Achterkamertjespolitiek in vertrouwenscommissie Utrecht

24182

De vertrouwenscommissie was de ingebakken weeffout bij de benoeming van Wolfsen. Elke partij uit de raad mocht een vertegenwoordiger leveren. De grotere PvdA en GroenLinks legden meer gewicht in de schaal. Zo’n groep raadsleden denkt ondanks onderlinge verschillen in dezelfde politiek-bestuurlijke richting. Van de 22 sollicitanten in Utrecht waren er 9 partijloos. Deze laatsten moeten bij voorbaat kansloos worden geacht bij een vertrouwenscommissie die gefocused is op politiek en politieke partijen. Want de partijen zitten aan de knoppen van de banenmachine en bedienen alleen zichzelf. Dat bleek overduidelijk in Utrecht.’ Zo schreef ik bijna 3 jaar geleden over de benoeming van Aleid Wolfsen (PvdA) in ‘Weeffout Wolfsen: een reconstructie‘.

Na onhandig optreden in de publiciteit en kritiek van onder meer Diederik Samsom en de Jonge Socialisten houdt Wolfsen het voor gezien. Hij ambieert geen tweede termijn. Gevolg is dat er een vacature voor het burgemeestersambt van Utrecht is. Gebruik is dat een vertrouwenscommissie samen met de Commissaris van de Koning een profielschets opstelt. Een voorlopige profielschets is door een vertrouwenscommissie in oprichting opgesteld. Opzet is om de nieuwe burgemeester per 1 januari 2014 te benoemen.

Er is onenigheid in de vertrouwenscommissie. René Kuiper van GroenRechts heeft zich teruggetrokken. In een anonieme stemming over de leden van de commissie kreeg-ie 20 van de 45 stemmen tegen. Hij concludeerde daaruit niet welkom te zijn. Achterliggende reden lijkt de geheimhouding, in een persbericht schreef Kuiper: ‘De fractie van Groen Rechts staat niet toe dat de benoeming van de burgemeester op een achterbaks politiek spelletje zal uitdraaien.‘ De tegenstemmers die zich niet bekend willen maken bevestigen het gelijk van Kuiper dat achterkamertjespolitiek floreert in Utrecht. Vertegenwoordigers van D66, SP en CDA verwijten de tegenstemmers kinderachtig gedrag. SP ziet er een onderlinge afrekening tussen raadsleden in, CDA vraagt of de tegenstemmers zich bekend maken en D66 ziet er ondersteuning voor de gekozen burgemeester in.

Het gaat niet om René Kuiper of GroenRechts, een splinterpartij in de Utrechtse raad. Het gaat erom dat de procedure met de vertrouwenscommissie in Utrecht voor de tweede keer op rij merkwaardig en niet foutloos verloopt. Door zowel het gebrek aan openheid en de politiek-bestuurlijk focus die gestuurd wordt door partijpolitiek belangen van de grootste Utrechtse partijen GroenLinks, PvdA en VVD kondigt zich de volgende ramp aan. In de Nederlandse verhoudingen kruipt er nog eerder een kameel door het oog van de naald dan dat politieke partijen hun claims op functies in het openbaar bestuur opgeven. Die ze als hun eigendom zien.

Foto: Trap in Utrechtse stadhuis, architectenbureau Miralles Tagliabue EMBT

Utrecht en Wolfsen kennen per definitie geen belangenverstrengeling

Update 10 oktober 2012: De Jonge Socialisten van Utrecht zijn duidelijk in een persbericht: ‘Wolfsen geen tweede termijn’. Want: ‘Utrecht is na 6 jaar Wolfsen  in 2014 toe aan een nieuw elan’ .  In De Volkskrant reageren Utrechtse raadsleden vandaag onder de kop ‘Wolfsen krijgt weer kritiek uit eigen PvdA’ meesmuilend en begripvol voor de burgemeester op de worsteling in sociaal-democratische gelederen. 

