Trump gaat niet naar Terneuzen om vlag van Bert Kreuk in ontvangst te nemen. Wel een bijeenkomst in het Witte Huis

President Trump gaat niet naar Terneuzen om een ‘historische’, Amerikaanse vlag in ontvangst te nemen die bij de invasie in 1944 wapperde. Zakenman en kunstverzamelaar Bert Kreuk gaat nu naar Washington om die Trump te overhandigen. Naar verluidt wordt de vlag opgenomen in de collectie van het Smithsonian Museum of American History, aldus een bericht in het AD. Kreuks publiciteitsstunt komt zo alsnog tot een prachtig resultaat. Het zou om een bijeenkomt van minimaal anderhalf uur gaan. Behoorlijk lang voor een gebeurtenis zonder actuele politieke betekenis. Premier Rutte zal ook aanwezig zijn. Jammer is wel dat president Trump nu zijn cursus ‘Terneuzens’ mist. Maar zoals gezegd, aan Terneuzen mist hij niks. Ik meen dat te weten, want ik ben er geboren en getogen. Slecht bestuur en beroerde ruimtelijke ordening zijn daar debet aan.

Rietveld Academie schrapt bijeenkomst met Kirac en Bert Kreuk vanwege ‘racisme’ en ‘seksisme’. Waar is de intellectuele vrijheid?

Er is een relletje in de maak over een bijeenkomst bij de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Het Parool bericht erover in een artikel van Marcel Wiegman. Het gaat om een bijeenkomst van de kunstcritici van Kirac (Keeping It Real Art Critics) over kunsthandel (met verzamelaar Bert Kreuk) die op 8 februari om 16.00 uur zou worden gehouden, maar door de Rietveld Academie op het laatste moment is afgelast. Kirac geeft als uitleg dat het door studenten van racisme en seksisme zou worden beschuldigd. Kirac laat het er niet bij zitten en roept iedereen op vooral te komen. De Academie schermt met de veiligheid van studenten en docenten.

Is het een storm in een glas water? De harde koppen van Kirac die hun plek in de kunstwereld willen innemen botsen tegen de harde koppen van studenten van de Rietveld Academie die in navolging van de richtingenstrijd op Amerikaanse universiteiten lichtvaardig omgaan met beschuldigingen van racisme en seksisme. Daartussen heeft het bestuur van de Rietveld Academie zich klem laten zetten en uit laten rangeren. Dat is een wanprestatie van hoog niveau. College en directie weten niet meer goed hoe de vrijheid van het publieke debat bij hun instelling gegarandeerd moet worden en hoe ze in de harde praktijk moeten opereren.

Het uit angst en door politieke druk verbieden van politieke meningen in een openbaar debat op een Nederlandse kunstacademie is een verschrikkelijk teken aan de wand van bijbelse proporties. Voordat de bijeenkomst heeft plaatsgevonden stelt collegevoorziter Annelies Eenennaam al dat Kirac een ‘platform aan racisme en seksisme’ geboden zou worden. Dat is wegduiken voor angst van de Rietveld Academie. Dat is het buigen voor de politieke druk van studenten en het weinig standvastig en moedig optreden van het college.

Museumvereniging komt met advies verkoop werk van een levende kunstenaar uit museumcollecties. Het is opvallend defensief

Het advies van de Ethische Codecommissie van de Museumvereniging van 10 augustus 2017 over het afstoten van werk van een levende kunstenaar uit een museumcollectie valt niet los te zien van de voorgeschiedenis in 2011 met de verkoop van The Schoolboys van Marlene Dumas door Museum Gouda. Dit blog besteedde er aandacht aan in commentaren en meent dat het opereren van toenmalig museumdirecteur Gerard de Kleijn tegenstrijdigheden bevatte. Hij had zich slecht voorbereid en weinig kennis van zaken, kwam met een ongeloofwaardig verhaal over de reden van de verkoop en bracht zijn museum onnodig in problemen. In de herfst van 2011 dreigde de Museumvereniging Museum Gouda uit het museumregister te gooien als het geen beterschap beloofde. Uiteindelijk kreeg De Kleijn een berisping op de ALV van 28 november 2011.

