Louis Couperus Museum presenteert Couperus in tentoonstelling als non-binair, terwijl het daar geen onderbouwing voor heeft. Hoe ethisch is dat?

Schermafbeelding van deel artikelWas Louis Couperus non-binair? Museum opent ‘gedurfdste tentoonstelling ooit’ van Sander Becker in Trouw, 27 januari 2023.

Was Louis Couperus non-binair? Het Louis Couperus Museum stelt die vraag centraal in de tentoonstellingLouis Couperus & Gender‘ die volgens Trouwmet regenboogkleuren is overgoten’. Identiteit staat centraal. 

In de toelichting bij de tentoonstelling zegt het museum: ‘Het gaat uiteindelijk om het vinden van je innerlijke regenboog. Leef niet het leven van een ander. Leef je eigen leven en laat je niet in een hokje stoppen. Zoo ik ièts ben… ben ik mezelf.

Schermafbeelding van bericht53. LOUIS COUPERUS, NON-BINAIR AVANT LA LETTRE?‘ van het Louis Couperus Museum.

Het vinden van je innerlijke regenboog, wat moeten we ons daar bij voorstellen? Het Louis Couperus Museum spreekt zichzelf tegen als het terecht opmerkt dat mensen zich niet in een hokje moeten laten stoppen, maar doet vervolgens precies dat door Couperus non-binair te noemen. Want daarmee stopt het Couperus in een hokje.

Het Museum zegt: ‘Met de ogen van nu zou je Couperus non-binair kunnen noemen, een beetje man, een beetje vrouw.’ Het museum maakt er een modeverschijnsel van om iemand non-binair te noemen. Een beetje van dit en een beetje van dat.

Het stellen van dat soort vragen over iemands identiteit is vrijblijvend. Het is vrij schieten op iconen uit het verleden. Je kunt ze vragenderwijze alles aanwrijven, zo lijkt het. Het Louis Couperus Museum gaat daar vanwege marketing overwegingen ver in. Men zou kunnen zeggen: te ver.

In de VS bestaat voor psychiaters de Goldwater rule. Dat is een ethische beroepscode die oproept tot terughoudendheid in uitspraken over dode of levende personen die men als psychiater niet heeft onderzocht. Deze regel geeft aan dat men moet oppassen met het geven van een interpretatie over personen.

De kern van de Goldwater rule is (vertaald): ‘Soms wordt psychiaters gevraagd naar hun mening over een persoon die in het licht van de publieke aandacht staat of die informatie over zichzelf heeft vrijgegeven via openbare media. In dergelijke omstandigheden kan een psychiater zijn of haar expertise over psychiatrische kwesties in het algemeen met het publiek delen. Het is echter onethisch voor een psychiater om een ​​professionele mening te geven, tenzij hij of zij een onderzoek heeft uitgevoerd en daarvoor de juiste toestemming heeft gekregen.’

Het Louis Couperus Museum is geen psychiater die aan een ethische beroepscode van psychiaters is gebonden, maar wel aan de ethische code van de ICOM waar geregistreerde musea zich aan te houden hebben.

Paragraaf 4.2 (Uitleg bij het tentoongestelde) van die code zegt: ‘Een museum draagt er zorg voor dat de informatie die het bij permanente presentaties en tentoonstellingen verschaft, goed gefundeerd en accuraat is. De informatie geeft een goed beeld van de gerepresenteerde groepen of godsdienstige opvattingen en benadert deze met respect.’

De informatie die het Louis Couperus Museum over de identiteit van Louis Couperus verschaft is niet goed gefundeerd en niet accuraat. Het Louis Couperus Museum zegt er zelf geen idee van te hebben of Couperus werkelijk non-binair was. Hoe ethisch en professioneel is het dan om in de publiciteit en in de tentoonstelling die vraag centraal te stellen als men er geen onderbouwing voor heeft?

Door Louis Couperus te framen als non-binair hopen de makers een ander publiek te trekken. Hier komt de aap uit de mouw voor het opereren van het museum. Het gaat om het trekken van publiek. Directeur Josephine van de Mortel zegt tegen Trouw: ‘Ik denk ook aan kinderen. Die zijn al heel vroeg met gender bezig. Misschien moeten we ook een keer het Jeugdjournaal uitnodigen.’ 

Het Louis Couperus Museum maakt Louis Couperus tot een halfproduct voor een maatschappelijk debat en eigen publiciteit. Couperus is de Sjaak. Terwijl men juist van het Louis Couperus Museum mag verwachten dat het Louis Couperus centraal stelt.

