bureau VisAdvies. Hendry Vis die ook in de uitzending optreedt is projectleider bij VisAdvies. Net als bij Nikki Dijkstra wordt zijn functie genoemd, maar niet concreet gezegd voor welke organisatie hij werkzaam is.

Waarom wordt in de uitzending over vismigratie de achtergrond van de gasten niet vermeld? Chris Aalberts geeft antwoord in een commentaar van 24 februari 2019 voor TPO over een programma van RTV Rijnmond. Het heeft te maken met de naderende waterschapsverkiezingen van 20 maart 2019 die onder de aandacht van het publiek moeten worden gebracht zonder dat de sponsoring en/of medewerking door de waterschappen wordt genoemd. Ook bij deze uitzending van RTV Utrecht gebeurt dat. Aalberts: ‘RTV Rijnmond maakt zo’n serie dus alleen als waterschappen er geld voor neerleggen. Nieuw is dit soort sponsoring natuurlijk niet, maar bij verslaggeving over openbaar bestuur is het toch zeldzaam. Openbaar bestuur is nog steeds het domein van de traditionele journalistiek en niet zonder reden. Om te bepalen of waterschappen nuttige dingen doen, heb je als maker een onafhankelijke blik nodig. Dat lukt niet als het waterschap je – al dan niet deels – betaalt. Bij RTV Rijnmond vinden ze nu dat het waterbeheer werkelijk fan-tas-tisch geregeld is. Tja.

Het merkwaardige aan het programma van RTV Utrecht is niet dat de onafhankelijke blik ontbreekt en de kijker niet naar een onafhankelijk journalistiek product kijkt of de organisaties waarvoor de gasten werkzaam zijn niet worden vernoemd, maar dat het woord ‘waterschap’, op de functie van Dijkstra na, niet één keer valt. Dat is gezien het onderwerp opmerkelijk. Het lijkt erop dat het begrip ‘waterschap’ of elke nadrukkelijke verwijzing ernaar krampachtig wordt vermeden. Zowel in de gesprekken, de informatie die in beeld verschijnt als de informatie op de eigen site komt het woord waterschap niet voor. De rol van het waterschap komt zo door extra-journalistieke overwegingen zo in de lucht te hangen dat het de journalistieke blik in de weg staat. HDSR is daar zoals uit onderstaande schermafbeelding blijkt minder terughoudend in, maar verduidelijkt evenmin als RTV Utrecht waar de samenwerking met en/of sponsoring door HDSR feitelijk uit heeft bestaan.

Foto 1: Schermafbeelding van aankondiging programma ’Natuurlijk Zoëy’ over vismigratie van 21 februari 2019, RTV Utrecht.

Foto 2: Schermafbeelding van Twitter-profiel van Nikki Dijkstra, 24 februari 2019.

Foto 3: Schermafbeelding van aankondiging programma ’Natuurlijk Zoëy’ over vismigratie van 21 februari 2019, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR).

Het failliet van het begrip duurzaamheid. Een wethouder gelooft erin

Alles is verkeerd aan het betoog over duurzaamheid van wethouder André Springveld (Dorpslijst Puiflijk/ Druten-Zuid) van de gemeente Druten. De tragiek is dat hij het goed bedoelt en lijkt te geloven in wat hij zegt. Hij staat daarin niet alleen. Zijn opvatting over duurzaamheid betekent in de praktijk dat we doorgaan met consumeren, het belasten van het milieu en een omslag uitstellen. Zo wordt het label ‘duurzaamheid’ een schaamlap om de ernst van de aantasting van de aarde te verbergen. Of liever gezegd, riant te ontwijken.

Daadwerkelijk is deze opvatting van duurzaamheid het omgekeerde van wat het suggereert te zijn. Het schuift een fundamentele aanpak door naar de toekomst. Daarbij komt dat de zogenaamde duurzame alternatieven op dit moment en voor de middellange termijn bij lange na de energiebehoefte niet dekken. Duurzaamheid is penny-wise and pound-foolish. Duurzaamheid is vertrouwen op de toekomst en niet handelen in het heden. Windmolens zijn geen oplossing voor de klimaatproblematiek, maar een horizonvervuilend teken van machteloosheid en vervreemding van onszelf. Ze lossen niks op, maar maken de aarde er extra rampzalig op.

