Aan krimpend openbaar vervoer in krimpregio Zeeuws-Vlaanderen heeft petitie ‘Trek de reizigerstrein Gent-Terneuzen door naar Goes’ geen boodschap

C. J. W. Nuijs, ‘CHEMINS DE FER DE L’ÉTAT BELGE ET DE MALINES-TERNEUZEN; EXCURSION À L’ÎLE DE WALCHEREN‘, 1892. Collectie: Albertina Sammlungen Online.

Van 1871 tot 1951 bestond er een spoorlijn tussen Mechelen en Terneuzen. Aangelegd voor goederentransport waaronder steenkool uit het bekken van Charleroi naar de haven van Terneuzen. Maar op de spoorlijn was ook plek voor personenvervoer.

De spoorlijn ontsloot economisch het Belgische achterland en gaf Zeeuwen de mogelijkheid om vrij makkelijk naar de regio Mechelen te sporen. De lijn werd in 1930 door de Belgische spoorwegen overgenomen van de Belgische staat.

Tevens was er een spoorlijn van Gent naar Terneuzen die in 1869 werd geopend, maar pas in 1922 een permanent karakter kreeg. Ook deze lijn was bedoeld voor goederenvervoer met als bijvangst reizigersvervoer.

Sinds de sluiting voor reizigers van de spoorlijnen in respectievelijk 1951 (Mechelen) en 1939 (Gent) is het openbaar vervoer in krimpgebied Zeeuws-Vlaanderen meegekrompen. Er zijn nu enkele doorgaande buslijnen naar Goes of Middelburg en naar Gent, Brugge en Sint Niklaas, maar dat zijn lijnen die veel plaatsen aandoen, niet allen dagelijks rijden en veel geld kosten.

Er zijn de Westerscheldetunnel van Terneuzen naar Zuid-Beveland en een personenveer tussen Breskens en Vlissingen, maar dat vraagt meer omrijtijd dan de drie veren van de provinciale PSD tot 2003 boden.

Zeeland heeft ‘eigenlijk geen openbaar vervoer, maar doelgroepenvervoer’, volgens gedeputeerde Harry van der Maas in NRC. Dat zou inhouden dat de zittende Zeeuwse politiek vanwege de kosten niet eenduidig kiest voor het instandhouden van een minimum netwerk aan openbaar vervoer, maar inzet op een combinatie van leerlingen-, zieken- en ‘sociaal zwakkeren’vervoer.

De paradox is dat het openbaar vervoer in Zeeuws-Vlaanderen vroeger beter was dan nu. Dat valt waarschijnlijk te verklaren uit het afnemend economisch belang van België dat vroeger het dichtste spoornet ter wereld had, de opkomst van de Vlaamse havens Antwerpen en Zeebrugge en het teruglopende politieke, economische en demografische belang van Zeeland binnen Nederland.

De petitie ‘Trek de reizigerstrein Gent-Terneuzen door naar Goes‘ merkt op dat ‘medio 2030-2035‘ de oude reizigerstrein van Gent naar Terneuzen terugkeert. Het pleit ervoor om die lijn door te trekken naar Goes. Dat is een miljoenenproject en vergt de aanleg van een extra spoorbuis naast de 6,6 kilometer lange Westerscheldetunnel.

Schermafbeelding van deel petitieTrek de reizigerstrein Gent-Terneuzen door naar Goes‘ van Tim Sekac op petities.nl, 3 april 2023.

Het valt te bezien hoe realistisch het verzoek is om de spoorlijn onder de Westerschelde door te trekken van Terneuzen naar Goes. Maar het is goed van de initiatiefnemer om niet bij de pakken neer te zitten en mee te gaan in het defaitisme, het gebrek aan ambitie en zelfvertrouwen, en het Calimero-complex van Zeeuwse bestuurders. Alleen daarom is het al zinvol om de petitie te ondertekenen.

Gedachte bij twee foto’s van Carel Blazer (Walcheren, 1945)

Deze foto van Carel Blazer waar de beeldcompositie overheerst vertelt iets. Het is 1945 op Walcheren. De dijken die door de Geallieerden waren gebombardeerd om de Duitse militairen van de Westerschelde te verdrijven zodat de haven van Antwerpen in gebruik kon worden genomen moesten worden gedicht. Walcheren werd weer drooggelegd. Het land moet worden opgebouwd.

De heroïsche strijd van de Zeeuwen tegen het water is een aansprekend thema. Luctor et Emergo is de Zeeuwse wapenspreuk die niet zozeer het water, maar de 16de eeuwse Spanjaarden betreft. Ze moesten worden overwonnen. De Spanjaarden van 1945 zijn de Duitsers. Schrijver A. den Doolaard doet in september 1945 als ooggetuige verslag van het dichten van het eerste dijkgat, het Nollegat bij Vlissingen. Zo komen de strijd tegen het water en de indringer toch weer samen. Het Zeeuws Archief vat het samen in een artikel.

Fotograaf Blazer maakt in die herfstmaanden op Walcheren de reportage ‘Walcheren: Herstelling Nollegat in de zeedijk en andere plaatsen in Walcheren‘. Uit de beschrijving van bovenstaande foto blijkt : ‘Barakkenbouw (geschonken door Zwitserland). Duitse krijgsgevangene (vooraan) en een geallieerde militair bij het opbouwen van een barak‘.