Aleid Wolfsen is burgemeester van Utrecht sinds 2 januari 2008. In 2007 werden in een referendum met een opkomst van 9,25% 13.014 stemmen op deze PvdA’er uitgebracht. Een miniem verschil met de PvdA’er Ralph Pans. Een reconstructie laat zien dat dit kon gebeuren door de blikvernauwing van de lokale politiek.

Wolfsen wordt gezien als een kundige voorzitter, maar als een onhandige burgemeester die Utrecht telkens negatief in beeld brengt. Diederik Samson zag in maart 2012 zijn partijgenoot Wolfsen niet benoemd worden voor een tweede termijn. In een petitieWolfsen onze Domstad uit’ roepen bezorgde Utrechters deze in hun ogen ‘incompetente burgemeester’ op om terug te treden. De crux zit in hun verzoek aan D66 en GroenLinks om hun steun voor Aleid Wolfsen in te trekken. Maar zo werkt het dualisme in steden als Utrecht niet.

De coalitiepartijen GroenLinks, PvdA en D66 scharen zich consequent rond hun college. Geen zakelijke, maar politieke overwegingen geven de doorslag. Ofwel, niet de inhoud van de voorstellen is beslissend, maar de politieke kleur van de voor- of tegenstanders. Waarbij komt dat de PvdA in de grote steden al jarenlang domineert. Alleen de Leefbaarheidspartijen wisten daar rond 2001 tijdelijk een deuk in te slaan.

Volgens NRC heeft Jan van der Valk, de bestuursadviseur van Wolfsen, persoonlijk vakantiehuizen en campingplaatsen voor de Roma-familie Nicolich verzorgd. Het kost Utrecht 17.000 euro. Volgens Elsevier heeft Van der Valk een adviesbureau opgericht  dat Romafamilies bijstaat bij conflicten met de gemeente.

Bij het dossier ‘Oud-Amelisweerd’ geeft wethouder Lintmeijer in 2010 directeur Edwin Jacobs van het Centraal Museum een bestuursopdracht om een bestemming voor landhuis Oud-Amelisweerd te zoeken. Jacobs komt uit bij zijn partner Yvonne Ploum die directeur van het Armando Museum is en haar baan dreigt te verliezen omdat Amersfoort de steun intrekt. Met wat wijzingen vanwege negatieve publiciteit wordt het voorstel van Jacobs door de wethouder overgenomen. De raad keurt naar verwachting in juni 2012 een kredietaanvraag van 1,66 miljoen euro voor Oud-Amelisweerd goed. Zonder dat op enig moment de belangenverstrengeling tussen Jacobs en Ploum is besproken. Gevolg? Oud-Amelisweerd wordt een museum dat niet zozeer uitgaat van de behoefte van de stad of de (kunst)historische context, maar van de individuele belangen van personen.

Bij het dossier Nicolich had het Utrechtse stadsbestuur een onderzoek naar belangenverstrengeling ingesteld. Het constateerde dat daarvan geen sprake was. Bij het dossier Oud-Amelisweerd komt het niet eens zover dat de raad de vraag naar belangenverstrengeling in de openbaarheid bespreekt. In Utrecht lijkt volgens de lokale politieke traditie belangenverstrengeling niet te bestaan. Wat fijn om in zo’n voorbeeldige gemeente te wonen.

Foto: Hendrick ter Brugghen, Esau verkoopt zijn geboorterecht, 1620-1625

Nederlandse Museumvereniging verliest nuance in de nuancering over afstoting

De NMV houdt op 26 maart een extra Algemene Ledenvergadering. Aanleiding is de verkoop in 2011 door museumgoudA van ‘The Schoolboys‘ van Marlene Dumas. MuseumgoudA ging voorbij aan de Leidraad Afstoting Museale Objecten (LAMO). Het liet na collega-musea te informeren. MuseumgoudA werd berispt, toonde beterschap en werd om praktische redenen niet uit de NMV gezet. In opdracht van de vergadering moet het bestuur nu zowel het sanctiebeleid bij overtreding als de afstotingsregels aanscherpen.