Volgens Springveld zal hopelijk de techniek in de toekomst de oplossing brengen. Het is geen toeval dat de wethouder deze clichés in de mond neemt. Overal worden ze ons door bedrijven, politiek, milieuorganisaties en media ingeprent. Zonder dat we beseffen waar het op neerkomt. Door wie worden ons die sjablonen ingeprent? Dat is de vraag. Wij allen schieten tekort. Het is beter om dat toe te geven, dan weg te vluchten in een rechtvaardiging over duurzaamheid die een omslag naar een mentaliteitsverandering uitstelt. Of niet eens onder ogen wil zien. Duurzaamheid leert ons dat we van twee walletjes kunnen eten. Zo nemen we grif aan.

Kiezen tussen D66 en GroenLinks. Hoe de stemkeuze beredeneren?

look_outs_aboard_hms_ashanti_whilst_escorting_a_russian_convoy_march_1942-_a8202

Gisteren vroeg iemand me op FB wie goed en wie slecht is. Dat naar aanleiding van m’n commentaar op de brief van Mark Rutte en de selectieve hufterigheid die ik met velen daarin las. De laatste 24 uur wordt die hufterigheid van de VVD nog eens extra benadrukt door de nieuwste ontwikkelingen over de Teevendeal (‘de bonnetjesaffaire’) als gevolg van de onderzoeksjournalistiek van Bas Haan van Nieuwsuur. Het verschil tussen mooie verkiezingspraatjes en de werkelijkheid, tussen schijn en wezen, kan bijna niet groter zijn. De timing zit de VVD tegen. De mooie woorden van Rutte tonen nog potsierlijker en meer misplaatst dan ze al waren.

Iemand schreef op FB: ‘Iedereen moet maar zijn eigen keuze maken, de politiek is toch niet te vertrouwen.’ Daar antwoordde ik op: ‘Nou, dat is weer te veel van het goede. Het gaat om het verschil tussen goede en slechte politiek.’ Waarop dus de vraag aan me gesteld werd wat dan goede en slechte politiek was. Ik kwam niet weg met het antwoord dat iedereen dat maar voor zichzelf moet uitmaken. Uiteindelijk antwoordde ik: ‘Ik kan hooguit zeggen welke partijen op dit moment op m’n shortlist staan. Dat zijn D66 en GroenLinks. Maar ik zou daarmee niet willen suggereren dat dat goede partijen zijn.’ Met de belofte om dat nader toe te lichten. 

Partijen in het politieke landschap van Nederland lijken nog meer dan anders in te delen in tegenstellingen die niet exclusief zijn. Anders gezegd, partijen kunnen op de ene tegenstelling niets gemeenschappelijk hebben, maar op een andere tegenstelling raakvlakken of overeenkomsten vertonen. Dat maakt het vergelijken van partijen lastig. De volgende tegenstellingen zijn aan te wijzen als de belangrijkste kenmerken: 1) links-rechts (sociaal-economie); 2) progressief-conservatief (sociaal-cultureel; identiteit); 3) pro- en anti-EU; 4) religieus-vrijzinnig; 5) democratisch-anti-democratisch; 6) kwaliteit en doelmatigheid van leider en partijorganisatie.

Niet iedere kiezer vindt voor de eigen afweging hetzelfde kenmerk even belangrijk. Waar de één de relatie tot de EU vooropzet, zet de ander de economische situatie centraal. Of het religieuze karakter van de partij of het idee over identiteit en nationalisme. En op een bepaald kenmerk kan men natuurlijk ook verschillend denken.

Op mijn huidige shortlist fungeren de twee als links-liberaal te omschrijven partijen D66 en GroenLinks (GL). Ze hebben veel gemeen, maar verschillen ook sterk. Ze zijn de twee meest uitgesproken pro-EU partijen (3). Sociaal-economisch is D66 rechts en GL links (1). Sociaal-cultureel zijn ze allebei progressief (2). Ook zijn ze vrijzinnig (4). D66 is een door en door democratische partij, GL kent anti-democratische elementen. Of liever gezegd D66 steunt het idee van democratie onvoorwaardelijk, terwijl daar bij GL met een oude kern van anti-democratische kaderleden twijfel over bestaat (5). D66 is een coherente partij met een niet al te aansprekende leider, terwijl GL een onsamenhangende partij met gefragmenteerd gedachtengoed en een sterke leider is (6).

Deze opsomming geeft aan hoe lastig kiezen het al is tussen twee partijen die programmatisch dicht bij elkaar liggen. Het is niet makkelijk te beantwoorden wat een kiezer het zwaarste moet laten wegen. Tegen het einde van een campagne wordt de inschatting van de kwaliteit van partij en leider steeds belangrijker. Hoe opereren ze strategisch en sorteren ze verstandig voor op de onderhandelingen na de verkiezingen? De PVV kan de grootste of op een na grootste partij worden, maar heeft zich buitenspel gemanoeuvreerd door een harde politieke en persoonlijke toon naar de andere partijen. Fouten worden afgestraft en kiezers haken graag aan bij een leider of partij die het beeld van een winnaar vertoont en perspectief heeft voor na de verkiezingen.