Dit is niet zo heftig als in de Deense film ‘Land of Mine‘ (2015) die beschrijft hoe jonge Duitse militairen soms met dodelijke afloop werden ingezet om mijnen op te ruimen die de Duitsers zelf hadden gelegd. Deze foto herinnert ons eraan dat in Nederland na de oorlog ook Duitse krijgsgevangenen werden ingezet bij het opruimen van de chaos en wanorde die de Duitsers hadden veroorzaakt. Het is logisch, maar is na 75 jaar ietwat uit het historisch geheugen verdwenen.

Blazer legt documentair vast als een sociaal en politiek geëngageerde fotograaf. Hij geeft maatschappelijke ontwikkelingen weer en zoals we nu zeggen, data. In oktober 1945 waren de op het bord genoemde dorpen alleen per amfibievaartuig bereikbaar. Dat we het 75 jaar later weten.

(Ik blijf haken aan de beeldcompositie van bovenstaande foto die in strijd lijkt met het uitgangspunt van de Nieuwe Fotografie waar Blazer deel van uitmaakte en die zei dat gefotografeerde voorwerpen ondergeschikt waren aan de beeldcompositie. Enfin, niet alles hoeft binnen één kader te passen).

Carel Blazer, Waarschuwingsbord aan een boom bevestigd langs een weg langs het kanaal in Middelburg. “Warning. Routes tot these towns under water journey bij D.U.K.W.S. only. St. Laurens; Serooskerke, Oostkapelle, Domburg, Westkapelle, Vrouwenpolder, Koudekerke, Zouteland. Follow signs tot D.UK.W.S. Control Point”, oktober 1945. Collectie: Nationaal Archief.

Zeeland heeft juridische middelen om Antwerpse haven plat te leggen. Durft het dat?

Schermafbeelding van deel redactioneel Liever gestrekt been dan grimlach‘ in PZC, 3 september 2021.

In een commentaar van 25 juni 2021 schreef ik dat de kankerwerkende stof PFAS de ontpoldering van de Hedwigepolder op losse schroeven zette. Het zorgt in elk geval voor beweging en onzekerheid in dit dossier dat gesloten leek. Grensoverschrijdende milieuverontreiniging vanuit de Antwerpse haven en het zo goed als ontbrekende optreden van Vlaamse overheden lijkt alles weer in beweging te zetten.

Vooral PZC-journalist Theo Giele zit goed in dit dossier. Hij schreef in een artikel op 22 juni 2021: ‘De hoge concentraties PFAS in de Westerschelde kunnen de discussie over de ontpoldering van de Hedwigepolder opnieuw doen ontvlammen. Moet je verontreinigd Scheldewater de polder in laten stromen?’

Dit gaat verder dan de Hedwigepolder. Giele constateert dat de PFAS-problematiek of de grensoverschrijdende vervuiling vanuit België breder is dan de problematiek van de ontpoldering van de Hedwigepolder. Vele gemeenten aan de Westerschelde maken zich grote zorgen over de gezondheid van hun inwoners door vervuiling met het kankerverwekkende PFAS.

Hoe de Vlaamse regering en de provincie Antwerpen jarenlang hebben weggekeken maakt de jarenlange illegale lozing van vervuilende stoffen in de Schelde door het Amerikaanse 3M in het Antwerpse Zwijndrecht duidelijk. ‘De provincie Antwerpen bleek vorig jaar zonder gedegen onderzoek naar milieueffecten en zonder Nederlandse autoriteiten op de hoogte te stellen een eeuwigdurende omgevingsvergunning aan het chemiebedrijf 3M te hebben verleend‘, zo concludeert Giele in de inleiding van zijn interview in de PZC van 4 september 2021 met de Vlaamse juriste  Isabelle Larmuseau. Deze voorzitter van Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht (VVOR) meent dat Nederland met een beroep op artikel 159 van de Belgische Grondwet de hele Antwerpse haven plat kan leggen:

Schermafbeelding van deel artikel3M is geen uitzondering: ‘Nederland kan heel de Antwerpse haven plat laten leggen’ in de PZC van 4 september 2021

Dit juridische middel om de Antwerpse haven plat te leggen geeft Nederland een wapen in handen om druk te zetten op Vlaanderen. Dat kan aan kracht winnen als de provincie Zeeland die het meest geraakt wordt door het nalatige milieubeleid van de Vlaamse overheden en dus een duidelijk belang heeft op haar beurt de Nederlandse regering onder druk zet.

De nieuw aangetreden minister van Infrastructuur en Waterstaat Barbara Visser heeft in haar vorige functie als staatssecretaris van Defensie veel kwaad bloed gezet in Zeeland met haar leugens en geheim overleg over de Marinierskazerne in Vlissingen die uiteindelijk voorbijgingen aan de belangen van de provincie. Zij heeft dus nog wat goed te maken tegenover Zeeland.

De tragiek van een kleine provincie als Zeeland is dat het doorgaans geen middelen heeft om af te dwingen dat het een gesprekspartner is die door anderen serieus wordt genomen. Zowel de Vlaamse overheden die jarenlang het Zeeuwse provinciebestuur en de Zeeuwse gemeenten hebben genegeerd door ze niet te informeren over grensoverschrijdende vervuiling in de Westerschelde als de Nederlandse regering hebben zich als punt bij paaltje komt niets gelegen laten liggen aan Zeeuwse belangen. Zoals de ontpoldering van de Hedwigepolder waar de meerderheid van de inwoners en de Zeeuwse overheden tegen was. Andere belangen wegen politiek en economisch zwaarder.

