Het is het probleem van een godsdienst die vele verschijningsvormen kent. Van verzoenend tot radicaal en ondermijnend. Hoe daarin te onderscheiden? Valt het karakter, het wezen van zo’n godsdienst daar nog uit af te leiden? In landen met een functionerende rechtsstaat beroepen godsdiensten als de islam zich op de vrijheid van godsdienst en subsidies waar ze recht op hebben, maar tegelijk kunnen de ondermijnende verschijningsvormen ervan tegen de democratische rechtsstaat in blijven handelen. Dat is geen houdbare situatie. Een democratie moet weerbaar zijn en de krachten die de democratie ondermijnen de pas afsnijden.
De vrijheid van godsdienst kan daar geen excuus voor zijn. Complicatie is dat gevestigde godsdiensten als het christendom dat islamitische extremisme niet ondubbelzinnig veroordelen omdat ze bevreesd zijn dat ze in een seculariserende samenleving de volgende domineesteen zijn die omvalt. Dat is uiteraard een misvatting omdat het bestaan van religies en levensovertuigingen die binnen de wet blijven gegarandeerd is en op geen enkele manier gevaar loopt. Het zijn de Jihadisten van ISIS, de extremistische Saoedisch ideologen van het Wahabisme en het Salafisme die verdreven moeten worden. Men zou bijna zuchtend zeggen, ‘eindelijk’.
Ze hebben niks te zoeken in een westerse rechtsstaat omdat ze de werking ervan niet erkennen. President Macron meent dat de islam in crisis is. Dat lijkt een terecht verwijt. Maar men kan evengoed beweren dat de westerse democratieën die vanwege koudwatervrees én de macht van landen als Saoedi-Arabië in decennia geen antwoord hebben weten te formuleren op het islamitische extremisme in crisis zijn. Het is de hoogste tijd dat Europa durf en ambitie toont om voor zichzelf op te komen en de extremisten de deur te wijzen.
In 2018 verklaarde in Nederland volgens de cijfers van het CBS 53% van de bevolking zich niet te beschouwen als behorend tot een religieuze organisatie. Gemiddeld neemt over de laatste 9 jaar dat percentage met 1 procent per jaar toe. In dat tempo is in 2025 60% van de Nederlanders niet religieus. Meer dan de helft van de Nederlanders zegt zich dus niet als religieus of behorend tot een religieuze organisatie te beschouwen.
Dat gegeven is niet besteed aan religieuze organisaties die claimen tolerant en ruimdenkend te zijn door de verbinding met anderen te zoeken, maar die verbinding beperken tot andere religieuze organisaties. Hun handreiking bereikt de meerderheid van de Nederlanders niet. Dat is een kromme, merkwaardige situatie. Deze zelfverklaarde handreikers zijn in West-Europa de religieuze spookrijders van de verdraagzaamheid.
Deze bijziendheid lijkt een mentale kwestie van geestelijke leiders die niet goed weg weten met mensen die zich niet laten inspireren door het geloof. Deze leiders zeggen verbinding te willen zoeken met anderen, maar als puntje bij paaltje komt treden ze in het zoeken van verbinding met de ander niet buiten het model van de religieuze organisatie. Het wordt tot een potsierlijke kwestie van religieuze marketing en profilering als ze daarmee een meerderheid buiten beschouwing laten. Dit roept de vraag op hoe gemeend dat zoeken van verbinding over religieuze grenzen is en wat de bedoeling van dat inter-religieuze debat is. Het kan ook opgevat worden als het bundelen van de krachten van religieuze organisaties tegenover andersdenkenden die zich niet door religie laten inspireren. Vooral orthodox-conservatieve geestelijke leiders noemen dan vaak het secularisme als denksysteem en model dat bestreden moet worden omdat het anti-religieus zou zijn. Terwijl ze weten dat dat onjuist is omdat het secularisme neutraal staat tegenover religies en levensovertuigingen.