Van de Mortel: ‘Het non-binaire aspect is dan een handig bruggetje. Daar komt bij dat Couperus zich nooit openlijk over zijn geaardheid heeft uitgelaten. We weten dus niet zeker wat hij was. Daarom wilden we hem niet in het homoseksuele hokje stoppen. Zo zijn we uitgekomen bij non-binair: een beetje man, een beetje vrouw.

Van de Mortel redeneert zo: Omdat het niet zeker is of Couperus homoseksueel was, noemen we hem non-binair. Wat we evenmin zeker weten. We weten niet of Couperus homoseksueel was of non-binair en noemen hem daarom non-binair.

Het museum vervangt de ene door de andere onzekerheid over de identiteit en gender van Louis Couperus die het vervolgens met tromgeroffel als zekerheid presenteert. Terwijl biografen juist meer onderbouwing geven voor Couperus als homoseksueel dan als non-binair persoon.

Dat laatste ontspruit aan de fantasie en de scoringsdrift van het Louis Couperus Museum. Deze benadering van het Louis Couperus Museum is de ethische code van musea onwaardig.

Opkomst van pseudo-musea. Youseum doet alsof het een museum is

Schermafbeelding van deel commentaarAlive Museum uit Korea: het gat in de markt. Kunst als beleving‘ van George Knight, 15 februari 2015.

Update 27 april 2023: Het AD bericht in een artikel: ‘Selfiemuseum Youseum in Amsterdam is na ruim drie jaar alweer failliet. De vestigingen in het buitenland liepen zo slecht dat het museum in Nederland ook in de problemen kwam. Medeoprichter Koen Derks: ,,We hebben ons vergist.’’

Het viel te voorspelen en daarom voorspelde ik het in bovenstaand commentaar van 2015. Het pseudo-museum als gat in de markt voor ondernemers: ‘Evenementen verkleed als museum lijken een gat in de markt van de toekomst. Voor de beleving. Nieuwe media maken het mogelijk.’

Inmiddels zijn de pseudo-musea in Nederland niet meer bij te benen. Zie onder meer het Nxt Museum in Amsterdam (ticket voor 17+: € 24,50, ICOM/ Museumkaart niet geldig). Handige ondernemers stappen in het gat van de beleving en haken daarbij losjes aan bij de museumsector. Soms wordt geprobeerd in de programmering de pretentie van kunst hoog te houden, soms zelfs dat niet en wacht slechts plat vertier dat speelt op het vlak van sociale media. ‘Museum‘ is geen beschermd begrip en kan iedereen gebruiken.

Ik gebruik de term pseudo-museum niet op een minachtende, maar op een onderscheidende manier. Het zijn organisaties die zich de begrippen kunst en museum aan laten leunen en daar halfslachtig in hun marketing naar verwijzen, maar formeel niet voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden aan musea.

Schermafbeelding van ‘Over Ons‘ van het Youseum.

Het Youseum dat gevestigd is in Amsterdam en in het winkelcentrum Westfield Mall in Leidschendam is een interessant geval. Het suggereert dat de bezoeker kunstwerk, kunstenaar en kunstcriticus tegelijk is. Het leent het Oost-Aziatische concept van een belevingsmuseum waar het uitsluitend gaat om de aanwezigheid op sociale media.

Schermafbeelding van deel Veel Gestelde Vragen van het Youseum

Het Youseum keert het in de eigen publiciteit om als het zegt dat het de museumkaart niet accepteert. Dat het niet weet waarover het praat blijkt uit het feit dat het net als het Nxt Museum de oude naam ‘museumjaarkaart’ gebruikt die tot 2003 in gebruik was. Maar het is net andersom zoals de Handleiding Museumkaart uit 2014/2015 verduidelijkt. Het zijn namelijk de Museumvereniging en het Museumregister die het Youmuseum niet accepteren omdat het niet aan de voorwaarden voldoet die in Nederland en bij de internationale museumvereniging ICOM aan musea worden gesteld. Een ticket voor twee volwassenen met twee kinderen voor een bezoek van een uur aan het Youmuseum kost vanaf € 54,99.

Schermafbeelding van deel pagina 15 uit de Handleiding Museumkaart (2014/2015) van de Museumvereniging (uitgever van de museumkaart).

Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat oud-Rabobank-bankier Koen Derks en de Amsterdamse horecaondernemer Matan Olger Schabracq de bestuurders zijn. De laatste lijkt de investeerder en de eerste is volgens zijn Linked-In profiel verantwoordelijk voor ‘de creatieve concepten en business development. We zijn hier om het volgende grote ding in vrije tijd te bouwen.’

Schermafbeelding van deel Linked-In profiel van Koen Derks.

