Lex ter Braak spreekt zich uit over cultuurpolitiek. Is het ergste leed geleden?

f0252473b14c9c3b85fc4266c99933f8

De suggestie dat kunst elitair zou zijn, berust op een vreemde aanname. Elite staat gelijk aan een homogene bovenlaag die de touwtjes in handen heeft. Dat zou in onze samenleving de politiek, de banken en de bedrijven zijn. Maar die zijn over het algemeen helemaal niet geïnteresseerd in avant-garde kunst (..) Het bedrijfsleven heeft de mond vol over innovatie, in dat licht is het vreemd dat vernieuwende inzichten in de kunsten niet als zodanig gewaardeerd worden’ aldus directeur Lex ter Braak van de Maastrichtse Jan van Eyck Academie in een interview met Hanneke van Dongen voor Zwart Goud. Hij heeft de ramen opengezet.

Ter Braak constateert dat vooral uitvoerende kunsten hebben geleden onder de bovenmatige bezuinigingen op kunst en cultuur. ‘Kunst werd teruggebracht tot een cijfermatig verhaal, ook met het krampachtige idee dat van daaruit de legitimatievraag zou verdwijnen. Dat beleid leidde tot de teloorgang van de enorme rijkdom aan kunst en cultuur in Nederland. Het ergste leed lijkt inmiddels geleden, maar de schade is enorm.’ Het is echter de vraag voor wie het ergste leed geleden is, want vele culturele instellingen die zich met kunst- en vliegwerk hebben weten te redden dreigen alsnog om te vallen. Ook door gemeentelijke bezuinigingen. De Jan van Eyck Academie heeft zich door een sterke lobby gered en is in de BIS (Basisinfrastructuur) kunnen blijven.

Ter Braak toont gezond verstand, slimme belangenbehartiging als directeur, onvoorwaardelijke liefde voor de kunst en een licht cynisme over de cultuurpolitiek van de Nederlandse overheid: ‘Het nare van het hele kunstdebat is dat dit het zicht ontneemt op wat kunst nu eigenlijk behelst: het signaleren van ontwikkelingen in de samenleving, het vooruitlopen op die ontwikkelingen en het ontwikkelen van het vrije denken, inspelend op een continu veranderende wereld.’ Zo is het maar net. Nu eerst de bezuinigingen terugdraaien die de afgelopen vier jaar zoveel onnodige schade hebben berokkend in kunst en cultuur. Daarna herwaardering van de kunst zodat die zich niet telkens moet bezighouden met de verantwoording waarom het sowieso bestaat.

Foto: Directeur Ranti Tjan van het van Den Bosch naar Oisterwijk verhuisde kenniscentrum en residency sundaymorning@EKWC (Europees Keramisch Werk Centrum) dat buiten de Basisinfrastructuur is gevallen. Credits: Sandra Hoekstra.

PVV’er woedend over kunstaankoop Gelderland. Koolen antwoordt

image-4725947

De Gelderse PVV’er en lid van de Eerste Kamer Alexander Kops heeft het niet zo op gesubsidieerde kunst. De Gelderlander kopte vorige week het ongenoegen van Kops binnen met de titel: ‘PVV’er woedend over kunstwerken in Provinciehuis Arnhem’. Kops was in de hal van het provinciehuis te Arnhem tegen twee werken van Lieven Hendriks aangelopen die voor 6.300 euro elk aan de provinciale kunstcollectie waren toegevoegd. Hendriks wordt vertegenwoordigd door galerie Francis Boeske Projects in Amsterdam-Noord.

Dat beviel de 30-jarige Kops niet. Als de woorden ‘PVV‘ en ‘woede’ in dezelfde zin staan, dan is de kans groot dat de woede van een PVV’er zich op kunstsubsidie richt. Of de publieke omroep. Zelden op subsidies voor landbouw, defensie, industrie, zorg, onderwijs of sport die veel omvangrijker zijn dan dat de kleine subsidies voor kunst. Kops maakt in de Eerste Kamer deel uit van de commissies Buitenlandse Zaken, Defensie en OntwikkelingssamenwerkingEuropese Zaken en Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening. Hij zit niet in de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Uit zijn cv blijkt geen bijzondere expertise, ervaring of betrokkenheid met beeldende kunst. Alexander Kops is geen lid van de Provinciale Staten van Gelderland.

Het past Kops om te praten als willekeurige burger zonder veel affiniteit met beeldende kunst. Het kan goed dat hij gelijk heeft dat het bestaan van de provinciale kunstcollectie onzin is. Voor jaarlijk 50.000 euro wordt er aangekocht. Veel burgers vinden allerlei subsidies, steunmaatregelen en toeslagen onzin. Maar ze beseffen dat de pluriforme samenleving met talloze belangen zo reilt en zeilt. Politiek dient om gemeenschapsgeld evenwichtig over de verschillende beleidsterreinen te verdelen. Kops zet zijn woede in voor iets betrekkelijk kleins en offert zijn politiek onderscheidingsvermogen op. Hij vindt dat ‘de ongevraagde, ongewenste verspilling van belastinggeld moet stoppen‘. Hoezo ‘ongevraagd’? Kops is gewoon deel van de politiek die vanuit vragen uit de samenleving publiek geld verdeelt. Kops is een medeplichtige die meedraait in het circuit. Gelukkig  voor wereld en kunstwereld bestaat de wereld niet alleen uit de woede van Alexander Kops en PVV.

