Met liefde haten

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 17 mei 2011.

Erich von Stroheim, The Man You Loved to Hate in Foolish Wives, 1922.

Nederlanders moeten de ander leren haten zoals ze zichzelf haten. Met zelfspot en liefde. Niet hartgrondig, maar ruimhartig. Ze moeten de ander in het hart sluiten voor deze uit te bannen. Vanaf dan als iets eigens. Verinnerlijkt. Aardige haat staat haaks op het idee van uitsluiting.

De ander verschijnt in steeds andere vorm. Zoals de Oostenrijkse regisseur Erich von Stroheim die in Hollywood berucht werd als acteur die Duitse schurken uitbeeldde: The Man You Loved to HateDe Zweedse Warner Oland met Aziatische trekken maakte furore als Dr. Fu Manchu en Charlie Chan.

Met hun vaardigheid om in enkele streken een hele bevolkingsgroep weer te geven roepen ze haatgevoelens op om in het hart te sluiten. Maar de keerzijde is dat met de overdreven schets een verkeerd beeld van Duitsers of Aziaten blijft hangen dat het hart weer sluit.  

Warner Oland (links) in The Mysterious Dr. Fu Manchu, 1929.

Nederland in populaire cultuur van VS

Affiche voor Amerifilm ‘Hans Brinker or The Silver Skates‘, (1962)

In de VS heerste ooit een Holland-cultus in de populaire cultuur. Geschiedschrijving à la Walt Disney die doordringt in de beeldvorming. Hans Brinker is de serieuze jongen die met zijn vinger in de dijk zijn gemeenschap redt.

Was New York in de 17de eeuw niet gesticht als Nieuw Amsterdam door de Nederlanders en hadden de WASP’s (White Anglo-Saxon Protestant) die tot in het midden van de 20ste eeuw het politieke leven van de VS bepaalden en de calvinistische Hollanders geen overeenkomsten?

Denk aan het schip de Mayflower dat in 1620 na een verblijf van 11 jaar in Leiden met vanwege hun godsdienst naar de Republiek gevluchte Engelsen naar Virginia voer. Deze oervaders worden nu nog gezien als Amerikaanse adel. Het lijkt er sterk op dat na het afnemend belang van de WASP’s ook het accent op de vlijtige, arbeidzame en betrouwbare Nederlanders in de beeldvorming is verminderd. In het latere globalisme en door andere immigratiegolven nam het relatieve belang van Nederland in de VS hoe dan ook af.

Denk aan songs als Little Dutch Mill die Dave Fleischer in 1934 in een cartoon verwerkte. De Nederlanders in klederdracht zijn aan het schoonmaken en tonen zich van hun beste kant als zogezegde wereldverbeteraars. Half satire en half serieus.

Een zinswending in de song heeft een plagende ondertoon: ‘They both had so much moon, that it was a real Dutch treat‘. Dat laatste betekent dat iedereen voor zichzelf betaalt. Dat wijst op schraapzucht en wordt niet als goede eigenschap gezien. Maar het wijst ook op realiteitszin en egalitarisme. Vandaar is het een kleine stap naar het motto ‘doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg’ van een land zonder paleizen, maar met molens. Hoe ook in Nederland dat idee werd bijgebogen blijkt uit het apocriefe verhaal dat jarenlang verteld werd over het legendarische kaakje waarmee toenmalig premier Willem Drees in 1948 de Amerikaanse Marshallhulp zou hebben verzekerd wegens zijn zuinigheid en ernst.

De herkomst van dit soort begrippen met ‘Dutch‘ heeft in het Amerikaans-Engels trouwens geen Nederlandse, maar een Duitse herkomst. Het tekent het belang van Nederland in een bepaalde periode (al is het in negatief opzicht) dat in de loop van de tijd Dutch niet langer Duits, maar Nederlands ging betekenen.