Ondernemers hebben in Nederland alle ruimte om te ondernemen en winst te maken. Er is niks mis mee als ze dat open en eerlijk doen. Er wringt echter iets als uit de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat de bestuurders van het Youseum Mall of the Netherlands BV vinden dat hun activiteiten onder andere plaats vinden in de branche Musea. Het Youseum is een dochter van Interactive Art Museum BV die volgens de gegevens van de Kamer van Koophandel opereert in de branche Dienstverlening voor uitvoerende kunst en binnen de categorie ‘Cultuur, sport en recreatie‘ is onderverdeeld bij ‘Kunst‘.

Schermafbeelding van deel Activiteiten Youseum Mall of the Netherlands BV via Drimble (12 november 2020).

Natuurlijk zijn bezoekers niet gek en zouden het onderscheid tussen musea en pseudo-musea moeten kunnen maken. Maar of ze bij hun bezoek wisten dat pseudo-musea als het Youseum en in mindere mate ook het aan het Amsterdamse Museumplein gevestigde Moco Museum van ondernemer Kim Logchies geen echte musea waren, maar een combinatie van een toeristenval en een evenement dat dient om de zinnen te prikkelen is onduidelijk. Deze organisaties zijn presentatieruimtes en missen de kernfuncties verzamelen, onderzoek en documentatie van geregistreerde musea. Naast het feit dat hun presentatie dun en plat is.

Het zwaarwegende bezwaar tegen het Youseum is niet zijn bestaan of de gerichtheid op het behalen van winst, maar de valse voorstelling van zaken die het geeft een museum te zijn. Dat is ongewenst. Dat doen de bestuurders van het Youmuseum bij hun aanmelding bij de Kamer van Koophandel en in de marketing om bezoekers binnen te halen. Feitelijk zou de Kamer van Koophandel de regels zo moeten wijzigen dat alleen instellingen die zijn aangesloten bij de Museumvereniging en staan geregistreerd bij het Museumregister aangemeld kunnen worden met activiteiten binnen de branche Museum. Dat zou misverstanden bij lokale bestuurders en bezoekers voorkomen en duidelijker maken wat onder een museum moet worden verstaan.

Tweet van jeugdzorgwerker Sietske over een bezoek aan het Youseum, 29 juli 2020.

ICOM brengt nieuwe museumdefinitie in stemming. Als ruggengraat. Kunnen alle Nederlandse musea daar aan voldoen?

De ICOM is op zoek naar een nieuwe museumdefinitie, zoals de Deense voorzitter Jette Sandahl van de vaste commissie Museum Definition, Prospects and Potentials uitlegt. De video is van november 2017 en klinkt nog zoekend en vaag. Inmiddels is door deze internationale raad van musea een voorstel voor een nieuwe museumdefinitie geformuleerd. Die zal op 7 september 2019 op de nu lopende conferentie in Kyoto in stemming worden gebracht. Bij goedkeuring zal die vervolgens in de statuten worden opgenomen.

In een artikel gaat NRC in op de voor- en nadelen van de nieuwe museumdefinitie. NRC: ‘De tekst die nu op tafel ligt is politiek meer uitgesproken dan de bestaande. En dus omstreden. Als reden voor aanpassing worden musea in landen met een autoritaire leider genoemd. Met de nieuwe tekst zouden zij beter beschermd zijn tegen invloed van de overheid. Andere voorstanders zeggen dat de tekst gewoon beter aansluit bij de huidige praktijk’. NRC geeft de volgende vertaling van de nieuwe definitie:

Hoewel de definitie richtinggevend en niet al te letterlijk moet worden genomen, zullen veel Nederlandse musea aan de bak moeten als die in de statuten van de ICOM wordt opgenomen. Of ze moeten het Museumregister verlaten als ze niet aan de definitie kunnen voldoen en er geen zicht op is dat ze hun museum kunnen veranderen in de richting die de definitie aangeeft. Want hoeveel Nederlandse musea zijn nu al zo ver dat ze volmondig het begin van de definitie kunnen onderschrijven: ‘Musea zijn democratiserende, inclusieve en veelstemmige ruimtes voor kritische dialoog over onderwerpen uit het verleden en de toekomst. Ze erkennen en behandelen hedendaagse conflicten en uitdagingen (..)’? De nieuwe museumdefinitie is een spiegel die aan de Nederlandse musea laat zien hoe behoedzaam en behoudend ze zijn. Dat is de winst.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWat is een museum? ‘Ideologische’ definitie verdeelt museumwereld’ van Thomas van Huut in NRC, 4 september 2019.

Met controversiële verkoop van werken uit collectie heeft Berkshire Museum zich geïsoleerd. Is dat de les die hieruit te leren valt?

