Gesprek op de Mont Absurd. Moet op universiteiten kunst worden gecontroleerd?

Sparren en Mont-Blanc

Het is een nauw pad de berg Mont Absurd op. Het massief ligt diep verscholen in het academische departement. Het is een tocht tussen het wegwerken van ongelijkheid en het beperken van vrijheid. De overmaat van het een betekent een tekort van het ander. Het woord dat de reis karakteriseert is behoedzaamheid. Er dient voorzichtig te worden gelopen.

Gesprek op den Drachenfels (1835) van Jacob Geel is in de Nederlandse literatuur het voorbeeld van een tweegesprek tussen twee uiteenlopende meningen. In dit geval tussen het classicisme en de romantiek. Een Gesprek op de Mont Absurd zou een tweegesprek tussen een vertegenwoordiger van de totale vrijheid en identiteitspolitiek kunnen zijn.

Een routebeschrijving voor de tocht de Mont Absurd op is de ‘Handreiking voor het opstellen van een gendergelijkheidsplan‘ van de Adviescommissie Divers en Inclusief Hoger Onderwijs en Onderzoek die onder leiding van VU-rector Vinod Subramaniam is geschreven. Universiteiten staan onder druk van de EU om eisen over diversiteit door te voeren, al is het planmatig. Sanctie is een stop om deel te nemen aan Europese programma’s, zoals Horizon Europe, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. In Nederland is het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de intermediair tussen EU en universiteiten.

De ‘Handreiking‘ leest als een inventarisatie en bundeling van journalistieke verslagen en notities die losjes met elkaar samenhangen. Het is een aanzet tot een aanzet. Het is een verkennend stuk over een onderwerp in ontwikkeling. In dit geval gendergelijkheid. De TomTom is niet ingeschakeld omdat het terrein nog niet in kaart is gebracht. Er hangt dikke mist die het zicht beperkt. Het is blindvaren op een nieuwe radar die nog niet gekalibreerd is. Botsingen en ontsporingen zijn niet uitgesloten.

Schermafbeelding van deel ‘Handreiking voor het opstellen van een gendergelijkheidsplan‘ van de Adviescommissie Divers en Inclusief Hoger Onderwijs en Onderzoek, 15 juni 2021.

Een voorbeeld van het voorlopige en verwarrende karakter van de handreiking is het aandachtspunt ‘Controleren van de fysieke omgeving‘. Daar wordt ook kunst genoemd. Er wordt verwezen naar de Engelstalige versie van het verslagDiversere beelden van de universitaire geschiedenis‘ van de Universiteit Leiden. Overigens is dat ‘Diversere‘ in de titel geen gangbaar Nederlands, hoewel dat mogelijk een Leidse variant van het Nederlands is.

Dat verslag van de Universiteit Leiden noemt drie initiatieven om een meer divers beeld van de academische geschiedenis te geven. Een ervan heeft met kunst te maken: twee sculpturen van vrouwelijke wetenschappers, astrofysicus Ewine van Dishoeck en classicus Ineke Sluiter.

Schermafbeelding van deel artikelDiversere beelden van de universitaire geschiedenis‘ van de Universiteit Leiden, 4 februari 2021.

Het toont onschuldig bij de Universiteit Leiden. De inzet is dat er meer vrouwen in beeld dienen te worden gebracht. Dat gaat niet ten koste van mannen of andere gendercategorieën, maar corrigeert een maatschappelijke ongelijkheid. Het is lastig om geen sympathie te hebben voor dit voorbeeld dat iets rechtzet.

Wie echter teruggaat naar de ‘Handreiking‘ die spreekt over ‘kunst’ bij het aandachtspunt ‘Controleren van de fysieke omgeving‘ en dat letterlijk neemt weet niet wat de bedoeling is. Dat ‘Controleren van de fysieke omgeving’ roept een beeld op van controleurs in dienst van een autoritaire leider die met hun telefoon door universiteiten lopen om foto’s te nemen van kunst die volgens hen niet door de beugel kan. Of door de beugel van de EU, het ministerie van OCW en de betreffende universiteit.