De ironie van de geschiedenis is dat in de Vrede van Breda (1667) de Republiek Nieuw-Amsterdam moest afdragen aan de Engelsen en Suriname kon behouden. Hiermee was de weg definitief vrij voor de opwaardering van Nederland in de populaire cultuur van de VS. Nederland was in latere eeuwen immers geen bedreiging meer voor de VS en was na Frankrijk het tweede land dat de VS in 1776 officieel erkende. Het hielp ook mee dat in hun geschiedschrijving Nederlanders en Amerikanen de verwaande en gehate Engelsen als vijand hadden. Ook dat schiep een band tussen beide volkeren.

Hoe stereotypering ook neveneffecten heeft en de blik beperkt leert de ondertitel van onderstaande foto uit 1915. Van twee zwarte vrouwen in Paramaribo wordt gezegd dat ze op Nederlandse vrouwen lijken. Maar dan ‘turned black‘. Dat klinkt normatief. Het is ook vloeken in de kerk van de puristen van culturele toe-eigening die grenspalen tussen bevolkingsgroepen opwerpen. Suriname werd in 1954 (tot 1975) officieel een deel van het Koninkrijk Nederland en was vanaf 1667 een Nederlandse kolonie.

Alpheus Hyatt, ‘The women look like Dutch women turned Black, Paramaribo‘, 1915. Collectie: The New York Public Library

Facebook maakt begin met aanpak van racistische stereotypering

De maatschappelijke bestrijding van stereotypering kent een rangorde. Dat sijpelt door naar sociale media. Het is afhankelijk van de economische macht van minderheden. De krachtigste lobby of de politiek meest machtige groepering komen het eerst aan de beurt. Dus Facebook en Instagram zeggen nu stereotypering van joden en blackface te gaan bestrijden, maar de bestrijding van yellowface, redface, brownface of arabface op deze platforms blijft (nog) achterwege. Uiteraard moet Facebook ergens beginnen, maar deze selectieve aanpak bevestigt het beeld dat racisme relatief is. Facebook plukt na jarenlange druk wat laaghangend fruit in de hoop dat het na deze uitdrukkelijke uiting van daadkracht verder met rust gelaten wordt door overheden. FB-aanhangers van Zwarte Piet kunnen zich voorlopig richten op de kleuren geel, rood, bruin en lichtgetint.

Foto: De Zweeds-Amerikaanse acteur Warner Oland in de film ‘Charlie Chan’s Greatest Case‘ (1933) als de Chinese inspecteur Charlie Chan. Een voorbeeld van yellowface omdat een niet-Aziaat de rol van een Oost-Aziaat speelt. 

Bij de foto ‘ “White Wings” of Bucharest’ (1920)

Een straat in de Roemeense hoofdstad Boekarest in 1920. Vrouwen in het wit lopen met een bezem op de schouder. De toelichting bij de foto uit de collectie van het Library of Congress is interessant: ‘”Witte Vleugels” van Boekarest. Overal op de Balkan worden vrouwen aangetroffen die zwaar werk doen dat in westerse landen door mannen wordt verricht. Dit toont Roemeense vrouwen die werken als “Witte Vleugels” of straatvegers in Boekarest. Op advies van Amerikaanse Rode Kruis-artsen en hulpverleners hebben veel Balkan-steden hun straten schoongemaakt. De Amerikanen ontdekten dat veel van de epidemieën die het land overspoelden hun oorsprong hadden in slechte openbare sanitaire omstandigheden. Toen Boekarest het advies opvolgde en besloot op te gaan ruimen, vond het veel meer sollicitanten voor de baan onder vrouwen dan onder mannen.’

Op welke sporen worden we door zo’n bijschrift gezet dat vooroordelen en stereotyperingen niet schuwt? De Amerikanen hebben de controle en geven meer om hygiëne en gezondheid dan de lokale autoriteiten. Ze geven Roemenen opdracht om te handelen. Roemeense mannen zijn niet zo actief en vrouwen verrichten het zware werk. Een advies dat nog altijd actueel is met het huidige coronavirus is dat slechte openbare sanitaire omstandigheden af te raden zijn. Honderd jaar later moeten we nog steeds de straten schoonhouden, onze handen wassen en de adviezen van de medische experts of organisaties als de WHO of het Rode Kruis volgen.

Foto: “White Wings” of Bucharest’, 1920. Collectie: Library of Congress.