Nu heeft Zeeland dat machtsmiddel wel. Het kan de Antwerpse haven platleggen. Dat is nieuw. De Zeeuwse bestuurders moeten nog leren om dat middel zelfbewust in te zetten en zich niet opnieuw door de machtspolitiek van Den Haag én Antwerpen laten paaien met loze beloften. Zeeland moet er met gestrekt been ingaan zoals het redactioneel van 3 september 2021 van de PZC zegt (zie bovenaan).

Het Zeeuwse provinciebestuur heeft Vlaanderen een ultimatum gesteld, zoals blijkt uit de reacties van Zeeuwse bestuurders die eindelijk wakker zijn geworden. De coalitie in de Staten en de Zeeuwse Milieufederatie hebben zich hierbij aangesloten. Dit gaat in de eerst plaats over de volksgezondheid van de Zeeuwen, maar ook over de emancipatie, bestuurlijke kordaatheid en zelfverzekerdheid van Zeeuwse bestuurders. Durven ze het deze keer hard te spelen door de schroom van zich af te werpen en alle juridische middelen in te zetten die ze hebben?

Privatiseer Museum Het Belfort in Sluis

Standbeeld van J.H. van Dale in Sluis.

In het beleidsstukVisie op Musea‘ van de gemeente Sluis van maart 2021 wordt over Museum Het Belfort gezegd dat het onderdeel van de publieke organisatie van de gemeente Sluis is. Dat houdt in dat de gemeente Sluis voor het onderhoud en de exploitatie verantwoordelijk is.

Schermafbeelding van deel (op p.8) uit beleidsnota ‘Visie op Musea‘ van de gemeente Sluis van maart 2021.

Maar uit een artikel van de PZC van 15 juli 2021 blijkt dat de gemeente de verantwoordelijkheid voor het Museum Het Belfort niet wil dragen. De inleiding spreekt boekdelen: ‘Welke ondernemer gaat het belfort in Sluis uitbaten? De gemeente is op zoek, nu de VVV – de voormalige exploitant – zijn werkzaamheden in Zeeland heeft beëindigd.’

Het wordt nog wranger: ‘De gemeente zoekt een ondernemer die bijvoorbeeld een toeristische giftshop wil starten. Dat kan in de balieruimte van het museum. Als voorwaarde stelt de gemeente dat de uitbater ook beheerder van het museum in het belfort wordt. De werkzaamheden zijn bezoekers ontvangen, toegangstickets verkopen en toeristische informatie verstrekken.‘ Dat is een hybride functie van profit en non-profit waarbij het de vraag is waar het een ophoudt en het ander begint. Dat is van belang als het om ethische museale normen gaat.

Museum Het Belfort staat sinds juni 2017 geregistreerd in het Museumregister. Musea die zijn aangesloten bij het Museumregister worden getest op de Museumnorm 2020. Dit houdt in dat de geregistreerde musea dienen te voldoen aan kwaliteitsnormen. Museale taken kunnen uitbesteed worden aan een rechtspersoon, maar ‘In dat geval blijft de uitbestedende partij [de gemeente Sluis] verantwoordelijk voor de invulling van de uitbestede zaken conform de Museumnorm‘. Het is mogelijk dat een commerciële partij het museum gaat uitbaten, maar dan ligt belangenverstrengeling op de loer. Een en ander dient vooraf zorgvuldig afgesproken en gescheiden te worden.

Uit het PZC-artikel van Bob Maes blijkt dat de gemeente Sluis zich verschuilt achter de VVV. Dat is de defensiemuur van het college. Tot begin 2021 nam de VVV de exploitatie voor haar rekening. Vrijwilligers die het toen overnamen blijken te zwaar belast te worden.

De PZC vervolgt: ‘Vorige week stelde wethouder Peter Ploegaert zich tijdens een gemeenteraadsvergadering zelfkritisch op. Hij vond dat de gemeente steken had laten vallen en niet snel genoeg had ingespeeld op het stoppen van de VVV. De gemeenteraad trok daarom 50.000 euro uit voor een beroepskracht, die het museum in ieder geval tot en met september iedere dag open houdt.

Tekenend is dat CDA-wethouder Ploegaert onder meer recreatie, toerisme en monumenten in zijn portefeuille heeft, maar niet cultuur. Dat is ondergebracht bij burgemeester Marga Vermue. Het probleem is echter niet het verdwijnen van de VVV als uitbater van Museum Het Belfort, maar het feit dat de gemeente Sluis als publieke organisatie niet de verantwoordelijkheid neemt om de exploitatie voor haar rekening te nemen. Het is goed dat er budget is vrijgemaakt voor het tijdelijk aannemen van een vaste kracht, maar dat is geen duurzame oplossing.

Een toeristische gids van de streek zegt over Museum Het Belfort: ‘Het imponerende gebouw huisvest tegenwoordig een museum, gewijd aan de Sluise stadsgeschiedenis en de beroemdste Sluizenaar, woordenboekenmaker Johan Hendrik van Dale. Ook zijn er twee minibioscopen, tentoonstellingen, stijlkamers en de indrukwekkende historische raadszaal.

De Stichting Johan Hendrik Van Dale heeft een ingetrokken ANBI-status (2017) en zegt op haar Facebook-pagina over de eigen doelstelling: ‘Het organiseren van tentoonstellingen op het gebied van beeldende kunst in de Raadskelder van het Belfortmuseum te Sluis‘.

