SGPJ’er Mathijs van der Tang bezorgt SGP hoofdbrekens omdat hij met uitspraken over moslims aansluit bij het beginselprogramma

Schermafbeelding van deel artikel ‘Wéér kreeg de SGPJ publiciteit met een nare nasmaak. Tot groot ongenoegen van de partijtop‘ van Ilse Brandemann voor het Nederlands Dagblad, 8/9 mei 2023.

Er is een richtingenstrijd binnen de SGP. Dat werd zo’n vier jaar geleden aangewakkerd door de opkomst van FvD. SGP’ers werden in de richting van de denkbeelden van FvD getrokken. Het werkte ook de andere kant op, want conservatieve christenen binnen FvD namen sleutelposities in.

Schermafbeelding van deel artikel ‘Wéér kreeg de SGPJ publiciteit met een nare nasmaak. Tot groot ongenoegen van de partijtop‘ van Ilse Brandemann voor het Nederlands Dagblad, 8/9 mei 2023.

Die storm is gaan liggen omdat FvD over haat hoogtepunt heen is en de wervende kracht van de partij door radicalisering is afgenomen. Maar de richtingenstrijd binnen de SGP is niet over. Dat speelt vooral binnen de jongerenafdeling SGPJ waar activistische leden zich via sociale media laten horen. Dat is niet altijd wat de leiding van de partij wil horen. Omdat het de SGP publicitair zou beschadigen. Het is de vraag hoe oprecht de redenering van de leiding is.

Schermafbeelding van deel artikel ‘Wéér kreeg de SGPJ publiciteit met een nare nasmaak. Tot groot ongenoegen van de partijtop‘ van Ilse Brandemann voor het Nederlands Dagblad, 8/9 mei 2023.

Er is een relletje in de maak naar aanleiding van de deelname van SGPJ-er Mathijs van der Tang aan het programmaRutger en de Nationalisten‘ van Rutger Castricum voor PowNed waarvan op 9 mei 2023 het eerste deel wordt uitgezonden.

Van der Tang zegt daarin dat ‘moslims geweerd moeten worden‘. Dat riep na een promotiefilmpje voor dit programma op 3 mei de reactie op van het bestuur van de SGPJ die afstand nam van de uitspraak. Van der Tang heeft geen officiële functie binnen de SGPJ.


Reactie bestuur SGPJ n.a.v. promotievideo ‘Rutger en de nationalisten, 3 mei 2023.

Op de uitspraak van de naar het rechts-radicalisme leunende Mathijs van der Tang reageerde op 3 mei ook Maarten van Nieuw Amerongen in een tweet. Er loopt het een en ander door elkaar heen. Want nationalisme is niet per definitie verkeerd en een programma daarover evenmin. Het gaat erom hoe inclusief dat nationalisme wordt opgevat.

Tweet van Maarten van Nieuw Amerongen, 3 m3i 2023. Genoemd in het ND-artikel.

Van Nieuw Amerongen vraagt om schorsing van Van der Tang. Dat valt op te vatten als het terugdringen van rechts-radicale geluiden binnen SGP en SGPJ. Maar ook als bescherming van de orthodox-protestante variant van het islamitische takiyya. Dat betreft het verbergen van eigen kernwaarden in een vijandige omgeving en het huichelen daarover of het bewust onduidelijk houden van die waarden.

Op welke grond Van der Tang geschorst moet worden is onderwerp van debat binnen de SGP en in de marge van de partij. Er wordt verwezen naar Artikel 1 van het Beginselprogramma van de SGP dat naar artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis verwijst. Dat gaat verder dan schorsing alleen, maar stelt binnen SGP opnieuw te discussie of dit artikel 36 gehandhaafd kan blijven of dat het een historisch relict is dat opgeruimd moet worden. Nog in 2021 wilde het bestuur van de SGP dit artikel 36 niet schrappen.

Artikel 1 in het Program van Beginselen van de SGP, versie 1989.

Van der Tang zet de discussie op scherp door zijn uitspraak over het weren van moslims. Hij zegt in praktijk wat in theorie de SGP is. Zoals gezegd, de SGP wil daar in de publieke ruimte bewust vaag over zijn. Daarom kan het bestuur van de SGP niet blij zijn met het optreden van Van der Tang omdat hiermee publiekelijk de ware aard van de SGP wordt getoond. Immers de partij die geen plek ziet voor andere geloven. In elk geval niet in het eigen beginselprogramma.

Schermafbeelding van deel van artikel 36 (‘Van het ambt der overheid‘) van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

Artikel 36 staat op gespannen voet met de vrijheid van godsdienst zoals is vastgelegd in de grondwet. Hoewel de SGP zegt voor gewetensvrijheid te zijn. Men kan trouwens ook concluderen dat de SGP met haar streven naar een regering die ingericht is naar het voorbeeld uit de Bijbel niet past binnen de democratische rechtsstaat en daarom ontbonden moet worden.