Zalando’s onjuiste claim om met campagne afscheid te nemen van stereotyperingen die obstakels zijn voor diversiteit en vrijheid

De van oorsprong Duitse webshop voor schoenen, kleding en mode- accessoires Zalando heeft een nieuwe lentecampagne ‘Zerotypes. Het zegt hiermee naar eigen zeggen afscheid te nemen van stereotypes die het als ‘een van de grote obstakels voor diversiteit en vrijheid’ ziet. Dubbelzinnig is dat Zalando het vervolgens over verouderde stereotypering heeft met de suggestie dat er ook niet-verouderde stereotypering is.

Zalando pretendeert ons met deze lentecampagne in ‘een rijkere wereld van vrijheid te verwelkomen’. De stereotypering die de campagne van Zalando omschrijft zou eruit bestaan dat alleen vrouwen roze mogen dragen, kostuums alleen op kantoor gedragen worden en jurken uitsluitend voor vrouwen zijn. Maar de stereotypering waarvan Zalando zegt afscheid te nemen bestaat niet omdat die allang achter ons ligt.

De marketing van Zalando is hol omdat de feiten waarop de campagne gebaseerd zijn duidelijk onjuist zijn. Zoals van een commercieel bedrijf als Zalando mag worden verwacht speelt het op veilig door te claimen een idee van diversiteit en vrijheid te overstijgen dat allang overstegen is. Zalando staat niet op de barricades van de maatschappelijke verandering, maar pretendeert alleen daar te staan. Een enkeling als de Vlaamse rechtse politicus Theo Francken maakt zich er nog druk om als hij zegt dat mannen niet in een jurk gekleed moeten gaan. In de wereld van de marketing is het verschil tussen echt en nep niet bestaand. Marketing is een gesloten wereld zonder veel kritisch vermogen. Zo neemt het vakblad over reclame, marketing en media Adformatie in een bericht de claims van Zalando over vrijheid en diversiteit zonder enige kanttekening over.

Zalando’s campagnebeeld van zon, jong, mooi, vrolijk, zelfverzekerd en ‘op het randje’ die het met deze lentecampagne geeft roept nieuwe stereotyperingen op. De ‘Zerotypes’ wekken de indruk de vrijheid en diversiteit niet minder te beperken dan de oude stereotyperingen die Zalando claimt te bestrijden. Op z’n best kan van deze lentecampagne gezegd worden dat het de ene stereotypering voor de andere inwisselt. Dat is de wetmatigheid van stereotype’s die continu veranderen naargelang de samenleving verandert. Commerciële bedrijven volgen daarin met hun marketing. Zalando’s claim dat het met de campagne ‘Zerotypes’ een doorbraak forceert in het afscheid nemen van stereotyperingen is daarom om meerdere redenen lariekoek.

Foto: Campagnebeeld van Zalando’s lentecampagne 2020 ‘Zerotypes’.

Racisme? Advertenties Dolce & Gabbana vallen slecht in China

De beschuldiging van racisme is het nieuwe normaal. Dat leidt soms tot onzinnige aantijgingen. Racisme moet aangepakt worden, maar wat als het geen racisme is en eerder een wat sterk aangezette stereotypering die de overgevoeligheid prikkelt en cultuurverschillen benadrukt? Verstoort dat dan juist de aanpak niet en werkt zo’n aantijging niet averechts in de bestrijding van racisme? Neem de reeks advertentie van het Italiaanse modemerk Dolce & Gabbana waarin een Chinese vrouw op haar manier geniet van gerechten uit de Italiaanse keuken. De advertenties op sociale media dienen ter promotie van een show in Shanghai, vandaag 21 november 2018. De show is afgelast door de Chinese autoriteiten. Wie profiteert er nou van deze marketing?