Ontzamelen van collectie-onderdelen van musea is aan voorwaarden verbonden. De opbrengst mag niet gebruikt worden voor een reparatie en renovatie van het gebouw vanwege achterstallig onderhoud. Het is in Nederland vastgelegd in de zogenaamde ‘Leidraad Afstoten Museale Objecten‘ (LAMO) dat een instrument voor zelfregulering en een praktisch verlengstuk van de afstotingsparagraaf in de Ethische Code is. Nationale museumverenigingen volgen de Ethische Code van de internationale Musemvereniging ICOM. In de VS is dat de Ethische Code van de AAM. De gedragsregels en ethische codes dienen om de museumsector te reguleren en er onder meer voor te zorgen dat individuele musea niet handelen tegen het belang van de sector in.

Dit blog gaf in een commentaar van 29 oktober 2017 aandacht aan het Berkshire Museum in Pittsfield, Massachusetts. Het is een cause célèbre geworden omdat bestuur en directeur Van Shields aangaven uit economische redenen delen van de collectie te willen verkopen en dat voornemen veel verzet ondervond. Na juridische uitspraken waarmee de museumsector niet tevreden was leverde onderhandse verkoop uit de museumcollectie  in april en mei 2018 47 miljoen dollar op. Op 25 juni kondigde het museum aan dat het van plan is om nog eens negen werken voor in totaal 8 miljoen dollar te verkopen. Het billboard verwijst naar die nieuwe verkoop. Bij de reacties zijn juridische, museale en publicitaire ontwikkelingen rond de verkoop na te lezen. Het deed veel stof opwaaien vanwege het precedent. Want als het ontzamelen om economische redenen bij dit lokale museum werd goedgekeurd, dan zouden andere besturen en museumdirecteuren het voorbeeld kunnen volgen. Zodat de uitverkoop van het openbaar kunstbezit hiermee werd aangekondigd.

In een videocommentaar gaat Michael Daly in op het feit dat het Berkshire Museum zich met de controversiële verkoop geïsoleerd heeft en in het bruikleenverkeer door de AAM wordt uitgesloten. Een andere ontwikkeling is het met pensioen gaan van museumdirecteur Van Shields. In een bericht van The Berkshire Eagle zegt een woordvoerder van het museum dat hij niet onder druk van het bestuur is opgestapt. De twijfel blijft echter bestaan of de positie van het museum wel zo precair was als Shields beweerde en moest leiden tot de verkoop van werken uit de collectie. Het is merkwaardig dat Shields opstapt nu hij zijn zin over de verkoop heeft doorgezet, de museumsector tegen zich in het harnas heeft gejaagd en zijn plannen niet meer kan uitvoeren.

Deze kwestie doet denken aan het voornemen van toenmalig directeur Stanley Bremer van het Rotterdamse Wereldmuseum om delen van de collectie (de deelcollectie Afrika) op de commerciële markt te verkopen en zo een fonds van 60 miljoen euro op te bouwen. Bremer werd na veel tegenstand uit de museumsector en een publieksbeweging in 2015 de laan uitgestuurd en liet het Wereldmuseum verweesd achter, als makkelijke prooi voor het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMvW). Net als Shields stelde Bremer het ontzamelen voor als een noodzakelijke verkoop die diende om het museum het hoofd boven water te laten houden. Maar eerder lijkt het grote gebaar en de wil om met onorthodoxe maatregelen initiatief te nemen directeuren als Bremer of Shields te hebben gestuurd. In Rotterdam liep het goed af en werd de Afrikacollectie niet verkocht, in Pittsfield liep het slecht af en werden onder meer twee schilderijen van Norman Rockwell verkocht.

NB: Zie voor actueel nieuws via Twitter actiegroep Save the Art—Save Berkshire Museum

Foto: ‘This billboard along South Street in Pittsfield is visible near Guido’s as motorists drive north.’ In: The Berkshire Eagle, 2 juli 2018.

Russian Culture Minister Medinsky threatens the Netherlands in connection with art loans from the Crimea

Russian state controlled Sputnik argues in an article a collection must be returned to the Crimea. It is at the Allard Pierson Museum in Amsterdam. Russian Culture Minister Vladimir Medinsky told Sputnik ‘he did not consider possible the continuation of inter-museum relations with the Netherlands if the country does not return the collection of ancient Scythian gold to Crimea’. But Medinsky only gives threats, no arguments. My comment on the article:

This affair in the core is about the question whether the Crimea is occupied territory or not. The world community in majority thinks so and confirmed this in the non-binding UNGA resolution 68/262 which said the Russian Federation occupied Crimea in 2014 in an illegal way and held a flawed referendum. The Netherlands supported this resolution.

So, what the Culture Minister Medinsky of the Russian Federation says is too simple and too bluntly. He mixes cultural, legal and political arguments and tries to select them selectively.