Wat Van der Tang zegt is in lijn met de beginselen van de SGP. De befaamde 21 woorden uit artikel 36 van de Geloofsbelijdenis zeggen: ‘om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valse godsdienst en het rijk van de antichrist te gronde te werpen‘. Ofschoon daar ook weer talloze interpretaties van en correcties op zijn. Overigens ageert Van der Tang tegelijk tegen het beeld van een overheid die gevolgd moet worden. Het beeld is dus gemengd. De verwijzing ernaar in artikel 1 van het Beginselprogramma van de SGP zorgt voor verdeeldheid binnen de partij.

Schorsing van Van der Tang omdat hij de SGP ‘publieke schade‘ zou toebrengen is een pragmatische oplossing voor de SGP om de principiële discussie over het handhaven van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis in artikel 1 van het Beginselprogramma uit de weg te gaan.

Van der Tang wordt dan als kwade appel uit de mand gegooid zonder dat de SGP zich hoeft af te vragen of de eigen mand niet is verrot. De SGP hoeft dan niet aan zelfonderzoek te doen en kan met een beginselprogramma dat indruist tegen bepalingen van de Nederlandse Grondwet verder schipperen onder de radar van de publieke opinie die niet ziet, en niet mag zien, wat de ware aard van de SGP werkelijk is.

Schermafbeelding van deel artikel ‘Wéér kreeg de SGPJ publiciteit met een nare nasmaak. Tot groot ongenoegen van de partijtop‘ van Ilse Brandemann voor het Nederlands Dagblad, 8/9 mei 2023.

Oordeel over wat een ‘echte religie’ is, is niet aan het openbaar bestuur of de rechterlijke macht

Voorrechten zijn uiteindelijk de oorzaak voor de vraag of een beweging een religie is. Ofwel, aan het recht van een beweging om zich een religie te mogen noemen zijn voordelen verbonden. Zoals belastingvoordelen, toegang tot overheidssubsidies of maatschappelijk prestige. Dit geeft aan dat gevestigde religies een streepje voor hebben boven niet-gevestigde religies of niet-religies. Hoewel sommige niet-religieuze bewegingen of levensovertuigingen zoals het humanisme door de Nederlandse overheid in hetzelfde domein worden geplaatst als religies. Met als belangrijkste doel om via een omweg die religies te beschermen.

Het openbaar bestuur en de rechterlijke macht hebben vanwege de vrijheid van godsdienst niet te oordelen over de innerlijke werking van religieuze organisaties. Ze kunnen niet aantonen dat een religie geen religie is, evenmin als de religieuze organisatie kan aantonen dat het wel een religie is. In 2018 oordeelde de Raad van State dat de Kerk van het vliegend Spaghettimonster geen godsdienst is. Maar dat is een oneerlijke toetsing die toetreders tot de religieuze markt benadeelt. In een commentaar schreef ik daar toen over: ‘Als de rechter godsdiensten werkelijk op overtuigingskracht, ernst, samenhang en belang zou toetsen, dan zouden immers alle godsdiensten door de mand vallen en blijft er geen enkele over. Schijnverklaringen die bijvoorbeeld in strijd zijn met de laatste natuurwetenschappelijke inzichten tellen niet. Ook best, maar dan wel: ‘gelijke monniken gelijke kappen’. Ofwel, op de criteria van ernst en samenhang waar de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster op wordt afgewezen, moeten dan precies zo het Christendom of de Islam afgewezen worden. Dat is een politieke keuze die moed, durf en non-conformisme vereist.’ 

Wat een godsdienst is valt niet makkelijk te bepalen. De bandbreedte is breed. Dat is begrijpelijk omdat de betekenis van de term ‘godsdienst’ vaag is en dit de weg opent voor uiteenlopende interpretaties. Daarbij zijn godsdiensten dynamisch en in ontwikkeling. De religieuze markt waarop de godsdiensten elkaar ontmoeten is een vechtmarkt met grote economische, politieke en maatschappelijke belangen. Dat strekt zich uit tot de eisen die gesteld mag worden aan het geloof van een gelovige die zich laat inspireren door een godsdienst. Die interne dimensie omvat ook de vrijheid voor de gelovige om gedachten en overtuigingen te hebben die tegenstrijdig zijn aan de gedachten en overtuigingen die uit dat geloof volgen. Dit alles geeft aan dat het lastig, zo niet onmogelijk is om aan de hand van vooraf bepaalde criteria vanaf de buitenkant te toetsen wat een godsdienst is. Hoofdzaak is dat godsdiensten in de praktijk elkaar uitsluitende kenmerken hebben. Ofwel, godsdiensten zijn niet onder één noemer te vangen of over één kam te scheren volgens artikel 9 van de EVRM.

