Wierd Duk zit klem tussen activisme en journalistiek. Hij ontkent wat hij nuanceert: ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’

We horen het van een ander, namelijk Wierd Duk van De Telegraaf. Hij maakt een artikel over ‘Marokkanen en Turken die zich als ’seculiere Nederlander’ identificeren’. Wat Duk met ‘seculiere Nederlander‘ bedoelt is onduidelijk en waarom hij de term tussen enkele aanhalingstekens zet is evenmin duidelijk. Het vermoeden bestaat dat hij doet omdat het afwijkt van het normale gebruik, zoals de Taalunie in een omschrijving uitlegt. Het is echter weinig zinvol om ex-moslims ‘seculier’ te noemen omdat ze dat niet meer of minder zijn dan moslims. Het secularisme biedt leden van alle religies en levensovertuigingen in gelijke mate dezelfde plek onder de bescherming van de rechtsstaat. Hoewel Duk het ongetwijfeld goed bedoelt en hij het opneemt voor ex-moslims, pakt zijn inaccurate apartheid negatief uit voor de acceptatie van en de bewustwording over het secularisme. In zijn duiding stelt hij ‘seculier’ gelijk aan atheïstisch. Dat is een misvatting. Het secularisme is pro-atheïstisch noch anti-religieus. Het is volkomen neutraal tegenover alle religies en levensovertuigingen.

Deze kanttekening is van belang omdat Duk een terecht punt over afsplitsing en scheuring maakt dat hem op andere wijze zelf verweten kan worden als hij een valse tegenstelling tussen religie en niet-religie binnen het secularisme introduceert. Als rechtvaardiging kan opgemerkt worden dat Duk miskleunt in commissie omdat sociale wetenschappers vaak evenmin lijken te doorgronden wat het secularisme in de kern inhoudt.

Duk constateert dat ex-moslims en niet-belijdende moslims van wie het de vraag is in hoeverre ze zijn te vereenzelvigen met de islam in de Nederlandse samenleving op een hoop worden geveegd met moslims. Een onderzoek van Advokaat en De Graaf (2001) houdt een percentage van 15% van moslims die de islam verlaten. Actualisatie van de oude cijfers is nodig om te kijken of dat percentage nog juist is en niet verder opgelopen is. ‘Vernederlandsing’, emancipatie en integratie van een deel van de moslims is hoe dan ook een feit.

Het aantal moslims wordt door het CBS sinds 2005 op 850.000 geschat. Dit aantal is vermoedelijk licht aan het dalen door de secularisatie van de tweede generatie, zoals alle religies in Nederland teruglopen in aanhang. In de schatting van het aantal belijdende moslims komt een Gronings onderzoek van Leemhuis en Blank uit 2007 tot 200.000 praktiserende moslims. Het leert dat uit dit type statistieken alles kan blijken.

Zo wordt niet alleen het aantal belijdende moslims dat Nederland telt veel te hoog ingeschat, maar worden de ex-moslims zowel door de eigen sociale omgeving als door de Nederlandse samenleving gevangen gehouden in een beeldvorming waaraan ze slechts met moeite kunnen ontsnappen. Hun identiteit als ex-moslim wordt niet ten volle geaccepteerd. Vraag is welk mechanisme die foutieve beeldvorming stuurt. Te denken valt aan betrokkenen die er belang bij hebben om het aantal moslims te hoog in te schatten en de diversiteit ervan te miskennen, zoals radicaal-rechtse partijen (PVV, FvD) en de directe opposanten ervan (D66, GroenLinks), de welzijnsindustrie die betaald wordt voor ondersteuning, conservatieve/ fundamentalistische islamorganisaties die de achterban graag groter voorstellen dan die werkelijk is. Vijandbeeld en zelfpromotie ontmoeten elkaar.