The Netherlands is a functioning state of law and wants to connect justice, proportionality and good political relations with all countries. The Allard Pierson Museum and the Amsterdam University of which the museum is a part -and were the loans are kept- also want to act according to international law.

‘The Convention for the Protection of Cultural Property in the Event of Armed Conflict with Regulations for the Execution of the Convention 1954’ is accepted by the international museum organization ICOM as a starting point.
http://portal.unesco.org/…/ev.php-URL_ID=13637&URL_DO…

It says in article 5.1: ‘Any High Contracting Party in occupation of the whole or part of the territory of another High Contracting Party shall as far as possible support the competent national authorities of the occupied country in safeguarding and preserving its cultural property.’

So, the Allard Pierson Museum and the Amsterdam University face a dilemma. A Museum is not a political organisation, but in this matter it has to give a political interpretation of a politicized issue because of a war between Ukraine and the Russian Federation. A situation which did not exist when the loans were granted by the Ukrainian museums.

The norm is the interpretation of the guidelines of ICOM. The Allard Pierson Museum and the Amsterdam University have the obligation to follow the norms of their field, the musuem sector.

Because of the political conclusion in the UN it seems strongly this Dutch musuem has to play by the rules of ICOM. It has little room to set aside the guidelines of ICOM.

The political reality is that globally the majority of countries have the opinion that Crimea ihas been occupied illegally by the Russian Federation and the so called referendum was not legally valid.

Crimea is since 2014 occupied by a foreign power and the Allard Pierson Museum and the Amsterdam University can not act differently than not returning the loans to occupied territory. Because they have the obligation to safeguard and preserve them. Against their will and because of a political situation it plays no part in.

Whether they have to keep it in custody until Crimea is no longer occupied or that they have to send it back to Ukraine immediately, is a question that needs to be considered legally.

Marketing ‘Grootste Museum van Nederland’ geeft valse knipoog. Het is schadelijk voor de definitie van wat een museum is

Op initiatief van het Museum Catharijneconvent -een rijksmuseum voor religieuze kunst in Utrecht- zijn 13 gebedshuizen de actie het ‘Grootste Museum van Nederland’ gestart. Het gaat om 11 christelijke kerken en 2 joodse synangogen. In de toelichting wordt dit als volgt uitgelegd: ‘In het buitenland is het heel normaal om die indrukwekkende kathedraal te bezoeken. Toch lopen veel mensen er in Nederland ongemerkt aan voorbij. En dat terwijl Nederlandse kerken de prachtigste kunstvoorwerpen herbergen, gemaakt door de beste kunstenaars en opgenomen in magistrale decors. Met elkaar vormen ze het grootste museum van Nederland.

Het is een actie met een valse knipoog. De claim klopt niet dat deze 13 religieuze gebedshuizen het grootste museum van Nederland zijn. Het is zelfs een schadelijke actie omdat het een misverstand laat ontstaan over wat een museum in de kern is. De initiatiefnemers zetten zowel het brede publiek als opiniemakers op het verkeerde been door hun bewust een verkeerd beeld te geven. Juist in een tijd van bovenmatige bezuinigingen op de cultuurbudgetten is dat ongelukkige beeldvorming. Want het laat het idee ontstaan dat de meest zichtbare functie van een museum, namelijk de presentatie door tentoonstellingen, feitelijk de enige functie is. Met de onuitgesproken mening dat de andere functies secundair zijn en minder essentieel zijn. Dat is het misverstand dat deze actie van het Museum Catharijneconvent en de 13 gebedshuizen oproept.

Waar het aan schort is dat deze 13 gebedshuizen per definitie geen museum kunnen zijn omdat ze niet alle functies van een museum omvatten. Ze zijn hooguit staalkamers van hoogwaardige kunst. Presentatie is slechts één van de functies van musea. De internationale museumvereniging ICOM hanteert in haar statuten een definitie van een museum die wordt overgenomen door de Museumvereniging: ‘Een museum is een permanente instelling, niet gericht op het behalen van winst, toegankelijk voor publiek, die ten dienste staat van de samenleving en haar ontwikkeling. Een museum verwerft, behoudt, onderzoekt, presenteert, documenteert en geeft bekendheid aan de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving, voor doeleinden van studie, educatie en genoegen.’ Het ‘Grootste Museum van Nederland’ mist de functies verwerving, behoud, onderzoek, documentatie en wetenschappelijke verdieping en is geen museum.