Het openbaar bestuur blijft zo worstelen met de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster waaraan het eisen stelt dat het aan traditionele godsdiensten niet stelt, zoals de eis dat het een volwaardig systeem van denken is. Maar dat leidt tot  een normatief en ongepast oordeel. De overheid beseft dat het verkeerd handelt, maar probeert door vertraging dit onderwerp op de lange baan te schuiven. Religie is Schrödingers kat, niemand weet vanaf de buitenkant of de inhoud ervan wel of niet levend is. Ook het openbaar bestuur en de rechterlijke macht niet. Maar ze doen net alsof dat wel zo is. Bevreesd waarschijnlijk voor de omstandigheid dat als de religieuze markt opengesteld moet worden voor nieuwe toetreders die niet meer te controleren is.

Zie voor verder lezen over de documentaire I, Pastifari: www.ipastafaridoc.com

‘Aanval op godsdienstvrijheid’ is bij nader inzien de modernisering van de wet en de afschaffing van de voorrechten van christenen

Susanne Kurstjens’ opinieartikel van 2 mei 2019 op het Katholiek Nieuwsblad is onvolledig en onevenwichtig. Zowel over het amendement over het huwelijksrecht van VVD en GroenLinks en het verslag daarvan door de NOS als over de positie van het bijzonder onderwijs en het voorstel van VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff slaat ze de plank mis. Het commentaar is niet constructief en dient de kwaliteit van het openbare debat niet.

Kurstjens begrijpt de staatsrechtelijke implicaties niet als ze verwonderd opmerkt dat er al een wet bestaat. Dat klopt, daarom gaat het niet om een wetsvoorstel zoals ze beweert, maar om een amendement. Sinds 1810 is huwelijksrecht praktijk dat verplicht dat een burgerlijk voor een religieus huwelijk gesloten moet worden.

Het bericht van 24 april 2019 van de NOS gaat in op het amendement van VVD en GroenLinks dat zegt dat een religieus huwelijk niet voor een burgerlijk huwelijk gesloten moet kunnen worden. De essentie daarvan geeft de toelichting van beide initiatiefnemers Jeroen van Wijngaarden (VVD) en Kathalijne Buitenweg (GL): ‘Omdat juist in religieuze kring anders gedacht kan en mag worden over de gelijkwaardigheid van man en vrouw zijn in het Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Strafrecht bepalingen opgenomen die gebieden dat religieuze huwelijken pas gesloten mogen worden nadat eerst het burgerlijk huwelijk is voltrokken. Rechtens kunnen beide huwelijkspartners dan aanspraak maken op een gelijkwaardige rechtspositie die van belang kan zijn voor bijvoorbeeld hun vrijheid om te scheiden, erven en het doen van rechtshandeling.

Dit amendement gaat om de gelijkwaardigheid van man en vrouw die in het burgerlijk huwelijk wordt bekrachtigd. In het verlengde daarvan ligt de scheiding, de ontbinding van het religieuze huwelijk. Via dat eerder gesloten burgerlijke huwelijk heeft de zwakste partij een sterkere positie dan zonder dat gesloten burgerlijk huwelijk het geval zou zijn. Met als voorbeeld moslimvrouwen die tegen hun wil gevangen worden genomen in een islamitisch huwelijk. Ze zijn niet vrij om hun godsdienst of levensovertuiging te kiezen omdat de islamitische, conservatieve instelling waar het religieuze huwelijk gesloten is de rechten van de vrouw ontkent om dat huwelijk te ontbinden. Via een omweg probeert het amendement die rechten te herstellen.

Het is niet de wereldse macht die dat eenzijdig, autonoom en op eigen initiatief oplegt, maar de zwakste partij in het religieuze huwelijk die dat aan de overheid verzoekt door zich op het eigen recht te beroepen. Waarna de overheid in actie komt en pas dan bijvoorbeeld de vrouw in een islamitisch huwelijk op haar verzoek te hulp komt. Want daar zal het in de praktijk op neerkomen vanwege de achterblijvende emancipatie van moslimvrouwen in conservatieve, islamitsche kringen. De achterliggende gedachte van het amendement is dat religieuze of traditionele waarden de fundamentele rechten en vrijheden van leden van minderheden kunnen inperken. De overheid verzet zich tegen die inperking omdat die niet overeenkomt met de rechtsstaat.

In haar betoog kiest Kurstjens tegen de rechten van individuen, namelijk voor moslimmannen die moslimvrouwen in huwelijkse gevangenschap houden met een beroep op de vrijheid van godsdienst. Haar claim voor de vrijheid van godsdienst is eenzijdig als ze daarbij de vrijheid van het individu ondergeschikt maakt aan de vrijheid om te belijden en afficheert als een aanval op de godsdienstvrijheid. Ze koppelt het amendement aan het katholieke huwelijk en suggereert dat ook in dat geval de overheid dat religieuze huwelijk kan ontbinden. Maar hiermee spreekt ze zichzelf tegen en raakt ze verstrikt in haar betoog. Want ze geeft tegelijkertijd toe dat katholieken zich strikt houden aan de verplichting om burgerlijke huwelijken voor het katholieke huwelijk te sluiten zodat het amendement helemaal niet van toepassing is op katholieken.

