Verklaring hoofdredactie Volkskrant, 15 december 2022.
Er is een kwestie over een cartoon. Het gaat om onderstaande cartoon van Jos Collignon in de Volkskrant die door de hoofdredactie wordt verwijderd ‘van de site en al onze uitingen’ omdat deze volgens deze hoofdredactie ‘Marokkanen – in Marokko en in de diaspora – stigmatiseert.’
De tekening is volgens deze verklaring ‘In strijd met wat we als krant willen zijn’. Dat is een navolgbaar standpunt. De tekening zou haaks staan op de Volkskrant, dat tegelijk zegt dat het de vrijheid van columnisten en cartoonisten ‘een groot goed’ vindt.
Maar navolgbaarheid geldt niet voor de volgende uitspraak als de hoofdredactie meent dat bij de tekening ‘de grenzen van de humoroverschreden’ zijn. Dat roept de vraag op of hoe de grenzen van de humor kunnen worden overschreden. Is dat per definitie mogelijk of is het een ongelukkige, te haastig gemaakte formulering? De hoofdredactie lijkt een filosofische uitspraak te doen over de grenzen aan de humor die het niet kan onderbouwen. Wie grenzen van de humor vaststelt, maakt humor tandeloos en ondergeschikt zodat het geen humor meer is.
Tweet van Jos Collignon met afbeelding van gewraakte cartoon, 15 december 2022.
De cartoon toont twee Marokkaanse voetballers op een scooter die wegrijden met de wereldbeker in handen, de trofee van het WK Voetbal in Qatar. FIFA-president Gianni Infantino kijkt ze verbaasd na. De tekening suggereert dat de wereldbeker uit zijn handen is gegrist. Collignon heeft op sociale media veel kritiek gekregen dat hij de Marokkaanse vlag niet heeft voorzien van een vijfpuntige, maar zespuntige ster.
Dat de hoofdredactie afstand neemt van de cartoon van Collignon heeft te maken met oordelen en vooroordelen over jeugdige, stelende Marokkaanse Nederlanders. In die beeldvorming gaat de hoofdredactie amechtig mee. De hoofdredactie lijkt met haar verklaring te zeggen dat de cartoon van Collignon plat is en slechts een laag bevat.
Maar de cartoon kan ook op een ander niveau gelezen worden. Namelijk van vrijbuiter Marokko die niet meegaat in de corruptie van de FIFA en de angst van voetbalbonden om zich uit te laten over alle misstanden in Qatar en eigenhandig de wereldbeker opeist. Als een moderne Robin Hood die steelt van de rijken.
Dat komt naast de kritiek van vele kanten op de arbitrage die meent dat de FIFA aanstuurde op een finale Frankrijk-Argentinië en andere ploegen zoals die van Engeland, Marokko, Kroatië en Nederland bewust heeft benadeeld in de arbitrage.
Het WK Voetbal in Qatar gaat tot nu toe vooral niet over voetbal. Maar over corruptie, mensenrechten, ontbrekende voetbalcultuur in Qatar en het gebrek aan transparantie en ruggengraat en de geldzucht van de Fifa.
Daar is twee dagen voor de opening een door de regererende familie van Qatar onverwacht opgelegd verbod om bier in stadions te verkopen bijgekomen. Dat geldt niet voor de skyboxen waar zakenrelaties rijkelijk kunnen worden blijven voorzien van champagne of andere drank. Buiten de stadions is alcohol in fanzones verkrijgbaar.
Een verbod van alcoholverkoop en -consumptie in een voetbalstadion is niet uitzonderlijk. Dat komt in vele landen voor. Het merkwaardige is dat Budweiser die per vier jaar de FIFA 75 miljoen dollar betaalt om sponsor te zijn met dit stadionverbod is overvallen. Budweiser is een Amerikaanse biermerk van multinational AB InBev.
Budweiser noemde het onverwachte stadionverbod voor bierverkoop in een inmiddels verwijderde tweet ‘awkward’, ofwel onhandig of lastig. AB InBev zal dit waarschijnlijk als contractbreuk door de Fifa opvatten. Deze kwestie geeft critici van dit WK in Qatar volop munitie voor de stelling dat dit toernooi nooit in Qatar had moeten plaatsvinden.