In een nieuwsbericht stelt de NMV zich bij monde van voorzitter Siebe Weide breed op. Hij houdt alle opties open en wijst op preciezen die regels willen aanscherpen of rekkelijken die regels zien om er vanaf te wijken. Dat laatste is een zwakke echo van de extra ALV die concreet om aanscherping van de LAMO-richtlijn vroeg.

Weide maakt het bont als-ie uitweidt over de budgettaire crisis: U kunt er van overtuigd zijn dat we de budgettaire crisis moeten aangrijpen om ons voor eens en altijd te ontdoen van de ballast aan overbodige collecties en doublures in de Collectie Nederland door ze te verzilveren en zo onze budgettaire toekomst veilig te stellen. Hij presenteert dit als optie die hij afzet tegen de optie om de regels strikt na te volgen. Maar Weide maakt door zijn tour d’horizon de museumsector waardoor hij ingehuurd is onnodig kwetsbaar.

Weide vult precies die voorwaarden in die staatssecretaris Halbe Zijlstra in september 2011 in de beantwoording van de kamervragen van Jetta Klijnsma (PvdA) formuleert en afwijst: Ik verwacht dat museale instellingen onder de huidige economische omstandigheden zullen worden uitgedaagd om creatieve plannen te ontwikkelen waardoor zij minder afhankelijk worden van overheidssubsidies. Met u ben ik van mening dat ons kunst- en cultuurbezit niet in de uitverkoop thuishoort.

In antwoord op kamervragen van Jasper van Dijk (SP) over het Wereldmuseum antwoordt Zijlstra in september 2011: De ethische ICOM-code en de LAMO zijn instrumenten van zelfregulering, waaraan musea als beheerders van collecties zich gebonden achten en die zij zelf onderhouden. Ik ga ervan uit dat gemeenten, provincies en rijksoverheidsorganen de musea die hun collecties beheren in staat stellen die codes na te leven en zelf die codes als kader hanteren bij het verlenen van volmachten om voorwerpen af te stoten. 

Weide’s opstelling is ongewenst. Er is door de ALV een opdracht gegeven om regels aan te scherpen. Maar hij komt nu met een schets die enkele stappen achteruit doet. Zodat de focus verslapt en de besluitvorming vertraagt. Weide moet geen dwarsstraten inslaan maar het pad volgen waarlangs-ie gestuurd wordt.

Foto: Vatican Fashion Museum Sale

Diederik Samsom spreekt in Utrecht negatief over Aleid Wolfsen

Diederik Samsom is kandidaat voor het PvdA-leiderschap. Hij zegt eerlijk te antwoorden en die antwoorden niet in te studeren. Kortom, Samsom spreekt fris van de lever. Dat bleek gisteren in Utrecht in een café op een zogenaamde meet and greet voor PvdA’ers. In gesprek met de sociaal-democratische Henk en Ingrid.

Op de vraag of de Utrechtse burgemeester Aleid Wolfsen een tweede termijn zou moeten aangaan antwoordde Samsom: ‘Ik kan me niet heel goed voorstellen dat dat een optie is’. Vele Utrechters denken er ook zo over. Wolfsen ligt continu onder vuur en krijgt kritiek vanwege onhandigheden. Zijn omgang met de media is stroef. Maar ook kwam-ie in opspraak omdat-ie berichten over zijn declaratiegedrag uit de krant wilde houden.

Wolfsen werd op 2 januari 2008 geïnstalleerd en zijn herbenoeming zou dus per 1 januari 2014 zijn. Want burgemeesters worden voor 6 jaar benoemd. Er ging een ongeldig referendum aan vooraf met een lage opkomst. De gemeente Utrecht verklaarde: Ondanks het feit dat 99% van de inwoners op de hoogte was van het referendum, bedroeg de opkomst slechts 9,25%. Van de 21.420 uitgebrachte stemmen was 16,30% blanco of ongeldig. Van de geldige stemmen ging 72,59% naar Aleid Wolfsen en 27,41% naar Ralph Pans. 

