Nederland heeft krijgsmacht die het verdient. Hoe kan het beter?

In een column van Ariejan Korteweg in De Volkskrant van 30 oktober 2019 komt de militaire historicus Christ Klep aan het woord. Hij vindt de Defensiebegroting schizofreen. Uit het lood dus. De Nederlandse krijgsmacht is niet op orde. Iedereen weet dat de Nederlandse krijgsmacht niet op orde is. Niemand die de krijgsmacht echter op orde brengt of de urgentie of het toekomstperspectief ziet om die op orde te brengen. Dat is bizar.

Het geld ligt op de plank en het voornemen is om meer te besteden. De realiteit is dat de komende vijf jaar de bestedingen zullen afnemen. Dat motiveert president Trump of zijn opvolgers, evenals landen als het Verenigd Koninkrijk of Frankrijk, niet om Nederland te blijven beschermen als het land niet de noodzaak ziet om zichzelf te beschermen. Nederland haalt de afgesproken 2-procent norm niet en zakt na 2022 terug naar 1,4 procent. Daarmee maakt het land dat zo’n groot overschot heeft op de betalingsbalans en bij herhaling door IMF en ECB wordt opgeroepen om meer te besteden zich niet populair in de VS en Europa.

Nederland heeft geen militaire traditie -of is die verloren sinds prins Frederik Hendrik die overleed in 1647- en wint daarom ook nooit eens een oorlog. Maar een krijgsmacht bestaat vooral om het eigen territorium te beschermen. Hardheid ontbreekt. Dat siert Nederland, maar is de nagel aan de doodskist van de Nederlandse krijgsmacht. Die blind wegvlucht in de aanschaf van nieuw materiaal. In het hogere geweldsspectrum waar de Amerikaanse wapenindustrie de voorwaarden bepaalt. De Amerikaanse wapenindustrie die zich via fraudeleus handelen van lobbyisten ingekocht heeft en stevig genesteld zit in de top van de Nederlandse politiek.

Terwijl iedere politicus en militair weet dat de basis van en het evenwicht van de Nederlandse krijgsmacht ontbreekt. Dat is al meer dan twintig jaar een publiek geheim. De minister is een lachertje die met haar publieke uitingen aantoont dat ze van toeten noch blazen weet. Geen reserveonderdelen, geen onderhoud, geen personeel, geen basismateriaal voor een functionerende krijgsmacht. Maar zoals Klep opmerkt geen visie van de politieke en militaire top op een krijgsmacht die voor allerlei oneigenlijke doelen ingezet wordt. Zoals de vredesmissie die de Nederlandse krijgsmacht infrastructureel helemaal niet kan verteren en de krijgsmacht nog verder uit het lood zet. Vooruit verdedigen is potsierlijk als dat ten koste gaat van territoriaal verdedigen.

Laten we een volksstemming houden wat Nederlanders met hun krijgsmacht willen. Met drie opties: 1) omvormen tot onderdeel van internationale ontwikkelingssamenwerking én een herinneringscentrum plus bezigheidstherapie voor nostalgische oudstrijders; 2) houden zoals het is, een verlengde van het Pentagon en de Amerikaanse wapenindustrie zonder dat het er toe doet of de Nederlandse krijgsmacht op het slagveld presteert en levensvatbaar, evenwichtig en gevechtsklaar is; 3) omvormen tot een territoriale krijgsmacht met goede digitale verdediging en speciale troepen, die uitsluitend als taak heeft om het eigen grondgebied en de naaste omgeving daarvan te verdedigen en dat realiseert met voldoende betaalbaar materiaal, personeel, infrastructuur, oefening, een korte commandostructuur en zonder vredesmissies buiten Noord- en Oost-Europa of Caribisch Nederland. Nederland moet op zoek naar een militaire identiteit. Want zoals nu is behalve de Amerikaanse wapenindustrie en de talloze lobbyisten niemand gelukkig met de Nederlandse krijgsmacht.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWaarom militair historicus Christ Klep de defensiebegroting schizofreen vindt‘ van Ariejan Koerteweg in De Volkskrant, 30 oktober 2019.