Het merkwaardige is dat Qatar volop geld heeft besteed aan de marketing en publiciteit van dit WK, maar er telkens weer in slaagt met in zichzelf gekeerd gedrag de eigen glazen in te gooien. Dat is de makke van alleenheersers of autoritaire leiders die het in eigen omgeving voor het zeggen hebben zonder dat er tegenspraak klinkt, maar zich niet weten te gedragen in een omgeving waar die tegenspraak wel klinkt.
Het WK Voetbal in Qatar lijkt al voor aanvang een schoolvoorbeeld van een starre en in zichzelf opgesloten organisatie van een autoritair organiserend land en een door en door corrupte Fifa. De uiteenlopende belangen van voetballers, voetbalbonden, voetbalfans, sponsors, mensenrechtenorganisaties, buitenlandse arbeiders, media, Qatar en Fifa zijn ostentatief met elkaar strijdig. Dat leidt af van het voetbal.
Een voetbalfan ben ik niet. Soms zie ik in gezelschap een stukje van een wedstrijd. Meer niet. Ik kijk dan ook niet uit naar het WK Voetbal in Qatar. Ik laat het graag aan me voorbijgaan. Maar ik gun liefhebbers een spannend toernooi.
Het WK Voetbal in Qatar dat op 20 november 2022 begint kent voor- en tegenstanders. Heikel punt zijn de duizenden gastarbeiders die gestorven zouden zijn bij de bouw van de stadions. Niet minder bepalend voor het slechte beeld van Qatar is de min of meer geheime samenwerking met het Taliban-regime in Afghanistan. De in Qatar gevestigde zender Al Jazeera is alleen kritisch over anderen, niet over Qatar zelf. Dat is geen evenwichtige journalistiek in een niet evenwichtig land.
Qatar probeert met een massaal media-offensief waarbij het de beste pr-bedrijven inschakelt om de westerse publieke opinie voor zich te winnen. Op de achtergrond loeren de Qatarese gasvoorraden waar Europese landen begerig naar kijken nu het afnemen van Russisch gas niet meer kan door de oorlog in Oekraïne. Daarom binden westerse regeringen in. De Nederlandse regering dreigt zelfs tegen de zin van de Tweede Kamer in om een hoge delegatie naar het WK te sturen.
Het uitgangspunt van marketing is dat het onmogelijk is om een slecht product te verkopen. Dat geldt voor Qatar. Dat is een slecht product. Maar Qatar moet niet verkocht worden, maar het WK Voetbal wel. Wat Qatar als middel voor de eigen marketing gebruikt is het doel. Zo kan het dat het WK straks een succes word dat niet positief afstraalt op Qatar. De knip tussen Qatar en WK is te groot.
De vrees dat via sportswashing van het WK Voetbal de reputatie van Qatar wordt opgekrikt lijkt ongegrond. Ook hier is de knip te groot. Alle reclames en advertenties van Qatar die zijn gericht op een westers publiek tonen onwezenlijk als een eigen parallelle werkelijkheid. Het is een te aantoonbare sprookjeswereld die weinig verbinding met de werkelijkheid vindt. Het is fantasie die zich te duidelijk laat kennen als fantasie. Daarbij komt dat een 100% positief Qatarees verhaal door een westers publiek cynisch als naïef zal worden afgedaan.
Voor het WK Voetbal kan dat gunstig uitpakken omdat zo’n voetbaltoernooi een sterk merk is van een op zichzelf staande werkelijkheid die alleen maar om het spelletje draait. Zonder verdere pretenties. Dat geldt niet voor Qatar. Daar blijft het valse beeld van belabberde marketing overheersen. Het valt te verzen voor de machthebbers van dat land dat ze overschat hebben hoe de westerse publieke opinie over hun land te beïnvloeden valt.
Qatar heeft zich met de hoop op sportswashing rijk gerekend, maar door de extra media-aandacht voor de slechte mensenrechtensituatie, de puissant rijke in zichzelf gekeerde elite, de export van en financiële steun voor islamitisch radicalisme, de corruptie rond de keuze voor dit WK en de geopolitieke band met het Taliban-regime in Afghanistan valt eerder te verwachten dat de reputatie van Qatar niet verbetert, maar verslechtert. Qatar had zich beter gedeisd gehouden door niet de aandacht op zich te vestigen.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Kabinet ziet boycot van WK voetbal in Qatar niet zitten‘ in De Telegraaf, 18 november 2021.
