Een ruim gedefinieerde identiteit biedt vooral voordelen

Hoe verwaand is het voor mensen om de eigen identiteit centraal te zetten? Hoe verstandig is het voor mensen om de eigen identiteit centraal te zetten? Dat zijn vragen die het publieke debat rond de coronacrisis oproepen. Ineens zien allerlei (onheils)profeten de kans schoon om een tegenstelling te creëeren tussen geloof en wetenschap, feiten en leugen, waarheid en onwaarheid of individu en gemeenschap.

Identiteit heeft een mens als sociaal wezen nodig. Simpelweg om zich tegenover anderen een houding te geven. Maar identiteit is daarbij geen einddoel, maar een middel. Ofwel, het is onverstandig om identiteit te scherp en te vaststaand te definiëren. Dan wordt identiteit een blok aan het been dat niet ruimte geeft, maar ruimte inperkt. Dan is identiteit een gevangenis. Een zelfgegraven valkuil waaruit men niet kan ontsnappen.

Mensen hebben meerdere identiteiten. Dat kan te maken hebben met de plaats van herkomst, de levensovertuiging of de religie van herkomst, de woonplaats, het beroep, de sekse, de interesses, en dat alles in wisselwerking en combinatie met elkaar. Identiteit verandert voortdurend, naargelang de mens verandert.

Het is verstandig om een omlijning te zoeken. Dat geeft de eigen identiteit ruimte. Een contour waarbinnen men kan functioneren. Zo beschouw ik mezelf als aanhanger van het secularisme. Dat kiest niet voor of tegen een specifieke religie of levensovertuiging, maar kiest voor de omlijning daarvan die alle godsdiensten en levensovertuigingen gelijkwaardig waardeert. Daarnaast heb ik nog wel een individuele overtuiging, maar die hoef ik niet voorop te zetten in het publieke debat. Ik promoot de contouren van het secularisme.

Zo kan men ook een politieke identiteit zoeken. In mijn geval het links-liberalisme dat een grote bandbreedte heeft en in theorie verschillende politieke partijen en stromingen omvat. Op dit moment ben ik politiek dakloos omdat er geen enkele Nederlandse politiek partij is bij wie ik me thuisvoel. Maar dat is geen beletsel omdat ik in grote lijnen weet wat het links-liberalisme inhoudt en ik mijn politiek identiteit altijd tijdelijk bij een partij kan onderbrengen zonder de flexibiliteit te verspelen om vervolgens een andere keuze te maken.

Is er geen nadeel aan een laconieke opstelling die de eigen identiteit ruim opvat? Het antwoord daarop heeft te maken met de groepsimmuniteit. Als iedereen gaat voor een ruim gedefinieerde identiteit, dan kan ik daar ook voor gaan. Het wordt anders als ik de uitzondering ben omdat iedereen een scherp gedefinieerde in praktijk gebrachte identiteit heeft. Als secularist ben ik machteloos tegenover horden religieuze hardliners. Als links-liberaal ben ik machteloos tegenover horden rechts- of links-radicalen die geen tolerantie voor andersdenkenden hebben. Dan ben ik verplicht om als tegenwicht mijn identiteit aan te passen. Niet eerder.

Zo kan iedereen voor zichzelf beredeneren dat het hoogmoedig is om de eigen identiteit het alpha en omega van ons leven te laten zijn. Slim is om ontspannen door het leven te gaan door identiteit ruim te formuleren, zonder daar trouwens maatschappelijke betrokkenheid mee te verliezen. De omlijning zorgt ervoor dat men gerust positie kan blijven kiezen binnen de gekozen contouren. Als neveneffect levert dat de winst op dat men flexibel kan bewegen. De verbinding met de ander wordt er makkelijker op omdat er meer overlapping is.

Foto: Expo 58: le pavillon du Congo. Credits: © Le Soir.