Deze geschiedenis kreeg zes jaar na dato in april 2017 een staartje toen kunstverzamelaaar Bert Kreuk in zijn boek Art Flipper vertelde dat hij The Schoolboys had willen kopen en daartoe via tussenpersoon Theo Schols De Kleijn 1 miljoen euro had geboden. Met Kreuks belofte dat hij het werk 10 jaar in bruikleen zou geven aan Museum Gouda, en eventueel zelfs langer. In 2011 ontkende De Kleijn in de publiciteit dat er zo’n aanbod lag, maar in 2017 kwam hij daar desgevraagd op terug in een artikel in Trouw. Hij zou niet op Kreuks aanbod zijn ingegaan omdat hij bang was een sufferd genoemd te worden. In een commentaar opperde ik het idee dat De Kleijn in Trouw nog steeds niet de echte verklaring voor zijn handelen in 2011 gaf: ‘Want het gaat ervan uit dat De Kleijn toen Kreuk hem benaderde nog zelf kon beslissen over verkoop en hij zich niet had gecommitteerd aan afspraken met veilinghuis Christie’s die het zelf wilde veilen.

Jouke Kleerebezem noemde de verkoop van The Schoolboys door De Kleijn buiten kunstenaar Marlene Dumas en galeriehouder Paul Andriesse om in een commentaar op zijn blog ‘opportunistisch rentmeesterschap’. Het is naar mijn idee nog schrijnender. In een reactie op Metropolis M relativeerde ik de kritiek dat marktdenken de kunstwereld in haar greep heeft: ‘Het is naar mijn idee niet het marktdenken dat de kunstwereld in de greep krijgt. Dat heeft nog een schoonheid in zichzelf. Al hangt die direct samen met geld. Het ligt anders. Het is geklungel dat delen van de Nederlandse kunstwereld kenmerkt. Zoals het voorbeeld van museumgoudA leert. Het is buitengewoon onhandig aangepakt. Da’s geen marktdenken, da’s de ambtenaar die cultureel ondernemer denkt te zijn.’ Marktdenken en commercieel handelen door museumdirecteuren is nog tot daar aan toe, maar onhandig handelen en uitverkoop van het tafelzilver voor een te lage prijs is onaanvaardbaar.

Het Advies van de Ethische Codecommissie van de Museumvereniging geeft instrumenten uit handen als het de CIMAM Principles, iii, 4 te streng vindt. Dit zegt dat afstoting van het werk van een levendige kunstenaar mag ‘om het te kunnen vervangen door een ‘superior work’ van dezelfde kunstenaar’. Het lijkt er sterk op dat de commissie de CIMAM Principles te eenzijdig opvat omdat er uitzonderingen op mogelijk zijn. De CIMAM Principles spreken elkaar namelijk op onderdelen tegen. Dat geeft handelingsruimte voor een museum. Zo kan een werk van een levendige kunstenaar ontzameld worden als er nieuwe verzameldoelen zijn geformuleerd

De Museumvereniging laat zich kennen als defensief en kopschuw als het meent dat het de CIMAM Principles afwijst omdat ze ‘het museum in te hoge mate afhankelijk maken van de goedkeuring van de kunstenaar.’ Dat is een teleurstellende stellingname. Was erover geen tussenpositie mogelijk die de kunstenaar enig recht van spreken zou geven? Hierdoor raakt ook de glijdende schaal van korting door galeristen aan musea uit zicht (naast schenking en  giften) als norm voor ontzameling. Precies die korting was de steen des aanstoots van Marlene Dumas en haar galerie bij de verkoop van The Schoolboys aan het toenmalige  Catharina Gasthuis. Het is een lacune in de regelgeving die zowel de LAMO als de CIMAM Principles onvoldoende opvullen.

Foto: NieuwsberichtAdvies verkoop van een werk van een levende kunstenaar uit museumcollecties’ van de Museumvereniging, 10 augustus 2017.

De Kleijn geeft aanbod Kreuk toe om The Schoolboys te kopen en Museum Gouda in bruikleen te geven. Waarom ging het niet door?