Slordigheid, ongelijksoortigheid en het ontbreken van fijngevoeligheid zijn het gevaar van dit soort verkennende notities. Ze geven voeding aan kwaadwillenden door niet zorgvuldig te werk te gaan. Deels is dat onvermijdelijk omdat het een inventarisatie betreft, maar deels is het onnozel om niet te beseffen hoe politiek gevoelig het debat over identiteit ligt. Zeker als het wordt gecombineerd met de sector kunst die als vanouds bekendstaat als een maatschappelijke vrijplaats waar per definitie sturing van bovenaf ongewenst is en afgewezen wordt.

De ‘Handreiking‘ zet als vertegenwoordiger van identiteitspolitiek argeloze passen de Mont Absurd op door kunst in te bedden in het aandachtspunt ‘Controleren van de fysieke omgeving‘. De opzet is goed, maar de framing is fout.

Advertentie

Rector van Leidse universiteit zet FvD’er Paul Cliteur voor de keuze: steunt hij Baudets uitspraak dat de universiteit ons ondermijnt?

Paul Cliteur (wiens achternaam bij mensen die die voor de eerste keer horen al snel een reactie van gegiechel en gêne oproept) is medewerker van de Leidse Universiteit en wordt door de Leidse rector magnificus Carel Stolker aangesproken op zijn steun voor het standpunt van Thierry Baudet die laatst in zijn apocalyptische overwinningstoespraak na de provinciale verkiezingen zei ‘dat universiteiten ons ondermijnen’. Het is nu niet zijn naam, maar het standpunt van Cliteur dat gêne oproept. Hoe kan hij als universiteitsmedewerker laten passeren dat de leider van de politieke partij waarvoor hij in de Eerste Kamer gaat zitten dit in volle ernst zegt, zonder daar kritisch op te reageren. Verraadt Cliteur hiermee niet zijn alma mater waar hij en ook Baudet onnoemelijk veel aan te denken hebben? Waarom spugen Cliteur en Baudet in eigen bron?

Als Cliteur die docent is aan de Leidse universiteit de stelling onderschrijft ‘dat universiteiten ons ondermijnen’ , dan is het begrijpelijk dat rector magnificus Carel Stolker vraagt of Cliteur dat kan toelichten. Mare geeft in een artikel de details. In zijn verdediging maakt Cliteur het er alleen nog maar erger op als hij zegt dat hij best een afwijkende mening mag hebben ‘in’ wetenschap. Dat staat echter niet ter discussie en is niet het breekpunt. Het gaat erover dat Cliteur een afwijkende en dissidente mening heeft ‘over’ wetenschap.

Met Cliteurs stilzwijgende steun voor het standpunt van Baudet (‘we worden ondermijnd door onze universiteiten’) positioneert hij zich tegenover de universiteit, neemt daar afstand van en steunt de aanval vanuit de politiek op de Nederlandse universiteiten. Geen enkele organisatie is een knip voor de neus waard als het dat ongenoemd laat passeren. Stolker moet vanuit zijn functie reageren. Hij is aangenomen om het belang van de universiteit te dienen. Dat wordt hier bedreigd door Baudet en zijn sycofant Cliteur.

Cliteur moet als medewerker aan de universiteit kleur bekennen. Hij dient te erkennen of hij de aanval van Baudet steunt. De keuze is aan Cliteur: kiest hij voor de universiteit of de partijpolitiek. Het is slappe hap als hij net doet alsof er niets aan de hand is. Want er is wel degelijk iets aan de hand door de aanval van Baudet.

Een universiteitsmedewerker als Cliteur die niet ondubbelzinnig wenst op te komen voor de organisatie waar hij in dienst is, moet zich goed beraden of hij bij die organisatie nog wel iets te zoeken heeft. Als hij niet beseft dat hij niet te ver af kan wijken van de regels die de letter en de geest van de universiteit vormen, dan plaatst hij zichzelf buiten de orde. Dan kiest hij door zijn wegkijken en bagatelliseren tegen de universiteit.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelRector: Cliteur moet afstand nemen van Baudets uitspraak over “ondermijnende universiteiten”’ van Vincent Bongers voor Mare, 3 mei 2019.