Samsom heeft inmiddels zijn excuus aan Wolfsen aangeboden. In een tweet zegt-ie: Heb Wolfsen excuus aangeboden voor de manier waarop ik gister mijn twijfels over hem naar buiten heb gebracht. Zo moet dat niet. Nee, parlementariërs hebben in het openbaar te zwijgen over het functioneren van personen in het openbaar bestuur. Maar Samsom neemt niks terug van de kritiek op zijn partijgenoot Wolfsen. Hij biedt alleen excuus aan voor de manier waarop-ie het naar buiten heeft gebracht.

Wat betekent deze episode? Heeft Samsom een fout gemaakt of speelt er meer? Als ervaren kamerlid weet Samsom dat-ie zich niet negatief kan uiten over burgemeesters. Het signaal is in elk geval duidelijk. Een gezaghebbende PvdA-er zegt Wolfsen maar beter zijn biezen te pakken. Zo komt het door de PvdA in 2007 verprutste referendum alsnog tot een eind. Wellicht slaat dat straks nog terug op partijleider Samsom.

Foto: Burgemeester van Utrecht Aleid Wolfsen

MuseumgoudA kiest voor politiek conservatisme

Voormalig directeur collecties van het Rijksmuseum Jan Piet Filedt Kok veroordeelt in een ingezonden brief van 17 september in de NRC de verkoop door museumgoudA van The Schoolboys. Hij schrijft:
‘(..) Marlene Dumas’ schilderij The Schoolboys (1987) paste uitstekend in de collectie van museumgoudA. Het vormde het hoogtepunt van de verzameling hedendaagse kunst en werd vrijwel steeds tentoongesteld. (..)
De aankoop van het schilderij in 1988 vormde de bekroning van het in de laatste decennia van de vorige eeuw gevoerde beleid om door vrouwelijke kunstenaars vervaardigde kunst bijeen te brengen. Onder de directie van Josine de Bruyn Kops (1940-1987) en haar opvolgers is op dit gebied een gevarieerde en fraaie verzameling hedendaagse kunst bijeengebracht. Ook die dreigt met andere onderdelen van de collectie door het museum verkocht te worden. Waar het een nieuw aangestelde museumdirecteur vrij staat, in overleg met staf en gemeente, het verwervingsbeleid aan te passen of te veranderen, gaat het niet aan om in één keer veertig jaar verzamelgeschiedenis van het museum uit te wissen
.(..) Nog dramatischer zou het zijn als de resterende verzameling moderne kunst van het MuseumgoudA zou worden verkocht. 

Dit laatste gevaar lijkt voorlopig afgewend. In een open brief van 15 september aan voorzitter Hans Kamps van de Nederlandse Museumvereniging stelt directeur Gerard de Kleijn van museumgouda: Wij zullen eerst het deelcollectieplan hedendaagse kunst actualiseren, alvorens tot afstoting over te gaan; conform de LAMO. Maar zijn woorden kunnen ook opgevat worden dat-ie de afstoting van de hedendaagse kunst voorbereidt. Dan is alleen de actualisering volgens de Lamo.

De afweging van Filedt Kok komt overeen met wat hier over de verkoop (zie Tagwolk bij museumgoudA) sinds de aankondiging van de verkoop in mei 2011 is beweerd. Gezien de manier van redeneren, of liever gezegd het gebrek eraan, van zowel museumdirecteur De Kleijn, het Goudse openbaar bestuur als de politieke partijen moet gevreesd worden dat inhoudelijk-museale argumenten tegenwoordig niet meer zwaar tellen.

Opvallend is dat twee soorten conservatisme elkaar kruisen. Het politieke conservatisme (=restauratie) van De Kleijn en het museale conservatisme (=behoud) van Filedt Kok. Waarbij De Kleijn namens anderen spreekt. Zeg maar zich louter instrumenteel opstelt. Deze dienende opstelling is aanvaardbaar voor de politiek, maar diskwalificeert hem als gesprekspartner voor de museumsector. We zien twee soorten behoudzucht waarbij vakmatigheid het verliest van een nieuwerwetse traditie die terugspringt naar het verleden, het heden uitwist en uiteindelijk nergens voor staat.