Kunstverzamelaar Bert Kreuk doet in Art Flipper een boekje open over de verkoop van het schilderij The Schoolboys van Marlene Dumas in 2011 door toenmalig museumdirecteur Gerard de Kleijn van MuseumgoudA. Kreuk vertelt dat hij het werk had willen kopen. Het gevolg was geweest dat het niet naar het buitenland verkocht had moeten worden. Nu is het voorgoed verdwenen uit het Openbaar Kunstbezit.

Dit blog besteedde aan die verkoop enkele commentaren die erop neerkwamen dat De Kleijn zich slecht had voorbereid, weinig kennis van zaken had, met een ongeloofwaardig verhaal over de reden van de verkoop naar buiten kwam en zijn museum onnodig in problemen bracht. Dumas onderschreef toentertijd mijn lezing. Nu besteedt Trouw in een artikel ter gelegenheid van het verschijnen van Kreuks Art Flipper aandacht aan de verkoop die opnieuw het merkwaardige en onverklaarbare handelen van directeur De Kleijn onderstreept.

Kreuk stelt dat hij via tussenpersoon Theo Schols -zijn oom- De Kleijn 1 miljoen euro had geboden. Met Kreuks belofte dat hij het werk 10 jaar in bruikleen zou geven aan museumgoudA. Eventueel zelfs langer. Maar de museumdirecteur ging er niet op in. Op 20 september 2011 antwoordde de Gouwse wethouder Daphne Bergmans op raadsvragen van SP’er Van Alphen: ‘dat museumgoudA enkele grote particuliere verzamelaars [heeft] benaderd om te bezien of er bereidheid was het schilderij aan te kopen en vervolgens in langdurige bruikleen ter beschikking te stellen. Deze bereidheid bleek er niet te zijn’. (Bron onvindbaar, zie hier toenmalige verwijzing ernaar). Op 24 september 2011 gaf ik hierop het volgende commentaar: ‘Opvallend ontbreekt in haar opsomming de optie dat museumgoudA zelf benaderd is door een derde partij. Zij blijft ook onduidelijk over de periode waarnaar ze verwijst. Da’s relevant omdat het duidelijkheid kan geven over het tijdstip waarop museumgoudA bindende afspraken met Christie’s maakte. Daarna kon museumgoudA immers niet meer ontvankelijk zijn voor aanbiedingen.’ Dat laatste aspect is de crux van de kwestie. Het is de vraag wie Bergmans onvolledig informeerde zodat zij op haar beurt de Gouwse raad verkeerd informeerde.

De feiten zijn dat in 2011 De Kleijn in de publiciteit ontkende dat dit aanbod van Kreuk er lag. Nu komt hij daar op terug en bevestigt aan Trouw dat er over deze verkoop in 2011 contact is geweest met Schols. De Kleijn geeft de volgende uitleg voor zijn weigering om The Schoolboys aan Kreuk te verkopen: ‘Ik hoorde dat hij bekendstond als iemand die kunst weer verkoopt, nadat het een tijdje in musea heeft gehangen. Ik dacht: stel je voor dat het schilderij na tien jaar twee keer zoveel waard is geworden en hij het dan uit het museum haalt om het weer te verkopen. Dan zou iedereen me een sufferd vinden.’ De Kleijn zegt nu dat hij bang was om een sufferd genoemd te worden en daarom het aanbod van Kreuk afsloeg. Maar het is de vraag of dit de echte verklaring voor zijn handelen is. Want het gaat ervan uit dat De Kleijn toen Kreuk hem benaderde nog zelf kon beslissen over verkoop en hij zich niet had gecommitteerd aan afspraken met veilinghuis Christie’s die het zelf wilde veilen. Overigens was zijn weigering om een andere reden begrijpelijk omdat De Kleijn het in 1976 in opdracht van het Gouwse gemeentebestuur voor het museum vastgestelde verzamelgebied kunst van vrouwelijke kunstenaars onder het mom van bezuinigingen kort na 2011 definitief de deur uit deed.

De Kleijn zegt dat hij besloot om het schilderij toch te laten veilen en niet op Kreuks aanbod in te gaan, maar of dat de ultieme waarheid is valt dus af te wachten. De Kleijns verklaring in Trouw verklaart nog steeds niet alle losse eindjes. In een persbericht van 30 mei 2011 zei de Kleijn op een opbrengst van 800.000 euro te rekenen. (Bron onvindbaar, maar hier de toenmalige verwijzing ernaar). Er resteren vele vragen naar het handelen van De Kleijn. Zijn uitleg sinds mei 2011 is verre van consistent en stelde hij steeds bij. Gemeente Gouda zal hem niet kritisch aanspreken. Of een gemeenteraad. Of een Raad van Toezicht van het museum.