Petitie ‘Internationalisering onderwijs’ is kritisch op het bestuur van de Radboud Universiteit Nijmegen

Een ongelofelijke en kenmerkende petitie op Petities.24.com van studenten Psychologie aan de Nijmeegse Radboud Universiteit met drievoudige kritiek. Ze voelen zich voorgelogen en belazerd omdat de universiteit de afspraak schendt en geen Nederlandstalig maar Engelstalig onderwijs aanbiedt. Tevens vinden ze dat de universiteit daar onvoldoende over heeft gecommuniceerd. Tenslotte vinden ze het niveau van het Engelstalig onderwijs dat de docenten geven onder de maat, mede omdat het niet onafhankelijk getoetst wordt. De studenten merken op dat ze zich hadden aangemeld voor Nederlandstalig onderwijs ‘met het oog op een baan in Nederland (vaak in de zorg), waarbij het van groter belang is de juiste termen te kennen in het Nederlands’.

De meesten reageren anoniem, maar enkelen spreken zich uit en geven aan teleurgesteld te zijn in hun universiteit. Jette: ‘Ik teken omdat de kwaliteit van onderwijs echt onderuitgaat door het internationaliseren van de studie.’ Judith G.: ‘Ikzelf 2ejaars psychologie studente ben en hier last van ervaar. Als ik van tevoren had geweten dat het zo liep op de Radboud universiteit had ik me misschien wel aangemeld bij een andere universiteit in Nederland.’ Judith S.: ‘Ik teken dit. omdat ik boos ben dat ons onderwijs (psychologie Radboud Universiteit Nijmegen) ontzettend achteruit gaat in kwaliteit, doordat cursussen zo nodig in het Engels gegeven moeten worden, terwijl het overgrote deel later in Nederland aan de slag gaat…….’. Liz: ‘Ik teken omdat dit probleem al veel te lang speelt en de universiteit zich er gemakkelijk van af maakt door de problemen bij de student te leggen. Het wordt tijd dat de kwaliteit weer voorop komt, in plaats van het geld.’

Nederlandse universiteiten hebben geen vijand nodig, want ze helpen zichzelf om zeep. Zoals Liz opmerkt, universiteiten zetten niet de kwaliteit van het onderwijs voorop, maar het geld. Daarnaast gaat het erom dat zoals de studenten beweren ze zijn voorgelogen. Dat is ontoelaatbaar omdat het studenten schaadt en de geloofwaardigheid van de Radboud Universiteit beschadigt. De internationalisering van het onderwijs is prima, maar moet op een serieuze manier gebeuren. Met moedertaal sprekers van het Engels en geen Nederlandse docenten die hun variant van Steenkolenengels spreken en daarbij geen nuances kunnen overbrengen, laat staat als het al lukt om de grote lijn over te brengen. Overigens zijn deze docenten eveneens slachtoffer omdat ze voor de leeuwen worden gegooid door een onverantwoord opererend universiteitsbestuur.

Een andere taal kan het Nederlands niet vervangen. Evenmin is er noodzaak voor als het gaat om studenten die naar verwachting in een Nederlandstalige omgeving in Nederland werk zullen vinden. Internationale oriëntatie moet niet vermeden worden, maar het kan het onderwijs in het Nederlands niet vervangen en moet goed voorbereid worden. Dat gebeurt nu niet zoals dit voorbeeld aan de Radboud Universiteit verduidelijkt. Terwijl het probleem van slecht Engelstalig onderwijs door Nederlandse docenten toch al jaren geleden is geconstateerd. Dat laten gebeuren is onverantwoord gedrag van het universiteitsbestuur. Een bijkomend nadeel van Engelstalig onderwijs is trouwens dat oriëntatie op het Engels andere moderne talen als Chinees, Russisch, Spaans, Frans of Duits wegdrukt. Universiteitsbestuurders verliezen de essentie van een universiteit uit het oog in hun blindstaren op bedrijfsmodellen, rendement, marketingplannen, groei, internationalisering en de drang ‘om bij de tijd te zijn’ en de concurrentie met andere universiteiten niet te verliezen.