De regering-Biden overweegt om vanwege de mensenrechten geen diplomatieke afvaardiging naar de komende Olympische Winterspelen in China te sturen. Aldus een bericht van Politico van 18 november 2021. Dit speelt tegen de achtergrond van een relatie tussen de VS en China die tijdens de regering Trump verslechterd is. De Winterspelen vinden vanaf 4 februari 2022 plaats in Peking.
De regering Biden spreekt over ‘de genocide op religieuze minderheden in Xinjiang’. Het Canadese Lagerhuis steunde in februari 2021 een motie die zegt dat de behandeling van de Oeigoeren genocide is. De Nederlandse regering noemde het toen geen genocide, maar ‘grootschalige mensenrechtenschendingen tegen Oeigoeren‘.
Dat zou Nederland ook kunnen doen door geen ministers, premier of staatshoofd die deel van de regering uitmaakt te sturen naar de Winterspelen in China.
Hetzelfde is een optie voor het WK Voetbal in Qatar. Wel sporters sturen, maar geen diplomatieke afvaardiging namens Nederland. In februari 2021 nam een meerderheid van de Tweede Kamer een motie van SP-Kamerlid Sadet Karabulut aan met alleen VVD, CDA en FVD tegen die oproept om geen diplomatieke afvaardiging naar Qatar te sturen, aldus een bericht in De Telegraaf. Het gaat niet om een boycot, want dan zou Nederland geen sporters sturen, maar om het niet sturen van een diplomatieke afvaardiging.
In antwoord op een vervolgmotie van maart 2021 antwoordde het kabinet op 21 mei 2021 dat dit nog niet aan de orde was omdat Nederland zich nog niet had gekwalificeerd en dat pas in november 2021 duidelijk werd. Welnu, deze week heeft het Nederlandse elftal zich door een zege op Noorwegen geplaatst voor het WK in Qatar.
De schendingen van de mensenrechten in China zijn veel groter dan in Qatar en vinden op industriële schaal. Van de andere kant is de economische en politieke macht van China groter dan van Qatar.
Pas op 18 november 2021 dienden D66, GL en CU een motie in die de regering oproept om vanwege de mensenrechten geen diplomatieke afvaardiging naar de Winterspelen in China te sturen. Beide moties lijken samen te hangen.
Of de motie van Sjoerdsma c.s. over China wordt aangenomen staat nog niet vast, maar is wel waarschijnlijk. Dan is het echter nog niet zeker of de regering die motie uitvoert. Het weigert evenmin de motie van Sadet Karabulut over Qatar uit te voeren. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok kondigde dat in zijn antwoord van mei 2021 aan.
Dit is des te merkwaardiger omdat het over het functioneren van de regering gaat en de grenzen die daar aan gesteld worden door de Kamer. Het Kamer heeft daarover het laatste woord, maar de demissionaire minister van Buitenlandse Zaken Ben Knapen (CDA) legt in navolging van Blok en na plaatsing van het Nederlands elftal de motie Karabulut naast zich neer en noemt volgen het bericht in De Telegraaf het uitvoeren ervan een symbolisch gebaar. Dat gaat dus over moderne slavernij van arbeidsmigranten. Hij verantwoordt dat zo: ‘Ik vind het te kort door de bocht om nu als een soort protestgebaar te zeggen, ‘we blijven weg’.
Dat is op zijn beurt te kort door de bocht van minister Knapen. Hij geeft zowel een verkeerde beschrijving van de situatie in Qatar als een misleidende beschrijving van de motie Karabulut. Die roept niet op dat ‘we‘ wegblijven, maar ‘geen afvaardiging van de regering te sturen naar het WK in Qatar en hierover in overleg te gaan met andere landen‘. De motie roept niet op dat de sporters wegblijven.