Ook over de positie van het bijzonder onderwijs en het discussiestuk ‘Liberalisme dat werkt voor mensen‘ van VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff waarin dat onderwerp op enkele plekken wordt genoemd is Kurstjens onvolledig en onzorgvuldig. Dijkhoff wil een debat over de vrijheid van onderwijs: ‘Als de vrijheid van onderwijs een ongewenst neveneffect heeft dat er scholen worden opgericht die dienstbaar zijn aan segregatie en het in stand houden van parallelle samenlevingen waarbij waarden dominant zijn die strijdig zijn met onze kernwaarden vrijheid en gelijkwaardigheid, moeten we dat stoppen.’ Hieruit valt niet te concluderen dat hij zich keert tegen gelovigen, zoals Kurstjens suggereert. Evengoed kan men zeggen dat Dijkhoff door de uitwassen van het bijzonder onderwijs (specifiek het salafistisch onderwijs) te bestrijden dat juist wil redden.

Het is niet zo dat overheid of politieke partijen van plan zijn om het bijzonder onderwijs af te schaffen. Er is debat over de vraag of het de taak voor de overheid om het bijzonder onderwijs te bekostigen volgens artikel 23, dat zegt ‘Het bijzonder algemeen vormend lager onderwijs, dat aan de bij de wet te stellen voorwaarden voldoet, wordt naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs uit de openbare kas bekostigd. De wet stelt de voorwaarden vast, waarop voor het bijzonder algemeen vormend middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs bijdragen uit de openbare kas worden verleend’. Het gaat dus ook in dit geval om aanpassing.

Susanne Kurstjens meent dat met ‘dit soort wetsvoorstellen’ die dat in beide gevallen niet zijn ‘voortdurend gezaagd wordt aan de vrijheid van gelovigen’. Dat is echter niet de strekking van het amendement van Wijgaarden en Buitenweg en van het discussiestuk van Dijkhoff. Dit gaat om wetten die hoognodig aangepast en gemoderniseerd moeten worden en uit respectievelijk 1810 en 1917 (Artikel 23) dateren. In de tussentijd is er maatschappelijk en demografisch nogal wat veranderd. Het zijn juist de christelijke partijen geweest die modernisering ervan hebben geblokkeerd. Door de afgenomen macht van de christelijke politieke partijen, vooral het CDA, is nu eindelijk de politieke ruimte ontstaan om deze wetten bij de tijd te brengen. Zoals dat voortdurend met wetten gebeurt die geactualiseerd worden. Het gaat hier niet om een aanval op gelovigen of de godsdienstvrijheid, maar om de modernisering van wetten, die in de praktijk aan gelovigen voorrechten verlenen die ze door politieke koehandel ooit hebben verworven. Vanwege de rechtsgelijkheid komt hun dat niet toe omdat het ten koste gaat van anderen die zijdelings in een achterstandspositie worden gedrukt.

Foto 1 en 4: Schermafbeelding van delen van het commentaarAanvallen op de godsdienstvrijheid’ van Susanne Kurstjens op KN, 2 mei 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikel ‘Boete voor religieuze huwelijken is een eerste stap, maar er is meer nodig’ op NOS, 24 april 2019.

Foto 3: Schermafbeelding van deel discussiestuk ‘Liberalisme dat werkt voor mensen‘ van VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff op VVD, zonder datum [2019].

Links-radicale feministes en conservatieve christelijke vrouwen vinden elkaar in aanval op Equality Act en op LGBTQ-gemeenschap

Dat conservatieve christenen onder het mom van religieuze vrijheid tegen gelijkheid van LGBTQ-ers zijn valt te verwachten. Het is begrijpelijk omdat dit uit de aard van godsdienst volgt, namelijk verbondenheid in eigen kring via de eigen dogmatiek en verwerping van wat daarbuiten valt. Conservatieve christenen zijn daarin minder verdraagzaam dan gematigde christenen. De afgelopen maanden heeft in de VS de parlementaire behandeling en modernisering van de ‘Equality Act’ uit 1974 de verhoudingen in de samenleving op scherp gezet. Dat gaat over de toevoeging van federale LGBTQ non-discriminatie bescherming aan de burgerrechtenwetgeving. De wet is op 1 mei 2019 in de Judiciary Committee van het door de Democraten gedomineerde Huis aangenomen, maar nog niet in de door de Republikeinen gedomineerde Senaat. De behandeling ervan wordt voor januari 2021 verwacht als de zittingsperiode van het huidige Congres afloopt.

