Gelijksoortigheid is paradox én zwakke plek van gevestigde godsdiensten. Ze claimen uniek te zijn, maar doen allemaal min of meer hetzelfde en lijken in de kern op elkaar. Hoewel ze dat zelf sterk ontkennen. Dat is geen wonder omdat ze immers vanuit dezelfde behoefte zijn ontstaan. Weliswaar in uiteenlopende culturen wat de uiterlijke verschillen verklaart, maar vanuit dezelfde existentiële angst of twijfel van mensen. Namelijk het motief van mensen om voor zichzelf een veilige omgeving te creëren die enige bescherming biedt door de onzekerheid van het leven op afstand te houden. Daarbij bieden godsdiensten niet alleen filosofisch onderdak voor wat het Zijn betreft, maar doen dat ook in praktisch opzicht door groepsvorming en gemeenschapszin. Geloofsgenoten worden in- en andersdenkenden uitgesloten. Dat bindt gelovigen nog meer aan godsdienst.
Op de concurrerende religiemarkt levert dat problemen op. Want hoe kan de ene godsdienst zich van andere godsdiensten onderscheiden als ze in de kern op hetzelfde neerkomen? Gesteld dat de uiterlijkheden voor de gelovige onvoldoende redenen zijn om zich te laten overtuigen. Hoe dat gaat toont deze video. Scott Oliphint meent dat het christendom uniek is en categorisch van andere godsdiensten verschilt ‘omdat alleen het christendom beweert dat God zondaren redt’. Dat is om meerdere redenen een cirkelredenering die vanuit het christendom iets als unieks verklaart omdat het in het christendom voorkomt. Waarbij de ‘God’ die mensen zelf gecreëerd hebben tot autoriteit wordt bevorderd om te legitimeren dat ‘God’ christelijke gelovigen redt. Andere godsdiensten kunnen op aspecten dezelfde uniciteit claimen die alleen in hun godsdienst voorkomt.
Begrijpelijk is dat godsdiensten zich tegen elkaar afzetten om gelovigen te trekken. Het is harde concurrentie voor organisaties die in de kern hetzelfde product verkopen. Uiteraard bestaat dat niet in pure vorm, maar is verweven met politieke, maatschappelijke en culturele belangen. In essentie worden veel kandidaat-gelovigen meer door ‘bijzaken’ aangetrokken dan door geloofswaarheden. Religieuze propaganda is noodzaak voor godsdiensten om concurrenten van het lijf te houden en te overleven. De geschiedenis van de afgelopen 20 eeuwen kent vele godsdiensten die het niet gered hebben. Toch is het jammer dat vertegenwoordigers van godsdiensten de noodzaak voelen om zich met deze marketing die grenst aan desinformatie af te zetten tegen andere godsdiensten. Het leert dat het genre ‘godsdienst’ aan een fundamentele hervorming toe is.