Aanleiding voor deze overweging is het opinieartikel ‘Guest opinion: Muslims and Latter-day Saints can be leaders in building tolerance’ van Dr. Mohammad Al-Issa van 3 november 2019 in DeseretNews in het Amerikaanse Utah. Deze staat is sinds 1874 een bolwerk van de Mormoonse kerk, ofwel ‘De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen’. Vele christenen beschouwen vanwege ‘afwijkingen’ de Mormoonse kerk niet als christelijk. Joseph Smith was in de 19de eeuw de eerste voorzitter van de Mormoonse kerk. Mohammad Al-Issa is een Saoedische politicus en secretaris-generaal van de Muslim World League dat als promotor van de ultraconservatieve islamitische stroming van het Wahabisme beschouwd wordt. Het is opvallend, maar niet onlogisch dat de buitenbeentjes Mormonen en Wahabisten door de middelpuntvliedende kracht binnen hun geloof naar de marges worden geslingerd en elkaar opzoeken.
Beide religieuze organisaties zijn welgesteld en goed georganiseerd. Wat ze behalve publiciteit en marketing van elkaar willen is onduidelijk. Om kerkpolitieke redenen zijn ze tot elkaar veroordeeld omdat ze in de eigen zuil niet tot de kern van de macht worden toegelaten. Aan de marge zoeken ze daarom door verbinding met een andere marginale religieuze organisatie legitimatie. Zogezegd in een religieus hoefijzermodel.
Een en ander geeft aan dat het betoog van Mohammad Al-Issa over inter-religieuze verbinding flinterdun en niet gemeend is en voornamelijk door (kerk)politieke redenen wordt ingegeven. De wisseltruc van beide organisaties is dat ze door verbinding met de ander te zoeken hun profiel proberen te verbreden en te verzachten. Ze proberen dat harde profiel zelfs in het volle zicht te verbergen. Niet alleen laten ze degenen die zich niet laten inspireren door religie buiten beschouwing, ook houden ze afstand tot degenen die een gematigde vorm van christendom of islam praktiseren. Het is de vraag of religieuze organisaties die tolerantie en verbinding prediken, maar in de praktijk onverdraagzaamheid en uitsluiting opleggen, norm of afwijking zijn. Kenmerk van religieuze organisaties is dat ze eigen gelovigen insluiten en andersdenkenden uitsluiten. Als ze beweren vanuit hun eigen verdraagzaamheid verbinding met de ander te zoeken moeten we alert zijn.
Foto’s: Schermafbeelding van delen van artikel ‘Guest opinion: Muslims and Latter-day Saints can be leaders in building tolerance’ van Mohammad Al-Issa in DeseretNews, 3 november 2019.
Staten en individuen leven niet naar hun eigen standaard. Mensen eten vlees, terwijl ze tegen het industrieel slachten van dieren zeggen te zijn. Mensen gaan meermalen per jaar met een vliegtuig op vakantie, terwijl ze tegen de opwarming van de aarde en de uitstoot van CO2 zeggen te zijn. Op individueel niveau verdringen mensen hun tegenstrijdigheid om in harmonie te leven met hun innerlijke zwakte. Staten handelen hetzelfde. Ook als het niet noodzakelijk is om zaken te doen met autoritaire landen die de mensenrechten schenden. Landen als de Russische Federatie, China, Saoedi-Arabië, Iran of Azerbeidzjan vallen buiten de norm, maar dat verdringen we. Martijn van Helvert van het CDA wilde zelfs zaken doen met Syrië. Hoon was zijn deel.
Verdient een staat als Nederland niet collectief spot en afkeur omdat het met beroep op een eigen ethische standaard met autoritaire landen samenwerkt? Dat is niet alleen verwerpelijk, maar vooral schijnheilig. Het is de onethische ruil die pijn doet. We kijken weg voor onze eigen zwakte, terwijl we weten dat ons profijt alleen kan bestaan door de onderdrukking van de ander. Of dat nu op individueel de dieren en het klimaat zijn, of op collectief niveau de Oeigoeren, minderheden van Saoedi-Arabië of de bevolking van de Russische Federatie.