Tegen politiek radicalisme. Kan de gevestigde partijpolitiek nog het verschil maken?

De gevestigde partijpolitiek moet geloofwaardig zijn om ongeloofwaardige partijpolitiek af te kunnen straffen. Als het de gevestigde partijpolitiek ontbreekt aan een oprechte afweging van belangen, programmatische standvastigheid en rechtstatelijkheid, dan geeft het munitie aan de ongeloofwaardige partijpolitiek. Dat is op dit moment aan de orde. Aan de nostalgische romantiek van Forum voor Democratie die terugverwijst naar een situatie in de 19de eeuw die nooit bestaan heeft. Aan de islamkritiek van de PVV die zich baseert op een joods-christelijke beschaving die nooit bestaan heeft. Aan de linkse politiek die de sociaal-economische strijd ondergeschikt maakt aan sociaal-culturele onderwerpen zoals identiteit, afkomst en gemeenschapsgevoel.

Wat de gevestigde partijen daar tegenover zetten is teleurstellend. Ze verliezen de strijd op twee fronten. Ze laten zowel in de beeldvorming als in de politieke realiteit een idee postvatten dat ze niet oprecht zijn in hun sociaal-economisch beleid en niet eens meer zelf aan de knoppen zitten om het vorm te geven. Het zijn de multinationals (afschaffen dividendbelasting), de banken (miljardensteun in 2008) en de EU die het voor het zeggen hebben. Dat relativeert het belang van de gevestigde partijpolitiek en verkleint het verschil met de radicale randpartijen van rechts en links. De gevestigde partijpolitiek laat deels bewust, deels onbewust na om te formuleren, te verduidelijken en te presenteren hoe in Nederland de macht verdeeld wordt en welke richting het land moet inslaan om toekomstbestendig en duurzaam te zijn. Zo resteert een pragmatisme dat politiek zonder politieke beginselen en programma biedt. Dat de politiek zonder partituur laat improviseren.

Een oplossing voor de gevestigde politiek om de schijnvoorstellingen en -oplossingen van de radicalen te ontmaskeren ligt voor de hand. Het moet aan geloofwaardigheid, voorspelbaarheid en verantwoording winnen om het verschil met het ongeloofwaardige beleid van de radicalen te benadrukken. Gevestigde partijpolitiek moet met realisme en transparantie rekenschap van zichzelf geven om het verschil te onderstrepen met de randpolitiek die bestaat uit onrealistische toekomstbeelden die zijn gebaseerd op historische gebeurtenissen die nooit hebben bestaan. Zolang de gevestigde partijpolitiek onvoldoende geloofwaardig, voorspelbaar en met verantwoordelijkheid handelt kan het de politieke handelaren in hersenschimmen niet de pas afsnijden.

Maar kan de gevestigde partijpolitiek nog wel geloofwaardig, voorspelbaar en met verantwoording handelen? Valt het politieke systeem nog wel te repareren of is het het punt al gepasseerd dat de partijpolitiek en de burgers samen er nog voldoende grip op kunnen krijgen om het te repareren omdat het al bezit van externe krachten is? Van de multinationals, de financiële instellingen en de supranationale organisaties als de EU, de ECB of het IMF. Het antwoord op die vraag is onduidelijk. De paradox is dat wat Forum voor Democratie en de PVV als bezwaar zien, namelijk het weggeven van de soevereiniteit van Nederland, precies hun electorale opgang mogelijk maakt. Niet omdat ze daarin beleidspunten scoren die van belang zijn voor de praktische politiek, maar omdat het het verschil met de geloofwaardigheid van de gevestigde partijpolitiek verkleint.

Het gebrekkige en uitblijvende antwoord van de gevestigde partijpolitiek dat schippert tussen het inleveren van soevereiniteit en het ophouden van de schijn dat dit niet aan de orde is, baart meer zorgen dan de schijnoplossingen van radicaal links en rechts. De politieke filosofieën van het communisme en het fascisme die ten grondslag liggen aan de programma’s van de radicale partijen hebben hun geloofwaardigheid voor de praktische politiek allang verloren. Dat is een dode weg waar de gevestigde politiek minder bevreesd voor zou moeten zijn dan het nu is. Dat maakt het uitblijven van een passend antwoord er des te raadselachtiger op.