Een andere ingezonden briefschrijver Johan Galjaard uit Amersfoort neemt het op voor De Kleijn en legt de schuld bij de gemeente Gouda. Daarmee ben ik het eens zoals ik hier beredeneerde. Indirect onderstreept Galjaard echter ook dat De Kleijn zich heeft laten gebruiken en onvoldoende voor zijn museum is gaan staan.

Galjaard laat zich leiden door persberichten van museumgoudA die stellen dat er een groot tekort was. Maar er is geen enkele logica in de bewering van museumgoudA dat het al vijf jaar een schuld van 1,2 miljoen euro zou hebben. In het beleidsplan ‘Tussen hemel en aarde’ noemt De Kleijn trouwens een incidenteel tekort van 700.000 euro. Maar dat wordt evenmin met harde feiten onderbouwd. De Kleijn overtuigt niet als-ie beweert de Dumas te hebben moeten verkopen om tekorten weg te werken. Hij maakt het nergens aannemelijk.

In een persbericht van 30 juni stelt museumgoudA dat de netto veilingopbrengst van The Schoolboys bij Christie’s Londen van 950.000 euro wordt besteed aan:
-de aankoop voor 109.000 euro Weissenbruch: ‘Molen bij Noorden’ bij Christie’s Amsterdam
-restauratie van 16e eeuwse altaarstukken
-onderhoud collectie Gouds plateel en gevelstenen
-verbouwing interne ruimtes tot (open) depot ten behoeve van collectiebehoud
-risicoreserve

In de Nieuwsbrief September 2011 heeft museumgoudA inmiddels de opbrengst met 40.000 euro verhoogd tot 990.000 euro. Ook deze nieuwe opbrengst van 990.000 euro is kleiner dan een tekort van 1,2 miljoen euro. Maar toch kunnen van dat negatieve vermogen van 130.000 euro (1,2 ml- 0,99 ml) een Weissenbruch van 109.000 euro, restauratie van altaarstukken, onderhoud plateel en gevelstenen, interne verbouwingen en risicoreserve bekostigd worden. Gecompliceerd door een niet te volgen redenering over een legaat en de conclusie: Dus de aankoop van de Weissenbruch heeft ons niet in financiële problemen gebracht. Het is net andersom. Volgens De Kleijn verkleint dus een aankoop van 109.000 euro de financiële problemen van een museum dat zegt het financieel moeilijk te hebben.

Kunt u het nog volgen? MuseumgoudA bij monde van De Kleijn geeft geen consistente uitleg over vermeende tekorten en brengt steeds wisselende cijfers naar buiten. Dat is op zijn minst merkwaardig en opmerkzaam. Volgens de accountantsverklaringen van 5 jaar geleden was het negatieve eigen vermogen, zeg: tekort van museumgoudA in 2006 trouwens 100.000 euro. Volledig in lijn met eerdere jaarrekeningen.

Anders gezegd, de tekorten bestaan, maar zijn kleiner dan door De Kleijn gesuggereerd wordt. Waarom hij dat doet blijft gissen. Een onafhankelijk onderzoek dat het Goudse college en museumgoudA tegen het licht houdt kan duidelijkheid bieden. De onregelmatigheden van museumgoudA bezorgen de museumsector een te slechte naam. Hamvraag is of het politieke conservatisme waarvoor museumgoudA zegt te moeten kiezen wel zo onvermijdelijk is als het zelf beweert. Mogelijk is zo’n onderzoekscommissie iets voor Jan Piet Filedt Kok.