SP-Kamerlid Jasper van Dijk vindt het naast zich neerleggen van de motie Karabulut schoffering van de Tweede Kamer. Van Dijk: ‘Het zou zeer ongepast zijn als onze koning gezellig in een skybox gaat staan borrelen met de autoriteiten van Qatar. Zo lang werknemers worden uitgebuit moeten we dat voorkomen.’
Dat is een echo en voorafschaduwing van de kritiek die koning Willem-Alexander in februari 2014 kreeg toen hij tegen alle protesten in vanwege de schending van de homorechten door het Kremlin van het kabinet de Winterspelen in Sochi mocht bezoeken en met president Poetin een biertje dronk. Anders landen schaalden toen hun diplomatieke afvaardiging af, maar Nederland weigerde dat. Het RD formuleerde dat toen in een subliem redactioneel zo: ‘Het gedrag van onze koning in Sotsji was niet wijs en niet waardig‘. De kans bestaat dat de koning dat in Qatar of Peking herhaalt.
Om koning Willem-Alexander tegen zijn eigen hysterie te beschermen is het alleen al gewenst om de beide moties over Qatar en China (mits die aangenomen wordt) uit te voeren. Zodat hij zich niet net als in Sochi 2014 opnieuw aan kan stellen als een kleine jongen en controversiële bestuurders van het ontvangende land legitimeert door ze te ontmoeten en een persmoment te gunnen voor hun propaganda. Dat komt naast de afkeuring over de behandeling van minderheden en arbeidsmigranten en de toepassing van de mensenrechten in beide landen.
Het kabinet doet er verstandig aan om in Europees verband te opereren en steun te zoeken voor het niet sturen van een diplomatieke afvaardiging naar de Winterspelen in China en het Wereldkampioenschap Voetbal in Qatar. Het gaat om de sport en daarom is het gewenst dat sporters en sportbestuurders de aandacht krijgen zonder dat een staatshoofd, premier of minister daar pontificaal voor gaat staan.
Er zijn voldoende mogelijkheden, plekken en gremia om de diplomatieke relaties met beide landen te onderhouden. Dat hoeft niet tijdens een sporttoernooi te gebeuren. Minister Knapen mist de essentie als hij zegt dat het wegblijven van de regering een symbolisch gebaar is. Het is andersom, de diplomatieke afvaardiging naar zo’n sporttoernooi is een symbolisch gebaar.
Het tentoonstellen van ‘inboorlingen’ heeft een lange traditie. Het begon al in het oude Egypte. Vooral in de tweede helft van de 19de eeuw waren de menselijke dierentuinen erg populair en moesten ze dienen als legitimatie van het kolonialisme. Nog op de Expo van 1958 in Brussel was een Congolees dorp ingericht. Maar de tijden waren veranderd: ‘Na een incident met blanke kinderen die bananen gooiden naar hun zwarte leeftijdsgenoten hielden de Congolezen de menselijke zoo voor bekeken’.
Onderzoekers merken daar het in het interessante artikel ‘In the Days of Human Zoos’ (2016) over op: ‘De antropo-zoölogische tentoonstellingen waren de belangrijkste vector in de overgang van wetenschappelijk racisme naar wijdverbreid koloniaal racisme. Voor de bezoekers was de aanblik van deze populaties achter tralies – echt of symbolisch – voldoende om de hiërarchie te verduidelijken: het was duidelijk waar de macht en kennis zouden liggen.’
Het is moeilijk om ons voor te stellen hoe er 150 jaar geleden gedacht werd. Landen waren nog geen eenheid zoals ze tegenwoordig zijn. Hoe bevolkingsgroepen momenteel ook politiek van elkaar verschillen, vroeger waren landen cultureel en geografisch minder eenvormig dan nu.
Neerkijken op de ander om er zelf sterker van te worden is iets van alle tijden en alle landen. Het bestaat nog steeds, maar alleen niet in de vorm van menselijke dierentuinen. Denk aan de slavernij van de Oeigoeren in China of dwangarbeiders uit Noord-Korea, India, Pakistan, Nepal, Bangladesh en Sri Lanka die buiten hun grenzen worden tewerkgesteld. Denk aan de meer dan 6.500 arbeiders die in Qatar zijn overleden bij de bouw van voetbalstadions. In de Tweede Wereldoorlog lieten de nazi’s dwangarbeiders zich doodwerken.