Met Modi’s verkiezingswinst is ultra-rechts hindoenationalisme in opkomst en het Indiase secularisme en pluralisme op de terugtocht

Een artikel in FP gaat in op de verkiezingsoverwinning van de hindoenationalistische partij BJP en de Indiase premier Narendra Modi. In alle redelijkheid had Modi vanwege negatieve economische indicatoren niet moeten winnen, maar deed dat wel. Modi heeft succesvol de nationale kaart getrokken met een sterke campagne. De oppositie presteerde slecht en was verdeeld. Nu zet Modi officieel het Indiase secularisme bij het vuilnis. FP: ‘In tegenstelling tot de westerse variant heeft het Indiase secularisme nooit een strikte scheiding tussen staat en religie vereist. In plaats daarvan is het gebaseerd op het beginsel van gelijk respect voor alle religies. De BJP weerspiegelt echter een heel ander begrip van de relatie tussen religie en de staat. Onder Modi’s voogdijschap is partij een parochiale visie van het hindoeïsme gaan omarmen. In deze visie worden moslims slechts beschouwd als quasi-burgers (..)’. Dus alle burgers zijn gelijk voor de BJP mits ze hindoeïstisch zijn.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelModi’s election win is a victory for far right Hindu nationalism – India’s secular democracy is under threat’ van Dibyesh Anand in The Independent, 23 mei 2019.

Wierd Duk zit klem tussen activisme en journalistiek. Hij ontkent wat hij nuanceert: ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’

We horen het van een ander, namelijk Wierd Duk van De Telegraaf. Hij maakt een artikel over ‘Marokkanen en Turken die zich als ’seculiere Nederlander’ identificeren’. Wat Duk met ‘seculiere Nederlander‘ bedoelt is onduidelijk en waarom hij de term tussen enkele aanhalingstekens zet is evenmin duidelijk. Het vermoeden bestaat dat hij doet omdat het afwijkt van het normale gebruik, zoals de Taalunie in een omschrijving uitlegt. Het is echter weinig zinvol om ex-moslims ‘seculier’ te noemen omdat ze dat niet meer of minder zijn dan moslims. Het secularisme biedt leden van alle religies en levensovertuigingen in gelijke mate dezelfde plek onder de bescherming van de rechtsstaat. Hoewel Duk het ongetwijfeld goed bedoelt en hij het opneemt voor ex-moslims, pakt zijn inaccurate apartheid negatief uit voor de acceptatie van en de bewustwording over het secularisme. In zijn duiding stelt hij ‘seculier’ gelijk aan atheïstisch. Dat is een misvatting. Het secularisme is pro-atheïstisch noch anti-religieus. Het is volkomen neutraal tegenover alle religies en levensovertuigingen.

Deze kanttekening is van belang omdat Duk een terecht punt over afsplitsing en scheuring maakt dat hem op andere wijze zelf verweten kan worden als hij een valse tegenstelling tussen religie en niet-religie binnen het secularisme introduceert. Als rechtvaardiging kan opgemerkt worden dat Duk miskleunt in commissie omdat sociale wetenschappers vaak evenmin lijken te doorgronden wat het secularisme in de kern inhoudt.

Duk constateert dat ex-moslims en niet-belijdende moslims van wie het de vraag is in hoeverre ze zijn te vereenzelvigen met de islam in de Nederlandse samenleving op een hoop worden geveegd met moslims. Een onderzoek van Advokaat en De Graaf (2001) houdt een percentage van 15% van moslims die de islam verlaten. Actualisatie van de oude cijfers is nodig om te kijken of dat percentage nog juist is en niet verder opgelopen is. ‘Vernederlandsing’, emancipatie en integratie van een deel van de moslims is hoe dan ook een feit.

Het aantal moslims wordt door het CBS sinds 2005 op 850.000 geschat. Dit aantal is vermoedelijk licht aan het dalen door de secularisatie van de tweede generatie, zoals alle religies in Nederland teruglopen in aanhang. In de schatting van het aantal belijdende moslims komt een Gronings onderzoek van Leemhuis en Blank uit 2007 tot 200.000 praktiserende moslims. Het leert dat uit dit type statistieken alles kan blijken.

Zo wordt niet alleen het aantal belijdende moslims dat Nederland telt veel te hoog ingeschat, maar worden de ex-moslims zowel door de eigen sociale omgeving als door de Nederlandse samenleving gevangen gehouden in een beeldvorming waaraan ze slechts met moeite kunnen ontsnappen. Hun identiteit als ex-moslim wordt niet ten volle geaccepteerd. Vraag is welk mechanisme die foutieve beeldvorming stuurt. Te denken valt aan betrokkenen die er belang bij hebben om het aantal moslims te hoog in te schatten en de diversiteit ervan te miskennen, zoals radicaal-rechtse partijen (PVV, FvD) en de directe opposanten ervan (D66, GroenLinks), de welzijnsindustrie die betaald wordt voor ondersteuning, conservatieve/ fundamentalistische islamorganisaties die de achterban graag groter voorstellen dan die werkelijk is. Vijandbeeld en zelfpromotie ontmoeten elkaar.