Foto: Schermafbeelding van deel petitieInternationalisering onderwijs’ van Amber Albrecht en Eileen Markmann op Petities24.com, 10 november 2018.

Controverse in Kansas over een kunstwerk in de vorm van een vlag

In Lawrence op de campus van de Universiteit van Kansas wapperde een kunstwerk van de Duits-Amerikaanse kunstenaar Josephine Meckseper in de vorm van een alternatieve Amerikaanse vlag. Deel van het nationale kunstproject ‘Pledges of Allegiance’. Om René Magritte te parafraserenCeci n’est pas un drapeau’. Zo werd het niet opgevat. Na protest is het kunstwerk neergehaald en verplaatst naar het universiteitsmuseum Spencer Museum of Art. Rector Doug Girod zag na druk van gouverneur Jeff Colyer in het kunstwerk een gevaar voor de openbare veiligheid, aldus een bericht in The New York Times. De reacties van de critici zijn zoals altijd in dit soort gevallen als het ergens om gaat. Namelijk dat de vrijheid van meningsuiting gerespecteerd wordt, maar …. dat het in dit geval om slechte smaak, verkeerde symboliek of de foute plek voor de kunstuiting gaat.

Foto: Josephine Meckseper, Untitled (Flag 2), 2017, 2017. Nylon and polyester poplin, hand appliqué. 121.9 × 182.9 cm. Edition 1/1 + 1AP.

Tilburg University adverteert op Breitbart. Maar klaagt niet te kunnen garanderen dat het stopt

Gisteren protesteerden Tilburgse studenten toen bleek dat Tilburg University adverteert op de Amerikaanse alt-right nieuwssite Breitbart. De site die witte suprematie en racisme in haar uitingen doet. In een bericht maakte Omroep Brabant er melding van. Dit is des te onbegrijpelijker omdat de universiteit er in april 2017 al op werd geattendeerd dat hun advertenties te zien waren op de website. ‘We zullen actie ondernemen’, was toen volgens Omroep Brabant de reactie. Die actie was niet afdoende en schoot tekort.

Vandaag reageert ‘het onafhankelijke, crossmediale platform van Tilburg UniversityUnivers in een bericht op deze kwestie: ‘Waarom waren de advertenties van Tilburg University dan toch weer op Breitbart te zien? “Dat ze dit jaar weer verschijnen is een technische zaak en heeft te maken met Google”, aldus Bennema. In het advertentiesysteem van Google kan oude content opnieuw opduiken, legt Bennema uit, waardoor de advertentie ondanks de huidige blokkering toch opnieuw kon verschijnen op Breitbart.’ Woordvoerder Tineke Bennema voegt eraan toe dat het in dit specifieke geval ‘niet om een gerichte advertentie’ gaat.

Het lijkt een flauwe smoes van Tilburg University. Zonder toestemming te geven en zonder er iets over te kunnen zeggen worden advertenties geplaatst. Ook op sites waar het niet geassocieerd mee wil worden en waar het zegt ver weg van te willen blijven. De universiteit heeft er gewoonweg niets over te zeggen, wil er evenmin verantwoordelijk voor nemen, maar suggereert wel dat het actie onderneemt. Hoeveel is dat waard?

Univers: ‘De universiteit heeft de hulp van experts ingeschakeld om te voorkomen dat Tilburgse opleidingen in de toekomst opnieuw worden aangeprezen op dubieuze websites. “Helemaal garanderen dat onze advertenties niet op Breitbart verschijnen kunnen we niet, maar we hebben daarom online adviesbureaus in de arm genomen om er voor te zorgen dat het niet meer zo gemakkelijk gebeurt.”’ Uitsluiten kan Tilburg University nog steeds niet dat advertenties op onwelgevallige plekken terechtkomen. Het tonen van goede bedoelingen en daadkracht is er dus nog steeds geen garantie voor dat een advertentie van Tilburg University op Breitbart verschijnt. Of op andere sites waar de universiteit niet mee in verband wil worden gebracht.