Illustratief is het citaat van de Marokkaanse-Nederlandse student Massin Ayoub Essaguiar dat Duk invoegt: ‘Ik vind dat ik vanuit mijn positie moet belichten wat ex-moslims doormaken, ook degenen die zijn gevlucht uit het Midden-Oosten. Nederland zou, net als de Verenigde Staten, Canada en Australië, een instelling moeten hebben die zich om ex-moslims bekommert.’ Volgens Essaguiar bekommert Nederland zich niet om ex-moslims, maar laat ze die in de steek. Essaguiars verklaring of Duks toevoeging is dat in Nederland ‘mensen met een islamitische achtergrond’ niet benaderd worden als individu, maar als een collectief. De eveneens Marrokaans-Nederlandse Samirrha Tarrass spitst het toe: ‘Vooral linkse politici en media hebben er een handje van om ons als collectief neer te zetten: Marokkanen zijn allemaal moslim én slachtoffer en vormen één grote familie.’ Dat komt echter niet overeen met de retoriek van de PVV die al jarenlang hamert op het vijandbeeld van ‘de Marokkanen’, waarmee moslims worden bedoeld. Het is niet constructief van Duk om dit complexe en gevoelige onderwerp te politiseren en eenzijdig te framen omdat hij hiermee een foutieve beeldvorming hoogstens vervangt door zijn eigen foutieve beeldvorming. Daar schat Nederland niks mee op in het tackelen van dit probleem van ex-moslims die maatschappelijk en politiek onvoldoende worden erkend.

De PVV en FvD zouden zich hard kunnen maken voor programma’s die de vernederlandsing van moslims of migranten in het algemeen bevordert. Maar dat doen ze niet. Dit roept de vraag op of deze partijen het belangrijker vinden om een vijandbeeld in stand te houden of om waar mogelijk met beleidsmaatregelen de islamisering terug te dringen. Al is het maar in de beeldvorming. De radicaal-rechtse activistische journalist Duk onttrekt zich niet aan deze wetmatigheid en framing van identiteit als een maatschappelijk probleem.

Hoe kan dat terugdringen gebeuren? Te denken valt aan programma’s die de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Daartoe kunnen de budgetten voor onderwijs en kunst verhoogd worden. Ook valt te denken aan onderwijsprogramma’s en mediacampagne’s die voorlichting geven over de voordelen van de open samenleving, de Europese beschaving, de universele mensenrechten en het belang van de politieke filosofie van het secularisme dat onder garantie van de overheid religies en levensovertuigingen gelijk behandelt.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’ van Wierd Duk in De Telegraaf, 23 mei 2019.

Foto 2: Ehsan Jami met T-shirt, 2007.

Foto 3: Campagnemateriaal van de Duitse Raad van ex-moslims. Opgenomen in het commentaarMoslims moeten leren dat er volgens de wet ex-moslims bestaan’ van 3 december 2012.

Advertentie

Getuige aanval Londen: terroristen zeiden ‘This is for Allah’. De reactie?

Ooggetuige Gerard hoorde de aanvallers roepen ‘This if for Allah’ toen ze om zich heen staken met messen en onder meer op een meisje instaken. Het is dus aannemelijk om te veronderstellen dat het om een aanslag ging die direct geïnspireerd is door de islam. Hoe hier gepast op te reageren? Tussen xenofobie en naïviteit in.

Het is duidelijk dat er grote problemen zijn binnen islamitische gemeenschappen wereldwijd en in Europa. De islam is een godsdienst -of volgens anderen een ideologie- die in het Westen een steeds slechtere pers krijgt door de opeenvolging van terroristische aanslagen door daders die zich beroepen op de islam. Dat kan nog moeilijk een godsdienst van vrede genoemd worden. Gevolg is dat in Europa de aantrekkingskracht van de islam als alternatief voor christelijke religies of een humanistische levensovertuiging afneemt. Dat vertaalt zich in twee bewegingen: door emancipatie verlaten moslims de islam en de bekeringen tot de islam nemen af. Statistieken leren dat in Nederland de islam met zo’n 5% percentueel niet meer groeit, maar stabiliseert.

Uiteindelijk bereiken de islamitische terroristen exact het omgekeerde van wat ze beogen. Want ze willen de meningsverschillen en strijd uit de islamitische landen naar Europa exporteren om een reactie op te roepen die eruit bestaat dat westerse landen hun eigen waarden om zeep helpen. De rechtsstaat en de democratie.