Illustratief is het citaat van de Marokkaanse-Nederlandse student Massin Ayoub Essaguiar dat Duk invoegt: ‘Ik vind dat ik vanuit mijn positie moet belichten wat ex-moslims doormaken, ook degenen die zijn gevlucht uit het Midden-Oosten. Nederland zou, net als de Verenigde Staten, Canada en Australië, een instelling moeten hebben die zich om ex-moslims bekommert.’ Volgens Essaguiar bekommert Nederland zich niet om ex-moslims, maar laat ze die in de steek. Essaguiars verklaring of Duks toevoeging is dat in Nederland ‘mensen met een islamitische achtergrond’ niet benaderd worden als individu, maar als een collectief. De eveneens Marrokaans-Nederlandse Samirrha Tarrass spitst het toe: ‘Vooral linkse politici en media hebben er een handje van om ons als collectief neer te zetten: Marokkanen zijn allemaal moslim én slachtoffer en vormen één grote familie.’ Dat komt echter niet overeen met de retoriek van de PVV die al jarenlang hamert op het vijandbeeld van ‘de Marokkanen’, waarmee moslims worden bedoeld. Het is niet constructief van Duk om dit complexe en gevoelige onderwerp te politiseren en eenzijdig te framen omdat hij hiermee een foutieve beeldvorming hoogstens vervangt door zijn eigen foutieve beeldvorming. Daar schat Nederland niks mee op in het tackelen van dit probleem van ex-moslims die maatschappelijk en politiek onvoldoende worden erkend.

De PVV en FvD zouden zich hard kunnen maken voor programma’s die de vernederlandsing van moslims of migranten in het algemeen bevordert. Maar dat doen ze niet. Dit roept de vraag op of deze partijen het belangrijker vinden om een vijandbeeld in stand te houden of om waar mogelijk met beleidsmaatregelen de islamisering terug te dringen. Al is het maar in de beeldvorming. De radicaal-rechtse activistische journalist Duk onttrekt zich niet aan deze wetmatigheid en framing van identiteit als een maatschappelijk probleem.

Hoe kan dat terugdringen gebeuren? Te denken valt aan programma’s die de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Daartoe kunnen de budgetten voor onderwijs en kunst verhoogd worden. Ook valt te denken aan onderwijsprogramma’s en mediacampagne’s die voorlichting geven over de voordelen van de open samenleving, de Europese beschaving, de universele mensenrechten en het belang van de politieke filosofie van het secularisme dat onder garantie van de overheid religies en levensovertuigingen gelijk behandelt.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’ van Wierd Duk in De Telegraaf, 23 mei 2019.

Foto 2: Ehsan Jami met T-shirt, 2007.

Foto 3: Campagnemateriaal van de Duitse Raad van ex-moslims. Opgenomen in het commentaarMoslims moeten leren dat er volgens de wet ex-moslims bestaan’ van 3 december 2012.

Europese christenen moeten voor het secularisme kiezen om wereldwijd vervolgde christenen beter te helpen beschermen

Het is bekend dat in Myanmar de moslimminderheid wordt onderdrukt. Tot nu toe zijn vanuit Rakhine zo’n 400.000 Rohingya gevlucht naar Bangladesh. Tamelijk onbekend is dat ook een christelijke minderheid wordt onderdrukt in die boeddhistische samenleving. De meeste wonen in Chin, de enige staat in Myanmar met een christelijke meerderheid van zo’n 85 tot 90%. De Westelijke, arme bergstaat Chin grenst aan Bangladesh en India. Myanmar leert dat het ontbreken van een functionerende rechtsstaat slecht uitpakt voor de vrijheid.

Boeddhisten voelen zich meer dan de rest. Zo wordt die rest onderdrukt zonder dat de wet bescherming biedt. De voorkeurspositie van de dominante godsdienst ondermijnt de positie van minderheden en van de rechtsstaat. Of dat moslims, christenen of atheïsten zijn. De oplossing is het secularisme. Dit is een politieke filosofie die verzekert dat niemand onderworpen wordt aan religie. Inclusief leden van een minderheidsreligie zoals moslims of christenen in Myanmar die door de Boeddhistische meerderheid worden onderdrukt.