Deze gang van zaken tekent de manier waarop bedrijven en instellingen die adverteren afhankelijk zijn van tussenpersonen als advertentiepartners en adviesbureau’s, en het advertentiesysteem van Google. Niet het advertentiebeleid van Tilburg University, maar het algoritme van de advertentieafdeling van Google is de kwaaie pier waar al het kwaad aan wordt toegeschreven. Er rest Tilburg University weinig anders dan zich hierachter te verschuilen. Afhankelijk van algoritmen, adverteerders en Google. Overgeleverd aan Breitbart.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelTilburg University adverteert op extreem-rechtse site Breitbart: ‘Dit moet je niet willen’’ van Karlijn Houterman op Omroep Brabant, 12 maart 2018.

Hemeltergende schijnheiligheid van PVV en alle Nederlandse politieke partijen over kunst en cultuur. Domheid of valsheid?

PVV’er Martin Bosma heeft gelijk dat cultuur onder vuur ligt. Maar wat bedoelt hij ermee en hoe komt dat? En wat is de rol van de PVV? Bosma verwijst naar een reportage van EenVandaag (AVROTROS) over Engelstalig onderwijs aan universiteiten die op 10 juli werd uitgezonden. De ondertitel ervan is ‘vloek of een zegen?’ Er is van alles over te zeggen, waarschijnlijk is Engelstalig onderwijs aan universiteiten tegelijk vloek en zegen. Wat er nu aan schort is dat docenten niet zijn opgeleid om Engelstalig onderwijs te geven. Dat moet eerst op peil gebracht worden. En overigens, waar is het Duitstalig en Franstalig onderwijs gebleven in het curriculum?

Hoe dan ook, Bosma en de PVV hebben weinig recht van spreken. Zij hebben de mond vol over Nederlandse identiteit of Nederlandse cultuur, maar weigeren daar de politieke consequenties aan te verbinden. Je zorgen maken over de rol van het Nederlands in Zuid-Afrika wordt zo een afleiding voor wat de PVV in Nederland laat liggen. De PVV staat als aanstichter aan de basis van de recente afbraak van de Nederlandse cultuur. De PVV was in 2011 samen met de VVD de sluipmoordenaar van de gesubsidieerde culturele infrastructuur. Samen met alle politieke partijen die de bezuinigingen op het cultuurbudget billijkten. Nederlandse partijen zouden zich rot moeten schamen voor hun politiek van afbraak, maar daartoe is zelfkennis en zelfinzicht nodig.

Wie zich bezorgd maakt over Nederlandse identiteit of cultuur, maakt zich bezorgd over het overheidsbudget voor Nederlands kunst, monumentenzorg, erfgoed, landschaps- en natuurbeheer, onderwijs, wetenschap en omroep. In geciviliseerde landen als Frankrijk en Duitsland hebben tijdens de economische crisis van 2008 en de daaropvolgende stagnatie de regeringen de cultuurbudgetten in stand gehouden. Kunst is een belangrijke cultuuruiting en Fransen en Duitsers zijn trots op hun nationale kunst. Dat ze als symbool van hun nationale identiteit zien. In Nederland is die vanzelfsprekende trots onder invloed van de PVV afgebroken. De PVV heeft de mond vol van Nederlandse cultuur, maar wil zich er niet echt voor inzetten. Vertegenwoordigers van de PVV hebben zelfs voortdurend hun laatdunkendheid voor Nederlandse kunst laten blijken. Dat heeft het politieke debat over kunst en cultuur sinds 2011 negatief beïnvloed. Nog in het PVV-verkiezingsprogramma uit 2016 staat: ‘Geen geld meer naar ontwikkelingshulp, windmolens, kunst, innovatie, omroep enz.’