Het kan nog erger. De Ottomanen probeerden in 1915 de Armeniërs uit te roeien, de Duitsers in het begin van de 20ste eeuw twee volkeren in wat tegenwoordig Namibië heet en de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog de Joden, Roma en Sinti.
Wat is erger? De ‘inboorling’ als visitekaartje van het kolonialisme, de moderne slavernij van de rechteloze migrantenwerkers of de sluimerende genocide op de Oeigoeren? Iedere tijd heeft een specifieke verschijningsvorm van het onrecht.
Kritiek op Kauthar Bouchallikht die een hoge plaats op de kandidatenlijst van GroenLinks heeft gaat niet liggen. Zij was jarenlang vice-voorzitter van Femyso, een organisatie die begin 2020 door de Organisatie Europese Moslimbroeders in een document een eigen instelling werd genoemd, volgens publicist Carel Brendel in een artikel. Bouchallikht was dus niet alleen jarenlang gelieerd aan de Moslimbroederschap, maar blijkt dat ook verzwegen te hebben aan GroenLinks. Haar band met de Moslimbroederschap werd in elk geval niet genoemd bij haar kandidaatstelling.
Ook de kritiek op de kritiek gaat niet liggen. Zodat de verwijten over en weer blijven gaan. De essentie van de kritiek op de kritiek wordt in een artikel door Vrij Linkser Leo van Bergen omschreven: ‘Blijkbaar moeten mensen zoals ik – linksstemmend, cultuurminnend, etc. – onze mond houden zolang iemand die volgens de linkse goegemeente ‘deugt’, wordt aangevallen door ‘mensen die niet deugen’. Ik ben het met Van Bergen eens.
Hoe ver de argumentatie gaat die neerkomt op de redenering ‘de vijand van mijn vriend is mijn vriend’ toont een artikel van klimaatactivist Martijn Schackmann in Joop dat erop neerkomt dat links Bouchallikht volop moet steunen en de kritiek op haar dient in te slikken. Met dit soort kritiekloos wegkijken voor het onrecht in eigen kring is het geen wonder dat de linkse partijen in de volksgunst steeds verder wegzakken. Eddy Terstall constateert in zijn Telegraaf-column dat links in de peilingen nog maar 22% van de stemmen haalt, terwijl dat doorgaans 35-45% was. Waar het om gaat is dat links en het progressief-rechtse D66 niet meer lijken te weten waarvoor ze in het leven zijn geroepen, waar ze voor op moeten komen en wat hun identiteit is.
Hoe verwarrend de kritiek op het heimelijke islamisme van Kauthar Bouchallikht en het weerwoord daarop inmiddels is geworden toont een open brief op Al Jazeera van linkse Britse opiniemakers aan. Ze nemen het op voor Bouchallikht maar gaan voorbij aan haar betrokkenheid bij de Moslimbroederschap. Al Jazeera is een initiatief van Qatar dat een jarenlange geschiedenis van steun voor de Moslimbroederschap heeft, niet in het minst via Al Jazeera. Vanuit deze kennis beredeneerd bevestigt de open brief eerder Bouchallikhts betrokkenheid bij het islamisme dan dat die weerlegd wordt. Of liever gezegd, afgeleid wordt door de kritiek uit rechtse hoek te gebruiken als rechtvaardiging voor haar islamisme. Het is daarnaast op z’n minst merkwaardig dat deze Britten zich mengen in een lopend Nederlands debat.
Uiteraard mogen linkse partijen een religieuze koers varen als ze daar voor kiezen. Het brengt mij tot de verzuchting dat er in Nederland geen vrijzinnige linkse partij overblijft om op te stemmen. Maar dat is mijn probleem als politiek dakloze die net als Leo van Bergen het ongelukkig vindt dat religieuze kandidaten hoog op de lijst van linkse partijen worden gezet. Het debat binnen links wordt er niet overzichtelijker en beter op als dat aspect genegeerd wordt en de enige verdediging lijkt te zijn dat het de schuld van rechtse partijen en media is. Zo hoeft links niet te reageren op fundamentele kritiek waar het blijkbaar geen raad mee weet of bij zichzelf te rade te gaan over de eigen identiteit. Het gevolg is dat de ideeën van Bouchallikht worden weggemoffeld en links opnieuw een stuk van de eigen identiteit inlevert. Zo wordt ook GroenLinks een partij zonder hart die op kritiek antwoordt met kritiek op de kritiek zonder de kritiek zelf serieus te nemen.