Doorgaans reageren christelijke leiders in Europa negatief op het secularisme. Soms gemeend, soms met gespeelde verontwaardiging in de richting van hun achterban. In hun beeldvorming katten ze dat dan om tot ‘agressief secularisme’ om het makkelijker aan te kunnen vallen. Zoals de voormalige ECPM-voorzitter Peeter Võsu deed, zoals in 2012 bleek. Die stellingname is begrijpelijk omdat deze orthodoxe christenen in eigen land hun voorkeurspositie kwijtraken en die willen beschermen. Maar ze overzien onvoldoende wat de afwijzing of de verregaande relativering van het secularisme betekent voor de christenen buiten Europa.

Toch is wereldwijd het christendom de meest vervolgde religie ter wereld, zoals Kelly James Clark in een bericht voor de Huffington Post op een rijtje zet. Vooral in moslimstaten staat de vrijheid onder druk. Het jaarrapport 2017 van Freedom House concludeert: ‘The Middle East and North Africa region had the worst ratings in the world in 2016, followed closely by Eurasia’. In landen waar religie op de een of andere wijze een bepalende rol speelt, staat vooral de vrijheid van godsdienst onder druk omdat daar godsdienst belangrijk is.

Christelijke leiders komen wel op voor vervolgde christenen in Afrika of Azië, maar doen dat op een verkeerde manier met een verkeerde methode. Ze zouden verder moeten kijken dan hun eigen neus lang is en op moeten komen voor elke vervolgde minderheid. Dat maakt hun oproep er geloofwaardiger en realistischer op. Het haalt het weg uit het religieuze domein van machtsuitoefening, bekering en vervolging en hevelt het over naar het rechtsstatelijke domein van vrijheid en rechten waar tegenstellingen beter overbrugd kunnen worden.

In dat geval kunnen Europese christelijke leiders beter partners zoeken die hun ‘eigen’ minderheid proberen te beschermen. Zoals sjiitische moslims die soennitische moslims discrimineren, en omgekeerd. Als deze christelijke leiders ondubbelzinnig en zonder beletsel kiezen voor de politieke filosofie van het secularisme dat een overheid oplegt om gelijke rechten voor elke etnische of religieuze minderheid te garanderen, dan hebben ze betere instrumenten in handen om de christelijke minderheden buiten Europa te beschermen.

Atheïstische politiek van het Atheïstisch Verbond geeft strijdbare christenen munitie. En begrijpt niets van het secularisme

Via de petitieFemke Halsema als burgemeester’ van petitionaris Geert Hoogeveen kwam ik op de website van het Atheïstisch Verbond terecht. Overigens een prima petitie die ik graag steun. Daar publiceerde Hoogeveen een artikel. Hij presenteert zich in de petitie als voormalig GroenLinkser ‘nu aktief op gebied van atheïstische politiek’. Hij lijkt overgestapt te zijn naar de Partij van de Rede waarvan hij secretaris/penningmeester is. Ik had nog nooit van ‘atheïstische politiek’ gehoord en had geen idee wat ik me er bij voor kon stellen.

Het probleem zit in de term ‘atheïsme‘ omdat het twee tegengestelde bewegingen inhoudt. De term is ongelukkig, maar wordt wel door bijna alle Nederlanders herkend. Er bestaat dus een praktisch probleem om een betere term te introduceren. Het voorvoegsel ‘a’ neemt afstand van het ‘theïsme’ waardoor een betekenis ontstaat die inhoudt dat er geen Goden bestaan. Maar tegelijk klinkt de term zich vast aan God (theos) en laat zich in een idioom en wereldbeeld trekken waarvan het afstand wil nemen. Dat is onbruikbaar en onhandig.

De doelstellingen van het Atheïstisch Verbond borduren voort op die term ‘atheïsme’. Het gaat de fout in als het zich zegt ten doel te stellen om ‘het atheïstisch en seculier stemgeluid’ een plaats in de samenleving te geven. De gelijkstelling van atheïsme met secularisme geeft aan dat de opstellers ervan niet begrijpen wat secularisme inhoudt. Of daar een verkeerde opvatting van hebben. Omdat andere doelstellingen eruit volgen is dat essentieel. Ze suggereren dat binnen het secularisme het atheïsme een principieel andere plek inneemt dan godsdienst. Dat is niet zo. Onder de paraplu van het secularisme –een politieke filosofie die verzekert dat iemand nooit onderworpen zal worden aan religie- zijn alle religies en levensovertuigingen gelijkwaardig. Atheïsme of humanisme hebben geen streepje voor en het secularisme is niet vijandig jegens religie of een specifieke godsdienst, maar biedt elke godsdienst of levensovertuiging een gelijkwaardige plek.