Veelbelovend onderwerp over stereotypen in media gaat in NRC-artikel als nachtkaars uit. Met de framing van beide onderzoekers

Een veelbelovend onderwerp dat als een nachtkaars uitgaat. Dat is het artikel over media-onderzoek met de titel ‘Breng eens wat vaker verhalen over moslims die het goed doen’ (online versie) of ‘En zo schrijft de pers over ‘de’ Nederlander’ (papieren versie) van de NRC. Dit suggereert dat de eindredactie worstelde met de framing in de kop. Framingspecialist Sarah Gagestein framed zich daarbij onbeschaamd als framingspecialist, zonder dat duidelijk wordt wat dat inhoudt. Zij deed samen met Nel Ruigrok en met ‘de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU)’ onderzoek naar stereotypes van moslims en Nederlanders in de geschreven pers. Hoe de Vrije Universiteit betrokken was wordt niet echt duidelijk, wel wordt ‘VU-collega’ Antske Fokkens door Ruigrok en Gagestein genoemd die ‘software [heeft] ontwikkeld om zogeheten microportretten te traceren‘.

Het interview met Gagestein en Ruigrok levert weinig op. Opvallend is dat niet zij, maar Aybala Carlak in een kadertje (‘frame’) bij het artikel de meest zinnige opmerking maakt. Ze vindt het ‘net zo vervelend als media geforceerd positief over moslims doen’ en vraagt zich af ‘Waarom worden moslims niet vaker los van hun achtergrond gezien?’ Dat laatste is de essentie die Carlak treffend onder woorden brengt. Beide onderzoekers lijken nog niet zover te zijn en zitten nog in een eerdere fase van ontkenning. Zo zegt Gagestein op een vraag van interviewer 

Foto’s: Schermafbeelding van passages uit artikelEn zo schrijft de pers over ‘de’ Nederlander’ van Reinier Kist in NRC, 26 september 2017.

Waarom kiest actiegroep Stop Oppressive Stereotypering voor anonimiteit? Het moet beter nadenken

sos

De leden van de actiegroep ‘Stop Oppressive Stereotypering’ (SOS) willen zich niet bekendmaken. RTL Nieuws vat het samen in een bericht: ‘ Op de Facebookpagina van ActiegroepSOS wordt journalist Kevin Roberson aangewezen als woordvoerder. Hij zegt dat de actievoerders kiezen voor anonimiteit en de communicatie naar de media via hem verloopt.’ Een posting op de FB-pagina van The Roberson Report spreekt echter tegen dat hij woordvoerder is: ‘Wij willen duidelijk maken dat Kevin P. Roberson geen woordvoerder is voor de actiegroep.  Hij is een onafhankelijke journalist.’ Alsof een onafhankelijke journalist geen woordvoerder kan zijn. Roberson is de contactpersoon die zijn naam en adres leent. Erachter schuilt ‘wij’ dat massa suggereert.

De actiegroep ageert tegen de attracties van de Efteling en tegen white supremacy in het algemeen. Het vindt dat ze vooroordelen bevestigen. In een posting geeft de actiegroep antwoorden op veelgestelde vragen en maakt hiermee haar positionering duidelijk. Maar ook de onderbouwing van de argumenten. Op de vraag ‘Waarom protesteren jullie dan niet tegen de stereotyperingen van witte mensen?’ volgt het antwoord ‘Witte mensen zijn nooit door niet witte mensen gekoloniseerd, tot slaaf gemaakt, of als groep vermoord om verschillen in etniciteit, religie, cultuur, verblijfsstatus etc. Racistische stereotyperingen werden juist geintroduceerd om deze verschillen te benadrukken en zo niet witte mensen af te schilderen als inferieur.

Zelfs iemand die de moeite neemt om 10 minuten op internet te surfen kan weten dat dit klinkklare onzin is. Het negeren van de feiten zet de hele intellectuele onderbouwing van deze actiegroep op losse schroeven. Zie bijvoorbeeld de onderdrukking van blanken door de Mongolen in de 13de eeuw, het antisemitisme in de Arabische wereld of de Barbarijse zeerovers die gedurende enkele eeuwen naar schatting 1 tot 1,25 miljoen blanke christenslaven maakten. De leden van de actiegroep die zich in anonimiteit hullen nemen een loopje met de feiten en kunnen weten dat te doen. SOS leidt zelf aan vooroordelen, gemakzucht of lui denken.