Wat Kreuk in Art Flipper nu naar buiten brengt lijkt in lijn met mijn commentaar uit oktober 2011: ‘De echte reden dat De Kleijn het marktconforme aanbod van de particuliere verzamelaar niet accepteerde lijkt te zijn dat-ie het niet kon accepteren omdat-ie voortijdig vergaande afspraken had gemaakt met Christie’s Londen. In het pakket paste in mei de aankoop van een Weissenbruch bij Christie’s Amsterdam voor 109.000 euro. Volgens kenners zeker geen kernstuk van de collectie. Een onverklaarbare actie van een museum dat beweert dat het water tot aan de lippen gestegen is en zegt elke cent nodig te hebben voor het voortbestaan.’

Foto: St Martin’s School for Boys Blazer Navy, zoals afgebeeld op The Schoolboys van Marlene Dumas.

Voor verder lezen:

30-05-11: MuseumgoudA verkoopt eigen identiteit

28-06-11: ‘The Schoolboys’ brengt ruim €1.200.000 op

21-06-11: Pakt museumgoudA verkoop ‘The Schoolboys’ handig aan?

07-07-11: Ter Borg gaat niet tot de bodem over museumgoudA

02-09-11: Marlene Dumas valt museumgoudA aan vanwege verkoop The Schoolboys

06-09-11: MuseumgoudA heeft de museumsector beschadigd

09-09-11: Halbe Zijlstra keurt verkoop The Schoolboys door museumgoudA af

21-09-11: MuseumgoudA kiest voor politiek conservatisme

24-09-11: Zijlstra verwerpt uitverkoop kunst door Gouda en museumgoudA

25-10-11: MuseumgoudA ongeloofwaardig over verkoop The Schoolboys

08-11-11: Koopt museumgoudA nog een molen van Weissenbruch?

28-11-11: NMV zet museumgoudA vanwege handelswijze niet uit vereniging

30-11-11: Wie controleerde bij museumgoudA de Raad van Toezicht?

22-12-11: Reden verkoop The Schoolboys door museumgoudA is niet financieel

Lennart Booij wordt conservator vormgeving bij Stedelijk Museum

sm

Een overstap van de galerie- naar de museumsector. In een persbericht maakt het Stedelijk Museum bekend dat Lennart Booij per 24 februari 2016 de afdeling Vormgeving van het Stedelijk gaat versterken. Naast Carolien Glazenburg (grafische vormgeving) en Ingeborg de Roode (industriële vormgeving). Desgevraagd laat hij in een tweet weten te stoppen met zijn kunsthandelDR. LENNART BOOIJ, RARE ITEMS AND FINE ART’ die gespecialiseerd is in kunst uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Met onder meer René Lalique en Picasso. 

Booij was jarenlang politiek actief in de PvdA en brengt een belangrijk netwerk mee. Met die informatie in het achterhoofd kan de aanbeveling van Bart van der Heide, hoofd Conservatoren en Onderzoek van het Stedelijk Museum begrepen worden: ‘Hij onderscheidt zich door een gedegen wetenschappelijke kennis, en is de uitgelezen persoon om hedendaagse ontwikkelingen in de vormgeving te plaatsen in een bredere artistieke, sociaaleconomische en politieke context.’ Christiaan Braun -zie hier en hier– moet nog even afwachten. 

Foto: Schermafbeelding van tweets bij bericht van het Stedelijk Museum, 28 januari 2016.