Bovenstaand citaat uit het artikelStop the Ill-Named ‘Equality Act’: Your Religious Freedom at Stake’ van twee christelijke opiniemakers op Christian Headlines verduidelijkt dat de uitersten elkaar hebben gevonden in de bestrijding van de Equality Act: links-radicale feministes en conservatieve christelijke vrouwen. Normaal is dat niet en dat monsterverbond zorgt voor spanningen bij de radicale feministes. Hoe de discussie enkele maanden geleden verliep maakt een FB-posting van Radical Feminism By the Sea inzichtelijk. Daar neemt ook Natasha Chart (voorzitter WoLF) aan deel die een van de auteurs is van het artikelFeminists, Conservatives Join Forces to Oppose ‘Equality Act’ van 6 mei 2019 op Real Clear Politics dat in bovenstaand citaat genoemd wordt. Complicatie is dat WoLF in zee is gegaan met de conservatieve Heritage Foundation zoals blijkt uit dit bericht van die stichting onder de ijzingwekkende titel ‘The Inequality of the Equality Act: Concerns from the Left’. Wordt WoLF hier gebruikt door radicaal-rechts? Dat is in elk geval wel wat een andere feministe Cathy Brennan denkt die zich niet alleen in genoemd FB-debatje ‘indirect’ bedreigd voelt door Chart, maar in een YouTube-video de samenwerking van de radicale feministes met de Heritage Foundation sterk bekritiseert.

Dat links-radicale feministes zich verbinden met radicaal-rechts terwijl die godbetert op staatsniveau via het terugdraaien van het arrest Roe vs Wade en onder dekking van de mannelijke, witte evangelical-achterban van president Trump al sinds 2017 bezig is om de wetgeving op het gebied van abortus terug te draaien is een lastig te begrijpen politiek-strategische inschatting. Een verklaring van geen vertrouwen in het leiderschap van de LGB beweging van 30 januari 2019 op de site van WoLF geeft uitleg. De verhouding tussen de links-radicale feministes en de LGBTQ-beweging lijkt zwaar beschadigd en blijvend verziekt als de verklaring op een agressieve en niet verhullende wijze als onderwerp geeft: ‘Je politieke wanpraktijken, aanvallen op de rechten van vrouwen en meisjes, bedreiging van risicojongeren, goedkeuring van commerciële seksuele uitbuiting, aanvallen op publiek fatsoen en privacyrechten, onjuiste voorstelling van medische en biologische wetenschap en inspanningen om buitengewone privileges voor roofzuchtige individuen (‘predatory individuals’) veilig te stellen op het risico van de reputatie van elke persoon voor wie u beweert te spreken’.

Dit gaat verder dan politieke verschillen, dit is een strijd tussen bondgenoten die door maatschappelijke ontwikkelingen en een verschuivend machtsevenwicht binnen de beweging die zich bezighoudt met seksuele diversiteit tegenover elkaar zijn komen te staan. Oud wordt deels vervangen door nieuw, en dat doet pijn bij oud. De centrum-rechtse Democratische senator Joe Manchin (W.Va) zegt dat hij de Equality Act in de huidige vorm niet kan steunen, aldus een artikel van het door de Heritage Foundation uitgegeven The Daily Signal. Met het opgeroepen schrikbeeld over de Equality Act: ‘die werknemers zou dwingen om zich aan nieuwe seksuele normen te conformeren of anders hun bedrijven en banen te verliezen’. Logisch trouwens dat de Heritage Foundation dit zo probeert te framen en suggereert dat de Democraten in de Senaat verdeeld zijn. Maar Manchin richt zijn pijlen niet op de LGBTQ-gemeenschap zoals WoLF doet, maar op de kwaliteit van het wetsvoorstel. Verandering is lastig. Dat geldt ook voor radicale feministes. Dat zou via politieke standpunten besproken moeten kunnen worden zonder in de armen van de rechtse vijand te vluchten. Ook is mogelijk dat links-radicale feministes makkelijk de Heritage Foundation vinden omdat ze in de kern ook conservatief zijn.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelStop the Ill-Named ‘Equality Act’: Your Religious Freedom at Stake’ van John Stonestreet en Roberto Rivera op Christian Headlines, 10 mei 2109.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikel ‘Feminists, Conservatives Join Forces to Oppose ‘Equality Act’’ van Natasha Chart en Penny Nance op Real Clear Politics, 6 mei 2019.

Foto 3: Schermafbeelding van deel verklaringDECLARATION OF NO CONFIDENCE IN LGB MOVEMENT LEADERSHIP’ op WoLF, 30 januari 2019.

Documentaire ‘I, Pastafari’ over de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster zoekt financiering voor de afwerking

Het is hier al vaak beweerd, hoe meer godsdiensten, hoe beter. Om het belang van religie te laten verwateren ben ik sinds 26 oktober 2015 ingeschreven bij de Nederlandse Kerk van het Vliegend Spaghettimonster.

Godsdiensten of religieuze organisaties opereren op de religieuze markt. Een vechtmarkt met concurrenten die in de kern hetzelfde soort produkt bieden. Om te overleven moeten religieuze organisaties strijdbaar zijn en zich als zodanig tonen. De drie grote monotheïstische godsdiensten zijn een wereldwijde klontering van religieuze organisaties. Zeg maar een bedrijf met een franchise-model. Sommige lokale ondernemers maken er een goed produkt van, andere ondernemers zijn daartoe niet in staat en leveren een wanprodukt af.