Maar het gaat de actiegroep om wat het ziet als onrecht: stereotypering van niet-blanken. En dat is een zinvol onderwerp dat volop debat verdient. Er kondigt zich echter een probleem aan met deze actiegroep. Want met een ‘van dik-hout-zaagt-men-planken’-houding kan men aandacht krijgen in de publiciteit, maar wat dan? De leden van SOS zouden niet bang moeten zijn om zich bekend te maken en aangesproken te worden op hun standpunten. Dat is een volwassen houding. Als ze in Nederland een maatschappelijke dialoog willen over racisme, dan moeten ze beseffen dat ze meer bereiken als ze meer doen dan zenden vanuit de anonimiteit.

Foto: Schermafbeelding van FB-paginaStop Oppressive Stereotypes’, 6 juli 2016.

Ross Williams verstoort met Amerikaans cultureel imperialisme de blik op Zwarte Piet

In plaats daarvan legt hij Nederlanders een nadrukkelijk uit de VS stammende opvatting van racisme op.’ Dat is de sleutelzin uit de ingezonden brief in de NRC van dr. Hans Siebers die als wetenschapper aan de Universiteit Tilburg gespecialiseerd is in culturele diversiteit en etnische identiteit. Hans Siebers heeft het over de Afro-Amerikaanse regisseur Roger Ross Williams die met een Nederlander getrouwd is en in opdracht van CNN de documentaire Blackface maakte die vorige week online ging. Een bij vlagen humoristisch verslag met een ernstige ondertoon dat bedoelt lijkt om racisme te bestrijden. Maar Siebers ziet in de stellingname van Ross Williams juist het omgekeerde: ‘Zijn bewering mist elk fundament en dreigt racisme juist te bevorderen.

Siebers stelt dat ‘de relevante vraag is of Zwarte Piet de sinterklaasvierders hier en nu aanzet tot racistische gedachtes en handelingen. Hiervoor is geen enkel bewijs.’  Vervolgens meent Siebers dat het racisme in Nederland onlosmakelijk is verbonden met de Holocaust dat leidde tot ‘naoorlogse antiracisme in dit land’. Een complexe redenering waarvan het niet op voorhand duidelijk is of het klopt. Want door sinterklaasvierders van racisme te betichten, zou je ze er volgens Siebers van beschuldigen de Holocaust te legitimeren.

Siebers heeft een punt dat Ross Williams als Amerikaans staatsburger cultureel imperialisme bedrijft door zijn in de Amerikaanse situatie gewortelde opvattingen over racisme naar Nederland te transformeren en deze zonder enig voorbehoud voor andere omstandigheden voor Nederland geldig te verklaren. Ondersteunend bewijs voor het feit dat Ross Williams cultureel imperialisme bedrijft is dat in de documentaire degenen die het beste Engels spreken, de Amerikaanse opvatting over racisme het meeste delen en zich het meest lijken te vereenzelvigen met de Amerikaanse kritiek Ross Williams bijvallen in de verontwaardiging over Zwarte Piet.

Maar zal iemand zich mogelijk afvragen is gelijkheid dan geen universele waarde die in gelijke mate geldt voor alle landen? Dat ligt genuanceerd. De activisten tegen Zwarte Piet verwarren discriminatie en racisme met elkaar. Discriminatie als sociologisch verschijnsel  kan een positieve sociale werking hebben omdat het door binding dient om groepsvorming te bevorderen. Zoals gelovigen zich verzamelen binnen een religie en zich onderscheiden van andersdenkenden. Positieve discriminatie wordt maatschappelijk en juridisch toegestaan en komt in alle landen voor. Dat is geen racisme. Daarvoor is meer nodig, zoals het als minderwaardig bestempelen van alle leden van een ras. Dat is bij het Sinterklaasfeest niet aan de orde. Stereotyperende uiterlijkheden zoals dikke lippen, kroeshaar en krom praten die vermoedelijk sinds het midden van de 19de eeuw in de Sinterklaastraditie zijn ingeweven worden de afgelopen jaren juist van bovenaf afgezwakt.