Sluis is een kleine gemeente met iets meer dan 23.000 inwoners. Het heeft weinig middelen. Daarom moet men niet te hard oordelen over een gemeente die de eindjes aan elkaar moet knopen. De vraag is echter of de gemeente binnen de huidige mogelijkheden de optimale oplossing kiest. Dat valt te betwijfelen. Het lijkt erop dat de gemeentelijke politiek niet uit het eigen kader kan stappen door een oplossing te kiezen waarvan iedereen profiteert.

Het is opvallend dat Museum Het Belfort en de Stichting Johan Hendrik Van Dale geen ANBI-status hebben, zodat ze werk kunnen maken van hun fondsenwerving. Men moet de toeristische aantrekkingskracht van de kuststreek niet onderschatten evenmin als de aantrekkingskracht van Johan Hendrik van Dale wiens naam het bekendste woordenboek in het Nederlandse taalgebied siert.

De oplossing die het college biedt lijkt sterk op privatisering zonder dat te zijn. Dat is vanwege de bestuurlijke problemen die veel energie opslokken en het gebrek aan financiële armslag de slechtste van alle opties.

Bij privatisering van een gemeentelijk museum is het gebruikelijk dat de gemeente verantwoordelijk blijft voor gebouw en collectie. De exploitatie zou dan ondergebracht kunnen worden bij een aparte stichting. Voordeel is dat de gemeente Sluis dan op afstand komt en zich bestuurlijk niet meer met Museum Het Belfort hoeft te bemoeien en het museum de ruimte krijgt die het nu mist om bij particulieren, bedrijven en het openbaar bestuur in Nederland en België te doen aan fondsenwerving, het werven van sponsors en het aanvragen van subsidies. En het ontplooien van tentoonstellingen en andere culturele initiatieven die nu blijven liggen.

Kankerverwekkend PFAS in Westerschelde zet ontpoldering Hedwigepolder op losse schroeven

Schermafbeelding van deel artikelKankerverwekkend PFAS in de Westerschelde: moet je de Hedwigepolder met verontreinigd water laten volstromen?‘van Theo Giele in de PZC, 22 juni 2021.

Update 17 mei 2022: Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft vandaag in een door SP en D66 ingediende motie besloten dat de Hedwigepolder voorlopig niet onder water wordt gezet in verband met de mogelijke vervuiling met PFAS van de Westerschelde ’nadat de resultaten van de lopende onderzoeken naar Pfas bekend zijn en vaststaat dat geen negatieve effecten optreden voor de natuurontwikkeling en een gezonde leefomgeving’.

Als geboren Zeeuws-Vlaming ben ik altijd een fervent tegenstander geweest tegen de ontpoldering van de Hedwigepolder. Die polder onder de rook van het Antwerpse havengebied. Het werd verkocht als natuurcompensatie, maar was feitelijk het verraad van milieuverenigingen die vanwege het economisch belang van de Antwerpse haven met programma’s, compensatie en geld werden gekocht. Chris De Stoop beschreef het verraad van de milieubeweging in zijn boekDit is mijn hof‘.

Zo ontstond een kongsi van Antwerpse havenbaronnen met Nederlandse milieuverenigingen die de Nederlandse en Zeeuwse politiek overrulden en zich keerden tegen de boeren en Zeeuwen.

Ik heb er sinds 2011 talloze commentaren aan besteed. Een ervan leidde tot kamervragen over de veiligheid van de binnen- en zeevaart op de Westerschelde waarover ik contact had met toenmalig PvdA-kamerlid Lutz Jacobi, de huidige directeur van de Waddenvereniging. Ik herhaal mijn conclusie van dit commentaar uit 2016 omdat die de kern van mijn bezwaar tegen de ontpoldering geeft:

De problemen zijn terug te brengen tot het economisch belang van de Antwerpse haven waar alles voor moet wijken. Inclusief de veiligheid ondanks de sussende woorden van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie dat wel een loodsplicht noemt, maar geen snelheidsbeperking voor zeevaartschepen. Door afspraken van de Scheldeverdragen van 2005 is de Westerschelde verdiept tot 13.10 meter. Met als gevolg dat grotere, diepere en snellere zeevaartschepen naar Antwerpen kunnen varen. Met alle veiligheidsproblemen van dien die de binnenvaartschippers in hun reacties aankaarten. De verdieping van de Westerschelde heeft voor Zeeland ongunstige neveneffecten gehad, zoals het verlies aan natuur dat het volgens afspraken van de Natura 2000 richtlijn moet realiseren op eigen gebied en de veiligheid van de scheepvaart waarvoor zoals blijkt door snelheidsbeperkingen geen afspraken gemaakt kunnen worden omdat dat blijkbaar niet in Belgisch belang is.
Terwijl de Vlaamse regering er de economische lusten van draagt moet Zeeland de lasten dragen door de Hedwigepolder als natuurcompensatie af te stoten als landbouwgrond. Wat Zeeuwen met de herinnering aan de ramp van 1953 door de ziel snijdt. Het is zover kunnen komen door het systeemmatig zwakke bestuur van de provincie Zeeland en het relatief kleine belang van deze provincie in Den Haag. Toen de Zeeuwse Jan Peter Balkenende in 2002 premier werd was het kwaad al geschied. Hij kon met de Zeeuwse CDA’er Ad Koppejan dit dossier politiek en juridisch niet meer redden, maar alleen rekken. Dat geeft aan wie het op de Westerschelde voor het zeggen heeft: België. De Vlaamse kolonisatie van de Westerschelde is de afgelopen decennia door Nederland geen halt toegeroepen, maar eerder toegenomen. De politiek laat het gebeuren. Zoals ontpoldering van de Hedwigepolder tegen Zeeuwse wensen in en marginalisering van de binnenvaart op de Schelde leren.