De marketingsactie van de 13 gebedshuizen brengt instellingen in andere sectoren wellicht op de gedachte om de actie te beginnen ‘Het Nog Grotere Museum van Nederland’. Wat te denken van Rijkswaterstaat met de Deltawerken in Zuid-West Nederland en spectaculaire waterkeringen elders zoals de Maeslantkering. Deze ‘kunstwerken’ zijn evenmin musea als de 13 gebedshuizen, dus zo’n claim is even onterecht. Maar niet minder bedrieglijk dan de claim van het ‘Grootste Museum van Nederland’ dat 13 gebedshuizen samen een museum vormen. Het Rijksvastgoedbedrijf, de binnensteden van oude steden of welke betrokkene dan ook kunnen met evenveel retoriek als de 13 gebedshuizen claimen het grootste museum van Nederland te zijn.

Het is aan de Museumvereniging om het bij het museumregister aangesloten Museum Catharijneconvent om uitleg te vragen over haar initiatief. Want dit museum heeft voor eigen doeleinden de verwarring de wereld in geholpen. En brengt zo schade toe aan het merk ‘museum’. Probleem is dat museum geen beschermde term is en daarom voor iedereen vrij te gebruiken is. Iedere instelling kan zich museum noemen, maar is daarmee nog geen museum. Zoals de Museumvereniging als brancheorganisatie voor de Nederlandse musea in een verklaring zegt, ziet het als één van haar taken duidelijkheid te geven over de definitie van een museum.

Foto: Schermafbeelding van deel toelichting over ‘Grootste Museum van Nederland’, een initiatief van Museum Catharijneconvent.

Veilt Frankrijk straks museumstukken uit economische motieven?

fra

Economisch gaat het Frankrijk niet goed. Het land moderniseerde niet toen het kon. Nu de Europese economie stagneert is het te laat. President François Hollande maakt geen sterke indruk, aarzelt en weet het land niet te overtuigen. Frankrijk zit tegen een identiteitscrisis aan. Het heeft vooral in Europa aan invloed verloren en koestert een eigenheid waarvan het de vraag is of het die luxe nog kan opbrengen. Op de scheidslijn van Noord en Zuid wordt het land steeds meer als zuidelijk beschouwd. Wat geassocieerd wordt met potverteren en uitstellen van beslissingen, maar ook met verzet tegen het neoliberalisme. Maar er is de culturele rijkdom.

The Local wijst op een list die Frankrijk mogelijk uit de mouw tovert, hoewel het wel niet zo’n vaart zal lopen. Namelijk de verkoop van kunstwerken uit staatsbezit om de schuldenlast te verminderen. Dus verkoop van kunst uit economische motieven. Een recent parlementair rapport schetst de contouren van het ontzamelen. Guillaume Cerutti werd door de commissie culturele zaken en onderwijs geraadpleegd en spreekt over ‘groteske verspilling’ van werken in nationale collecties. Cerutti is hoofd van Sotheby Frankrijk, dus het is logisch dat hij ervoor pleit om kunstwerken uit staatsbezit die door musea worden beheerd te veilen. Dit zou kunnen worden uitgevoerd binnen een nieuwe erfgoedwet die voor de lente in het verschiet ligt.

Ontzamelen van openbaar kunstbezit is in Nederland geen taboe meer. Het gebeurt al langer dan 20 jaar en ook het debat daarover wordt al zo lang gevoerd. De vraag is niet of, maar hoe er wordt ontzameld. En hoe de opbrengst mag worden gebruikt. Consensus is dat verkoop uit economische motieven ontoelaatbaar is. Door richtlijnen is ontzamelen aan voorwaarden verbonden die niet altijd verplichtend zijn. Dat wordt dwingender gemaakt om topkunst te beschermen, maar ook om inzichtelijk te maken wat dan wel verkocht kan worden. Overigens zegt het feit dat een museumobject nooit op zaal getoond wordt niet dat het geen belang heeft of dat het in de toekomst geen toegevoegd belang krijgt. Het profijtbeginsel werkt indirect. Uit de publiciteit blijkt alsof cultureel Frankrijk nu pas wakker wordt. Da’s een misverstand. Maar het moet wel en garde zijn.

Foto: Schermafbeelding artikel uit de Franse zakenkrant BFMTV, 3 januari 2015. (eigen vertaling:) En als de staat kunstwerken uit musea verkoopt om te investeren? // Een parlementair rapport dat net is vrijgegeven benadrukt het zeer grote aantal verzamelde kunstwerken in museumdepots dat nooit wordt tentoongesteld. Een deel ervan zou kunnen worden verkocht om geld te genereren. Heiligschennis? // En als de staat of lokale overheden kunstwerken verkopen die opgestapeld liggen in de museumdepots om andere werken te kopen of gewoon middelen vrij te maken om te investeren of schulden af te betalen? // Terwijl het Ministerie van Cultuur voor het voorjaar een grote wet voorbereidt over ‘erfgoed’, verdient de vraag op zijn minst te worden gesteld. Zelfs als ze de puristen laat stijgeren.

