
Het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMvW), ofwel de museumkoepel zoals het zichzelf noemt, laat zien hoe men eenheid suggereert in een samenwerkingsverband dat die eenheid niet heeft. Op 28 maart 2023 heeft het in een bijeenkomst en persbericht aangekondigd dat het na de zomer van 2023 samengaat onder één noemer, namelijk die van Wereldmuseum.
Dat is minder vanzelfsprekend en betamelijk dan het lijkt. Want hiermee eigent de NMvW zich de naam of het merk van het Wereldmuseum toe. Kan dat zomaar?
Het NMvW is sinds 2014 een fusie van drie musea. Te weten het Tropenmuseum Amsterdam, Museum Volkenkunde Leiden en het Afrika Museum Berg en Dal. Het Wereldmuseum Rotterdam is nooit als partner tot de fusie toegetreden, maar werkt wel samen met de drie fusiepartners van het NMvW.
Het behoud van de Rotterdamse signatuur was voor de Rotterdamse gemeenteraad een voorwaarde voor instemming met de samenwerking met het NMvW en de jaarlijkse subsidie van € 5 miljoen. In een persbericht uit 2016 beloofde het NMvW dat het Wereldmuseum ‘een zelfstandig Rotterdams museum‘ zou blijven.
Door de jaren heen is dat profiel steeds fletser en minder Rotterdams geworden. De zelfstandigheid werd uitgekleed. De gelijkschakeling van en de goocheltruc met de naam Wereldmuseum lijkt een volgende stap in de integratie van het Wereldmuseum in het NMvW. Dat is een eenwording die niet zo genoemd mag worden, maar indirect toch wel zo wordt genoemd. Vraag is hoe de Rotterdamse gemeenteraad over deze integratie denkt die onomwonden in tegenspraak is met de afspraken uit 2016.
Het kiezen van de naam Wereldmuseum brengt het huidige Wereldmuseum Rotterdam dat als enige van de vier over de eigen naam gaat kosmetisch dichter bij het fusieverband NMvW. Het fusieverband eigent zich de naam toe waar het geen eigenaar van is. Hoe dat zit volgens de verhoudingen binnen het samenwerkingsverband en het merkenrecht is een kluif voor juristen.
Het fusieverband is overigens niet stabiel. Het Afrika Museum heeft in maart 2022 in een persbericht aangekondigd dat het wegens onvrede met het beleid van het management van de NMvW per 1 januari 2025 uit het fusieverband stapt. Daarna heeft het NMvW dat recht heeft op een deel van de collectie van het Afrika Museum aangekondigd in de buurt van Nijmegen een nieuw Afrika Museum op te starten dat concurreert met het Afrika Museum van de broeders van de Congregatie van de Heilige Geest.
Over de toekomstige naam van het Afrika Museum van het NMvW bestaat onzekerheid. Het NMvW presenteert het nu als ‘Wereldmuseum Berg en Dal’, maar uit een artikel in de Gelderlander blijkt dat een journalist blijkbaar heeft begrepen dat de nieuwe naam ‘Wereldmuseum bij Nijmegen’ wordt. Journalist Herman Wissink is er zeker van: ‘De toevoeging Berg en Dal wordt niet gebruikt.’ Maar dat is in strijd met de perspresentatie van het NMvW op 28 maart 2023 waar de toevoeging ‘Berg en Dal‘ wel degelijk wordt gebruikt.
Wat Wissink zegt is logisch omdat vanaf 2025 het contract van het NMvW met het Afrika Museum door de Congregatie is opgezegd en het onwaarschijnlijk is dat het Afrika Museum van het NMvW ook in Berg en Dal zal worden gevestigd. Mogelijk verandert het NMvW de naam van deze vestiging na de zomer als de nieuwe naamgeving en huisstijl worden geïntroduceerd. En het NMvW een nieuwe locatie voor haar Afrika Museum heeft gevonden.
Er is nog geen zekerheid over de vraag wie de overheidssubsidie van het Afrika Museum mee mag nemen. Maar gezien de goede verhoudingen van het NMvW met het ministerie van OCW en het zo goed als negeren van de broeders van de Congregatie die een plek aan tafel bij dat ministerie geweigerd wordt gaat dat deel van de subsidie die het NMvW nu voor het Afrika Museum vangt zeer waarschijnlijk naar het NMvW.
Het oprichten van dat nieuwe museum door het NMvW lijkt een tweeledig doel te hebben. Het onderbrengen van dat deel van de collectie van het huidige Afrika Museum dat toevalt aan het NMvW en een claim op dat deel van de overheidssubsidie dat nu geoormerkt is voor het huidige Afrika Museum (stand 2016: € 1.590.000).
Een en ander betekent dat de museumkoepel NMvW op dit moment jaarlijks zo’n € 6.6 miljoen overheidssubsidie ontvangt voor het Wereldmuseum én het Afrika Museum. In de basisinfrastructuur 2017-2020 ontving het NMvW jaarlijks € 10.144.545. Met de Rotterdamse subsidie voor het Wereldmuseum telt dat op tot een subsidiebedrag van € 15.144.545 per jaar. Ter vergelijking, het Rijksmuseum ontvangt jaarlijks € 6.518.198 overheidssubsidie (stand: 2020).
De naam ‘Wereldmuseum Berg en Dal’ die het NMvW gisteren presenteerde kan ook nog anders opgevat worden. Het laat weten dat een organisatie niet investeert in een naam die na zo’n 15 maanden weer verdwijnt. Daarom kan de toevoeging ‘Berg en Dal‘ opgevat worden als intimidatie van de broeders die het signaal geeft dat het de Congregatie financieel en politiek nooit zal lukken om vanaf 2025 een zelfstandig Afrika Museum van de grond te tillen en te exploiteren.
De naamgeving ‘Wereldmuseum‘ van het NMvW trekt het Rotterdamse Wereldmuseum dichter tegen de borst en geeft door de toevoeging ‘Berg en Dal‘ aan de huidige locatie van het Afrika Museum het signaal af dat het huidige Afrika Museum plus collectie plus gebouwen met actieve tegenwerking door het ministerie van OCW van de Congregatie alsnog toevalt aan het NMvW.
De aanmatigende houding van het management van het NMvW is vooralsnog kosmetisch, een sprong in de leegte, die op termijn echter succesvol kan uitpakken als betrokkenen als de Rotterdamse politiek en de Congregatie van de Heilige Geest dit laten passeren of wegens gebrek aan middelen of interesse niet weten te verhinderen.