Je moet oproepen tot geweld tegen andersdenkenden in Koran of Bijbel niet te letterlijk nemen, zo zegt Ulysse Ellian, de VVD fractievoorzitter in Almere in gesprek met Omroep Flevoland. Aanleiding is een onderzoek van Nieuwsuur en NRC over salafistische ‘scholen’ die buiten het reguliere onderwijs vallen. Het lijkt dat Ellian hiermee de strekking van zijn eigen woorden niet goed begrijpt. Dit tekent het misverstand over religieuze organisaties die niet op hun woord worden geloofd, maar pas verdacht worden als ze wel op hun woord worden geloofd. Dat is van een verregaande dubbelhartigheid van bestuurders. Wegkijken en goedpraten bij uitstek. Want wie is de scheidsrechter of religieuze organisaties op hun woord moeten worden geloofd?
De politici Gert-Jan Segers (CU) en Klaas Dijkhoff (VVD) pleitten in een uitzending van 10 september 2019 van Nieuwsuur voor verder onderzoek van dit informele salafistische onderwijs voordat er concreet opgetreden wordt. Er moet in kaart gebracht worden wat er aan de hand is op de salafistische naschoolse ‘scholen’ die hoofdzakelijk door Saoedi-Arabië gefinancierd worden. Dat is een voorzichtige aanpak.
Zoals uit de uitzending van Nieuwsuur blijkt gaat het om wederkerigheid, en om de weerbaarheid van de democratie. Dat wil zeggen dat wie vrijheid voor zichzelf opeist die vrijheid ook aan anderen moet gunnen. Dat doen genoemde salafistische scholen volgens de reportage niet. Zij eisen vrijheid op om de vrijheid van anderen te beperken. Daarmee plaatsen de salafisten zich buiten de orde. Uiteindelijk is een verbod hiervan de gepaste maatregel. Mogelijk via het strafrecht, mogelijk via de politiek-bestuurlijke weg. Er moet van geval tot geval bekeken worden welke predikers namens welke salafistische scholen aan de hand van welk lesmateriaal wat zeggen. Aan de hand van criteria kan vervolgens besloten worden door de rechter of de politiek (naargelang de gevolgde weg) welke salafistische scholen ontmanteld en verboden moeten worden.
Sluiting van salafistische scholen die over de schreef gaan gaat er niet in de laatste plaats om om andersoortige islamitische scholen te beschermen tegen deze radicalisering. De salafisten verzieken het klimaat binnen de Nederlandse islam, ook via sociale media. De Nederlandse staat garandeert de grondrechten via de politieke filosofie van het secularisme. Dat betekent dat iedereen in vrijheid een godsdienst of levensovertuiging kan kiezen. Of niets kiest. Reguliere islamscholen die zich aan de Nederlandse wet houden zijn het slachtoffer van de salafistische predikers. Het is onaanvaardbaar dat een specifieke groepering als salafisten deze consensus doorbreekt met verwijzingen naar geweld. Een weerbare democratie kan niet laten bestaan dat die van binnenuit ondermijnd wordt.
Interessant is dat de predikers de kinderen motiveren om te emigreren naar een islamitisch, wat zij noemen niet polytheïstisch land. Dit roept de vraag op waarom deze predikers niet zelf Nederland verlaten. Want wat hebben ze zelf te zoeken in het polytheïstische Nederland dat zij zo resoluut afwijzen? Het lijkt er sterk op dat de predikers de kinderen iets adviseren waar ze zelf geen gevolg aan geven. Dat is schijnheiligheid van deze salafistische predikers. Als ze volgens hun eigen advies zouden leven, dan moesten ze Nederland verlaten. Saoedisch geld houdt deze predikers vermoedelijk in Nederland zodat ze over de hoofden van de kinderen die aan hen zijn toevertrouwd carrière kunnen maken.
Het onderliggende probleem is dat religie een vrijplaats kan zijn waar straffeloos meningen kunnen worden verkondigd die haaks staan op de grondwet. De predikers van de salafistische scholen richten zich tegen andersdenkenden, en de Nederlandse democratie en rechtsstaat. Dat is ontoelaatbaar voor het openbaar bestuur dat bevolkingsgroepen met elkaar probeert te verbinden en de vrijheid bewaakt. Binnen religieuze organisaties is het toelaatbaar. Zolang ze niet oproepen tot geweld kunnen deze vertegenwoordigers in eigen kring zonder interne tegenspraak of correctie en met een beroep op eigen leerstellingen verkondigen wat ze willen. Ook intolerantie of in gevallen zonder verdere maatschappelijke gevolgen onzin of onredelijkheid.