Thierry Baudet (FvD) retweet niet toevallig bovenstaande tweet van Martin Bosma. Hij spreekt herhaaldelijk uit niets met moderne of hedendaagse kunst te hebben. Of moderne architectuur. Dat soort conservatisme is een verdedigbaar politiek standpunt. Het past bij een stellingname die kunst en cultuur normeert, inperkt, temt en ondergeschikt wil maken aan de eigen politieke doelstelling. Als daarnaast ook middenpartijen als het CDA en D66 tegen uitbreiding van het cultuurbudget stemmen, dan weten we hoe diep van binnen de politieke elite van Nederland over cultuur denkt. Het mag niet te veel kosten, het moet dienstbaar zijn en essentieel wordt het niet gevonden. De verbinding ’Nederlandse identiteit’, ’Nederlandse cultuur’ en ‘sociale cohesie’ met ’Nederlandse kunst’ wordt niet gelegd. Nederlandse politieke partijen zien kunst en cultuur niet als natuurlijke bontgenoten, maar als tegenstander. Zelfs, of juist als ze zeggen het te willen beschermen. De Nederlandse politieke partijen zijn als de maffia die zegt winkeliers te willen ‘beschermen’. Daar komt niets goeds van.

Foto: Tweet van Martin Bosma en reactie, 11 juli 2017.

Aangepaste wet beschermt namen ‘universiteit’ en ‘hogeschool’. En kan discriminatoire gedragingen en uitlatingen aanpakken

Er is wetgeving in de maak die namen ‘universiteit’ en ‘hogeschool’ of vertalingen daarvan beschermt. Dat is voortaan voorbehouden aan bepaalde instellingen van hoger onderwijs. Een nieuwsbericht van februari 2016 zegt: ‘Minister Bussemaker wil met het voorstel een einde maken aan de praktijk dat instellingen zich ten onrechte universiteit, university (of applied science) of hogeschool noemen en studenten daardoor misleiden. Met het wetsvoorstel wordt onterecht gebruik van de namen verboden.’  Zo’n 40 opleidingsinstituten in Nederland inclusief de ‘Islamitische Universiteit Rotterdam’ moeten op zoek naar een nieuwe naam.

Artikel 1.3, vijfde lid gaat in op discriminatie: ‘De instellingen voor hoger onderwijs schenken mede aandacht aan de persoonlijke ontplooiing van hun studenten en de bevordering van hun maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. De bevordering van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef houdt ten minste in dat de instellingen, met inbegrip van degenen die hen formeel of informeel vertegenwoordigen, zich onthouden van discriminatoire gedragingen en uitlatingen. De instellingen richten zich in het kader van hun werkzaamheden op het gebied van het onderwijs wat betreft Nederlandstalige studenten mede op de bevordering van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands.

Hoe in Nederland gevestigde opleidingsinstituten die met buitenlands geld worden gefinancierd kunnen worden aangepakt is onduidelijk. Ook is het ongewis wanneer artikel 1.3, vijfde lid wordt overtreden. In een toelichting zegt het voorstel: ‘Er is ook sprake van een onmiskenbare verzaking van voornoemde plicht indien bijvoorbeeld intolerantie jegens bepaalde bevolkingsgroepen wordt uitgedragen op de website van de instelling. Er is nadrukkelijk geen sprake van strijd met artikel 1.3, vijfde lid, wanneer het gaat om wetenschappelijk of toegepast onderzoek. In het kader van de academische vrijheid moeten instellingen immers onderzoek kunnen doen. Onderzoek kan ook bijdragen aan het maatschappelijk debat. Dat is niet het geval wanneer wordt opgeroepen tot discriminatie. In dat geval wordt de grens overschreden van wat toelaatbaar is voor een instelling die deel uitmaakt van ons hoger onderwijs.’ Gezien de academische vrijheid zal de overheid terughoudend zijn met ingrijpen. In situaties van herhaalde discriminerende uitlatingen zoals door de rector van de Islamitische Universiteit Rotterdam biedt de wet voortaan een handvat om op te treden.