Theo Giele heeft recent in de PZC een reeks artikelen geplaatst over de vervuiling door kankerverwekkend PFAS in de Zeeuwse waterwegen, zoals het Kanaal van Gent naar Terneuzen en de Westerschelde. Bovenstaand artikel leidt hij als volgt in: ‘De hoge concentraties PFAS in de Westerschelde kunnen de discussie over de ontpoldering van de Hedwigepolder opnieuw doen ontvlammen. Moet je verontreinigd Scheldewater de polder in laten stromen?’

Kortom, de hoge concentratie PFAS is een nieuw argument tegen de ontpoldering van de Hedwigepolder. Vervuiling in algemene zin was altijd al een argument tegen ontpoldering, maar vervuiling met PFAS geeft er een nieuwe dimensie aan. Het schrijnende is dat de industrie van de Antwerpse haven altijd al verantwoordelijk was voor de vervuiling, maar er niet verantwoordelijk voor werd gehouden. Want de Westerschelde ligt stroomafwaarts van Antwerpen.

Hoe dan ook wordt de vervuiling met PFAS door tegenstanders van de ontpoldering zoals de SGP aangegrepen om dit dossier opnieuw te openen. Theo Giele zegt in een artikel van 24 juni 2021 dat de SGP op die dag kamervragen heeft gesteld aan minister Cora van Nieuwenhuizen: ‘Kamerlid Chris Stoffer vroeg of de hele ontpolderingsoperatie niet in strijd is met de Wet Bodembescherming. Er zal immers vervuild Scheldewater de polders instromen’. Het CDA-statenlid Frank Peter Kuijpers liet al eerder van zich horen en twitterde op 22 juni 2021:

Tweet van Frank Kuijpers, 22 juni 2021.

Giele constateert terecht dat de PFAS-problematiek breder is dan de problematiek van de ontpoldering van de Hedwigepolder. Vele gemeenten aan de Westerschelde maken zich grote zorgen over de gezondheid van hun inwoners door vervuiling met het kankerverwekkende PFAS.

Het is de logica van de zogenaamde natuurcompensatie waarvan de hypocrisie nu volop aan de oppervlakte komt. De achterliggende oorzaak voor de ontpoldering van de Hedwigepolder was nooit het compenseren van natuur, maar het dienen van het belang van de Antwerpse haven (via verdieping van de Westerschelde) zonder dat dit verband rechtstreeks gelegd mocht worden. Nu de vervuiling door die haven de natuurcompensatie in gevaar brengt blijkt duidelijk hoe rechtstreeks dit verband werkelijk was. Letterlijk en figuurlijk een vies zaakje dat stinkt.

Er is de afgelopen 10 jaar in dit dossier krom en onzuiver geredeneerd. De oppositie tegen de ontpoldering werd met een machtsspel onder leiding van de Vlaamse overheid en de Antwerpse haven onschadelijk gemaakt. De PFAS-problematiek opent het dossier opnieuw van een ontpoldering die nooit goed voelde en de hypocrisie en de niet valide argumenten ervan opnieuw onder de aandacht van politiek en publiek brengt.

Gedachte bij de foto ‘At Terneuzen’ van George C. Davies (1887)

Er liggen wat Zeeuwse tjalken aan de wal in Terneuzen. Het jaartal van publicatie van de foto in het album ‘On Dutch Waterways. The cruise of the S.S. Atalanta on the rivers & canals of Holland & the North of Belgium’ van de Engelse fotograaf George Christopher Davies is 1887.

Om enkele redenen blijft mijn oog aan deze foto haken. Ik ben geboren in Terneuzen en meen deze plek van vroeger te herkennen. Namelijk de Schependijk aan het Kanaal van Gent naar Terneuzen.

Verder is de naam Atalanta het schip waarmee Davies kort voor 1887 de waterwegen van Nederland en Vlaanderen afvoer dezelfde als het gelijknamige binnenschip dat de hoofdrol speelt in de film ‘L’Atalante’ of Le Chaland qui passe van Jean Vigo met Dita Parlo in de vrouwelijke hoofdrol.

Bovenstaand beeld is een gedigitaliseerde pagina uit Davies’ fotoboek en niet veel soeps. Afdrukken van foto’s die erin staan hebben uiteraard een hogere resolutie, maar deze afbeelding kon ik in openbaar toegankelijke digitale collecties niet vinden. Dat is geen halszaak omdat het ook om het idee gaat. Namelijk een Engelse fotograaf die lang voor mijn geboorte deze foto in mijn geboorteplaats nam. Meer is het niet, maar ook niet minder. Zo’n historische band gaat niet kapot.

Robesin vraagt Tweede Kamer opnieuw om onderzoek besluitvorming Hedwigepolder

Schermafbeelding van deel artikelRobesin vraagt Kamer opnieuw om onderzoek Hedwigepolder’ in de PZC, 28 april 2021.

Het plan om de Hedwigepolder in Oost Zeeuws-Vlaanderen onder water te zetten is naar mijn idee een van de meest onverkwikkelijke en geniepige besluiten die een Nederlandse regering ooit heeft genomen.