Kamervragen van Bergkamp (D66) bij een aankoop van het Rijksmuseum

unnamed

Vera Bergkamp (D66) stelt kamervragen aan minister van OCW Jet Bussemaker. Het gaat over de aankoop op de TEFAF in maart 2015 door het Rijksmuseum van een werk uit 1651 van Jan Asselijn, De doorbraak van de Sint Anthonisdijk in Amsterdam. Bergkamp merkt op dat het schilderij voor 1.200.000 euro is aangekocht, terwijl er ‘slechts een paar maanden eerder 760.355 euro voor werd betaald op de veiling bij Sotheby’s in Londen, een verschil van 439.645 euro?’ Zij baseert zich op notities ‘In de kantlijn van de kunstmarkt’ van Robert-Jan van Ravensteijn in het Kunst en Antiek Journaal van mei 2015. Had dat anders gekund?

Vraag waar het om draait is of de directie van het Rijksmuseum adequaat heeft gereageerd op het aanbod op de veilingmarkt of heeft zitten slapen en daarom 400.000 euro teveel betaald heeft voor het werk. Bergkamp wil weten hoe vaak het voorkomt dat ‘een rijksmuseum een aankoop doet op bijvoorbeeld een kunstbeurs, terwijl dit aangekochte werk recentelijk nog voor een lagere prijs op een veiling werd aangeboden?’ Een zinvolle vraag waar de directeuren Wim Pijbes en Taco Dibbits sowieso een beredeneerd antwoord op dienen te geven. Met de vraag geeft de politiek het signaal dat het Rijksmuseum kritisch gevolgd wordt en zich geen buitencategorie kan beschouwen. Rijksbanken en rijksmusea staan tegenwoordig onder kritisch toezicht.

Foto: Jan Asselijn, De doorbraak van de Sint Anthonisdijk in Amsterdam, 1651. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam. 

Braun valt Stedelijk opnieuw aan. Deze keer op transparantie

over

De derde advertentie in een reeks, na ‘Tegen belangenconflicten in het Stedelijk Museum’ en ‘Vuistregels voor Musea (voor dagelijks gebruik)’ die in onder meer NRC en Volkskrant verschenen in september 2014. Opnieuw bekritiseert Christiaan Braun in een paginagrote advertentie in NRC het Stedelijk Museum, en dan vooral de Raad van Toezicht. Kunst en handel zouden door elkaar lopen. Braun heeft een getroebleerde relatie met het Stedelijk. De Raad bestaat uit: Alexander Ribbink (voorzitter), Cees de Bruin, Rob Defares, Guusje ter Horst, Prins Constantijn van Oranje, Willem de Rooij, Madeleine de Cock Buning en sinds 19 november Rita Kersting.

Wie hier zelfs maar vluchtig de reeks over Museum Gouda, het Armando Museum of het Wereldmuseum -of Sjors van Beek in De Groene over het Wereldmuseum- leest weet dat vooral waar het de kwaliteit van het toezicht betreft er nog heel wat verbeterd kan worden in de Nederlandse museumsector. Dat aan de orde stellen is Brauns verdienste. Maar een debat wil het niet worden. Dat past welbeschouwd bij transparantie.

Foto: Schermafbeelding uit de NRC van 11 december 2014, pagina 9 (betaalmuur).

Braun pleit in advertentie voor beter bestuur in museumsector

ad_1_8_901

Christiaan Braun komt vandaag met een tweede paginagrote advertentie ‘Vuistregels voor musea; (voor dagelijks gebruik)‘ in De Volkskrant. Op 4/5 september verscheen de eerste advertentie ‘Tegen belangenverstrengeling; in het Stedelijk Museum’ in NRC, De Volkskrant en Het Parool. Hoewel de tweede advertentie niet het Stedelijk Museum bij name noemt, gaat het opnieuw over dit museum. Zoals in 5), 6) en 7) over het lid van de Raad van Toezicht (sinds begin 2011) Willem de Rooij waarvan onlangs het werk Blue to Black werd verworven in de museumcollectie. En 1), 2), 3) en 4) herhaalt de kritiek op belangenverstrengeling van directeur, SM Fonds en SM RvT, en de invloed van de kunsthandel in het Stedelijk Museum Fonds.

Alle vuistregels zijn vanuit goed bestuur, gescheiden verantwoordelijkheden en het voorkomen van niet te controleren kunsthandel goed verdedigbaar, op twee ervan na omdat de werking te beperkt wordt opgevat. Regel 8) dient om het Bert Kreuk-scenario te voorkomen dat ertoe kan leiden dat een museum door een verzamelaar gebruikt wordt om de eigen collectie op te waarderen, maar sluit ook goedwillende collectioneurs uit die niet bezig zijn met kunsthandel. Met 9) worden langdurige bruiklenen van andere musea of het RCE (voorheen ICN) uitgesloten zodat men op z’n minst kan zeggen dat deze regel onzorgvuldig geformuleerd is.