Foto: Shot van trapportaal uit Vertigo (1958) van Alfred Hitchcock.

Tsipras neemt ontslag. Wat nu? Paul Mason doet verslag

Economisch redacteur van het Britse Channel 4 News Paul Mason geeft zijn visie op de laatste ontwikkelingen in Griekenland. Premier Alexis Tsipras maakt een beredeneerde gok door zich te bevrijden van z’n linkervleugel. Hij heeft parlementsverkiezingen voor 20 september aanstaande voorgesteld om zich te bevrijden van het Linkse Platform binnen Syriza dat tegen de euro en de economische maatregelen ageert.

Mason meent dat Tsipras een goede kans maakt om de opnieuw de grootste partij aan te voeren. Belangrijk vanwege de bonus van 50 zetels die de grootste partij krijgt. Wat hij aan de linkerkant verliest, kan Tsipras aan kiezers in het centrum winnen. Inmiddels hebben zo’n 25 parlementsleden van het Linkse Platform zich afgesplitst en vandaag de nieuw partij Eenheid van het Volk opgericht. Leider wordt de communistische oud-minister van Energie Panagiotis Lafazanis. Probleem voor Alexis Tsipras lijken echter niet de ideologische tegenstanders die zich afsplitsen in de nieuwe partij, maar de tegenstanders die om strategische redenen Syriza niet verlaten. En in de toekomst van binnenuit fundamentele oppositie tegen Tsipras blijven voeren.

Eind goed, al goed? Als Tsipras de verkiezingen wint en alleen of met centrumpartijen een coalitieregering vormt, dan is er een goede basis voor het doorvoeren van de modernisering van overheid en maatschappij. Alexis Tsipras is de enige Griekse politicus die op dit moment met nieuw realisme de Grieken en de Europese instellingen bij elkaar kan brengen. Een smalle basis voor hoop op een betere toekomst voor Griekenland.

Splitsing in Syriza biedt Tsipras kans destructieve krachten achter zich te laten

sy

Economisch publicist Hugo Dixon meent dat een splitsing in Syriza het goede nieuws is in de huidige Griekse crisis. Hij bedoelt hiermee dat het Linkse Platform dat zo’n 35% van de partij uitmaakt en herhaaldelijk tegen het beleid van het kabinet stemt de partij verlaat en de weg vrijmaakt voor premier Alexis Tsipras voor samenwerking met partijen in het centrum. Syriza is een samenwerkingsverband van verschillende linkse politieke organisaties dat varieert van communisten en milieu-activisten tot sociaal-democraten. Syriza als geheel is niet tegen de EU, maar wel kritisch op de bezuinigingen. Communisten als Panagiotis Lafazanis of Yanis Varoufakis zijn op 17 juli 2015 door Tsipras uit het kabinet gezet. Niet alleen omdat ze tegen Tsipras ageerden, maar ook omdat ze zich tegenover euro en EU opstelden. Hiermee overschreden ze een grens.

Wie afgelopen maanden berichten op Nederlandse sociale media heeft gevolgd zal verbaasd gestaan hebben over de veelvuldige verwijzing naar Amerikaanse topeconomen als Paul Krugman, Joseph Stiglitz en Jeffrey Sachs -en de zelfverklaarde ster van tweede categorie Yanis Varoufakis- die door sommigen hartstochtelijk geadoreerd werden als popster-achtige verzetsstrijders die zich tegen de Duitse almacht verzetten. Naïviteit was te wijdverbreid om telkens te weerleggen. De paradox was dat types als Varoufakis en Krugman toegaven ongeschikt te zijn voor de praktische politiek, maar niet ophielden Griekenland de verkeerde weg te wijzen.