Zolang dit slordig en lui denken binnen de ‘atheïstische politiek’ bestaat geeft het munitie aan religieuze organisaties om het secularisme verdacht te maken en te verwerpen. Het lijkt er sterk op dat in het Westen vooral strijdbare christenen het opgeven van hun voorkeurspositie niet kunnen accepteren ten koste van minderheden als homosexuelen of moslims die een gelijke plek onder de zon opeisen. Ze beweren dat de marginalisatie van het christendom een gevolg is van zogenaamd ‘agressief secularisme’. Afnemend belang van christelijke politieke macht lijkt echter eerder het gevolg van demografische en maatschappelijke ontwikkelingen als ontkerkelijking en individualisering. Secularisme beschermt ook de christelijke minderheid.

In feite verwerpen deze christenen niet de politieke filosofie van het secularisme, maar het opgeven van hun voorkeurspositie. Omdat ze dat laatste niet kunnen toegeven richten ze hun pijlen op het secularisme. Zo ontstaat de merkwaardige tangbeweging dat zowel christenen als een vereniging als het Atheïstisch Verbond vanuit hun strijdbaarheid een verkeerd beeld van het secularisme geven. Ik moet niks hebben van dit soort atheïstische politiek. En zeker niet alleen omdat ik de term ‘atheïsme’ ondeugdelijk en tegenstrijdig vind.

Foto: Schermafbeelding van ‘Doelstellingen van het Atheïstisch Verbond’.

Christelijke organisaties weten niet goed te reageren op het einde van hun voorkeurspositie

nd

Het christelijke nederlands dagblad zegt zich flink te irriteren aan wat het ‘seculiere opiniemakers’ noemt om hun vermeend gebrek aan nuance. Deze opiniemakers zouden religie als bron van ellende en conflicten zien. Dat kan een christelijk geïnspireerd medium allicht niet over zijn kant laten gaan. Het zoekt de tegenaanval.

In de tegenaanval stapelen christelijke opiniemakers fout op fout. Om te beginnen wordt het begrip seculier verkeerd weergegeven. Of dat bewust gebeurt om te kunnen overdrijven is hier de vraag, maar dit verkeerde gebruik komt vaak voor in vooral conservatief-christelijke kringen om een tegenstelling te suggereren die er niet is. Christelijke politici demoniseren graag het secularisme.

Feitelijk wordt met seculier een aanhanger van het secularisme bedoelt. Dat is een stroming die niet kiest voor het atheïsme of het vrijzinnig humanisme of tegen religie, maar het is ‘een politieke filosofie die verzekert dat iemand nooit onderworpen zal worden aan religie. Zodat die religie een individu door de strot geduwd wordt.Jacques Berlinerblau legt het uit.

Het secularisme is geen vijand van religie, maar juist een vriend van de gelovige en garandeert het bestaan van een breed spectrum aan religies en levensovertuigingen waaruit het individu in vrijheid kan kiezen.

Alleen, het secularisme wil de voorkeurspositie die het christendom in vele landen zoals Nederland nog steeds heeft gelijktrekken met maatschappelijk minder machtige religies en levensovertuigingen. Dat steekt die christenen die afgelopen jaren hun machtspositie hebben zien afkalven en dat proces betreuren.

Omdat het gevestigde christendom die voorkeurspositie niet op wil geven probeert het die gelijkschakeling met andere politiek-culturele organisaties in de sector religie/levensovertuiging via een omweg te vertragen door het secularisme verdacht te maken. Het kiest voor de eigen machtspositie ten koste van de keuzevrijheid voor de gelovigen.

De oproep van het nederlands dagblad om graag wat bescheidener te zijn over religie en terreur is vergund, maar gezien hun dominantie van het Nederlandse publieke debat in de afgelopen eeuwen zijn christelijke organisaties nu niet direct degenen die het meeste recht van spreken hebben.

Ook in de opinievorming speelt mee dat de christenen hun voorkeurspositie hebben verloren en nog niet goed weten hoe ze daar het best op kunnen reageren. In plaats van het secularisme te omarmen dat garantie van bestaansrecht en bescherming biedt zetten ze zich schrap omdat ze vrezen weggespoeld te worden en bijten in de hand van het secularisme dat de beste reddingsboei is voor een in belang, volume en zelfvertrouwen afnemend christendom.

