Pleidooi voor scheiding van staat en landbouwlobby

Schermafbeelding van deel artikelWij, kiezers en belastingbetalers, worden met open ogen opgelicht door de veelobby‘ van Tim Reijsoo in de Volkskrant, 21 augustus 2022.

Mijn instemmende reactie op het opinie-artikel van Tim Reijsoo in de Volkskrant van 21 augustus 2022:

Eens met het commentaar. Zoals Tim Reijsoo opmerkt is het merkwaardig dat we de deconstructieve macht van de landbouwlobby kennen, maar die merkbaar niet terug kunnen dringen. De landbouwlobby heeft VVD en CDA vooral op regionaal niveau in de zak.

De agro-industrie zal haar verdienmodel van optimaal producerende melkveeboeren niet vrijwillig opgeven. Maar de politiek is onmachtig en heeft met het CDA een verrader van de algemene zaak in het kabinet om dat krachtig te veranderen. Hoewel minister Van der Wal voet bij stuk houdt.

Er zijn nog drie aspecten die genoemd hadden kunnen worden:

1) De media zitten ook steeds meer in de zak van de radicale boeren en de agro-industrie. Als de boeren een overleg hebben met Remkes dan besteedt het NOS Journaal daar zoveel zendtijd aan zonder enige kritische duiding dat het sterk lijkt dat de NOS promotie voor boeren en agro-industrie maakt. De publieke omroep laat zich intimideren en houdt de rug uit lafheid niet langer recht. Als de natuur- en milieuorganisaties een week later ook zo’n overleg hebben met Remkes dan doet het NOS Journaal dat af in 30 seconden.

2) De invloed van de boeren en boerenorganisaties doet zich op het laagste democratische niveau vooral gelden in besturen van waterschappen die op ondemocratische wijze worden gekozen. Met zetels voor belangengroepen. Daar wordt beslist om het waterpeil in polders en weteringen laag te houden omdat dit de boeren dient, maar niet de burgers en Nederland als geheel. Zie de huidige lage waterstand die daar mede een gevolg van is.

3) De Nederlandse boeren werken voor meer dan 75% voor de export. De voedselvoorziening van Nederland komt met het reduceren van de veestapel met 50% dus niet in gevaar. Duurzaam producerende boeren zouden meer steun van politiek, media en publieke opinie moeten krijgen. Ze geven het voorbeeld voor de toekomst van de Nederlandse landbouwsector: kwaliteit boven kwantiteit. Het bovenproportioneel beslag dat vooral de melkveeboeren leggen op de grond is onhoudbaar en niet meer van deze tijd in een zich ontwikkelend Nederland (Ruimtelijke Ordening) waar woningbouw, infrastructuur, bedrijven en natuur en ontspanning hun plek moeten kunnen vinden.

Ik stem, maar mijn stem maakt geen verschil, alles staat al vast

gold

‘Het grote probleem is namelijk dat veel belangrijke politieke vraagstukken niet ter discussie gesteld mogen worden, of liever gezegd: ze mogen wel ter discussie gesteld worden, maar de gevestigde partijen zullen aan de uitkomst van het debat over deze kwesties geen enkele consequentie verbinden.‘ Aldus Niels Feitsma in NRC van 16 maart onder de titel ‘Mijn stem maakt geen verschil, alles staat al vast’. Zijn conclusie is dat in de Nederlandse politiek veel onbespreekbaar is geworden. Anders gezegd, het kan wel besproken worden maar het heeft geen gevolgen. Alternatieven ontbreken. Alles staat vast. In beton gegoten heet dat in Haags jargon.

Feitsma’s klacht komt overeen met wat ik dezelfde dag hier schreef: ‘Provinciale verkiezingen voorzover ze van belang zijn voor de samenstelling van de Eerste Kamer zijn een les in polderen en aanlengen van standpunten. In kiezersbedrog dat zegt dat er fundamentele keuzes gemaakt kunnen worden die er helemaal niet zijn. Iemand die landelijk een negatieve stem uit wil brengen op de VVD kan nergens terecht omdat de VVD altijd deel uitmaakt van de meerderheid in de Eerste Kamer. Kortom, het is bij provinciale verkiezingen onmogelijk een negatieve stem op Rutte en zijn kornuiten uit te brengen. Daarom ga ik waarschijnlijk niet stemmen. Hoe graag ik me ook zou willen uitspreken in verkiezingen waarbij echt iets te kiezen valt.