Wie deze salafistische predikers echt aan wil pakken moet de politieke voorkeurspositie van religieuze organisaties ter discussie durven stellen. Daar schort het tot nu toe aan. Want dat vraagt van bestuurders rechtlijnigheid, intellectuele durf, het doen van heel veel huiswerk, politieke bewegingsruimte en het ingaan tegen het eigenbelang van de eigen doelgroep. Bedenk dat de christelijke SGP voor de toekomst een theocratische staat propageert die principieel weinig verschilt van wat salafistische predikers propageren. Verschil is wel dat de SGP zich ‘in de tussentijd’ gouvernementeel en rechtsstatelijk opstelt en de salafistische predikers niet. Als de eigen kring van de salafisten wordt aangepakt, dan raakt dat direct aan de eigen kring van christelijke organisaties. Daarom zijn tot nu toe de salafisten niet aangepakt door de politiek of het OM dat van de minster een aanwijzing krijgt om in dit dossier te handelen.
Het is de hoogste tijd voor een fundamenteel debat over de positie van religieuze organisaties binnen onze samenleving. Het lijkt er sterk op dat ze te veel politieke voorrechten genieten in een samenleving waar de meerderheid van de bevolking zich niet langer laat inspireren door godsdienst. Hopelijk biedt het onderzoek van Nieuwsuur en NRC voldoende aanknopingspunten om de afwachtende houding van de politiek die neerkomt op ‘we willen wel, maar we kunnen niet’ te doorbreken.
Het is trouwens ontluisterend voor het optreden van overheid en de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en CU en een opsteker voor goede onderzoeksjournalistiek dat media dit boven water tillen. Hebben VVD en D66 zich in slaap laten sussen? Heeft de overheid niet doorgepakt omdat het gegijzeld wordt door de druk van de christelijke partijen die vrezen dat bij krachtig overheidsoptreden ook christelijke organisaties geraakt worden in hun autonomie? De politiek en het openbaar bestuur kunnen het goedmaken door afstand te doen van hun slaapzuchtige afwachtendheid, kortzichtigheid en deelbelangen. Laten de onderwijsinspectie, het OM en het parlement aan het werk gaan.
Het lijkt erop dat de verdedigingsmuur van president Trump op het punt van bezwijken staat. Zoals al vaker voorspeld heeft dat te maken met Deutsche Bank, een van oorsprong Duitse bank. Geruchten gaan dat de bank Trumps belastingaangiften heeft en die en andere documenten volgens een gerechtelijke uitspraak moet overhandigen aan een commissie van het door de Democraten gedomineerde Huis van Afgevaardigden.
Toen het tijdens de crisis van 2008 slecht ging met Trumps vastgoedonderneming en die om omvallen stond, hij al meerdere keren failliet was gegaan en door Amerikaanse banken niet meer werd vertrouwd en was uitgesloten, zocht hij noodgedwongen zijn toevlucht tot Deutsche Bank voor leningen om zijn onderneming te redden. Velen vroegen zich in de jaren daarna af wat deze bank daar precies bij te winnen had. Waarom het volume opkloppen met een dubieuze ondernemer als Trump? Het jaagde Trump in de armen van het Kremlin.
Nu valt alles samen. Er zijn sterke geruchten dat die leningen van Deutsche Bank mede ondertekend waren door Russische oligarchen uit de kring van president Putin. In de Russische Federatie kunnen oligarchen politiek niet autonoom opereren. Ermee had Trump zich overgeleverd aan het Kremlin. Het maakte hem chantabel en tot marionet van het Kremlin. Hoewel het wantrouwen jegens de Russische Federatie bij leden in het congres aanwezig bleef. Het verklaart Trumps blinde bewieroking van Putin die feitelijk onverklaarbaar is omdat het haaks staat op het Amerikaans belang. Zo verklaarde Trump op de legendarische top in Helsinki Putin meer te geloven dan de Amerikaanse inlichtingendiensten. Terwijl aangetoond was dat het Kremlin zich actief had gemengd in de campagne van 2016 die in een onverwacht scenario leidde tot Trumps verkiezing.