In de kern zijn deze godsdiensten een winstgevend bedrijf dat zingeving verkoopt aan klanten die gelovigen worden genoemd. Met elkaar vormen ze een labiel evenwicht. Ze verdelen met elkaar de religieuze markt, maar zijn ook concurrenten van elkaar. Voor hun profilering is het noodzakelijk om zich te onderscheiden van andere godsdiensten. Maar eensgezind zijn de traditionele godsdiensten in hun voornemen om toetreders tot de religieuze markt te blokkeren. Of het zo lastig mogelijk te maken. Nieuwkomers maken de spoeling te dun.

Het wonder van religie is overigens dat het als een aparte categorie wordt beschouwd. Als overheden de religies niet zouden bevoordelen, zouden ze allang verdwenen zijn. Want ze zijn na 2000 of 1300 jaar allang over de houdbaarheidsdatum heen en worden onnatuurlijk in leven gehouden. De moderne samenleving heeft vooral nadeel van die relicten uit een ver verleden. Maar het is een taboe om dat te zeggen. De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster probeert de religieuze sector open te breken en met eigen middelen te bestrijden.

Foto: Schermafbeelding van de achtergrond van de totstandkoming (‘About’) van de op dit moment in post-productie zijnde documentaire I, PASTAFARI. De definitieve, gemonteerde versie is naar verwachting eind 2018 klaar. Geven van ondersteuning kan hier of hier .

Petitie ‘Een harde aanpak van de moslims’ vraagt het onmogelijke

De petitie ‘Een harde aanpak van de moslims’ van ‘Don Corilione’ die als motto heeft ‘oog om oog, tand om tand’ (‘Occhio per occhio dente per dente’) vraagt om een harde aanpak van ‘de moslims’. Alle moslims moeten Europa uit, inclusief moslims die er al eeuwen wonen, zoals in Bosnië, Albanië en Kosovo, Europees Turkije of de Russische Federatie. Daar zal de grote volksverhuizing die in de 7de eeuw tot het Frankische Rijk leidde bij verbleken. Het gaat naar schatting om 50 miljoen moslims. Waar ze heen moeten, welk land ze op wil vangen en wie het financiert is de vraag. Tanzania, Ethiopië of Siberië? Of de woestijn van Saoedi-Arabië?

Afbraak van moskeeën is een peuleschil en makkelijker te realiseren. Het wordt wat lastig als de weigerende moslim emigranten in een ‘moslim gevangenis’ opgesloten moeten worden. Moeten daartoe wellicht de moskeeën omgebouwd worden tot gevangenis? Als klap op de vuurpijl moeten ook nog eens alle geldstromen in heel Europa geblokkeerd worden. Dan is het zeker dat de Europese economie met een klap tot stilstand komt. De conclusie is duidelijk in de onbeholpen onduidelijkheid: ‘Op deze manier kunnen we alleen de koran en hen gevolg en het isis een antwoord bieden.’ Er valt werkelijk geen touw aan deze petitie vast te knopen.

Foto 1: Schermafbeelding van petitieEen harde aanpak van de moslims’ op Petities24.com van ‘Don Corilione’, 13 november 2017.

Foto 2: Schermafbeelding van reacties/ handtekeningen van deze petitie met onder meer van Lut Dewael: ‘omdat wij stillaan gedomineerd worden door moslims en vluchtelingen en wij leven in belgie ons katholieke land’

Aangepaste wet beschermt namen ‘universiteit’ en ‘hogeschool’. En kan discriminatoire gedragingen en uitlatingen aanpakken

Er is wetgeving in de maak die namen ‘universiteit’ en ‘hogeschool’ of vertalingen daarvan beschermt. Dat is voortaan voorbehouden aan bepaalde instellingen van hoger onderwijs. Een nieuwsbericht van februari 2016 zegt: ‘Minister Bussemaker wil met het voorstel een einde maken aan de praktijk dat instellingen zich ten onrechte universiteit, university (of applied science) of hogeschool noemen en studenten daardoor misleiden. Met het wetsvoorstel wordt onterecht gebruik van de namen verboden.’  Zo’n 40 opleidingsinstituten in Nederland inclusief de ‘Islamitische Universiteit Rotterdam’ moeten op zoek naar een nieuwe naam.

Artikel 1.3, vijfde lid gaat in op discriminatie: ‘De instellingen voor hoger onderwijs schenken mede aandacht aan de persoonlijke ontplooiing van hun studenten en de bevordering van hun maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. De bevordering van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef houdt ten minste in dat de instellingen, met inbegrip van degenen die hen formeel of informeel vertegenwoordigen, zich onthouden van discriminatoire gedragingen en uitlatingen. De instellingen richten zich in het kader van hun werkzaamheden op het gebied van het onderwijs wat betreft Nederlandstalige studenten mede op de bevordering van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands.