Tekenend voor het einde aan de vanzelfsprekende dominantie van de christenen in de maatschappij en het publieke debat is onderstaande schermafbeelding van een aankondiging voor een radioprogramma op het ‘neutrale’ NPO1. Tien jaar geleden nog ondenkbaar.

Het gaat er niet om of de vraag positief beantwoord moet worden of de wereld beter af is zonder religie. Dat verschilt van persoon tot persoon. Dat de vraag gesteld wordt maakt het verschil en brengt christelijke media als het nederlands dagblad in de kramp van de krimp.

npo

Foto 1: Schermafbeelding van aankondiging artikel ‘Graag wat bescheidener over religie en terreur’ in het nederlands dagblad, 2 januari 2016.

Foto 2: Schermafbeelding van aankondiging radioprogramma op NPO1Is de wereld beter af zonder religie?’, 1 januari 2016.

Is de islam een verloren religie? Wat kan het secularisme bieden?

6_small

Een week geleden was er een demonstratie in Den Haag tegen het jihadisme. Aanleiding was de opvallend snelle opmars van ISIS in Noord- en West-Irak en de slachtoffers onder vooral sjiitische moslims die daarbij vielen. Ik zag er een demonstratie van moslims tegen moslims in. Of omdat de claim wie wel of niet moslim is lastig te controleren valt: ‘Dus mensen die zich beroepen op de islam demonstreerden tegen mensen die zich beroepen op de islam.’ Sjiieten tegen soennieten. Op die observatie kreeg ik in een reactie commentaar. Ik zou onbedoeld mensen tegen elkaar opzetten. Als de weerman die de schuld van het slechte weer krijgt.

De strijd in Irak gaat verder. ISIS heeft een kalifaat uitgeroepen, een slimme manier van fondsenwerving, politieke marketing en schrik aanjagen van de tegenstander. Nu claimen de soennieten in Irak op grote schaal sjiitische en soefistische moskeeën en schrijnen in Noord-Irak te vernietigen. Het zouden heidense tempels zijn. Bulldozers en explosieven zouden in de steden Mosoel en Tal Afar ingezet zijn voor de vernietiging.  Hoewel er beelden van zijn is lastig vast te stellen of ze authentiek zijn. Maar de schrik zit er behoorlijk in.

De ontkenning dat aan de strijd in Irak en Syrië een interreligieus conflict tussen twee stromingen in de islam ten grondslag ligt is aannemelijk. Maar in resultaat maakt het weinig uit wat de diepste oorzaak is. Animositeit tussen soennieten en sjiieten dient als vergaarbak voor belangen, ongenoegens en geschillen. Essentieel is dat mensen die zich op de islam beroepen op leven en dood strijden tegen mensen die zich op de islam beroepen zonder dat de religieuze autoriteiten binnen stromingen van de islam dit verhinderen. Dat geeft te denken of binnen afzienbare tijd de islam nog uit handen van de politiek gered kan worden of een verloren religie is.

Vrijheid van godsdienst is in de Arabische wereld niets waard. Dat geldt niet alleen voor christenen, atheïsten of kritische denkers die stelselmatig worden benadeeld en vervolgd, maar ook voor minderheidsgroeperingen van gewone moslims binnen de afzonderlijke landen. De zogenaamde Caïro-verklaring van de mensenrechten in de islam van de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) ontkent ‘het beoefenen van of bekeren tot een andere godsdienst dan de Islam’. Maar als de ene islamstroming de andere islamstroming niet erkent onderdeel van de islam te zijn, dan opent zich een complete interreligieuze stromingenstrijd binnen de islam.

Secularisme is het model waarin religies en levensovertuigingen optimaal gegarandeerd zijn. Secularisme wordt door opinieleiders van meerderheidsreligies vaak bewust verkeerd voorgesteld. Maar secularisme is geen vijand van religie zoals de islam die zich nu manifesteert in Noord-Irak, maar juist een vriend ervan. De overheid als scheidsrechter ter garantie van de vrijheid van godsdienst vervangt de hogere macht waarop gelovigen zich beroepen. Geen slechte ruil. In een goed functionerende staat zoals de Nederlandse biedt dat extra garantie voor gelovigen en andersdenkenden om in vrijheid een religie of levensovertuiging naar eigen keuze te kiezen en te belijden. Da’s een verbetering voor wie de interreligieuze strijd van dit moment binnen de islam ziet. Of de interne strijd binnen de christendom van het verleden in gedachten neemt. Beredeneerd vanuit de verdediging van hun machtspositie is het begrijpelijk dat religieuze leiders het secularisme niet omarmen, maar onbegrijpelijk is dat goedgelovige gelovigen dit nalaten. Ze zouden beter moeten weten.