Foto 1: Jan Hendrik Weissenbruch, Zomerdag, Collectie Rijksmuseum

Foto 2: Jan Hendrik Weissenbruch, Molen bij Noorden, recente aankoop museumgoudA

Foto 3: Jan Hendrik Weissenbruch, Te Noorden bij Nieuwkoop, Dordrechts Museum, bruikleen RCE

Foto 4: Jan Hendrik Weissenbruch, Ophaalbrug te Noorden, Collectie Rijksmuseum; aquarel

Halbe Zijlstra keurt verkoop The Schoolboys door museumgoudA af

Commentaar uit 2011:

Verkoop van The Schoolboys van Marlene Dumas door museumgoudA is afgekeurd op een extra ledenvergadering op 7 september van de Nederlandse Museumvereniging (NMV). Voorzitter Hans Kamps steltDe leden zijn principieel van mening dat een museum nooit collectiestukken mag verkopen om haar financiële nood te lenigen. Zeker in deze tijd van bezuinigingen, waarin musea onder druk  staan, is het belangrijk dit principe te onderstrepen. 

Dit cultuurpolitieke argument speelt in heel Europa. In haar kamervragen aan staatssecretaris Zijlstra van OCW vraagt PvdA-woordvoerder Cultuur Jetta Klijnsma of de gemeenteraad Gouda besloten heeft tot verkoop van het werk van Dumas: Is de collectie van het betreffende museum eigendom van de gemeente Gouda? Zo ja, heeft de gemeenteraad besloten tot de verkoop van het werk van Dumas? De vraag impliceert dat de afweging nooit verder is gekomen dan het college waar de PvdA de grootste partij is in een gemeente met de PvdA-burgemeester Cornelis. Die zich naar verluidt afgelopen jaren actief beziggehouden heeft met museumgoudA. Hij kondigde overigens eind juni zijn vervroegde afscheid per medio 2012 aan.

De vragen van mw. Klijnsma lijken op zijn minst te wijzen op een accentverschil tussen landelijke en lokale cultuurpolitiek. De oppositiepartijen PvdA, GroenLinks, D66 en SP ageren op landelijk niveau tegen het korten van de cultuurbegroting zoals onlangs bleek op de manifestatie op het binnenplein van museum Boijmans. Maar op lokaal niveau volgen dezelfde partijen een andere koers. Zoals in Gouda waar museumgouda met 25% bovengemiddeld wordt gekort door een college met PvdA, de VVD, het CDA, D66 en GroenLinks.

Indirect mengt staatssecretaris Zijlstra zich in de discussie met zijn beantwoording van de kamervragen van SP’er Jasper van Dijk over het Wereldmuseum. Directeur Stanley Bremer heeft geopperd zijn Afrika-collectie te verkopen om tot een Azië-museum te komen. Hij kreeg hierop volop kritiek. In een commentaar op de dreigende schorsing van museumgoudA heeft Bremer gesuggereerd de Nederlandse Museumvereniging (NMV) te verlaten omdat de voorwaarden van afstoting te streng zouden zijn.

Met name vraag 4 van Van Dijk over de beweegredenen van Bremer is relevant: Is dit plan in overeenstemming met de ethische code van de musea, de LAMO (Leidraad voor afstoten van Museale Objecten)? Zo ja, worden de objecten in eerste instantie voor (bijna) niets aan andere musea aangeboden en komt de opbrengst ten goede van de collectie? Zo nee, wat gaat u hiertegen ondernemen?

Zijlstra antwoordt hierop: De ethische ICOM-code en de LAMO zijn instrumenten van zelfregulering, waaraan musea als beheerders van collecties zich gebonden achten en die zij zelf onderhouden. Ik ga ervan uit dat gemeenten, provincies en rijksoverheidsorganen de musea die hun collecties beheren in staat stellen die codes na te leven en zelf die codes als kader hanteren bij het verlenen van volmachten om voorwerpen af te stoten. Ik doe dat als het gaat om de rijkscollectie waarvoor ik verantwoordelijk ben. De beoordeling van de vraag of een voorstel van het Wereldmuseum binnen deze codes past ligt bij de Gemeente Rotterdam. Er is contact met de Gemeente Rotterdam. Rotterdam geeft aan nog geen concrete voorstellen ter besluitvorming te hebben ontvangen. 