Toch ben ik vandaag gaan stemmen. Ik beschouw het als een teken van zwakte. Van overgave aan het proces dat Feitsma beschrijft. Waarom doe ik mee aan een circus waarvan ik weet dat het een schijnvertoning is en de uitkomst vooraf vaststaat en er hooguit wat in de marges gerommeld wordt? Met een organisatie waarvan het vangnet zo omvangrijk is geworden dat dat het hele circus omvat en er geen plek meer over is voor de act.

Mijn wens voor de toekomst is dat er een politieke partij komt met maar een hoofddoel: de hervorming van het politieke bestel die de politiek weer revitaliseert. Dat kan door het belang van de politieke partijen terug te dringen, technische vernieuwing als e-democracy in te voeren en te experimenteren met nieuwe vormen van directe democratie zodat de kiezer direct kan spreken. Tot die tijd stem ik in het circus op marginale partijen als de Piratenpartij of de Partij voor de Dieren. Meer is er op dit moment niet in de eenpartijstaat Nederland.

Foto: Still van trapezewerkster Rose Gold in 1951 zonder vangnet in de Eiffeltoren. Zie ‘Les incroyables acrobates de la Tour Eiffel’ uit het archief van het INA.

Waarom ik vermoedelijk niet stem voor de provinciale verkiezingen

2022-2 Aanlengen van melk met water 1911

Komende woensdag 18 maart zijn de verkiezingen voor de provinciale staten en waterschappen. Ik woon in Utrecht. Of ik wel of niet ga stemmen, daar ben ik nog niet uit. Als ik wel ga, dan doe ik dat omdat ik bij de provinciale verkiezingen een stem wil uitbrengen tegen het zittende kabinet en vooral tegen de VVD dat naar mijn idee een halt toegeroepen moet worden in het verkwanselen van de rechtsstaat. Anders gezegd, wanneer is voor mij het dieptepunt bereikt om te gaan stemmen? Maar de provinciale verkiezingen zijn geen landelijke verkiezingen. Zelfs niet via de omweg van de Eerste Kamer die volgt uit de uitslagen van de provinciale staten.

Op wie en voor wat moet gestemd worden? Hoe transparant is de omrekening van provinciale staten naar Eerste Kamer? In de campagnes vermengen de partijen alles met elkaar: provinciale staten, Eerste Kamer en Tweede Kamer. Is het een wonder dat de kiezer door de bomen het bos niet meer ziet en diep vanbinnen geen heilig vuur voelt branden om te gaan stemmen? Wordt de kiezer bewust zand in de ogen gegooid? Is dat de opzet van partijen die spookrijden door de verschillende bestuurslagen om hun eigen doel te bereiken?

Zelfs als de VVD en PvdA ongenadig op hun broek krijgen en zetels in de Eerste Kamer verliezen, dan wordt dat gerepareerd door de gedoogpartijen aan boord te halen: D66, CU en SGP. Tom Louwerse zegt ‘de kans dat de coalitie plus ‘constructieve 3’ momenteel [11 maart] een meerderheid zouden halen, is nog steeds klein: zo’n 6%.’ Ook dat is geen probleem omdat er geen ondergrens is aan het binnenboord halen van nog meer gedoogpartijen, zoals het CDA. Kortom, van de verkiezingen voor de Eerste Kamer staat het eindpeil al voor 18 maart vast: 38 zetels of meer, inclusief VVD en PvdA. Alleen de mate van verwatering is nog aan de orde.

Provinciale verkiezingen voorzover ze van belang zijn voor de samenstelling van de Eerste Kamer zijn een les in polderen en aanlengen van standpunten. In kiezersbedrog dat zegt dat er fundamentele keuzes gemaakt kunnen worden die er helemaal niet zijn. Iemand die landelijk een negatieve stem uit wil brengen op de VVD kan nergens terecht omdat de VVD altijd deel uitmaakt van de meerderheid in de Eerste Kamer. Kortom, het is bij provinciale verkiezingen onmogelijk een negatieve stem op Rutte en zijn kornuiten uit te brengen. Daarom ga ik waarschijnlijk niet stemmen. Hoe graag ik me ook zou willen uitspreken in verkiezingen waarbij echt iets te kiezen valt. Zolang het Binnenhof de provinciale politiek kaapt, en zolang het Binnenhof mijn provinciale stem kaapt heb ik problemen met de schijnvertoning die de kiezers op 18 maart 2015 voorgehouden wordt.