Yannis Palaiologos zet het in een tussenbalans voor het rechtse Kathimerini op een rijtje. Met hun adviezen toonden deze Amerikaanse economen aan weinig van de Europese praktische politiek te begrijpen. Door de willekeur van hun beweringen bevestigden ze dat economie geen wetenschap is, maar niet meer dan een pseudowetenschap die geen dwingende verklaringen biedt. Dat verdiende het gezag niet dat zij het afgelopen jaar in de media kregen. De herwaardering van premier Tsipras is winst voor de politiek boven de economie.

Foto: Tweet van Hugo Dixon.

Griekenland dat niet zelf gelooft in hervormingen is een komedie

Tragic_comic_masks_-_roman_mosaic

Griekenland blijft de gemoederen bezig houden en het leidt tot discussies waarbij emoties hoog oplopen. De miljardensteun aan Griekenland waaraan ook de Nederlandse belastingbetaler meebetaalt laat niemand koud. Er zijn posities te onderscheiden. 1) Pro-Europeanen die een Grexit willen voorkomen omdat de opbouw van de EU onomkeerbaar moet zijn; 2) Pro-Europeanen die Griekenland als besmettingshaard zien en uit de eurozone willen zetten met als consequentie het stoppen van miljardensteun; 3) Eurosceptici die een Grexit aangrijpen doordat dit de EU verder verzwakt; 4) Ideologen die de kwestie Griekenland als middel aangrijpen om de EU te verzwakken; 5) Pragmatici die de schade willen beperken door het compromis, het delen van verantwoordelijkheid en het voorkomen van een labiel Griekenland waarvan het de vraag is tot wat dat leidt.

Tot deze week was ik voor steun aan Griekenland, maar na de woorden van de Griekse premier Alexis Tsipras dat hij zelf niet in hervormingen gelooft maar ze uitvoert omdat hij gedwongen wordt ben ik van gedachte veranderd. Als zelfs het besef bij de Griekse regering ontbreekt dat hervormingen van de Griekse economie nodig zijn voor Griekenland en de Grieken zelf, dan begrijp ik niet hoe Griekenland de komende drie jaren kan hervormen. Zoals Guntram B. Wolff zegt: ‘Overall, the best outcome would be a real deal with less austerity but serious reforms in Greece.’ Want hoe kan een land hervormen als het daarvan zelf de zin niet inziet? Landen kunnen een ander land niet dwingen te hervormen. Het houdt op als zo’n land niet gered wil worden.

Wie afgelopen weken de media volgde kwam aan elkaar tegengestelde verhalen tegen die elk als ultieme waarheid werden verkondigd. Zelfs iemand als theatermaker George van Houts die ik hoogacht vanwege zijn kritiek op de geldschepping door banken liet zich gaan in een FB-posting: ‘Duitsland is aan De Derde Wereldoorlog begonnen’. Zo diep daalt soms het niveau. Het wijst op een snelle radicalisering en het uit het oog verliezen van de realiteit. Zeker voor iemand die op sociale media in het kruisvuur van zo’n debat met hardliners terechtkwam was het een onaangenaam, maar ook leerzaam neveneffect van de Griekse crisis.

Er is zoveel meer over te zeggen. Ik zou liever willen dat de miljarden aan landen werden gegeven met een bevolking die dat positief beoordeelde en niet sikkeneurig en chagrijnig reageerde zoals veel Grieken die weigeren te erkennen dat het uiteindelijk door eigen onvermogen de put voor zichzelf gegraven heeft waar het nu in is gevallen. Ik zou willen dat de steun die nu naar Griekenland gaat naar landen ging waar steun doelmatiger dan in Griekenland door een constructieve regering zou kunnen worden ingezet. Zoals Afrikaanse landen die een lager welvaartspeil hebben dan Griekenland of Oekraïne dat verlegen zit om financiële steun.