Hoe in Nederland gevestigde opleidingsinstituten die met buitenlands geld worden gefinancierd kunnen worden aangepakt is onduidelijk. Ook is het ongewis wanneer artikel 1.3, vijfde lid wordt overtreden. In een toelichting zegt het voorstel: ‘Er is ook sprake van een onmiskenbare verzaking van voornoemde plicht indien bijvoorbeeld intolerantie jegens bepaalde bevolkingsgroepen wordt uitgedragen op de website van de instelling. Er is nadrukkelijk geen sprake van strijd met artikel 1.3, vijfde lid, wanneer het gaat om wetenschappelijk of toegepast onderzoek. In het kader van de academische vrijheid moeten instellingen immers onderzoek kunnen doen. Onderzoek kan ook bijdragen aan het maatschappelijk debat. Dat is niet het geval wanneer wordt opgeroepen tot discriminatie. In dat geval wordt de grens overschreden van wat toelaatbaar is voor een instelling die deel uitmaakt van ons hoger onderwijs.’ Gezien de academische vrijheid zal de overheid terughoudend zijn met ingrijpen. In situaties van herhaalde discriminerende uitlatingen zoals door de rector van de Islamitische Universiteit Rotterdam biedt de wet voortaan een handvat om op te treden.

Gülenbeweging in Nederland moet worden getolereerd. Maar is een conservatieve, islamitische invloed die weinig waardering verdient

51desabriacar

Het is niet redelijk om de islam de schuld te geven van de wreedheden van de gewelddadige radicalen. Maar wanneer terroristen claimen uit naam van de islam te handelen, dan dragen ze die identiteit – zij het alleen in naam. Daarom moeten gelovigen er alles aan doen om te voorkomen dat dit kankergezwel zich uitzaait binnen onze gemeenschappen. Doen we dat niet, dan zullen we medeverantwoordelijk zijn voor het besmeurde imago van ons geloof.’ Aldus de vertaling door WijBlijvenHier! van een opiniestuk van 27 augustus 2015 in The Wall Street Journal van de in de VS wonende Turkse politicus en islamprediker Fethullah Gülen.

Dit fragment verklaart enkele misverstanden. 1) Terroristen die zeggen uit naam van de islam te handelen doen dit ook daadwerkelijk; die claim kan hun niet ontnomen worden. 2) Gülen verwijst naar IS; hij ging hiermee in tegen president Erdogan van wie wordt gesuggereerd dat hij IS de hand boven het hoofd hield als tegenwicht van Koerdische ambities om een eigen staat te stichten. 3) Gülen profileert zich als gematigd moslim die inzet op onderwijs en modernisering; net als Tariq Ramadan brengt Gülen de moderniteit naar de islam, maar niet de islam naar de moderniteit. Dat houdt in dat hij moslims apart wil houden.

Moslimpredikers als Gülen en Ramadan meten zich een modern image aan, maar zijn conservatieve denkers die opteren voor apartheid van hun gelovigen. Ook in Nederland is de Gülenbeweging (Hizmet) actief. Het wordt al jarenlang beschuldigd van islamisering. Onder het mom van wereldburgerschap, interculturaliteit en interreligieusiteit wordt dat verhuld. Het is volgens critici een controversiële, streng-islamitische beweging die mannen boven vrouwen stelt en homoseksualiteit verwerpt. Het Rotterdamse raadslid Anita Fähmel (Leefbaar Rotterdam) concludeerde begin 2009 in een rapport dat de Gülenbeweging islamitisch-fundamentalistisch is. De geslotenheid maakt toetsing lastig en controle onmogelijk.

Eind december 2010 nam toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Piet Hein Donner (CDA) het in een overleg in de Tweede Kamer op voor de beweging na aanvallen van SP en PVV. De Fethullah Gülen-organisatie presenteerde het op haar site. De Turks-Nederlandse SP’er Sadet Karabulat probeert al jaren om de overheidssubsidie voor deze in haar ogen crypto-islamistische beweging terug te draaien. Ze kwam niet langs de coalitie van christenen en gedogende seculieren die de waarschuwingen over de beweging negeerden.

Dit was in tijd dat in Amsterdam burgemeester Eberhard van der Laan afscheid nam van het idee van compenserende neutraliteit van zijn voorganger Job Cohen omdat het de scheiding van kerk en staat onaanvaardbaar ver oprekte. Religie werd door de toenmalige wetgevers gezien als een instrument dat via overheidssubsidies ingezet kon worden om sociale rust en cohesie te kopen. De aanname was dat gematigde religieuze stromingen de radicale stromingen de wind uit de zielen konden nemen. De inschatting was dat de Gülenbeweging gematigd was, hoewel dat door de geslotenheid en de verborgen agenda van de beweging niet te controleren was en uiteindelijk neerkwam op wensdenken van de toenmalige politieke klasse.

Het gedogen van de Gülenbeweging en de enthousiaste medewerking van de politieke elite in het CDA en de PvdA leidde desondanks tot kritiek. In opdracht van toenmalig minister Van der Laan lichtte moslim en islamwetenschapper Martin van Bruinessen de beweging door en kwam in december 2010 met een rapport dat constateerde dat het wel meeviel. Maar Van Bruinessen werd partijdigheid verweten, door onder andere  Elise Steilberg die in De Volkskrant schreef: ‘De grootste bron van zorg vormden steeds de zeer gesloten mono-ethische schoolinternaten, die onder geen enkel overheidstoezicht vallen en dat Minister Donner het geheel in orde vindt dat een instelling die zich naar buiten als seculier voordoet, in haar kern diep religieus is.’