De advertenties zijn vanuit persoonlijke motieven tot stand gekomen, maar daar stopt hun belang niet. Ze kunnen andere doelen dienen. Zoals de bewustwording in de Nederlandse museumsector over goed bestuur die verder gaat dan mooie woorden op een symposium of in een glanzend boekje. Christiaan Braun zet vanuit zijn motieven dit debat op scherp. Op de koop toe moet worden genomen dat hij over de museumsector praat, maar feitelijk alleen het Stedelijk Museum op het oog heeft. Wie hier zelfs maar vluchtig de reeks over Museum Gouda, het Armando Museum of het Wereldmuseum -of nu: Sjors van Beek in De Groene over het Wereldmuseum- leest weet dat er vooral waar het de kwaliteit van het toezicht betreft nog heel wat verbeterd kan worden in de Nederlandse museumsector. Dat aan de orde stellen is de verdienste van Christiaan Braun.

Willem de Rooij_bluetoblack_2013-1.2.0135

Foto 1: Schermafbeelding van advertentie ‘Vuistregels voor musea; (voor dagelijks gebruik)’ in de Volkskrant, 24 september 2014. Ook verschenen in de NRC van 25 september 2014. 

Foto 2: Willem de Rooij, Blue to Black, 2012. Aankoop 2013 Stedelijk Museum.

Bert Kreuk en de kunsthandel. Museum kan collectie helpen opwaarderen

1623776_577188122367369_935961249_n

Update 24 juni 2015: De Deens-Vietnamese kunstenaar Danh Vo moet binnen een jaar een nieuw kunstwerk leveren aan verzamelaar Bert Kreuk. Dat besliste de rechtbank in Rotterdam vandaag. Zie De Telegraaf

Update 3 september 2014: Bert Kreuk eist bijna 900.000 euro van kunstenaar Danh Vo, aldus RTLNieuws. Vo zou een werk niet geleverd hebben voor de tentoonstelling in het Haagse Gemeentemuseum in zomer 2013 wat volgens Kreuk wel had gemoeten. Waarom de zaak zo lang aansleept is onduidelijk. Kreuk zou het werk voor 350.000 euro hebben gekocht en meent dat hij imagoschade opgelopen heeft en winst miste omdat Vo het werk niet leverde. De rechter zoekt de zaak uit, maar vooralsnog lijken er nog vele onduidelijkheden over de ware toedracht te zijn. Kreuk werd vorig jaar verweten dat hij kunst en commercie vermengt. 

Eind oktober 2013 merkte Jeroen Bosch van Trendbeheer kritisch op dat verzamelaar Bert Kreuk van ‘Gemeentemuseum naar Sotheby’s‘ gaat. Feit is dat de ‘geslaagde ondernemer’ Kreuk (1964) ‘zich al vijftien jaar toelegt op het verzamelen van hedendaagse kunst’ en ‘het Gemeentemuseum Den Haag in de zomer van 2013 een staalkaart van de collectie Bert Kreuk toonde’. Aldus de toelichting van het Gemeentemuseum op de tentoonstelling ‘Grensverleggend’; werken uit de collectie Bert Kreuk‘ (Engelstalig: ‘Transforming the Known‘). Door Kreuk zelf samengesteld. Boschs kritiek werd gevoed door het bericht dat een aantal werken dat in Den Haag te zien was bij Sotheby’s in New York op 14 november onder de hamer kwam.

Don Thompson stelt in ‘Shock Art over ‘handel en hebzucht in de hedendaagse kunst’ de vraag of de manier waarop tentoonstellingen in musea tot stand komen wel eens uitgebuit worden door kunstenaars of verzamelaars. Hij geeft het voorbeeld van een werk dat op een tentoonstelling te zien was en vervolgens op een veiling ingebracht werd. The Doomsday van Huang Yong Ping. De veilingcatalogus vermeldde dat het in het Walker Arts Museum tentoongesteld was. Thompson veronderstelt dat de praktijk van tentoonstellen in een museum en aansluitende verkoop op een veiling een opdrijvend effect op de prijs kan hebben.