Braun spreekt directeur Stedelijk aan. Optimale openheid gevraagd

tra

De vierde advertentie in een reeks, na ‘Tegen belangenconflicten in het Stedelijk Museum’, ‘Vuistregels voor Musea (voor dagelijks gebruik)’ en ‘Transparantie: een museumstuk (de Raad van Toezicht)‘ die in onder meer NRC en Volkskrant verschenen in september en december 2014. Opnieuw bekritiseert Christiaan Braun in een paginagrote advertentie in NRC het Stedelijk Museum, en dan vooral directeur Beatrix Ruf. Kunst en handel zouden door elkaar lopen. Braun heeft een getroebleerde relatie met het Stedelijk Museum.

Mede naar aanleiding van deze advertenties stelde D66 op 24 september raadsvragen ‘inzake het voorkomen van belangenverstrengeling bij door de stad Amsterdam gesubsidieerde musea’ aan het college die op 26 november werden beantwoord. In een interview met Claudia Kammer van 20 december in NRC reageerde Ruf desgevraagd: ‘Maar het museum is niet meer alleen van de gemeente. Het is een geprivatiseerde instelling die steeds minder subsidie krijgt. Om te overleven moeten we nieuwe relaties aanknopen met particuliere geldschieters. Mijn ervaringen daarmee in Zwitserland kunnen juist goed van pas komen.

Deze reactie gaat voorbij aan de kern van de kritiek van Braun en de raadsvragen van D66. Dat het Stedelijk zakelijke relaties met externe partijen aanknoopt is niet de kritiek, maar wel het gebrek aan transparantie daarover en de schijn van belangenverstrengeling. Het college en de directie van het Stedelijk vinden dat het museum transparant is, maar omdat dit vooral wordt beargumenteerd vanuit het voldoen aan gedragsregels, ethische codes en eisen van het museumregister draagt deze verantwoording een minimalistische ambtelijk-formele legitimatie die de punten van kritiek van Braun niet overbrugt. Ofwel, ze zullen de kritiek niet doen zwijgen. Openheid die de aanleiding voor de advertentiereeks van Christiaan Braun wegneemt dient optimale transparantie te geven die verder gaat dan wat bestuurlijk vereist wordt. Da’s een kwestie van mentaliteit.

Foto: Schermafbeelding van advertentie Transparantie: een museumstuk (de directeur) in de NRC van 31 december 2014 (achter betaalmuur).

Oekraïne vraagt Nederland om teruggave kunstschatten Krim

IMG_6203

Het ministerie van Buitenlandse Zaken van Oekraïne heeft Nederland afgelopen vrijdag 28 maart formeel in een schriftelijk verzoek aan minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken gevraagd of de objecten die in de tentoonstelling ‘De Krim – Goud en Geheimen van de Zwarte Zee in het Allard Pierson Museum te zien zijn gegarandeerd naar Oekraïne teruggestuurd kunnen worden. En niet naar de Krim. Aldus de Oekraïense buitenlandwoordvoerder Yevhen Perebyynis, volgens Euromaidan PR. Hij zei dat de Oekraïense ambassade in Den Haag de nodige stappen zet ‘om de terugkeer naar Oekraïne van objecten van het cultureel erfgoed die momenteel tentoongesteld worden in het Allard Pierson Museum in Amsterdam te verzekeren.

Dit is een nieuwe zet in de schaakpartij tussen Russen en Oekraïne over de aan het Allard Pierson Museum uitgeleende kunstschatten. Ze zijn tot 31 augustus te zien in genoemde tentoonstelling en moeten daarna teruggegeven worden. Maar aan wie? Aan de musea op de door Rusland geannexeerde Krim of aan bijvoorbeeld het Nationaal Museum in Kiev? Aan de orde is of het om cultureel erfgoed gaat dat eigendom is van de Oekraïense staat. Nederland erkent de annexatie van de Krim door Rusland niet en ziet die als illegaal.

Het Allard Pierson Museum is het archeologisch museum van de Universiteit van Amsterdam. Het laat een team juristen uitzoeken wie de rechtmatige eigenaar is van de kunstschatten en aan wie ze eind augustus moeten worden teruggestuurd. Maar het zou wel eens kunnen dat het politieke aspect de overhand krijgt over de juridische en museale overwegingen. Het is uiteindelijk een kwestie van perspectief en van schaal. Logisch lijkt dat de bruiklenen naar de Krimse musea teruggaan die de objecten uitleenden.  Maar wat als Nederland bij de erkenning blijft dat de Russen de Krim onrechtmatig van Oekraïne hebben afgepakt. Wat weegt dan het zwaarst, de bruikleenovereenkomt tussen musea of de relatie tussen landen?

