
Update 2 september 2022: Op 5 september 2022 zendt Andere Tijden op NPO2 om 20.25 uur een uitzending uit over de paters in Afrika en het Afrika Museum. Het persbericht van het door het NMVW beheerde Afrika Museum zegt: ‘Het Afrika Museum staat momenteel ter discussie. Het zou het stereotype beeld van Afrika bevestigen en moet daarom op de schop.’ Nogmaals, het is onder beheer van het NMVW dat dit ‘stereotype beeld’ wordt bevestigd.
De Gelderlander pakte afgelopen zaterdag 9 april uit met een artikel over de problemen bij het Afrika Museum in Berg en Dal. De journalisten spreken zelfs over een vechtscheiding tussen de eigenaren van gebouw en collectie, de paters en broeders van de Congregatie van de Heilige Geest en de huidige beheerder, het Nationaal Museum voor Wereldculturen (NMVW).
De paters hebben de huurovereenkomst met het NMVW opgezegd zodat het Afrika Museum per 1 januari 2025 uit dat samenwerkingsverband van drie musea stapt. Dat is een fikse financiële en publicitaire aderlating voor het NMVW. Het krijgt jaarlijks meer dan 10 miljoen euro overheidssubsidie die mede is berekend op basis van de deelname van het Afrika Museum. Dat valt na 2025 weg zodat de overhead die op het Afrika museum wordt verhaald ook wegvalt. Reden voor de scheiding is dat de paters het niet eens waren met de inhoudelijke koers van het Afrika Museum.
Maar op hun beurt dreigen de paters ook in financiële problemen te komen. Want het ministerie van OCW zou het nieuwe Afrika Museum geen subsidie mee willen geven. Als het door het ministerie al aanvaard wordt als serieuze gesprekspartner. Dat kan ook anders dan via de culturele basisinfrastructuur, de BIS.
Hierover schreef ik op 2 maart 2022 in een commentaar: ‘Zo goed heeft het NMvW het Afrika Museum afgelopen jaren niet beheerd. Wellicht wel in de papieren werkelijkheid die het NMvW het ministerie van OCW voorspiegelt, maar niet in de museale werkelijkheid. Het is de beurt aan Berg en Dalse, Nijmeegse en Gelderse raadsleden en bestuurders om hier bij het ministerie vragen over te stellen.’
Een en ander wijst op een slecht huwelijk tussen beide partners. Dat de onmin nu publiekelijk naar buiten komt is een verder teken van de slechte verhouding. Publicitair zijn de paters kansloos tegen het randstedelijke NMVW dat dicht zit op de macht van Raad voor Cultuur, ministerie van OCW, Haagse politiek en randstedelijke media.
Te vrezen valt dat landelijke media de komende tijd deze kwestie te eenzijdig zullen benadrukken en het een pro-NMVW perspectief geven dat het management van het NMVW in hun oor fluistert. Journalisten die breed inzetbaar en niet specialistisch zijn dreigen te vallen voor de mooie verhalen van het NMVW over Black Lives Matter, zwarte piet en slavernij die in de kern niets met dit geschil te maken hebben. Laat staan dat het direct te verbinden valt met de geschiedenis van de collectie.
Door afleiding wint het NMVW naar verwachting de slag om de publiciteit en weet het de populistische koers en het eigen gebrek aan museaal professionalisme weg te poetsen door dit te verbergen achter een façade van mooie woorden over wereldburgerschap en kolonisatie.
Katholieke paters hebben in Nederland de mentale wind tegen en worden weggezet in de hoek van ouderwets en selectief. Dat is niet altijd terecht. Hun lijnen naar de politiek zijn sinds de ontkerkelijking sterk afgeslankt. Pikant is dat Afrikaanse politieke activisten juist het NMVW van hetzelfde beschuldigen waar het NMVW de Congregatie van beschuldigt. Namelijk ouderwets en selectief te zijn. Als dat in de media genoemd zou worden, dan zal dat de beschuldigingen van het NMVW tegen de paters neutraliseren. Dit aspect ontbreekt in het artikel van De Gelderlander.
Wie rekent op een eerlijk verhaal over deze kwestie van journalisten die zich nieuw inlezen en de details niet kennen leeft in een fantasie. De ongelijke machtsverhouding tussen de paters en het NMVW dat bovenmatig inzet op marketing en publiciteit en daarvoor ruimschoots budget en medewerkers heeft zorgt ervoor dat de paters geen eerlijke kans hebben om hun zaak in de publiciteit en politiek te bepleiten.
Tekenend voor de machtsongelijkheid tussen paters en NMVW is het feit dat oud-directeur Irene Hübner van het Afrika Museum door het NMVW wordt verboden om met de paters mee te denken over een doorstart. Dat zou volgens het NMVW uit haar overeenkomt blijken die ze bij haar vertrek in 2014 tekende. Zo’n verbod is buiten proportie. Het lijkt er sterk op dat het NMVW iets wil verhullen dat te maken heeft met de beheersovereenkomst uit 2014. Een passage uit het artikel van De Gelderlander doet vermoeden dat dit gaat over de collectie die volgens het NMVW niet en volgens de Congregatie wel buiten de beheersovereenkomst valt:

Dat machtsspel van het NMVW is tekenend. Het ziet het Afrika Museum van de Congregatie niet als partner of rivaal, maar als een concurrent die uitgeschakeld moet worden. Hiermee kiest het NMVW een offensieve houding die niet past binnen de collegiale Nederlandse museumsector. Dat zou zowel de media als het ministerie van OCW tot nadenken moeten stemmen.
De vraag die gesteld moet worden om tot begrip van dit geschil tussen musea te komen is niet zozeer wat de Congregatie is, maar wat het NMVW eigenlijk is.
Zie voor verder lezen over deze kwestie:
commentaar OCW wil geen aandacht voor eigen rol bij Afrika Museum en NMVW van 14 april 2022
commentaar Nogmaals het Afrika Museum en het disfunctioneren van het NMvW van 18 maart 2022
commentaar Afrika Museum stapt per januari 2025 uit het NMvW en zou geen rijkssubsidie meer ontvangen. Hoe logisch is dat? van 2 maart 2022
persbericht van de Congregatie van 1 maart 2022
commentaar Akwasi is zo vaag, politiek en algemeen in zijn kritiek op het Afrika Museum (NMVW), dat hij feitelijk aan het falen ervan niet toekomt van 25 oktober 2020
commentaar Bobiso Media Monde antiracisme activisten stelen Congolees grafbeeld uit Afrika Museum. En worden buiten gearresteerd van 11 september 2020
commentaar Afrika Museum staakt marketingcampagne na kritiek. Het toont de beperkte houdbaarheid van het management van het NMVW van 30 juli 2020