Het spookverhaal dat Griekenland wordt uitgeperst door de banken of de instellingen van de EU is onjuist. De rente die het in 2014 betaalde op de leningen is volgens Zsolt Darvas van denktank Bruegel met 2,6% van het bbp draaglijk en lager dan landen als Portugal, Ierland of Spanje moesten ophoesten. Juist Griekenland heeft zachte voorwaarden voor de leningen, wordt niet onderhorig gemaakt aan andere landen maar is jarenlang alle ruimte gegeven om eigen kansen te grijpen. Die het weigert te grijpen ondanks alle toeschietelijkheid. Dat ondanks ideologische verhalen die bewust verwarring zaaien vanuit ideologische redenen die weinig met Griekenland te maken hebben en voorbijgaan aan de verbetering van de positie van de economie en de Grieken. Trek dan de stekker er maar uit. Vele Grieken en de Griekse regering geloven toch niet in zichzelf. 

Foto: ‘Tragic Comic Masks of Ancient Greek Theatre represented in the Hadrian’s Villa mosaic.’

Tsipras’ draai: ommekeer of misleiding? We kunnen het niet weten

Is de Griekse regering vannacht vernederd door de Europese regeringsleiders uit de eurozone? Mede als vergelding voor de uitlatingen van de inmiddels ontslagen Griekse minister van Financiën Yanis Varoufakis die de schuldeisers van Griekenland van terrorisme beschuldigde. Van de geloofwaardigheid van de Griekse regering die buiten Griekenland toch al minimaal was is niets meer over nu het maatregelen moet slikken die het in het door Syriza gesteunde referendum vorige week nog verwierp. Bij premier Alexis Tsipras lijkt het kwartje eindelijk  gevallen, na 5 maanden tegenwerking en vertraging. Tsipras’ draai is een ommekeer die in de verteltechniek peripeteia wordt genoemd. Het is de vraag hoe het in de praktijk uitpakt. Als de afspraken in de uitvoering gesaboteerd worden, dan was er toch geen sprake van een ommekeer, maar van mimesis als nabootsing van de Brusselse werkelijkheid. Dat weten we pas achteraf. En dat was exact het probleem.

Het nieuws over Griekenland: er is geen nieuws. Hoe lang nog?

Het overleg van de ministers van Financiën van de eurozone gaat op zondag verder in Brussel. Het overleg van de regeringsleiders is afgelast. Niemand weet hoe het zal eindigen. Speculaties en spin nemen toe. De een zegt dat de kans op een Grexit nu 95% is, de ander legt de schuld bij ex-minister Yanis Varoufakis of bij de Finnen. Naast de scepsis of de Griekse voorstellen wel opbrengen wat de Griekse regering suggereert is er een gebrek aan vertrouwen of de Grieken de plannen wel kunnen en willen uitvoeren. Niemand weet of vandaag beslist wordt of een besluit wordt doorgeschoven. Maar hoe reageren bij een uitblijven van een overeenkomst op maandagochtend de markten? Het overleg gaat niet om Griekenland alleen, maar om de machtsverhouding tussen landen. De Duitse vice-premier Sigmar Gabriel zegt voor een gemeenschappelijke en gecoördineerde aanpak met Frankrijk te gaan. In Griekenland wacht een verbreding van de regering. Wat een onzekerheid. 

Spanning over Griekenland stijgt: Grexit of Gremain?

De Griekse ‘hervormingen’ zijn een slimme wisseltruc. Ze bieden zo’n 12 miljard euro aan ombuigingen in ruil voor 53,5 miljard euro contant geld. De Griekse banken staan op instorten met sociale onrust tot gevolgen, en de economie komt tot stilstand. Hoewel de voorstellen alles weerspreken waarvoor de Syriza-regering zich de afgelopen maanden sterk maakte bieden ze toch weinig zicht op een concurrerende Griekse economie die de eigen boontjes kan doppen. Griekenland blijft afhankelijk van subsidies ondanks de belofte om nu eindelijk 30 jaar achterstallig onderhoud aan te pakken. Vraag is of de hardliners aan beide zijden overstemd worden door de goedwillenden die om politieke redenen willen doormodderen met de Grieken. Blijft Syriza gedurende de looptijd van 3 jaar verantwoordelijkheid nemen voor de uitvoering als de sociale onrust is afgezwakt?