Het zet ook het debat over conspiracy (samenzwering) en collusion (geheime verstandhouding) van Trump met het Kremlin weer centraal. Speciale aanklager Robert Mueller constateerde in zijn rapport dat hij geen bewijs had kunnen vinden van conspiracy waar Trump en minister William Barr vervolgens onjuist van maakten dat er geen sprake was van collusion. Een minder zwaar vergrijp. Media in allerlei landen slikten die spin van Trump en Barr voor zoete koek en werkten zelfs onbewust mee aan de beeldvorming die zei dat Trump vrijgepleit was van samenwerking met het Kremlin. Niet van obstructie van het onderzoek trouwens. Maar een publiek geheim was dat Mueller de Russische connectie van Trump niet mocht onderzoeken op straffe van ontslag door het ministerie van Justitie. Muellers opdracht en mandaat waren beperkt. Hij mocht de rode lijn niet over. Mueller bleef weg van de financiële transacties en kon daar geen uitspraak over doen. Maar dat betekende niet dat die financiële en andersoortige samenwerking tussen Trump en Kremlin niet bestond.
Als de geruchten kloppen, waar het sterk op lijkt, komt via de omweg van Deutsche Bank alsnog uit wat Mueller niet mocht onderzoeken. Het verklaart waarom Trump in afwijking van alle presidenten van de laatste jaren zijn belastingaangiften en bijbehorende onderliggende documenten geheim wilde houden. Hij heeft iets te verbergen en houdt openbaarmaking tegen met inzet van vele advocaten die rechtszaken voor hem voeren.
Af te wachten valt of de Republikeinen in de Senaat nu een afzettingsprocedure (impeachment) tegen Trump steunen. De Republikeinse partij is onder Trump veranderd in een sekte vol blindelingse volgelingen waar het enkel en alleen om de president draait. Een overweging van Republikeinen om Trump te laten vallen is niet zozeer dat hij hoogverraad heeft gepleegd door onder één hoedje te spelen met de Russen, maar dat Trumps slechte peilingen de Republikeinen in Senaat en Huis bij de verkiezingen in november 2020 mee de diepte in dreigen te trekken. Beslissend zal zijn of Republikeinse leiders tijdig een ruggengraat weten te ontwikkelen.
Commentator John Heilemann noemt in het programma van MSNBC’s Lawrence O’Donnell de onthullingen over de Russische betrokkenheid bij de leningen van Deutsche Bank een loper (skeleton key) die zicht geeft op de tot nu toe onverklaarbare raadsels van Trump en die opent. De nieuwe informatie maakt volgens hem een afzettingsprocedure tegen Trump later dit jaar onvermijdelijk. Niet onmogelijk is dat andere landen als Turkije, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten eveneens geld aan Trump hebben geleend en hem daarmee politiek hebben gekocht. Het zou Trumps opvallende buitenlandse beleid verklaren dat autoritaire leiders omhelst en in bescherming neemt en westerse bondgenoten van zich vervreemdt en op afstand houdt.
Aldus NRC-columniste Carolien Roelants in haar Dwars-column ‘Pers vogelvrij door Trumps geflikflooi en zwijgen Máxima’. Zij is boos zoals ze dat zelden is. Van boeven of autoritaire leiders kun je boevenstreken verwachten, maar iemand als koningin Máxima wekt hogere verwachtingen. Daarom valt zij dieper als ze boevenstreken vertoont. Dat deed ze in haar ontmoeting met de Saoedische kroonprins Mohammad bin Salman op de G20 in Osaka. Dat was meer dan een beetje dom, dat was oerstom van haar. Maar ook van de regering Rutte die dit onderhoud had goedgekeurd. Er was makkelijk een reden te vinden geweest om het gesprek niet door te laten gaan. Máxima is een amateur-politicus zonder officiële functie in de Nederlandse diplomatie. Maar als ze zich in een politiek wespennest steekt, dan speelt ze per definitie een politieke rol. Die rol past haar echter niet. Zij moet boven de partijen staan en geen partij kiezen in lopende conflicten. Dat heeft ze echter bewust gedaan door het gesprek met de kroonprins aan te gaan en niet af te zeggen.