Een effect van de golf van aanslagen in westerse landen is dat islamitische terroristen de islam in een kwaad daglicht stellen en er een godsdienst of ideologie van verliezers en gefrustreerden van maken. Deze terroristen zijn mensen die niet in hun omgeving kunnen functioneren om daar een toekomst voor zichzelf op te bouwen. Vaak komen ze via een crimineel verleden en psychische problemen bij het terrorisme uit. Feit is ook dat de overgrote meerderheid aan moslims geweld in naam van de islam afkeurt en er niets mee te maken wil hebben. Hun afkeuring gaat zover dat ze zelfs menen dat het islamitische terrorisme niets met de islam te maken heeft. Maar dat is onzin en het onnozel ontkennen van de negatieve kanten die de islam ook heeft.

Westerse overheden moeten het hoofd koel houden en zich niet laten provoceren tot restrictive maatregelen die de vrijheden inperken. Islamitisch geïnspireerde aanslagen keren vanzelf het schip. Want ze bedreigen niet zozeer de westerse samenlevingen die goed georganiseerd zijn en wel tegen een stootje kunnen, maar de islam zelf. Die in de westerse beeldvorming vooral wordt geassocieerd met zwakte, achterstand, geweld, gebrek aan democratie, vrouwenonderdrukking en achterhaaldheid. Wat westerse politici in elk geval niet moeten doen is de islam aanvallen of in verdediging nemen. Dat werkt allebei averechts. Ook moeten westerse moslims niet ter verantwoording geroepen worden voor de islamitische geïnspireerde aanslagen. Want westerse moslims zijn individuen die over hun eigen leven gaan en geholpen moeten worden in hun emancipatie. Ze moeten niet het gemeenschapsdenken ingejaagd worden, maar er juist uit bevrijd worden.

De gepaste reactie op de islamitische aanslagen in Europa tekent zich vanzelfsprekend uit. Overheden moeten de waakzaamheid op peil houden en islamitische terroristen op de huid zitten zonder dat de rechten die de rechtsstaat biedt buiten werking worden gesteld. Overheden moeten zich niet bemoeien met en uitlaten over de interne werking van en verschillen binnen de islam. Opinieleiders moeten westerse moslims niet ter verantwoording roepen voor de islamitische geïnspireerde aanslagen. Overheden kunnen volstaan met hun burgers te informeren over de rechten en vrijheden die de westerse samenlevingen bieden. Die ontbreken in islamitische samenlevingen waar de islam het voor het zeggen heeft. Een migratiestop uit islamitische landen waar onder meer president Trump en burgemeester Aboutaleb voor pleiten is onnodig. Hoewel criminelen door betere controle uiteraard de toegang tot Nederland ontzegd moeten worden. Slimmer is het om in te zetten op emancipatie van moslims en dat in te bedden in een overheidsprogramma dat de Vernederlandsing van migranten door kunst, taal, geschiedenis, arbeidsmarkt en sociale wetgeving stimuleert. De Nederlandse overheid moet overtuigender er zichtbaarder dan nu het geval is de seculiere samenleving promoten. Dat kan door te zorgen voor een gelijk speelveld voor de honderden godsdiensten en levensovertuigingen en beter dan nu burgers te informeren over de vrijheid van godsdienst. Inclusief de bescherming door de overheid voor degenen die een godsdienst willen verlaten, maar daar door hun omgeving van weerhouden worden.

Waarom steunt PVV geen beleid dat vernederlandsing van moslims en migranten bevordert?

DDS gaat door met de promotie van FvD-kopstuk Thierry Baudet. Met zijn partij is hij sinds kort met 2 zetels in de Tweede Kamer vertegenwoordigd, maar op DDS lijkt het alsof FvD het in Den Haag voor het zeggen heeft. In een artikel beredeneert 

Dit ligt minder duidelijk dan Madureira suggereert. Er werken immers twee ontwikkelingen tegen elkaar in. Namelijk de islamisering van Nederland en de vernederlandsing van islamitische migranten of tweede of derde generatie allochtonen. Het is dus nog maar de vraag hoe de demografie over 20 jaar uitpakt. Hoe dan ook lijkt de stijging van het percentage moslims af te vlakken en nu te stabiliseren rond de 5%.

Volgens opgave van moslims zelf bedraagt in Nederland het aantal moslims 5% van de bevolking. Dat zijn er ongeveer 850.000. Maar het aantal belijdende of praktiserende moslims ligt stukken lager en werd in een Gronings onderzoek (Instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid van de Rijksuniversiteit van Groningen) in 2008 ingeschat als 200.000. Hoewel het erop lijkt dat dat het moskeebezoek de afgelopen jaren is toegenomen. Maar tot welk aantal?