Foto: Schermafbeelding van deel open brief ‘In solidarity with Kauthar Bouchallikht’ op Al Jazeera, 24 december 2020.
Wie het Frans of Arabisch niet verstaat, kan toch uit de beelden afleiden wat er aan de hand is. De Algerijnse minister van Religieuze Zaken en Waqf Mohamed Aïssa verklaart de oorlog aan het Saoedische Wahabisme en het islamitisch fundamentalisme. Islamitische geestelijken omringen hem. Aïssa meent onder verwijzing naar de Saoedische islamgeleerde Sheik Ibn El-Otheimine (1929-2001) dat hedendaagse salafisten niet de ware betekenis hanteren. Salafisme zou een verwijzing zijn naar het pad dat de profeet, zijn volgelingen en voorgangers volgden, maar hieruit zou niets afgeleid kunnen worden over het persoonlijke pad van moslims voor nu: ‘Echter, salafiya adopteren als een persoonlijk pad en het gebruiken van andere moslims met een tegengestelde mening, of sterker nog als een partizanenpad, is volledig in tegenspraak met salafiya zelf’. Dit gaat om de interpretatie en beeldvorming van het salafisme en wie erover het laatste woord kan claimen.
Of het klopt wat Aïssa zegt is niet de kern. Het gaat erom dat een Algerijnse minister het met stilzwijgende instemming van islamitische geestelijken nodig acht om zich tegen de fundamentalistische islam uit Saoedi-Arabië te keren en hij denkt die met eigen wapens te kunnen bestrijden. Dit geeft aan dat de stromingenstrijd in de (Soennitische) islam in een nieuwe fase is beland. De radicale islam wordt de voet dwarsgezet.
Dit staat in schril contrast met de conclusie van RTLZ-journalist Roderick Veelo. In een commentaar hekelt hij de lakse opstelling van de Nederlandse regering over de import van de radicale islam uit Saoedi-Arabië. Achtereenvolgende kabinetten met onder meer VVD, PvdA, CDA en D66 zouden dat jarenlang vanwege handelsbelangen hebben verzwegen of zelfs ontkend. Door onderzoeksjournalistiek van Nieuwsuur en NRC en tegen de zin van het kabinet in is de financiering van radicale moskeeën alsnog naar buiten gekomen. Veelo concludeert: ‘De situatie is absurd: we hebben de handen vol aan het deradicaliseren van jonge moslims en tegelijkertijd houdt de overheid er een geheime achteringang op na voor de radicale islam. Die geheime afspraken zijn ondraaglijk. Net als de wegkijkers, de langslapers en de lakse bestuurders die de samenleving opzadelen met de import van nog meer religieuze intolerantie.’ In landen als Algerije wordt de urgentie beseft van het terugdringen van de radicale islam omdat het een strijd om de macht is. Maar de Nederlandse regering daartegenover beseft die urgentie niet en maakt die ondergeschikt aan het eigen handelsbelang.
Bovengenoemd artikel ‘Syrië heeft geen bommen nodig, maar vrede!’ op Vrede.be trok mijn aandacht. Ik vond het warrig en onevenwichtig. In een reactie die ik op de FB-post van Vrede.be plaatste leg ik uit waarom ik dat vind. Er valt ook nog op een andere manier naar het artikel te kijken. Voor de overzichtelijkheid heb ik dat buiten genoemde reactie gelaten. In de gevestigde media krijgen radicaal-rechtse media veel aandacht. Terecht. Maar een gevolg daarvan is wel dat radicaal-linkse media wat onder de radar blijven en onderbelicht blijven. In feite is echter wat Vrede.be zegt niet anders dan wat wordt gezegd op rechts-nationalistische of rechts-populistische (sociale) media. In het publieke debat verdienen beide kanten van de medaille dezelfde mate van aandacht, kritiek en weerlegging van hun standpunten en zelfs weergave van de feiten. Mijn reactie:
Uiteraard heeft Syrië geen bommen, maar vrede nodig. Weinigen zullen het met dat standpunt oneens zijn. Het gaat er alleen om hoe die vrede afgedwongen kan worden. Ofwel, hoe kan de vrede de strijdende partijen opgelegd worden? Daar heeft vooralsnog niemand een afdoend antwoord op. Goede bedoelingen en verantwoording zijn onvoldoende om in Syrië iets te veranderen.