Foto: Kunstschat uit de Krim, nu te zien in het Allard Pierson Museum.

Gaan uitgeleende kunstschatten terug naar Kiev of de Krim?

Krim-669x297

Update 21 augustus: Een Salomonsoordeel, de kunstschatten gaan na afloop van de tentoonstelling niet terug naar de door Rusland ingelijfde Krim of naar Kiev. Ze blijven volgens een persbericht van het Allard Pierson Museum in Amsterdam voorlopig op een veilige plek in Nederland. Uitgebreid juridisch onderzoek heeft geen uitsluitsel gegeven. Het museum verwacht claims van zowel Rusland als Oekraïne. Omdat het inschat dat de zaak mogelijk onder de rechter komt geeft het geen commentaar. 

Update 26 maart: Het Allard Pierson Museum maakte volgens berichten in de pers vandaag bekend dat de tentoonstelling met kunstschatten over De Krim tot 31 augustus verlengd is. Dat betekent dat er geen derde museum gevonden is dat deze Duits-Nederlands coproductie wilde overnemen. Het museum geeft er geen zekerheid over waar de kunstschatten uit Krimse musea naar toegaan: naar de Krim of naar Kiev. 

In het Allard Pierson Museum loopt tot en met 18 mei de tentoonstelling ‘De Krim – Goud en Geheimen van de Zwarte Zee‘. Een coproductie met het  LandesMuseum Bonn die daar eerder te zien was en mogelijk doorreist naar Rome. Over die overname kan het Allard Pierson Museum desgevraagd nog geen zekerheid geven omdat het nog niet beslist is. De beschrijving is achterhaald door de politieke realiteit: ‘Nog niet eerder leende Oekraïne zoveel archeologische topstukken van de Krim uit: overweldigende gouden voorwerpen, zoals een zwaardschede en een pronkhelm, en talloze juwelen.’ De bruiklenen komen uit het Nationaal Museum in Kiev, maar ook uit musea in Simferopol, Bachtsjysaray, Sebastopol en Kertsjop. Sommige bruiklenen zijn geleend van musea die in Oekraïne lagen, maar door de Russische annexatie van de Krim ineens in Rusland liggen.

Er kondigt zich een politieke strijd over de bruiklenen aan. De rechts-nationalistische Oekraïense vice-premier en minister van Sociale Zaken Oleksandr Sych (Svoboda) beschuldigde gisteren op een persconferentie in Kiev de Russische autoriteiten ervan dat ze proberen om bruiklenen die nu in buitenlandse musea te zien zijn rechtstreeks teruggestuurd te krijgen naar de Hermitage in St. Petersburg en andere Russische musea. Hij verklaarde dat de bruikleenovereenkomst opengebroken is ten gunste van het Oekraïense ministerie van Cultuur. Zodat de bruiklenen van de musea op de Krim niet naar de Krim maar naar Kiev teruggestuurd zullen worden. Onduidelijk is of de bewering van minister Sych klopt dat dit al met alle betrokkenen geregeld is.

Vraag is of de politieke situatie het openbreken van een bruikleenovereenkomst rechtvaardigt. De Ethische Code van de ICOM biedt weinig aanknopingspunten. Een lenend museum kan klem komen te zitten tussen de eis om niet te handelen als opslagplaats voor illegaal verkregen voorwerpen (2.11) en de verplichting om voorwerpen uit collecties te beschermen tijdens gewapende conflicten (2.21). Maar de Krim is geen Syrië.

Berichten waarop Euromaidan PR zich baseert houden de optie open dat het Allard Pierson Museum straks de kunstschatten niet naar de Krim, maar naar Kiev terugstuurt. Gesteld dat de tentoonstelling die nu daar te zien is niet naar Rome of elders doorreist. Directeur Andriy Malhin van het Centraal Museum van Tavrida in Simferopol verklaart dat de bruikleenovereenkomst pas op 30 augustus 2014 afloopt. Hij merkt op dat het Allard Pierson Museum nog geen officiële verklaring over de teruggave naar buiten heeft gebracht en rekent erop dat de kwestie wordt opgelost. Wat dat dan ook is. Feit dat Nederland en de internationale gemeenschap de annexatie van de Krim door Rusland niet erkennen hoeft nog niet te betekenen dat de door de Krimse musea uitgeleende kunstschatten niet naar daar worden teruggestuurd. Maar evenmin dat het wel gebeurt.

Foto: Speld -fibula- in de vorm van een dolfijn. Op tentoonstelling ‘De Krim – Goud en Geheimen van de Zwarte Zee‘ in het Allard Pierson Museum, Amsterdam.