Er bestaan hoe dan ook onverklaarbare ongelijkheden in de statistieken. Zo wordt de islam ondanks de onderlinge verschillen en de stromingen die elkaar op leven en dood bestrijden als een groep beschouwd, terwijl er wel onderscheid wordt gemaakt tussen katholieke, gereformeerde of hervormde christenen. Dat geeft een vertekend beeld dat de islam groter maakt dan het werkelijk is. Ook worden moslims die niet praktiserend zijn grotendeels meegeteld als praktiserend, terwijl niet praktiserende christenen als ‘ongelovig’ worden gecategoriseerd.

De grotere zichtbaarheid van moslims in het straatbeeld betekent niet per definitie dat het aantal of het percentage moslims de afgelopen jaren is toegenomen. Daar moet men geen voorbarige conclusie uit trekken.

Een radicaal-rechtse partij als de PVV richtte zich tot nu toe op het beperken van de instroom van migranten uit islamitische landen. Wat overigens niet per se moslims hoeven te zijn. Bekend is het feit dat christenen vanwege hun veiligheid het Midden-Oosten verlaten en emigreren naar westerse landen. Overigens groeide het aantal niet-moslimmigranten met ongeveer 25 procent in de afgelopen tien jaar en het aantal moslimmigranten met ongeveer 15 procent.

Als de PVV doelmatig zou omgaan met de de-islamisering van Nederland dan zou het er verstandig aan doen om breder te denken. Dit kan door zich niet alleen te richten op het dichtdraaien van de kraan zodat de toestroom stopt. De PVV en andere radicaal-rechtse partijen zouden zich hard kunnen maken voor programma’s die de vernederlandsing van moslims of migranten in het algemeen bevordert. Maar dat doen ze niet. Dit roept de vraag op of radicaal-rechtse partijen het belangrijker vinden om een vijandbeeld in stand te houden of om waar mogelijk met concrete maatregelen de islamisering terug te dringen.

Hoe zou dat terugdringen kunnen gebeuren? Te denken valt aan programma’s die de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Daartoe zouden de budgetten voor onderwijs en kunst verhoogd kunnen worden. Ook valt te denken aan onderwijsprogramma’s en een mediacampagne die beter dan nu gebeurt voorlichting geven over de voordelen van de open samenleving, de Europese beschaving, de universele mensenrechten en het belang van het seculiere model dat met een garantie van de overheid alle religies en levensovertuigingen gelijk behandelt.

Het begrip ‘culturele moslims’ is in dit verband een sleutelbegrip. Dat zegt dat vele moslims niet praktiserend moslim zijn, maar vanwege de nestgeur toch geen afscheid nemen van de islam. Ze vervuilen de statistieken. Dat effect wordt nog versterkt door het conservatieve karakter van de Nederlandse islam en de ontbrekende steun van overheid en politiek om moslims die uit willen treden actief te steunen.

Radicaal-rechtse partijen als de PVV kunnen aan geloofwaardigheid buiten de eigen harde kern van sympathisanten winnen en zo hun politieke macht vergroten als ze met andere partijen op moslims en migranten gerichte programma’s op het gebied van taalverwerving, kunst en cultuur, geschiedenis, politieke filosofie en geloofsafval steunen.

Dweilen met de kraan open is in het migratie- en integratiedebat maar het halve verhaal. Maar wel het halve verhaal dat radicaal-rechtse partijen nu al jaren als een mantra herhalen zonder nog goed te beseffen wat het werkelijk betekent. Vernederlandsing van moslims of migranten is het andere helft van het verhaal dat radicaal-rechtse -maar ook andere- partijen nooit noemen. Een bijkomend effect van die vernederlandsing is dat bekeerlingen doorgaans gedrevener zijn om hun nieuwe identiteit uit te dragen. Het talent van dat soort ambassadeurs voor de open, seculiere zaak zou de Nederlandse politiek veel beter moeten benutten.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelThierry Baudet legt pijnlijk bloot: ‘Uiteindelijk komen die hoofddoekjes bij de politie er toch wel!’’ op DDS, 19 mei 2017.