Het bezwaar tegen het onderonsje met de kroonprins is niet dat Máxima de moord op journalist Jamal Khashoggi niet ter sprake bracht, maar dat dit gesprek nooit had moeten plaatsvinden. Volgens de Amerikaanse inlichtingendienst CIA heeft Mohammad bin Salman opdracht gegeven voor de moord op Khashoggi. Mocht Máxima of het ministerie van Buitenlandse Zaken dit rapport niet gelezen hebben, dan waren er in november 2018 talloze berichten in de media, zoals in The Washington Post die rapporteerden dat volgens de CIA de kroonprins opdracht tot de moord had gegeven. Naast de argumenten die Roelants aanvoert over vrouwenrechten waarvoor Máxima zegt op te komen terwijl die door de kroonprins met voeten worden getreden en het in diskrediet brengen van de vrije pers door met een moordenaar van een journalist van The Washington Post in gesprek te gaan is het de wereldvreemdheid van koningin Máxima die verbaast.
Het is dezelfde wereldvreemdheid die koning Willem-Alexander vertoonde toen hij tijdens de Olympische Spelen van Sochi in 2014 met president Putin een biertje dronk. Een fotomoment dat de media haalde en waar in de Nederlandse publieke opinie veel kritiek op kwam, onder meer van homo-activisten. Zoals Gordon die de kern raakte: ‘Ik schaam me diep als Nederlander dat mijn koning en mijn koningin daar vanavond handen staan te schudden met mensen die bloed aan hun handen hebben’. Op het moment dat in het Kremlin de invasie van de Krim werd voorbereid en vanwege controverses over de mensenrechtensituatie bijna alle Europese landen hun delegaties afwaardeerden, stuurde Nederland de zwaarste delegatie die mogelijk was.
Máxima herhaalt 5 jaar later de fout van Sochi door opnieuw in gesprek te gaan met iemand die bloed aan zijn handen heeft. Daarbij is essentieel dat zij een ceremoniële en geen officiële functie heeft in de Nederlandse diplomatie en niet van belang is voor het openhouden van contacten met autoritaire landen waar nu eenmaal contact mee moet worden onderhouden. Máxima kan gemist worden omdat haar rol niet onmisbaar is, maar slechts toegevoegd. De functie die Máxima uitoefent kan dus eenvoudig geschrapt worden. Professionals zijn minister Blok, premier Rutte of Nederlandse diplomaten die in Saoedi-Arabië of bij de VN zijn gestationeerd.
Of het nou wereldvreemdheid, naïviteit, amateurisme, een verkeerd afgestelde politieke antenne, argeloosheid of zelfoverschatting is van Máxima en koning Willem-Alexander, een beleidswijziging is nodig om te zorgen dat de ezels van Oranje zich niet voor de derde keer aan dezelfde steen stoten. Met goedkeuring van premier Mark Rutte die achteraf de fout die hij feitelijk gemaakt heeft door goedkeuring te geven weg moet lachen. Als Willem-Alexander of Máxima zichzelf belachelijk willen maken door met autoritaire leiders onnodige gesprekken of onderonsjes aan te gaan, dan moeten ze dat zelf weten. Maar Willem-Alexander heeft als staatshoofd van Nederland een rol die afstraalt op Nederland. Door zijn handelen kwam Nederland in 2014 negatief in de publiciteit. Dat is ongewenst. Nu in 2019 doet zijn echtgenote, die uiteraard geen staatshoofd is, maar wel gekoppeld wordt aan Nederland, hetzelfde. De conclusie kan geen andere zijn dan deze: Máxima dient al haar functies op te geven waarmee ze in politiek vaarwater terecht kan komen. Haar gesprek met de Saoedische kroonprins heeft aangetoond dat dit soort functies niet aan haar toevertrouwd kunnen worden.