Deze slechts 3 km2 grote polder kreeg in de jaren 2005-2015 een symboolfunctie. Feitelijk een wonder hoe zoiets kleins zo groot kon worden. De ontpoldering is volgens plan in 2022 voltooid. Maar niet iedereen zag er dezelfde symboliek in.

Voor Zeeuwen was het de macht van het grote geld, te weten de Antwerpse haven, waarvoor ze in een onderonsje met Den Haag werden uitgeruild voor zogenaamd hogere belangen. Dus economie. Voor de economische lobby was het het omgekeerde, het opruimen van regionale belangen met inzet van de politiek. Voor natuurbeschermers was het de kans om meeliftend met het economisch belang ten koste van het regionaal belang eigen kruimels te kunnen realiseren. Zogenaamde ‘nieuwe natuur’ en extra geld voor de eigen organisaties om mee te draaien in de projecten. Door de Zeeuwen werd de opstelling van de samenwerking van bedrijfsleven en politiek als harde machtspolitiek ervaren en dat van de natuurbeschermers als verraad. Over dat verraad van de natuurlobby verhaalt Chris de Stoop in zijn boek ‘Dit is mijn hof’.

De argumenten waren meestentijds vals en de doeleinden verhullend. Onder het mom van natuurbescherming werd natuur beschadigd die officieel geen natuur was en daarom in nieuwe langlopende projecten officieel hersteld kon worden. Onder het mom van natuurbescherming werden de economische belangen van de Antwerpse haven versterkt. Natuurorganisaties als de Vogelbescherming lieten zich omkopen of misleiden. Hun naïviteit was grenzeloos en concurreerde hevig met hun opportunisme. Volgens velen hebben ze voorgoed hun geloofwaardigheid verloren door een bondje te sluiten met het grote geld.

HMM Algeciras © Johan Rijnhout/Rijnhout Media. In PZC, 12 juni 2020.

De kernvraag of een getijdenrivier als de Westerschelde geschikt is om schepen van 400 meter lang, 61 meter breed met een diepgang van 12 meter te ontvangen heeft nooit centraal gestaan in het debat. Daardoor konden de Vlaamse regering en de Antwerpse haven politieke druk blijven zetten om uiteindelijk hun zin door te drijven.

In Zeeland werd de uitruil tussen Nederland en Vlaanderen onder druk van de EU doorzien, maar de rest van Nederland liet het gebeuren. Wat de boosheid én het gevoel van uitgeslotenheid verder versterkte van de Zeeuwen die zich als traditioneel wingewest toch al snel in de steek gelaten voelen.

Johan Robesin die ooit lid van de Eerste Kamer was voor een lokale partij kreeg naar eigen zeggen in 2011 in een persoonlijk gesprek de belofte van premier Rutte dat die zijn uiterste best zou doen dat de Hedwigepolder niet onder water zou worden gezet. Dat liep anders. Rutte kon zijn belofte niet houden en Robesin zit nu al jaren vol onbegrip over deze kwestie.

Hij doet nu een tweede poging om de besluitvorming van 10 jaar terug in de Tweede Kamer tegen het licht te houden. Maar wat voor nut hebben volgens Robesin de landelijke politieke partijen daarbij? Rechtse partijen als VVD en CDA hebben zich overgeleverd aan de economie en groene partijen als GL en D66 hebben zich niet principieel genoeg opgesteld. Resten SGP, Boerenpartij en de drie radicaal-rechtse partijen, maar die laatsten zijn vooral tegen omdat ze overal tegen zijn om de overheid te dwarsbomen. Zulke vreemde bedpartners vergroten de geloofwaardigheid van een op zich zinvol verzoek om openheid niet.

De Hedwigepolder is nu bijna volledig onder water gezet en de besluitvorming ervan is blijkbaar ook onder water verdwenen. De spreekwoordelijke slager wil niet dat bekend wordt hoe de worst gemaakt wordt en wat er allemaal in zit. Waarom zou de Kamercommissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een onderzoek naar de besluitvorming rond de Hedwigepolder agenderen? Er is in de tussentijd al te veel water door de Westerschelde gestroomd om nog te verwachten dat de waarheid boven water komt.

Landschapsproject Zeeuws-Vlaanderen als voorbeeld van vertrutting en betutteling. Wat is hier nou echt het probleem?

Provincie Zeeland zette afgelopen weken vier filmpjes op haar YouTube-kanaal waarvan dit er een is. Ze gaan over Zeeuws-Vlaanderen en zijn gemaakt in opdracht van wat in goed Zeeuws de ‘Economic Board Zeeland’ (EBZ) heet. Dat vervult volgens nota 2020D29562 ‘een prominente rol als verbinder van publieke en private samenwerkingspartners en zorgt voor een heldere focus van de aanpak’. De EBZ is geen rechtspersoon, maar heeft ‘een centrale functie als aanjager en coördinator van de uitvoering van de Regio Deal Zeeuws-Vlaanderen ‘Zeeuwen zelf aan zet’. Een Regio Deal kan opgevat worden als ‘een duurzaam partnerschap om de opgave die in de regio speelt gezamenlijk aan te pakken’. De suggestie die het probeert te wekken is dat de bewoners van deze regio inspraak hebben en over hun eigen leefomgeving kunnen beslissen.