Foto: ‘Aanlengen van vers aangevoerde melk met water, Amsterdam 1911. De melk van melkboeren uit Noord-Holland (Waterland, Zaanstreek) wordt in melkbussen per schip naar Amsterdam vervoerd. Bij de Droogbak worden de melkbussen uitgeladen, waarna het aanlengen plaatsvindt.’ 1911. Credits: Spaarnestad Photo.

Reorganisatie van het openbaar bestuur: met burgerzelfbestuur

800px-Landsgemeinde_Glarus_2006

Het openbaar bestuur van Nederland telt te veel lagen is de veelgehoorde kritiek. Tel maar na, rijk, provincie, gemeente, deelgemeente (Amsterdam en Rotterdam) en waterschappen. En het dak van het bestuursbestel is opgetild. Er is een bovenverdieping bijgekomen die steeds voller ingericht wordt: de EU, aldus Arno Korsten. Daarnaast zijn recent de zogenaamde gemeenschappelijke regelingen ontstaan als een nieuw niveau tussen gemeente en provincie. Het bezwaar van die bestuurlijke spaghetti is dat het onoverzichtelijk, ondoelmatig en ondemocratisch is. En het talent dat bestuurt en controleert onnodig wordt verspreid. De focus ontbreekt.

Twee gedachten over hoe het anders kan. Eindhovens burgemeester Rob van Gijzel (PvdA) zoekt het groot. Hij profileert zich binnen de politiek-ambtelijke traditie van een VNG Denktank met onderwerpen op het gebied van bestuurlijke vernieuwing. In het openbaar bestuur van de toekomst ziet-ie plek voor twee bestuurslagen: nationaal en regionaal. Aldus zijn proefballon in het ED. Dat betekent een einde aan gemeenten en provincies. Hij pleit voor klustering van het bestuur in 40 regio’s. Analoog aan het COROP-niveau. Dat zo van denken over demografie, economie en ordening mag promoveren voor het eggie van het openbaar bestuur.

Trendwatcher van beroep Adjiedj Bakas denkt kleiner. In een artikel in NRC over de herverdeling van arbeid en inkomen dat afgeleid is van een speech die hij voor de partijraad van de SP hield zegt-ie: ‘Wordt het land opgedeeld in 10.000 mini-gemeenten met burgerzelfbestuur, naar Zwitsers model, dan kan de overheid ook minimaal de helft goedkoper werken. De burgers zullen meer onbetaald werk doen in onder andere lokaal bestuur, lokale rechtspraak en zorg.’  Wat de burger in lokale rechtspraak moet doen is trouwens de vraag.

Van Gijzel kiest voor reparatie van het huidige model dat overheid en politieke partijen centraal blijft zetten. Bakas slaat een nieuwe richting in en zet in de overgang van Big Government naar Big Society, zoals-ie het zelf omschrijft, de burger en de gemeenschap centraal. Op een hoger niveau verbonden met de instrumenten van de e-democratie. Van Gijzel denkt in eenheden van 400.000 inwoners, Bakas in eenheden van 1.700 inwoners. Nogal een verschil. Complicatie in Van Gijzels denken is dat minister Plasterk niet eens voldoende politieke steun voor gemeenten van 100.000+ inwoners kon mobiliseren en die plannen moest loslaten.

Vernieuwing van het openbaar bestuur is een zaak van lange adem vanwege de ingewikkeldheid en de belangen. De claim op functies is de investering en traditie van jaren die de partijpolitiek niet los kan laten. Paradoxaal vooral niet in het overleg over de reorganisatie zelf. Van een afstand blijkt de discussie over organisatie en reorganisatie van het openbaar bestuur te bestuurlijk gevoerd te worden. Om te beginnen moeten niet de overheid, de politieke partijen, de VNG of de bestuurskundigen het laatste woord hebben over de bestuurlijke reorganisatie van Nederland. Dat moet de burger zijn die actief en serieus aan dat proces moet kunnen deelnemen. Zodat het burgerzelfbestuur volgens Zwitsers model van Bakas hoog op de agenda van de bestuurlijke vernieuwing wordt gezet. Op weg naar drie bestuurslagen: rijk, tussenlaag en burgerzelfbestuur.

Foto: Stemming in de Landsgemeinde (landsvergadering) op 7 mei 2006 in Glarus, Zwitserland.