Foto 1: Schermafbeelding van deel column ‘Pers vogelvrij door Trumps geflikflooi en zwijgen Máxima’ van Carolien Roelants in NRC, 30 juni 2019.
De Saoedische autoriteiten hebben de controle over het Khashoggi-verhaal verloren. Door het verspreiden van aantoonbare leugens en onwaarachtige verklaringen staan ze nu onder zware druk waarvan het de vraag is waar het eindigt. Eerst zou de journalist het consulaat verloren hebben, dan ging het om een uit de hand gelopen woordenwisseling of een verkeerd toegepaste nekklem (‘chokehold’). Maar niet uit te leggen valt wat een groep van 15 specialisten -met botzaag- uit de entourage van kroonprins Mohammed bin Salman op 2 oktober in het consulaat in Istanbul te zoeken had. De Turkse leiders voelen zich beledigd door de moord op Turks grondgebied en maatschappelijke en politieke druk in westerse landen neemt toe om het Koninkrijk Saoedi-Arabië stevig aan te pakken. Het lijkt onvermijdelijk dat de kroonprins geofferd wordt om de politieke positie van het Koninkrijk te redden. Maar hij geeft zijn macht slechts moeizaam op. Iedereen wist al jaren dat het Koninkrijk een autoritair land met autoritaire leiders was, maar door de affaire Khashoggi hebben de Saoedische dat zo stom uitvergroot dat hun westerse medestanders wel gedwongen worden tot ferme actie.
Vooralsnog reageert de economische en politieke elite van Nederland niet in het openbaar op de recente ontwikkelingen in en van Saoedi-Arabië. Op kamervragen van Lilianne Ploumen (PvdA) en Neelie Kroes (VVD) na die haar werk aan de futuristische stad Neom opschort volgens een bericht in de WSJ van 11 oktober:
Wereldwijd reageren bedrijven en individuen kritisch op de ontwikkelingen in Saoedi-Arabië, maar niet in Nederland. Tot nu toe hebben Nederlandse bedrijven en individuen hun relaties met dit land niet opgeschort of verbroken. Nederland exporteerde in 2016 voor 2,6 miljard dollar naar Saoedi-Arabië. Winstgevendheid en handel gaan bij Nederlandse bedrijven boven alles. Inclusief mensenrechten, ethiek of een goede publiciteit.
De VNO-mentaliteit van zelfoverschatting en eendimensionaliteit van het Nederlandse bedrijfsleven blijkt uit een interview uit 2009 met Jaap Vaandrager op de site van VNONCW naar aanleiding van Wilders‘ film Fitna. Hij zegt: ‘Ik heb meteen een paar Nederlandse ambassadeurs daar gebeld met de mededeling: ‘zeg tegen die Balkenende dat hij die vent aanpakt want dit is heel slecht voor de handel‘. Dit is de omgekeerde wereld waar het bedrijfsleven meent de politiek op te kunnen dragen wat het moet doen. Zo openlijk laat het bedrijfsleven dat bij voorkeur achter de schermen opereert zich niet in de kaarten kijken. Dit is hoe het in werkelijkheid gaat. Men hoeft het niet met Wilders eens te zijn om zich te realiseren dat het ongewenst is dat VNONCW meent de politiek te kunnen bestieren. Zie ook de kwestie van de dividendbelasting die premier Rutte door Unilever en Shell ingefluisterd werd of de steun van de Nederlandse regering voor het gasproject Nord Stream II dat Europa onder druk van de Gasunie en Shell afhankelijker maakt van Russisch gas en fossiele brandstof.
Het Natural History Museum in Londen ligt onder vuur voor een receptie van de Saoedische ambassade ter gelegenheid van de Dag van Saoedi-Arabië (23 september) vandaag. Het Saoedische koninkrijk krijgt wereldwijd steeds meer kritiek door de slachtpartij waarin de oorlog in Jemen is geëvolueerd, het opsluiten van mensenrechtenactivisten, de invoering van anti-homoseksuele wetten en de vermoedelijke moord van de Amerikaans-Saoedische journalist Jamal Khashoggi in het Saoedische consulaat in Istanboel. De stapeling maakt het publicitair brisant. Het lijkt er sterk op dat de Saoedische machthebber kroonprins Mohammad bin Salman zijn hand heeft overspeeld en teveel heeft vertrouwd op zijn goede band met president Trump en diens Midden-Oosten adviseur, schoonzoon Jared Kushner. De publieke opinie in het Westen keert zich tegen het Saoedische regime en het ontbreekt het museum nu aan speelruimte om daar passend op te reageren.