Tsipras de wacht aangezegd door eurolanden. Werkt hij mee?

Ondanks het falen van de achtereenvolgende Griekse regeringen van de afgelopen 30 jaar en de bewust destructieve en onbewust ondoelmatige opstelling van de huidige neo-marxistische regering van Syriza is het toch niet verstandig om Griekenland uit de eurozone te gooien. Hoewel het land het niet verdient om er deel van uit te maken. Griekenland heeft het vertrouwen beschaamd. De reden om Griekenland toch tegemoet te komen is niet economisch, maar politiek. Daarbij gaat het niet aan om gewone Grieken te bestraffen voor het falen van hun politieke klasse. Europa schiet niets op met een falende staat die door Rusland of China als middel gebruikt wordt om de EU verder te verzwakken. Zoals president Lyndon B. Johnson zei: ‘It’s probably better to have him inside the tent pissing out, than outside the tent pissing in.’ Syriza blijft het probleem. Electoraal zal het de laatste maanden aan kracht gewonnen hebben, maar met 36,3% vertegenwoordigt het niet de meerderheid van de Grieken. De EU moet Syriza neutraliseren zonder inmenging in de Griekse politiek.

EU moddert voort bij gebrek aan beter. Ook bij Griekse ‘nee’-stem

4784.shutterstock europe night original.jpg-550x0

Uitslagen wijzen op een ‘nee’-stem bij het Griekse referendum. Heeft de EU het laten liggen? Radicalen als  Marine Le Pen, Nigel Farage, de Gouden Dageraad en Syriza met Alexis Tsipras zijn tegenstanders van Brussel. Extremisten aan de linker- en de rechterzijde zetten zich bewust af tegen de EU met de opzet de macht ervan te ondermijnen. Politieke leiders in Moskou en Beiijng wrijven in hun handen van genoegen, en in Washington neemt de ergernis toe over wat er in Brussel gebeurt. De Europese belastingbetaler voelt het bedrog over de belofte van de eigen ministers dat er geen belastingcenten naar Griekenland zouden gaan. En steigert.

Straks heeft iedereen een kater. Want het ziet er niet naar uit dat zelfs met een ‘nee’-stem de Griekse regering betere voorwaarden kan bedingen voor nieuwe leningen. De kans op het omgekeerde is levensgroot. Dan volgt een Grexit en moeten de Grieken het met de heringevoerde drachme helemaal zonder vangnet doen. Noord-Europa heeft zich afgelopen jaren op zo’n Grexit voorbereid, dus kan dat economisch en mentaal aan. Wat Syriza nog kan redden is de politieke druk van de VS om Griekenland binnen de eurozone te houden, en Putin buiten de deur te houden. Maar wie gaat de rekening betalen? Het IMF met steun van de Amerikanen?

Is een EU die niet om weet te gaan met extreme tegenstanders in eigen kring de moeite om gered te worden? Een argument is altijd dat Europese landen samen moeten werken om in de wereld iets voor te stellen. Dat klinkt aannemelijk. Maar wat Griekenland en ook Oekraïne nou juist duidelijk maken is dat de lidstaten van de EU niet samenwerken, en over elk onderwerp verdeeld zijn. Overeenstemming gaat in elk geval nooit vanzelf.

Moeten er meer bevoegdheden komen met als inzet een politieke unie zodat de EU coherenter en doelmatiger kan optreden of moet de EU uitgekleed worden richting vrijhandelszone met versterking van de natiestaten? Alles lijkt beter dan wat er nu in Brussel gebeurt. Deze vraag die de Europese burgers gesteld zou kunnen worden zouden ze waarschijnlijk vanuit hetzelfde sentiment taxeren als de vraag die de Grieken vandaag beantwoordden. Met de hoop dat het beter wordt en de kans wordt onderschat dat een situatie die slecht is nog slechter kan worden. Wat een ellende. De EU-lidstaten hebben als beste optie voort te modderen.

Foto: Europa.