Nu keert Erdogans bewind zich tegen de Gülenbeweging. In Turkije en daarbuiten. In een overgenomen beweging verandert een coup in een tegencoup. Met dead weight van Hizmet. Ongewenst is dat dit conflict naar Nederland overslaat. De ene islamitische beweging die de andere islamitische beweging wil vervolgen doet dat maar buiten de Nederlandse grenzen. Leden van Hizmet moeten nu geen krokodillentranen huilen en net doen alsof ze deel uitmaken van een moderne beweging die gaat voor democratie, rechtsstaat en openheid. In de jaren dat Erdogan en Gülen nog bondgenoten waren gaf het geen kik toen de seculiere oppositie werd vervolgd. De Gülenbeweging zal nu ook voor de naïeve delen van de Nederlandse politiek de onschuld voorgoed voorbij zijn. Het wordt getolereerd, maar hoeft niet meer op enig privilege te rekenen.

Foto: Turks worstelen, 1979.

Boris van der Ham over humanisme, islam, vrijdenken en godslastering

Voorzitter van het Humanistisch Verbond Boris van der Ham bij Café Weltschmerz over vrijdenken, religie en godslastering. En over een religieus reveil in landen die religie gebruiken om andersdenkenden in hun eigen landen door druk in het gareel te houden. Van der Ham roept op om ook in VN-verband weerstand te bieden aan de vooral islamitische landen die de burgerrechten onder druk zetten. Een pleidooi dat godzijdank niet op Nederland gericht is, maar des te meer op landen waar vrijheid, vrijdenken, godslastering en vrijheid van godsdienst geen vanzelfsprekendheid zijn. Een pleidooi in Café Weltschmerz over universele waarden waar overheden in diverse landen op andere continenten een loopje mee nemen. Hier gelden Europese waarden.

Islamitische vluchtelingen bekeren zich in Europa tot christendom. Maakt het uit of dat uit overtuiging of berekening is?

Het blijft wat merkwaardig om Amerikanen wat meewarig over de vluchtelingencrisis te horen praten waarmee Europa sinds 2015 geconfronteerd wordt. De chaos in Irak en Syrië is immers een erfenis van het rampzalige beleid van de Amerikaanse president George ‘W’ Bush. Europese landen als Frankrijk en Duitsland namen daar toendertijd bewust afstand van. Maar vooral Duitsland plukt er nu de wrange vruchten van.

Duizenden naar Europa gevluchte moslims in onder meer Nederland en Duitsland zouden zich bekeren tot het christendom. Exacte cijfers ontbreken. De bekering kan uit overtuiging of opportunisme zijn vanwege de grotere kans op een asielstatus. Of vanwege economische voordelen. Het maakt niet uit. In grondwettelijke zin is in Europese landen de keuze voor godsdienst of levensovertuiging vrij, hoewel het wel opvallend is dat islamitische vluchtelingen niet in grote getale kiezen voor atheïsme. Vooral als ze in hun land van herkomst zo getraumatiseerd zijn als ze suggeren omdat de dwang van de islam beslag legde op hun hele leven. Een logische reactie zou dan het afstand nemen van alle religie zijn als eenmaal het vrije Europa was bereikt.

In hun commentaar zien The Young Turks een belangrijk aspect over het hoofd. Dat betreft de ontvangende, christelijke instellingen die hun eigen waarden en werkwijze hebben die in eeuwen is gegroeid. Inclusief belijdenis, bekering en geloofsafval. Door ontkerkelijking hebben de Europese kerkgenootschappen de afgelopen decennia de draai gemaakt van een massabeweging naar een beweging voor weinigen. Een effect van dit laatste is dat meer dan voorheen het accent gelegd wordt op de leer en de strikte naleving ervan.

Door ontkerkelijking en het teruglopende aantal christenen voelen kerkgenootschappen zich meer dan ooit concurrenten van elkaar. In Nederland beschouwt een kleine meerderheid van de bevolking zich niet als godsdienstig. In dat voor Amerikanen slecht te doorgronden spanningsveld bieden islamitische vluchtelingen die zich willen bekeren tot het christendom kansen op groei. Maar ook op verwatering van de eigen waarden.

Moslims die om welke reden dan ook afscheid willen nemen van de islam moeten dat probleemloos kunnen doen. Ze hoeven daarvoor geen reden te geven omdat de vrijheid van godsdienst deze voorwaarde niet stelt. Omdat het om de interne werking van een religieuze instelling gaat, staat het elke christelijke organisatie vrij om vanuit eigen waarden en cultuur voorwaarden te stellen aan moslims die zich aanmelden als bekeerling.