De volgende zinsnede is een bevestiging van de gedragscode: Ik ga ervan uit dat gemeenten, provincies en rijksoverheidsorganen de musea die hun collecties beheren in staat stellen die codes na te leven en zelf die codes als kader hanteren bij het verlenen van volmachten om voorwerpen af te stoten. Zijlstra wijst indirect gemeente Gouda terecht. Het had museumgoudA nooit in de positie moeten brengen waarin het tot het besluit kwam om een topwerk te verkopen. Hopelijk geeft dit antwoord van de staatssecretaris en de opstelling van de NMV tegen verkoop uit budgettaire redenen weifelende museumdirecteuren voortaan wat zelfvertrouwen en een steun in de rug. Tegenover de politiek die met dubbele tong spreekt.

Foto: Vaste opstelling Wereldmuseum, Rotterdam

Weeffout Wolfsen: een reconstructie

Update 1 mei 2013: Aleid Wolfsen heeft vandaag aangekondigd geen tweede termijn na te streven en per 1 januari 2014 te stoppen als burgemeester van Utrecht. Vanwege kritiek op z’n opereren en het ontbreken van politieke steun kondigde zich al geruime tijd aan dat zijn aftreden onvermijdelijk was. Hij was nooit populair bij de inwoners van Utrecht. Waarom werd Wolfsen trouwens ooit benoemd? Reconstructie van een weeffout. 

Aleid Wolfsen is burgemeester van Utrecht. Twee jaar geleden fietste ik langs Wolfsen die met een groepje mensen op het Utrechtse Lepelenburg liep. Hij keek om zich heen. Er viel iets te schouwen. Een brug, glasbak, muziektent, boom of nieuw-ingezaaid grasveld. De schrik stond in zijn ogen te lezen. Ik wist niet dat het kon, maar ik zag het. Deze man hoort niet aan het roer te staan van een grote stad, zag ik. Hij kan het niet. Hoe is het zover gekomen?

Op 10 oktober 2007 vond er een referendum plaats en konden inwoners van Utrecht een keuze maken uit twee door de raad geselecteerde kandidaten. De vraagstelling van het referendum luidde: De gemeenteraad van Utrecht draagt twee kandidaten voor als burgemeester van Utrecht. Welke kandidaat heeft uw voorkeur: Aleid Wolfsen of Ralph Pans?

De uitkomst was een ongeldig Utrechtse burgemeestersreferendum: Ondanks het feit dat 99% van de inwoners op de hoogte was van het referendum, bedroeg de opkomst slechts 9,25%. Van de 21.420 uitgebrachte stemmen was 16,30% blanco of ongeldig. Van de geldige stemmen ging 72,59% naar Aleid Wolfsen en 27,41% naar Ralph Pans.

Er werden 13.014 stemmen uitgebracht op Wolfsen. De stad Utrecht heeft iets meer dan 300.000 inwoners. Wolfsen werd burgemeester in een referendum waarin de Utrechters konden kiezen tussen twee PvdA-ers met een identiek profiel. Man, blank, middelbare leeftijd, bestuurlijk-politieke achtergrond, PvdA en politiek gematigd. De keuze tussen PvdA I en PvdA II.

Ondanks het mislukte referendum werd Wolfsen toch aanbevolen door de Utrechtse raad. De constante in de hele procedure was dat de Utrechtse partijen zich met elkaar verbonden, maar niet met de bevolking. Overigens herhaalde hetzelfde zich in januari 2008 in Eindhoven. Ook daar konden de inwoners kiezen tussen twee PvdA’ers en was het referendum uiteindelijk ongeldig omdat de opkomst onder de 30% bleef.

Zowel in Utrecht als Eindhoven werden uiteindelijk oud Tweede Kamerleden van de PvdA tot burgemeester benoemd door PvdA-minister Guusje ter Horst. Het referendum was om zeep geholpen. Ter Horst noemde een referendum zoals dat in Eindhoven en Utrecht is gehouden, door de lage opkomst een vreemd fenomeen.