Petitie ‘Rustruimte op de Artesis Plantijn Hogeschool’ vraagt om gebedsruimte. Uiting van truttigheid, verwendheid en behoudzucht

AP

Hedendaags subgenre van de petitie is het verzoek om een gebedsruimte op hogescholen of universiteiten. Zoals hier in Den Haag of hier in Rotterdam. Nu is er de petitieRustruimte op de Artesis Plantijn Hogeschool’ op de locatie Campus Spoor Noord te Antwerpen. Dat het hier om een verzoek van islamitische studenten gaat wordt niet met zoveel woorden gezegd, maar valt af te leiden uit de steunbetuiging met vele handtekeningen met Arabische namen. Samia Kasmi is de initiatiefnemer. Opnieuw is het opvallend dat de petitie zo omfloerst en omhullend is. Ook dat past bij dit subgenre. Initiatiefnemers zijn heimelijk over hun beweegreden.

De petitie is tegenstrijdig. Enerzijds wordt gezegd dat de ‘gebouwen zijn voorzien van alle moderne studentenfaciliteiten: een aantrekkelijk en moderne studentenrestaurant, een uitgebreide bibliotheek’, maar anderzijds wordt gevraagd om een rustruimte, ofwel ‘een ruimte waar elk individu terecht kan om tot rust te komen’. Ondanks het aantrekkelijke studentenrestaurant en de uitgebreide bibliotheek wordt gesuggereerd dat zo’n ruimte ontbreekt. De toelichting van de hogeschool gaat verder: ‘In beide gebouwen vormen een groene patio en binnentuin de centrale ruimtes die dienen als ontmoetingsplek voor studenten.’ De directe omgeving van de hogeschool is in de beschrijving van de Cargo Zomerbar ‘Een groene oase in de stad’.

In de petitie wordt de rustruimte omschreven als een ruimte ‘Van yoga, bidden, een boek lezen tot rusten, ontstressen of gewoon genieten van de stilte’. In de uitgebreide bibliotheek kunnen blijkbaar geen boeken gelezen worden. Zoals te verwachten valt bij dit subgenre komt de aap uit de mouw door dat ‘bidden’. Dat is de kern waar de petitie om draait, maar die niet te prominent genoemd wordt. Al het andere dient als omhulsel om hieraan dekking te geven. Daarom ook de ongelijkheid en de ongerijmdheid  in de opsomming. Wie haalt het in het hoofd om te veronderstellen dat studenten naar school gaan om te rusten? En dat nog naast het feit dat er binnen en in de directe omgeving van de school al zulke faciliteiten aanwezig zijn.

De petitie krijgt een extra onbegrijpelijke laag als de ‘pluralistische visie’ van ‘onze Hogeschool‘ wordt bekritiseerd. Het is een verwijzing naar de missie van de hogeschool die door een fusie is gevormd: ‘Het doel van de hogescholen is hoger onderwijs verstrekken in een pluralistisch perspectief, gericht op een actieve erkenning en waardering van de verschillende ideologische, filosofische en godsdienstige strekkingen, en met de bestuurlijke autonomie als grondslag.’ Uit de petitie kan niet anders dan afgeleid worden dat door het willen veranderen van de ‘pluralistische visie’ die visie wordt verworpen. Door wat dat pluralistisch perspectief met erkenning en waardering voor verschillende ‘strekkingen‘ dan vervangen moet worden blijft de vraag.

In deze vestiging van de AP-Hogeschool zijn voldoende gemeenschappelijke ruimten en ontmoetingsplekken om tot rust te komen en te ontspannen. Het is geen functie van een school om te voorzien in religieuze ruimten. Of die nou rustruimte, stilteruimte of gebedsruimte worden genoemd. Bijkomend probleem is dat de vele functies in zo’n rustruimte lastig zijn te combineren en nieuwe problemen oproepen. Want wie beslist welke groep op welk tijdstip de rustruimte mag gebruiken? Niets let de studenten om buiten collegetijd te bidden of tot rust te komen. De Hogeschool biedt daarvoor vele speciaal op studenten gerichte voorzieningen.

Het subgenre van de petitie tekent de truttigheid, verwendheid en behoudzucht van een generatie studenten die haaks staat op academische ruimdenkendheid. Ieder heeft recht op eigen religiositeit, maar het is niet de academische instelling die daarin moet voorzien. Studenten dienen hun eigen verantwoordelijkheid te nemen.