Als Jesse Klaver (GL) zich in m’n ogen niet waarmaakt of de beslissing neemt om de toenadering van de PvdA en SP te gedogen en goed te praten zal ik in gedachten GL van mijn shortlist schrappen. Als Alexander Pechtold (D66) teleurstelt in debatten of interviews dan maakt dat nog geen verschil omdat zijn kwaliteit niet de reden is dat D66 op mijn shortlist staat. Maar als D66 als partij beslissingen neemt over vrijzinnigheid, de EU of directe democratie die afwijken van wat ik van die partij op z’n minst verwacht, dan schrap ik D66. Nieuwe partijen kunnen op m’n shortlist komen als ze de kenmerken vertonen die ik van een partij verwacht. Rechts-populistische of christen-democratische partijen zullen dat niet zijn omdat die voor mij de verkeerde kenmerken vertonen. Als op 15 maart 2017 geen enkele partij meer op mijn shortlist blijkt te staan, dan ga ik niet stemmen. Niet door een tekort aan politieke interesse, maar vermoedelijk door een teveel eraan.

Foto: Uitkijkposten aan boord van HMS Ashanti dat een Sovjet-convooi escorteert, maart 1942.

Luchtmacht over geluidsoverlast JSF: ‘Ik hoor de herrie heel graag’

De JSF maakt meer herrie dan de F16. Dat is een gekend feit. De omwonenden van vliegbasis Volkel krijgen een meetsysteem die de herrie meet. Kabinet Rutte II heeft besloten 37 stuks aan te schaffen van de JSF. Er is veel kritiek op de JSF, onder andere van presidentskandidaat Donald Trump. Het zou in het dogfight met Russische toestellen uit de lucht geschoten worden. Het toestel zou ook veel te duur voor zijn geld zijn.

De geluidsoverlast wordt op een onnavolgbare en volstrekt onbegrijpelijke wijze weggeredeneerd door een woordvoerder van de luchtmacht: ‘Wat mij meeviel is dat het lijkt dat de frequentie waarop dat geluid geproduceerd wordt echt anders is en daardoor gevoelsmatig niet prettiger, alhoewel ik ben natuurlijk jachtvlieger vanaf mijn geboorte al bijna, dus ik hoor het geluid heel graag’. Opvallend is dat emoties zwaarder tellen dan feiten bij de luchtmacht. Een gebrek aan argumenten maakt zo’n opstelling weer logisch.

Kieskompas provincie Utrecht mist landelijke component. Nuttig?

kk

Het verkiezingsseizoen is definitief geopend. Want er is een Kieswijzer, toevallig in de provincie waar ik woon: Utrecht. In te zien op de site van RTV Utrecht en gemaakt door Kieskompas. De partij waarvan ik lid ben, de Piratenpartij, doet niet mee. De helft van de vragen gaan over natuur en milieu, landschap en ruimtelijke ordening. De stad, de mensen en hedendaagse problemen blijven op de achtergrond in dit Kieskompas. Mijn voorkeur komt het dichtst in de buurt van de PvdA. De partij waar ik het laatst van alle partijen op zou stemmen. Dus hoe overtuigend dit Kieskompas is en wat het exact bevraagt is me een raadsel.

Het Kieskompas kiest voor een benadering die de traditionele taken van de provincie vooropstelt: ruimtelijke ordening, verkeer, milieu, landbouw en cultuur. Een andere taak van de provincie, namelijk bestuur wordt overgeslagen. Zoals de relatie tussen provincie en gemeenten, of provincie en landelijke politiek.

Omdat de landelijke component die volgt uit zowel de provinciale bestuurstaken als de politieke actualiteit volledig ontbreekt is dit Kieskompas over de provincie Utrecht onvolledig. En da’s merkwaardig omdat vele kiezers juist hun stem zullen laten bepalen door hun steun voor het zittende kabinet of de gedoogcoalitie van D66, CU en SGP. Of juist de oppositie daartegen. Niet toevallig heeft premier Rutte de komende provinciale verkiezingen op 18 maart 2015 van landelijk belang genoemd. Het gaat om de meerderheid in de Eerste Kamer die via de provincies getrapt worden gekozen. Op  26 mei 2015 wordt de Eerste Kamer gekozen.