Ross Williams lijkt door zijn begripvolle houding heel wat van het Sinterklaasfeest te begrijpen, maar begrijpt er uiteindelijk toch te weinig van. De grootste fout die hij maakt is dat hij zijn Amerikaanse opvatting van racisme die wortelt in de keiharde politieke en maatschappelijke Amerikaanse verhoudingen zonder voldoende rekening te houden met fundamentele verschillen projecteert op de Nederlandse situatie. Dat gaat mank. Ross Williams heeft gelijk dat racisme bestreden moet worden en onder alle omstandigheden onaanvaardbaar is, maar waarom hij dat met het Sinterklaasfeest verbindt is de vraag. Door ‘wit’ en ‘zwart’ tegenover elkaar te zetten introduceert hij juist het racisme in het Sinterklaasfeest dat er helemaal niet is.

Oorlog in Oekraïne is niet zwart-wit. Vol fragmenten en fracties

20080r

Of het tegenpropaganda is van Oekraïense zijde valt niet uit te sluiten, maar InformNapalm biedt nuances die de Russische propaganda in haar informatieoorlog niet geeft. Dat leidt tot een beeld dat niet zwart-wit is en ruimte voor tegenstrijdigheden laat. De oorlog in Oekraïne is geen strijd tussen goed en slecht -wie dat ook is- of een geopolitieke strijd tussen Oost en West. Maar een spaghetti van belangen, solidariteit, berekening waar weinig lijkt wat het is. InformNapalm geeft vooral militaire achtergronden. Enkele voorbeelden.

In ‘Transcript of a Skype Call with a Russian Officer Deployed to Ukraine: What is Their Motivation?’ praat InformNapalm analist Artem Vasylenko met een officer van het Russische leger wiens eenheid naar Oekraïne werd gestuurd. Meer dan een dozijn militairen sneuvelden in Oekraïne. Niet in de strijd tegen het Oekraïense leger, maar door onderlinge gevechten. Niet bij alle separatisten zijn de Russische militairen populair: ‘A month ago one of my units was shelled by Ukrainian artillery. Then we discovered that a DNR militant was directing enemy fire. When we interrogated him, he told that locals are not happy with our presence. They expected Russian help, not humanitarian disaster.’ en: ‘We discovered several facts when militants coordinated their actions with Ukrainian Army against Russian army and Kozitsyn kazakh…’

Een gevangen genomen separatist vertelt in september 2014 zijn verhaal in ‘A DPR Combatant Describes how Orders are Given through Russian Officers’: Transcript7:42 Russian army shell not only UAF but DPR units as well; 7:50 Everything possible is done to further the conflict between DPR and the Ukrainian army’. In een opmerkelijke ontwikkeling voegden de Russen zich volgens een bericht in Kiyv Post bij de Oekraïense kritiek op de separatisten die zich niet houden aan de wapenstilstand die in september in Minsk is overeengekomen.

De strijd in Oekraïne wordt onoverzichtelijker. Separatisten staan niet in alle gevallen schouder aan schouder  met het Russische leger, maar behandelen deze vaak als vijand. Warlords zijn teleurgesteld in de Russische steun die minder winst brengt dan ze hoopten. Het Russische leger verliest zich steeds meer in een strijd zonder einddoel. Aan de andere kant bestaat er animositeit tussen het Oekraïense leger dat beter bewapend is dan de vrijwilligersbataljons die zich in de steek gelaten voelen. Tegelijk ontstaat er een Oekraïense guerrilla achter de frontlinie die de geschillen tussen Russen en separatisten aanwakkert, als onderdeel van wat hier eerder de derde hybride oorlog werd genoemd. Oorlog is mist, oorlog is wisselen van loyaliteit, oorlog is diffuus. Het is goed dat in gedachten te houden en niet een zwart-wit waarheid die niet bestaat.

Foto: Sergeĭ Mikhaĭlovich Prokudin-Gorskiĭ, ‘Ukraina. Putivl’. Na zadnem plane Molchanskii monastyr’. Sprava reka Seim.’ tussen 1905 en 1915. Collectie: Library of Congress.