
Van 1871 tot 1951 bestond er een spoorlijn tussen Mechelen en Terneuzen. Aangelegd voor goederentransport waaronder steenkool uit het bekken van Charleroi naar de haven van Terneuzen. Maar op de spoorlijn was ook plek voor personenvervoer.
De spoorlijn ontsloot economisch het Belgische achterland en gaf Zeeuwen de mogelijkheid om vrij makkelijk naar de regio Mechelen te sporen. De lijn werd in 1930 door de Belgische spoorwegen overgenomen van de Belgische staat.
Tevens was er een spoorlijn van Gent naar Terneuzen die in 1869 werd geopend, maar pas in 1922 een permanent karakter kreeg. Ook deze lijn was bedoeld voor goederenvervoer met als bijvangst reizigersvervoer.
Sinds de sluiting voor reizigers van de spoorlijnen in respectievelijk 1951 (Mechelen) en 1939 (Gent) is het openbaar vervoer in krimpgebied Zeeuws-Vlaanderen meegekrompen. Er zijn nu enkele doorgaande buslijnen naar Goes of Middelburg en naar Gent, Brugge en Sint Niklaas, maar dat zijn lijnen die veel plaatsen aandoen, niet allen dagelijks rijden en veel geld kosten.
Er zijn de Westerscheldetunnel van Terneuzen naar Zuid-Beveland en een personenveer tussen Breskens en Vlissingen, maar dat vraagt meer omrijtijd dan de drie veren van de provinciale PSD tot 2003 boden.
Zeeland heeft ‘eigenlijk geen openbaar vervoer, maar doelgroepenvervoer’, volgens gedeputeerde Harry van der Maas in NRC. Dat zou inhouden dat de zittende Zeeuwse politiek vanwege de kosten niet eenduidig kiest voor het instandhouden van een minimum netwerk aan openbaar vervoer, maar inzet op een combinatie van leerlingen-, zieken- en ‘sociaal zwakkeren’vervoer.
De paradox is dat het openbaar vervoer in Zeeuws-Vlaanderen vroeger beter was dan nu. Dat valt waarschijnlijk te verklaren uit het afnemend economisch belang van België dat vroeger het dichtste spoornet ter wereld had, de opkomst van de Vlaamse havens Antwerpen en Zeebrugge en het teruglopende politieke, economische en demografische belang van Zeeland binnen Nederland.
De petitie ‘Trek de reizigerstrein Gent-Terneuzen door naar Goes‘ merkt op dat ‘medio 2030-2035‘ de oude reizigerstrein van Gent naar Terneuzen terugkeert. Het pleit ervoor om die lijn door te trekken naar Goes. Dat is een miljoenenproject en vergt de aanleg van een extra spoorbuis naast de 6,6 kilometer lange Westerscheldetunnel.

Het valt te bezien hoe realistisch het verzoek is om de spoorlijn onder de Westerschelde door te trekken van Terneuzen naar Goes. Maar het is goed van de initiatiefnemer om niet bij de pakken neer te zitten en mee te gaan in het defaitisme, het gebrek aan ambitie en zelfvertrouwen, en het Calimero-complex van Zeeuwse bestuurders. Alleen daarom is het al zinvol om de petitie te ondertekenen.