9_small

Foto: Vernietiging van sjiietische moskeeën en schrijnen in Noord-Irak door soennieten. 

D66’er Van Gool: D66 is niet per definitie seculier. Wat dan?

0984-1

Zomaar een berichtje in de krant waarvan ik niks begrijp. Het staat in een artikel in de NRC van afgelopen vrijdag over de doorbraak van D66 buiten de Randstad, bijvoorbeeld in Enschede, Amersfoort of Tilburg. Voor zover niks bijzonders. Maar dan wordt Peter van Gool (28) geciteerd. Hij is ‘een echte Tilburgse jongen‘ die op nummer 2 van de lijst van D66 in Tilburg staat. Hij studeert het masterprogramma ‘religie in hedendaagse samenlevingen‘ aan de Universiteit Utrecht en zegt gelovig te zijn. Voor zover nog steeds niks bijzonders.

Dan komt het. Van Gool wordt sprekend opgevoerd: ‘D66 ademt de tijdgeest en is niet per definitie seculier‘. Is D66 niet per definitie seculier? In alle ernst? Het pleidooi voor secularisme bond mij als kiezer jarenlang aan D66. Totdat ik er om andere redenen afscheid van nam. Begrijpt Van Gool wel wat secularisme betekent? Het lijkt er niet op. Redeneert-ie vanuit een defensief en gesloten beeld van religie? Zoals orthodoxe christenen het secularisme afwijzen omdat die hun macht inperkt. Vandaar hun bizarre uitspraken dat secularisme een pseudo-religie is of vrijheid geen doel op zichzelf kan zijn. Afleiding. Want secularisme gaat boven religie.

Peter van Gool is nog in de leer en past daarom welwillendheid. Toch is het merkwaardig dat iemand met deze opvatting over secularisme en religie het zover kan brengen in de huidige D66. Gaat de interne scholing van kaderleden alleen over praktische politiek en niet over het gedachtegoed van D66? Ter overweging aan Peter van Gool en zijn masterstudie, zijn doorgronden van de politiek-filosofische geschiedenis van D66 dat-ie in de Tilburgse raad gaat vertegenwoordigen en de juiste interpretatie van het secularisme herhaal ik graag wat ik eerder over secularisme schreef. Naar aanleiding van een betoog van de Amerikaanse hoogleraar Jacques Berlinerblau. Maar Van Gool kan ook z’n partijgenoten Boris van der Ham of Sophie in ’t Veld raadplegen.

Er bestaat veel misverstand over de vraag wat secularisme is. Het is geen atheïsme of vijand van religie. Vanuit religie of religieuze politiek wordt secularisme uit zelfprofilering vaak als vijandbeeld gebruikt. Secularisme en atheïsme zijn niet uitwisselbaar. De uitleg van Jacques Berlinerblau spreekt mij aan. Secularisme is een politiek idee dat kerk en staat gescheiden zijn. Meer is het niet. Secularisme spreekt zich er niet over uit of er wel of niet een God bestaat. Het kan en kan ook niet. Welbeschouwd doet het er niet toe. Omdat secularisme geen vijand van religie is, kunnen in het secularisme uiteenlopende religies naast elkaar bestaan. Zo opgevat zorgt secularisme voor meer vrijheid van godsdienst dan in situaties waar een staatsgodsdienst bestaat en andere religies verboden zijn. Zoals in Iran. Kortom, secularisme is dan geen vijand, maar juist een vriend van religie.

Foto: Gustave Moreau, Phare / Vuurtoren. Aquarel. Credits: © Réunion des musées nationaux.

Katholiek Nieuwsblad wil niet begrijpen wat secularisme is

stonehenge-7-358367

Het Katholiek Nieuwsblad kopte op 27 juni ‘Katholieken en moslims moeten samen de secularisatie bestrijden.‘ Deze zin is ook de opening van het artikel. Het KN zegt dat dit in een verklaring staat van ‘de islamitische-katholieke commissie voor dialoog’. Ofwel ‘The Islamic-Catholic Liaison Committee‘ die op 18 en 19 juni 2013 in Rome voor de 19de keer bijeenkwam, aldus een persbericht van het Vaticaan. Het thema van de bijeenkomst was ‘Gelovigen bieden het hoofd aan materialisme en secularisme in de samenleving’. In het Engels: ‘Believers confronting materialism and secularism in society‘. De delegatieleider van katholieke zijde was kardinaal Jean-Louis Tauran en van islamitische zijde professor Hamid bin Ahmad Al Rifaie.