Syrië is een speel- en proeftuin van landen die er hun wapensystemen testen en hun geopolitieke doelen trachten te bereiken. Zo dient Syrië als middel voor de vluchtelingenstroom naar EU. Die stroom zaait verdeeldheid tussen EU-lidstaten. Dat verzwakt de EU en versterkt de belangen van staten die de EU willen verzwakken. Zo kan als politiek middel de kraan met vluchtelingen uit Syrië naar Europa gereguleerd worden. Degenen die de kraan bedienen hebben er belang bij dat de oorlog voortduurt.
Het vacuüm van de VS dat is ontstaan door het halfslachtige isolationisme van president Trump wordt opgevuld door de Russische Federatie. De VS is voor olie tegenwoordig zelfvoorzienend door de schalie-revolutie en heeft het Midden-Oosten niet meer nodig zoals vroeger. Dat heeft ook voor deze regio gevolgen. Het vroegere eigenbelang van de VS is omgeslagen in onverschilligheid. Vele landen zijn betrokken, Westerse landen en niet-Westerse landen, Arabische en niet-Arabische landen.
Het artikel is onnodig versluierend. Directe aanleiding ervoor is de aanval met kruisraketten op 14 april door de VS, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk op chemische installaties en opslagplaatsen van het Syrische leger. Het standpunt dat het een militaire operatie betreft is twijfelachtig. Door de relatieve kleinschaligheid en het uitblijven van een operationeel vervolg lijkt het eerder omschreven te kunnen worden als een politieke operatie met militaire middelen. De randvoorwaarde om geen menselijke slachtoffers te maken duidt erop dat het publicitaire karakter ervan voorop stond. De operatie was vooral symboolpolitiek, ofwel het tonen van spierballen in de publieke opinie. Daarvoor hadden de leiders van de drie westerse landen elk hun uiteenlopende redenen.
Het artikel wordt er verwarrend op als het verwijst naar een link van Airwars.org over het aantal slachtoffers van de Syrische oorlog, zonder het land te noemen dat volgens de grafiek ‘Coalition v Russia: Alleged civilian casualty events’ in 2018 de meeste slachtoffers heeft gemaakt: de Russische Federatie. Dat is op z.n minst onvolledig. Het artikel blijft het echter koppelen aan de actie van de drie westerse landen van 14 april die juist geen slachtoffers maakte. Het is onevenwichtig om een half verhaal met expliciete daders te noemen, maar het andere halve verhaal met andere daders ongenoemd te laten. Dan gaat journalistiek die zich onpartijdig opstelt over in het bewust sturen en misleiden van de beeldvorming.
Ja, de VS, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn niet echt begaan met het lot van de Syrische bevolking. Maar ja, dat geldt in dezelfde mate voor de Russische Federatie, Iran en een sjiitische beweging als Hezbollah. En zelfs voor het Syrische regeringsleger. Als een vredesbeweging pretendeert om een politieke en diplomatieke oplossing na te streven maakt het zich ongeloofwaardig door een onvolledige analyse te geven, een deel van de daders niet met naam te noemen en de slachtoffers verkeerd toe te wijzen.
Wat ontbreekt aan het artikel is evenwichtigheid. Als het Vrede.be echt om het bereiken van vrede in Syrië te doen is en niet om het vereffenen van een eigen politieke agenda, dan moet het niet schromen om het eigen vooroordeel ondergeschikt te maken aan een open blik op Syrië. Nu lijkt het er sterk op dat Vrede.be hetzelfde doet als wat de drie westerse landen op 14 april in Syrië deden: het gebruikt Syrië als middel voor het bereiken van een eigen politiek doel. Als het Vrede.be oprecht om het bereiken van vrede in Syrië te doen is, dan kan het partijpolitieke spelletjes beter achter zich laten.