Nu is er in Londen de veiling ‘Just Now; Curated by Bert Kreuk van werken uit de collectie Kreuk. Niet zomaar een veiling, maar een verkooptentoonstelling (selling exhibition). Opvallend overeenkomstig gebruiken zowel het Gemeentemuseum als Sotheby’s de naam ‘Bert Kreuk‘ als ondertitel. In de publiciteit wordt de verzamelaar ‘Bert Kreuk‘ als merk gepresenteerd. In gesprek met Sotheby’s Abigail Esman ontkent Kreuk dat ‘Transforming the Known‘ iets met verkoop en handel te maken had. Het ging over zijn persoonlijke reis met hedendaagse kunst. Die reis gaat samen met refining en updating om de collectie niet aan focus te laten verliezen, aldus Kreuk. Ofwel, aankoop en verkoop. In verkooptaal van Sotheby’s: ‘For Kreuk, collecting art is part of an educational journey and his faith in the on-going relevance of conceptual art underpins this exhibition.’

In de pers klonk naar aanleiding van de veiling van 14 november in New York kritiek. Op Villa Repubblica was Bertus Pieters teleurgesteld: ‘(..) nu blijkt dat de tentoonstelling deels als uitstalkast fungeerde voor werk dat weinig maanden later ter veiling aangeboden zou worden. Het is daarmee pijnlijk te moeten constateren dat de marktwaarde van op zijn minst een aantal van de getoonde werken belangrijker is dan de eerder door Kreuk zo benadrukte ideële en esthetische waarde van de werken.’ Naast het kritische Trendbeheer gaf Domeniek Ruyters op 29 oktober 2013 in Metropolis M zijn opinie: ‘(..) het Gemeentemuseum Den Haag zich bewust of onbewust heeft laten gebruiken voor de persoonlijke belangen van zo’n nieuwe rijkaard (..)’ en ‘Het gemak waarmee vermogend Nederland bezit neemt van publieke instellingen, begint in het oog te springen.’

Eind oktober 2013 reageerde Kreuk in bijna identieke bewoordingen op Trendbeheer en Metropolis. Maar hij geeft z’n critici onbewust munitie in handen: ‘Feit is dat verzamelen een heel bevredigend, maar ook een zeer persoonlijk proces is, waarbij ik financieel regelmatig grote risico’s nam door al mijn geld in kunst te steken.‘ Hieruit blijkt het directe verband tussen verzamelen en handel. Kreuk ontkent dat werken die op een veiling in New York (of Londen) worden ingebracht ‘plotseling meer waard zijn geworden‘, dit ‘is op z’n minst een zeer naïeve gedachte en een erg aandoenlijke visie.’ Een stil verwijt aan z’n critici dat ze de wereld niet kennen.

Wat is de slotsom? Kreuk kan wel beweren dat het voor de waarde van de werken niets uitmaakt of ze eerst in een museum zijn tentoongesteld, maar hij heeft de schijn tegen als Sotheby’s dat in de publiciteit benadrukt. Het had ongenoemd kunnen blijven. Sotheby’s had ook na kunnen laten om de verzamelaar ‘Bert Kreuk‘ als merk centraal te zetten bij de verkooptentoonstelling ‘Just Now‘ om zich uitsluitend te richten op de werken en de kunstenaars. Maar zo werkt de kunsthandel niet. Het is naïef om dat te ontkennen, maar even naïef is het om verband tussen tentoonstellen en verkoop te ontkennen, zoals Kreuk doet. Er bestaat verband tussen de tentoonstelling ‘Grensverleggend’; werken uit de collectie Bert Kreuk‘ in het Gemeentemuseum en ‘Just Now; Curated by Bert Kreuk‘ bij Sotheby’s. Dat verband kunnen Nederlandse musea zich maar beter vooraf realiseren als ze hun afweging maken over het aanbod van een verzamelaar die dolgraag een collectie toont.

Foto: Danh Vo, Alphabet B, 2011. Just Now curated by Bert Kreuk, Sotheby’s London, 2014.