In de verklaring wordt echter nergens gezegd of er zelfs maar op gezinspeeld dat katholieken en moslims samen het secularisme of het proces van secularisatie moeten bestrijden. Dat verzint het KN. Wel wordt in punt 2) genoemd dat ‘veel mensen lijden onder het verlies van geestelijke en religieuze wortels, dit fenomeen verzwakt zowel de innerlijke en morele dimensies van individuen en samenlevingen’. Deze abstractie waaraan niemand zich een buil kan vallen past in een verklaring over de interreligieuze dialoog tussen godsdiensten.

Het zou ook niet logisch zijn als het Vaticaan de bestrijding van de secularisatie centraal zou stellen in een dialoog met vertegenwoordigers van de islam. Afgelopen mei liet de gezaghebbende Italiaanse kardinaal Angelo Scola bij de opening van een conferentie in Milaan een ander geluid horen. Hij pleitte voor een gezond secularisme dat ruimte laat voor vrijheid van godsdienst. Kardinaal Scola beseft goed dat in een pluriforme samenleving het secularisme vrijheid aan gelovigen biedt om zich te uiten. Secularisme is daarom geen vijand van religie, maar juist dienstbaar eraan. Mits het eerlijk gebeurt, ‘gezond’ in de woorden van kardinaal Scola.

De logica die kardinaal Scola wel ziet is nog niet tot het KN doorgedrongen. De commentator die verklaringen erg vrij vertaalt leest blijkbaar graag wat er niet staat vanwege oude spookbeelden over het secularisme. Tot het KN is het besef nog niet doorgedrongen dat het proces van secularisme niet iets is om bang voor te zijn. Het is juist een waarborg voor het Europees katholicisme. Secularisme biedt de bescherming van de staat in landen waar het katholicisme in een minderheidspositie verkeert. Hoogste tijd voor bewustwording bij het KN.

Foto: Stonehenge.

Imad Habib, Angelo Scola, blasfemie en secularisme

Aldus Moral Courage Channel (standing up when others want you to sit down’). Imad Habib is op de vlucht voor de Marokkaanse autoriteiten. Is-ie moordenaar, dief of bankrover? Wat heeft-ie misdaan? Iets heel ergs: hij is atheïst en verbergt dat niet. Gisteren riepen zijn medestaanders uit tot ‘International Imad Day‘. Met het advies dat de Marokkaanse overheid beter degenen die met fatwa’s en doodsbedreigingen komen vervolgt dan vrijdenkers. Gelden dan in Marokko de mensenrechten niet? De vraag stellen is de vraag beantwoorden.

Een indirect antwoord gaf vorige week op een conferentie de Milanese kardinaal en bijna-paus Angelo Scola. Opvallend sprak-ie zich uit tegen godlasteringswetten en pleitte voor ‘gezond secularisme‘. Met voor allen godsdienstvrijheid. Scola ziet in het bestaan ervan de echte lakmoesproef van de beschaafde samenleving. Hij verwijst met zijn uitspraak overduidelijk naar landen met een intolerante versie van de islam waar geen godsdienstvrijheid bestaat. Daar worden christenen, vrijdenkers en islamitische minderheden actief vervolgd.

Interessant is dat het Vaticaan aansluiting zoekt bij de pluriformiteit van de liberale democratie omdat het daar de voordelen van inziet. De meer behoudende protestanten aarzelen met die stap. Weliswaar verwerpen ze de islam totaal en in de diepste kern en willen ze een islamdebat, maar in hun wereldbeeld zit het wantrouwen tegen vrijdenkers en liberalen diep ingebakken. Zo sprak nog vorig jaar de Estlandse ECPM (Europese Christelijke Politieke Beweging)-voorzitter Peeter Võsu over ‘agressief secularisme‘. De omarming van het secularisme door het Vaticaan en het begrip dat secularisme in de kern niet anti-religieus is, is meer dan een kleine stap. Om maanwandelaar Neil Armstrong te parafraseren: ‘Een reuzensprong voor religie’.

kn756958offerande_450

Foto: De aartsbisschop van Milaan Angelo Scola draagt de mis op. Rome, 2013. Credits: Christian van der Heijden.