De werkelijkheid is anders. Zeeuws-Vlaanderen is een krimpgebied en kampt met problemen van leegloop. De nota merkt op dat voorzieningen uit de regio verdwenen zijn. Door grensoverschrijdende samenwerking met de provincie Oost-Vlaanderen en de stad Gent heeft de regio ook potentie. Een opvallende passage in de nota luidt: ‘De woningvoorraad sluit niet aan op de vraag en het landschap is nu slecht toegankelijk’.

Wat een slecht toegankelijk landschap logischerwijze betekent wordt niet uitgelegd. En slecht toegankelijk voor wie? De toevoeging ‘nu slecht toegankelijk’ geeft aan dat de toegankelijkheid van het landschap focus voor de EBZ en de Regio Deal is. Of de toegankelijkheid van het Zeeuws-Vlaamse landschap nou werkelijk een groot probleem is en of de bewoners op een overheidsprogramma zitten te wachten dat ingrepen doet in een historisch landschap is de vraag. Het lijkt eerder te gaan om politiek laaghangend fruit dat geplukt wordt. Door enkele simpele, maar hoogst zichtbare ingrepen kan zo een idee van daadkracht worden gesuggereerd.

Het beeld dat resteert uit de video is er een van vertrutting en bevoogding. Alsof Zeeuws-Vlaanderen moet veranderen in een landschapspark, terwijl de ongepolijstheid en ruwheid ervan juist de kwaliteiten zijn.

Tekenend is dat er geen Zeeuws bureau wordt ingehuurd, maar architect Ro Koster van RO&AD Architecten dat in het Brabantse Bergen op Zoom is gevestigd. Zijn claim is hooghartig dat zijn programma nodig is om de uniciteit en kwaliteit van deze streek te gaan voelen. Alsof de bewoners eeuwenlang de waarde van hun streek miskend hebben en ze er een buitenstaander als Ro Koster met zijn programma voor nodig hebben om te voelen wat de waarde van hun geboortegrond is. Is Koster onnozel of doet hij met zijn prietpraat net alsof hij dat is om zijn opdrachtgever te plezieren? Of dit ‘Grenspark Scheldekust’ moet dienen ter compensatie van de door de regering en de onder druk van de economische macht van de haven van Antwerpen en de Belgische regering verdwenen Hedwige polder is de vraag die in deze video hardnekkig op de achtergrond blijft zeuren.

Radicale boeren zijn met hun anti-overheidsdenken tot ultrarechtse complotdenkers geworden

Nederland kent een archipel van rechts-radicale en -extremistische groeperingen. Ze zijn verdeeld en relatief zwak en vormen daarom volgens de inschatting van de overheid geen groot gevaar voor de veiligheid, zoals onlangs bleek uit het antwoord op kamervragen van Sjoerd Sjoerdsma (D66). Maar de kans dat ze naar geweld grijpen wordt niet uitgesloten. Het loopt van complotdenkers over het 5G-netwerk, het RIVM, vaccinatie, het stikstofdossier en het coronavirus, tot anti-semitisten, anti-LHBTQ, anti-vrouw, anti-overheid, anti-Black Lives Matter en racisten. Sinds 2019 kan men aan dit ultrarechtse gedachtegoed de geradicaliseerde boeren van Farmers Defence Force toevoegen. Die door de agro-industrie zijn gesponsord en op de been geholpen. Uit een vandaag gepubliceerd Brits rapport van de Commissie voor de bestrijding van extremisme (CCE) blijkt dat extremisten de pandemie benutten om hun haat te verspreiden. In Nederland zal het niet veel anders zijn.

Veelzeggend is een bericht op de rechts-radicale site DDS over ene Femke Marije-Wiersma die werkt voor de Nederlandse Melkveehoudersvakbond en reageert op GL-leider Jesse Klaver. Zowel zij als de auteur van het stukje gooien alle remmen los en gaan elke nuance uit de weg. Dat is opmerkelijk voor wie dat rechtse idioom niet kent. Het past in het patroon van de complotdenkers, malcontenten en achtergestelden die het als hun opdracht zien om tegen de gebezigde orde te schoppen en chaos en onrust te creëeren. Bij gebrek aan argumenten doen ze dat niet op een zakelijke, maar op een persoonlijke manier. Het klopt met de observatie van de overheid en de AIVD. Namelijk dat ultrarechts in Nederland gefragmenteerd en marginaal is, maar ook op sociale media slecht geïnformeerden aanzet tot copy cat gedrag. Mijn reactie bij dit artikel op DDS:

Het is verdedigbaar om het met de standpunten of kijk op de wereld van een ander niet eens te zijn. Dan zegt men: ‘Ik ben het niet met u eens. Ik denk er anders over’. En vervolgens geeft men aan waarom en hoe men anders denkt over een bepaald standpunt. Daar kan die ander dan weer op reageren. Zo ontstaat een discussie. Dat hoort bij een volwassen, open democratie.

Wat Femke Marije en Michael van der Galien doen is het omgekeerde. Ze spelen het op de man. Zo raakt het zakelijke verschil van mening uit het zicht. De eerste noemt Jesse Klaver ‘een slecht mens’ en de laatste noemt hem ‘een schoft’. Dat is ongelukkig en niet zinvol. Men kan het ook anders zien, namelijk dat Marije en Van der Galien geen steekhoudende argumenten hebben en het daarom maar op de persoon spelen. Lekker simpel, bij gebrek aan beter.