Het Kieskompas bevraagt dus de spreekwoordelijke olifant in de huiskamer niet. Wellicht begrijpelijk omdat daar geen beginnen aan is. Maar de landelijke politiek in de toelichting niet noemen en in geen enkele vraag terug laten komen oogt zo wereldvreemd en toevallig dat het bijna een politieke keuze van de samenstellers genoemd kan worden. Wat is dit Kieskompas als meetlat waard om richting te geven? Die vraag resteert.

Foto: Schermafbeelding van uitslag Kieskompas Provinciale Staten Utrecht 2015.

Wat zegt uitkomst van de Kleinste Politieke Quiz over partijkeuze?

qu2

De Amerikaanse Libertarische Partij zet een kleine politieke quiz op de voorpagina. Waarom? Omdat de partij voor maximale vrijheid gaat, zal het wel de opzet zijn dat iedereen tot zo’n uitkomst komt. En zich nog meer thuis voelt bij de zich gematigd opstellende lijsttrekker en oud-gouverneur van New Mexico Gary Johnson. Met op de achtergrond de meekijkende Ron Paul. Mij is het niet gelukt om volbloed libertariër te worden. Te Nederlands? De uitkomst maakt me half-libertarisch en half-links. Voor maximale persoonlijke vrijheid in een verzorgingsstaat die door de overheid in stand wordt gehouden. Met het oog op de komende verkiezingen voor gemeente en Europa vraag ik me af welke politieke partij bij dat profiel past. Ik zou het niet weten.

In april 2012 maakte ik dezelfde quiz met een vergelijkbare, maar toch iets andere uitkomst.

Maak ook de quiz en laat hieronder desgewenst weten welke Nederlandse politieke partij naar uw idee bij uw profiel past. Stemt u op die partij op 19 maart (gemeente) of 22 mei (Europa)? En zo niet, waarom niet?

(Vertaling: 1. Overheid moet geen toespraak, pers, media, of internet censureren.

2.  Militaire dienst zou vrijwillig moeten zijn. Er mag geen dienstplicht zijn.

3.  Geen wetten met betrekking tot vrijwillige seks tussen volwassenen.

4.  Intrekking van wetten die volwassen het bezit en gebruik van drugs verbieden.

5.  Geen nationale identiteitskaart.

6.  Beëindig ‘bedrijfs welzijn’. Geen uitdelen van overheidsgeld aan bedrijven.

7.  Beëindig overheidsbelemmeringen voor de internationale handel.

8.  Laat mensen hun eigen pensioen regelen; privatiseer de sociale zekerheid.

9. Vervang de verzorgingsstaat door private liefdadigheid.

10. Schrap belastingen en overheidsuitgaven met 50% of meer).

qu1

Foto’s: Schermafbeelding van The World’s Smallest Political Quiz: opgave en uitkomst.

Klimaattop Warschau: VS wil arme landen niet helpen

De een z’n brood is de ander z’n dood. Zo is het ook met het klimaat. Dat verandert. Kleine eilanden dreigen te verdwijnen omdat de zeespiegel stijgt, stormen en orkanen lijken sterker dan voorheen in een seizoen dat langer duurt dan voorheen en andere gebieden worden weer getroffen door extreme droogte. Het zijn de minst-ontwikkelde landen die het zwaarst getroffen worden. En juist deze landen hebben de minste reserves of infrastructuur om de schade die door de klimaatverandering ontstaat op te vangen. De aarde wordt zwaar belast, en de minst-ontwikkelde landen het allermeest. Ze hebben ook nog eens weinig politieke invloed.

Er is een politiek debat over de vraag of de klimaatverandering door de mens ontstaat. Wetenschappers zijn het er in overgrote meerderheid over eens dat dat zo is. Klimaatrapporten worden onderdeel van die strijd. Landen en lobbyisten die naar voren brengen dat klimaatverandering niet het gevolg is van menselijk ingrijpen hebben een eigenbelang. Ze willen doorgaan met produceren en het vasthouden van het welvaartspeil voor de eigen bevolking. Complicatie is dat zich ontwikkelende landen als India, Brazilië, Zuid-Afrika of China recht hebben op hetzelfde welvaartspeil als de klassieke geïndustrialiseerde landen. De kwantificering van de ecologische voetdruk van de toekomst geeft aan dat de aarde nog meer overbelast dreigt te worden dan deze nu is. Reageert het klimaat daar neutraal op? Een ramp kondigt zich aan. Hoe verdedigen landen hun positie?

Indirect bewijs dat een land als de VS er belang bij heeft om de milieuproblematiek te bagatelliseren en een oplossing in supranationale overlegorganen te vertragen geeft een uitgelekt document van de Amerikaanse delegatie op de UN-klimaattop in Warschau. Nitin Sethi van The Hindi legt het uit aan Amy Goodman.