De underdog Ralph Pans combineerde realiteitszin met onzin. Toen-ie tijdens de campagne begreep dat-ie aan de verliezende hand was omdat zowel het Haagse als het Utrechtse PvdA-establishment Tweede Kamerlid Wolfsen steunde noemde hij het referendum een wassen neus. Pans liet in september 2007 onderzoeksbureau Intomart 1700 Utrechters ondervragen over het referendum. Van hen wilde 68% een nieuwe kandidaat toelaten.

Naar aanleiding van het onderzoek zette Pans de volgende -niet meer terug te vinden- verklaring op zijn site: Deze cijfers zijn voor Pans aanleiding te vragen om openbreking van het referendum zodat uiteindelijk over kandidaten gestemd kan worden uit meer dan één partij. Pans zal ook dan kandidaat willen zijn teneinde zijn Actieplan voor Utrecht uit te kunnen voeren. Pans vond geen gehoor. Het referendum ging gewoon door.

Intussen roerden de toenmalige oppositiepartijen Leefbaar Utrecht en VVD zich. Politiek leider Marry Mos van het in Utrecht altijd belangrijke GroenLinks plaatste op maandag 24 september 2007 het volgende -niet meer terug te vinden- commentaar op de site van haar partij. Op dit moment gaan er stemmen op vanuit Leefbaar Utrecht en de VVD om het referendum te staken, omdat ‘het vooraf beklonken zou zijn in Den Haag’. De fractie vindt dit vuil spel. Het is een zware beschuldiging richting de vertrouwenscommissie (waarin elke partij een afgevaardigde heeft) en richting de kandidaten. Er zijn geen harde bewijzen. Dit was overigens voordat Mos van de oproep van Pans had vernomen.

Twee weken voor het referendum van 10 oktober 2007 openbaart zich een merkwaardig schouwspel. Kandidaat Pans wil het referendum openbreken omdat het niet gesteund wordt door de inwoners van Utrecht, VVD en LU suggeren dat het vooraf beklonken is en Marry Mos beticht degenen die het open willen breken van vuil spel. Een wonder dat Wolfsen in alle politieke chaos nog zo’n 13.000 stemmen krijgt.

GroenLinks was landelijk nooit voorstander van een burgemeestersreferendum. Maar de Utrechtse fractie week daarvan af omdat zij dacht met dit referendum bewoners maximale invloed te geven op de burgemeesterskeuze. Het was een probeersel. Als het niet goed uitpakte, wisten ze dat voor de toekomst. Het pakte niet goed uit en werd ook volgens GroenLinks een farce.

Het profiel voor de Utrechtse burgemeester luidde: politiek-bestuurlijke ervaring en een visie (liefst ervaring) op gebied van openbare orde en veiligheid. Dat past een kamerlid als een handschoen. Een onnodige beperking die voortkomt uit de tunnelvisie van degenen die in de politiek werken. Maar de direct betrokkenen past geen verwijt. Door de mechanismen komt de politiek steeds bij hetzelfde uit. Politici lijken de misvorming niet eens te beseffen.

De vertrouwenscommissie was de ingebakken weeffout bij de benoeming van Wolfsen. Elke partij uit de raad mocht een vertegenwoordiger leveren. De grotere PvdA en GroenLinks legden meer gewicht in de schaal. Zo’n groep raadsleden denkt ondanks onderlinge verschillen in dezelfde politiek-bestuurlijke richting. Van de 22 sollicitanten in Utrecht waren er 9 partijloos. Deze laatsten moeten bij voorbaat kansloos worden geacht bij een vertrouwenscommissie die gefocused is op politiek en politieke partijen. Want de partijen zitten aan de knoppen van de banenmachine en bedienen alleen zichzelf. Dat bleek overduidelijk in Utrecht.

Het resultaat van de blikvernauwing van de Nederlandse politiek en het uitblijven van hervormingen die leiden tot vormen van directe democratie, is dat Utrecht opgescheept zit met de middelmatige burgemeester Wolfsen die fout op fout op fout stapelt. Een komedie. In zijn ogen kunnen we lezen hoelang nog.

Foto uit: The Flying Deuces met Laurel and Hardy, 1939