Jesse Klaver schrijft in betreffende tweet dat minister Schouten niet veilig op bezoek (in Zeeland) kan gaan. Want zij heeft op advies van veiligheidsmensen haar bezoek afgebroken. Klaver vraagt zich af waar de intimidatie stopt. Hij verzoekt PVV en FvD om afstand te nemen van de radicale boeren.

Marije maakt niet aannemelijk wat er niet klopt aan deze tweet van Klaver. De feiten in de tweet kloppen. Niet Klaver, maar Marije neemt een loopje met de waarheid. Zoals gezegd, zij slaat de plank mis door het op de persoon te spelen en Klaver ‘een slecht mens’ te noemen. Omdat hij een andere mening heeft?

Klaver maakt, zoals inmiddels de meeste Nederlanders, een onderscheid tussen geradicaliseerde boeren en andere boeren. Klaver heeft het uitsluitend over ‘agressieve FDF-boeren’. Feit is dat minister Schouten haar bezoek moest afgelasten door het optreden van de geradicaliseerde boeren. Zij demonstreren in veel gevallen niet vreedzaam, maar intimiderend. Hiermee schieten de radicale boeren in eigen voet en verliezen ze steeds meer de sympathie van de Nederlanders.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelBZV Femke Marije veegt de vloer aan met Jesse Klaver: ‘Een slecht mens’’ van Michael van der galien op DDS, 9 juli 2020.

Foto 2: Tweet van Jesse Klaver, 8 juli 2020.

Foto 3: Antwoord 4 met vraag van Kamervragen over het bericht over dreiging extreemrechts en het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 52 van Minister Grapperhaus naar aanleiding van het artikel ‘Dreiging extreemrechts is een grote blinde vlek’, 1 juli 2020.

Zeeland moet orde op zaken stellen en falen Marinierskazerne en ondermaats aanbod voor compensatie niet afschuiven

Wat krijg je als een Zeeuwse gedeputeerde van de VVD kritisch reageert op een VVD-staatssecretaris? Het antwoord ligt voor de hand: niks. Dick van der Velde die verantwoordelijk is voor de Marinierskazerne reageert met gespeelde verontwaardiging op Barbara Visser voor Omroep Zeeland: ‘We zijn nog net zo boos als dat we al waren. Dit onderstreept waarom er een ruimhartige compensatie moet komen voor Zeeland’. Wow, wat een lef. Wat gedeputeerde Van der Velde zegt dat hij ‘nog net zo boos is als hij al was’ grenst aan het onbenullige.

Waar draait deze kwestie in de kern om? Het lijkt te gaan om een marinierskazerne die naar Vlissingen zou komen, maar niet kwam. Staatsecretaris Barbara Visser lijkt samen met minister Ank Bijleveld een van de drie zusters van Anton Tsjechovs gelijknamige toneelstuk. Ze blinken uit in de verzuchting: ‘Naar Moskou, naar Moskou’, maar tegelijk weten ze dat ze er nooit zullen aankomen. Zo was het ook met de Marinierskazerne. Iedereen wist dat die nooit in Vlissingen zou komen, maar de hoofdrolspelers speelden dat het wel zo was.

Het draait niet om zelfbedrog in een schijnwerkelijkheid met in de hoofdrol een politiek onhandige en liegende staatssecretaris of een incompetente minister. Niet de gevende, maar de ontvangende partij is waar het om draait. Het gaat om de positie en de positionering van Zeeland. Is Zeeland voor de kwaliteitstoerist, de watersporter, de gepensioneerde die zorg inkoopt, de rustzoeker of de kunsttoerist die gaat voor kleinschalige evenementen of is Zeeland voor de pretzoeker, de dagjestoerist en de ondernemers die gaan voor grootschalige evenementen? Is Zeeland voor de chemische en maritieme industrie? Niemand die het weet. Omdat de provincie daar geen heldere keuze in weet te maken, kan er ook geen geloofwaardig en samenhangend pakket van eisen voor de compensatie van de Marinierskazerne in Den Haag op tafel worden gelegd. Daar gaat het fout. Het zijn niet een liegende staatssecretaris en een incompetente minister die verantwoordelijk zijn voor de afgang van de Marinierskazerne. Het is Zeeland zelf dat niet weet wat het wil, niet weet wat het moet vragen als compensatie en zich afhankelijk maakt van de kuren en machtsspelletjes van anderen. Met als uitkomst dat het dankbaarheid moet tonen voor kruimels die niemand wil.

Vooral in Zeeuws-Vlaanderen is het trauma van het onder water zetten van de Hedwige polder vanwege het economisch belang van de Antwerpse haven en de uitruil door Den Haag nog niet verwerkt. Het wantrouwen is groot. Zeeland beschouwt zich als wingewest en die gedachte is gegroeid na de 17de eeuw toen Middelburg de tweede stad van het koninkrijk was. De realiteit is dat Zeeland een zwak openbaar bestuur heeft en geen machtsmiddelen om terug te vechten. Daar gaat het mis. Nu moet de provincie tevreden zijn met wat wordt gezien als tweederangscompensatie zoals blijkt uit in Den Haag gelekte stukken: een beveiligde rechtbank, een extra beveiligde gevangenis en een expertisecentrum voor georganiseerde criminaliteit. Het is een beledigend voorstel dat niemand wil. Bij welk profiel van Zeeland het past is duidelijk: een profiel van niks.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Compensatie voor de kazerne? Nou die moet nu wel heel ruimhartig worden, vindt de Zeeuwse politiek’ van Jeffrey Kutterin in de PZC, 6 juni 2020.