Foto 1: Schermafbeelding van artikel ‘Syrië heeft geen bommen nodig, maar vrede!’ op Vrede.be, 16 april 2018.
Foto 2: Grafiek ‘Coalition v Russia: Alleged civilian casualty events’ op Airwars.org.
Uit de Franse documentaire ‘Interpol, une police sous influence?’ (Duitse titel: ‘Interpol – Wer kontrolliert die Weltpolizei?’) van Samuel Lajus blijkt dat de grootste boef Ron Noble is. Opvallend is dat de Amerikaan Noble van 2000 tot 2014 secretaris-generaal van Interpol was. De hoogste baas. Er blijkt iets fundamenteel fout te zitten bij deze internationale politie-organisatie met het hoofdkantoor in het Franse Lyon. De documentaire is gebaseerd op jarenlang onderzoek van de onderzoeksjournalisten Mathieu Martinière en Robert Schmidt.
Probleem is dat Interpol met 50 miljoen euro te weinig budget had om doelmatig te opereren en Noble daarom samenwerking aanging met private partijen, zoals wereldvoetbalbond FIFA, tabaksfabrikant Philip Morris of de farmaceutische industrie de Dolder Group. Interpol verbond zich aan de duivel, werd kwetsbaar en verloor aan eigen onafhankelijkheid. Het wordt gestuurd door deelbelangen. En als de samenwerking met bedrijven op een laag pitje wordt gezet, dan zijn er nog landen als Singapore of Qatar die zich inkopen in Interpol. En er hun belangen veiligstellen. Feitelijk wordt de bestrijding van cybercrime uitbesteed aan de Amerikaanse techbedrijven. Tekenend is de reactie van Kris d’Hoore die bij Interpol verantwoordelijk is voor een zorgvuldige procedure (due diligence). Zijn machteloosheid tekent de machteloosheid van Interpol. Uit deze documentaire blijkt dat Interpol een machteloze en gecorrumpeerde organisatie is. Het moddert door.
Senator Al Franken (D-MN) praat met Jake Tapper over de banden van Trump met het Kremlin. De regering Trump wordt steeds meer in het nauw gebracht. Niet alleen door de media en de oppositie, maar ook door de inlichtingendiensten. De goed geïnformeerde John Schindler schrijft in een artikel dat Trump en zijn naaste kring vertrouwelingen op het gebied van nationale veiligheid door de inlichtingendiensten niet vertrouwd worden. Het is niet alleen Mike Flynn, maar ook Trump zelf en medewerkers van Flynn. Ze krijgen geen informatie meer doorgespeeld omdat ze er niet alleen weinig mee doen, maar ook omdat de Amerikaanse inlichtingendiensten aannemen dat het Kremlin oren heeft die horen wat er in het Witte Huis besproken wordt.
Er is dus weinig wat de Russen niet zouden weten. Volgens Schindler is dit een unieke situatie die nog nooit is voorgekomen: ‘None of this has happened in Washington before. A White House with unsettling links to Moscow wasn’t something anybody in the Pentagon or the Intelligence Community even considered a possibility until a few months ago. Until Team Trump clarifies its strange relationship with the Kremlin, and starts working on its professional honesty, the IC will approach the administration with caution and concern.’
Hoe dit gaat eindigen is onduidelijk. Zelfs als medewerkers van Trump met hechte contacten met het Kremlin het Witte Huis uit worden gezet is er nog president Trump. Hij wil zijn belastingaangifte niet bekend maken, zoals Al Franken opmerkt. Het sterke vermoeden is dat Trump zakelijke belangen in de Russische Federatie heeft die hij geheim wil houden. Maar ze komen druppelsgewijs toch naar buiten, zoals dit weekend over Trumps Rosneft-aandelen in Qatar. Inlichtingendiensten weten meer dan de media nu naar buiten brengen over Trumps Rusland-connectie. Media en oppositie ruiken bloed en gaan op hun prooi af. Vroeg of laat valt Trump als de inlichtingendiensten zich bij die tegenkrachten voegen. Of hij moet de grondwet opzijzetten.