In een verklaring per tweet zegt het museum vandaag dat de receptie twee maanden geleden is geboekt en commerciële evenementen een belangrijke bron van inkomsten zijn. Deze verklaring maakt het er nog potsierlijker op. Net alsof dit museum geen baas meer in eigen huis is. Maar het museum vermarkt het eigen merk en prestige, vangt daarvoor geld en is er zelf partij bij zonder er ongeschonden uit te komen. Het tekent de zwakte van de argumentatie van het museum dat enig politiek besef lijkt te ontberen. De beschuldiging met ‘bloedgeld’ door het Saoedische regime gekocht te worden, zoals Owen Jones in een venijnig commentaar opmerkt, kan het er niet mee weerleggen. Het museum geeft zichzelf hiermee een brevet van onvermogen.
Het is opmerkelijk dat het museum zich zo afhankelijk heeft gemaakt van de commercie dat het in een publicitaire noodsituatie niet eens meer flexibel kan reageren door het evenement met een controversiële huurder af te zeggen. Overigens een huurder die twee maanden geleden ook al hoogst controversieel was. Heeft het museum hiervoor geen verzekering afgesloten? Het Natural History Museum kan dan wel beweren dat het ermee geen goedkeuring geeft aan de standpunten van het Saoedische regime, maar waarom het zich commercieel afhankelijk maakt van een autoritair regime dat een journalist ontvoert of vermoordt, in Jemen oorlogsmisdaden pleegt en mensenrechtenactivisten in de gevangenis gooit verklaart het er bepaald niet mee.
Foto 1: Tweet met verklaring (statement) van het Natural History Museum Londen, 11 oktober 2018.
Foto 2: Hintze Hall in het Natural History Museum in Londen is volgens een brochure van het museum te huur voor £18.000 (ex. BTW), dat is €20.500.
De verdwijning van de Saoedische journalist Jamal Khashoggi in het Saoedische consultant in Istanboel is een raadsel. Khashoggi is een journalist voor de Washington Post en woont in de VS. Dus er is een Amerikaanse connectie. Er zijn twee opties. Of hij is in het consulaat vermoord, en zijn lijk is afgevoerd en verduisterd. Of hij is ontvoerd naar Saoedi-Arabië. Turkije en de VS zijn betrokken in deze kwestie en het valt te bezien hoe ze reageren. De geloofwaardigheid van de presidenten Recep Erdogan en Donald Trump is in het geding.
Een antwoord kan niet anders dan verontwaardiging zijn. Het is absurd om een niet eens zo kritische journalist zo brutaal te behandelen. Het sarcasme is dat de Turkse overheid die zelf journalisten om politieke redenen in de gevangenis gooit nu in eigen land zo’n zaak door een buitenlandse mogendheid in de maag wordt gesplitst. De kwestie Khashoggi is een wedstrijd schaduwboksen tussen Trump en de Saoedische sterke man kroonprins Mohammad bin Salman al-Saoed. Denkt de laatste het groene licht te hebben gekregen van Trump om Khashoggi te vermoorden? Waande Mohammad bin Salman zich onbespied, hoewel hij kon weten dat Amerikaanse inlichtingendiensten informatie zouden oppikken over Khashoggi’s verdwijning.
Wat zal het antwoord van de EU zijn? Saoedi-Arabië is al lange tijd een dwaling in het buitenlandbeleid van de westerse wereld. De EU moet overwegen de stap te zetten om afstand te nemen van een hypocriet land dat anderen de maat wil nemen. Wat de gevolgen ook zijn. Nederland kan daarin een sturende rol spelen. Er is wel lef voor nodig. Het valt te betwijfelen of de Nederlandse politiek en zakenwereld die lef nog in zich hebben.