Foto: Schermafbeelding van petitieRustruimte op de Artesis Plantijn Hogeschool’ op petities24.com.

Het was heel erg leuk op Nyenrode. Dat stemt uiterst tevreden

Waar gaat dit over? Wapperende vlaggen, blauwe en witte stoeltjes, diversiteit, invalshoeken, reflecteren op modellen, schuddende handen of bitterballen? Nee, om de CIO. Da’s Angelsaksische managementtaal voor de Chief Information Officer. De persoon binnen een organisatie verantwoordelijk voor informatietechnologie en computersystemen. Feitelijk niet een van de hoogste staffuncties. Het debat was interessant met notabene verschillende kleuringen, de bijeenkomst was leerzaam, en dat alles stemt tot uiterste tevredenheid. Het komt wellicht als verrassing, maar wie je bent als persoon dat maakt een heel groot verschil. Tsjonge. Hoe dan ook, het was heel erg leuk daar op Nyenrode. Waar het precies over ging komt volgende keer. Niet alles tegelijk.

Als geest van Jan Salie door Europa waart, wat moeten we ermee?

Het_kanonschot_Rijksmuseum_SK-C-244.jpeg

jansalieachtigberoerd, bloedeloos, dweperig, flauw, fleps, futloos, gammel, gezapig, halfslachtig,
krachteloos, laks, lam, lamlendig, lauw, lens, loom, lullig, lusteloos, machteloos, mat, mild, moe, murw, nalatig, paf, plat, slapjes, sloom, vermoeid, verslapt, week, wekelijk, zacht, zwak.

Waart Jan Salie door Europa? De personificatie van de 19de eeuwse lamlendigheid die Potgieter in 1841 in het verhaal ‘Jan, Jannetje en hun jongste kind’ verwoordde. Het kind Jan Salie wordt uit huis -in een hofje- gedaan door de ouders die het 17de eeuwse Nederland verbeelden. Als de geest van Jan Salie het overneemt, dan regeert de lamlendigheid. Dat moet voorkomen worden. Die machteloze halfslachtigheid, de lakse lulligheid, de lome nalatigheid, de weke zwakheid. Valt vooral West-Europa anno nu te karakteriseren als Jan Salie?

Twee voorbeelden: 1) De angst van universiteiten, musea en festivals dat leidt tot het afgelasten van lezingen of symposia over de vrijheid van meningsuiting vanwege een mogelijke dreiging. Vandaag werd bekend dat een lezing op 17 maart van Lars Vilks aan de Zweedse Karlstad Universiteit is afgelast omdat de veiligheid van de aanwezigen niet kan worden gegarandeerd. De lezing hoeft niet meer gehouden te worden. Het punt is al gemaakt, niemand komt meer vanzelfsprekend op voor de vrijheid van meningsuiting. 2) De angst van Europa om weerstand te bieden aan het Rusland van Putin. Het durfde niet optreden toen de Krim onrechtmatig werd geannexeerd en treedt nog steeds niet passend en besluitvaardig op tegen de Russische agressie in Oekraïne.

Hebben we met een vroeg 21ste eeuwse Jan Salie een oud fenomeen in een nieuw jasje te pakken dat onze tijd personifieert? Maar hoe is dat dan ontstaan? Is het ingegeven door de angst om onze welvaart vast te houden en die koste wat kost niet te verliezen omdat we vermoeden dat het economisch nooit meer zo goed wordt als het was? Maakt het spelen op zekerheid door het vertragen van de achteruitgang ons reactief, voorzichtig en defensief? Nee, zo erg is het gelukkig niet. Vele burgers nemen initiatieven en veroveren nieuwe werelden. Maar juist dat gaat ten koste van de oude werelden waar politici, bestuurders en directeuren in opereren. Ze weten zich geen raad met de aanpassing aan nieuwe omstandigheden. En tonen in afwachting lamlendigheid.

Foto: Willem van de Velde (II), Het kanonschot. Omstreeks 1680. Collectie: Rijksmuseum Amsterdam.