Kunstenaar Frank Koolen antwoordt Kops in een open brief op Platform BK. Hij merkt op dat het budget van 50.000 euro zo’n 0,0042 % van het totale budget van de provincie Gelderland uitmaakt. Met beheer- en opslagkosten komt dat wellicht een fractie hoger uit. Maar het is een verwaarloosbaar bedrag. Koolen verwijt Kops zich ten koste van Lieven Hendriks te profileren: ‘Wat mij het meest stoort is dat u van deze twee schilderijen een symbool maakt voor uw eigen programma. U misbruikt het werk van een voor velen zeer bijzondere kunstenaar.’ Koolen vraagt zich af waarom de PVV niets met de hedendaagse Nederlandse cultuur heeft: ‘Paradoxaal genoeg heeft de PVV de Nederlandse cultuur hoog zitten maar wenst het niet te investeren in de cultuur die vandaag de dag gemaakt wordt.’ Het is het raadsel van de PVV die de mond vol heeft over nationale identiteit, maar die niet wenst te erkennen. De PVV verdringt door woede het besef van de eigen tijd.

Foto: De twee werken van Lieven Hendriks in het Provinciehuis te Arnhem die aangekocht zijn voor de provinciale kunstcollectie van Gelderland. Credits: Erik van ’t Hullenaar.

Expertise van ‘Geschiedenisleraar.nl’ roept vragen op

Facebook/Geschiedenisleraar.nl zegt: ‘Geschiedenisleraar.nl werd in 1997 door Jan-Wolter Smit opgericht als website/portal met als doelstelling geschikte informatie te verstrekken aan middelbare scholieren en dan met name aan leerlingen van het VMBO.’ En ‘(..) opgericht als website/portal met als doelstelling geschikte informatie te verstrekken aan middelbare scholieren en dan met name aan leerlingen van het VMBO.’

Dan begrijpt u waarom leerlingen van het VMBO denken dat de SGP een middenpartij is. En vinden dat ook de Partij voor de Dieren een middenpartij is. Dan begrijpt u dat niet mede bedrijfsleven of sociale partners, maar ‘de politiek bepaalt hoe het integratiebeleid eruit ziet’. Dan begrijpt u dat we in Nederland nog steeds de traditionele indeling van politieke partijen in links, rechts en midden hebben. Dan begrijp u dat ‘linkse partijen vinden dat alle mensen gelijk zijn‘. Dan begrijp u dat de rechtse partijen zeggen: ‘de overheid moet niet zorgen voor integratie‘. Maar dan begrijpt u vermoedelijk vooral waarom het geschiedenisonderwijs in Nederland tot beroerde resultaten leidt. In het bijzonder op scholen waar Educatief Advies ingewonnen is.

geschiedenis

Foto: Schermafbeelding uit ‘Multiculturele samenleving: 9. De mening van de politiek‘ van Jan-Wolter Smit (Geschiedenisleraar.nl).

Zuid-Holland heeft kunstcollectie zonder kunstvisie. Is dat erg?

0243a

Provincie Zuid-Holland heeft een kunstcollectie van circa 1700 exemplaren. Met oog op een aanstaande verbouwing en veranderingen binnen de organisatie wil de provincie een kunstvisie ontwikkelen op deze collectie. Daarvoor moet de omvangrijke kunstcollectie eerst geïnventariseerd en gedigitaliseerd worden. Hiervoor doet de provincie een beroep op QKunst.‘ Aldus QKunst ‘dat werkt met een flexibel, multidisciplinair team, dat continu een vinger aan de pols houdt van de hedendaagse kunst en de kunstmarkt‘. Dag en nacht houdt het altijd wakkere QKunst de vinger aan de pols van de hedendaagse kunst en de kunstmarkt. Experts, adviseurs en coaches van QKunst gedijen door het gebrek aan kennis bij overheden. Ze pronken onverhuld met dat gebrek van de overheden. Wethouders of gedeputeerden met hun handen in het haar wacht nog maar een uitweg: snel de vinger van QKunst aan de pols van hun kunstcollectie en dan komt alles goed.

Veel lijkt de kunstcollectie van Zuid-Holland met 1700 werken niet waard. De Jaarstukken 2012 noemt een verzekerde waarde  van 400.000 euro. Dat maakt een kunstobject gemiddeld 235 euro waard. Jaarstukken 2008 noemt een zelfde bedrag en de toevoeging dat de taxatie is verschoven naar 2009 in verband met de reorganisatie van het ‘traject’ Organisatie van de Toekomst. Jaarstukken 2009 zegt dat de besluitvorming van het beheer van de kunstcollectie in voorbereiding is. En: ‘Na besluit zal de collectie worden ontsloten en uitbesteed.’ In de Jaarstukken 2007 stond overigens dat de waarde van de kunstcollectie 1,5 miljoen euro bedroeg. En: ‘In 2008 wordt de gehele kunstcollectie geïnventariseerd, gedigitaliseerd en getaxeerd.’ QKunst krijgt nu de klus die de provincie al meer dan 5 jaar voor zich uitschuift. Opvallend is dat in Zuid-Holland tussen 2007 en 2008 de kunstmarkt is ingestort en de kunstcollectie 73% afgewaardeerd moest worden.

Als het klopt wat QKunst zegt, dan is het nog treuriger gesteld met het kunstbeleid van overheden dan de vooruitgesnelde reputatie al doet vermoeden. Zuid-Holland heeft een kunstcollectie, maar geen kunstvisie op deze collectie. Hoe is er in het verleden dan verzameld? Door het gooien van een dobbelsteen? Da’s net zoiets als een huis bouwen zonder plan en hopen dat het een huis wordt. Zelfs particuliere verzamelaars die een paar centen te besteden hebben doen dat niet zonder een eigen gezichtspunt. Maar de qua inwonertal veruit grootste provincie van ons land heeft geen kunstvisie op de eigen kunstcollectie en geen ambtenaren die de kunstvisie kunnen ontwikkelen. Ook niet bij het Kunstgebouw, ‘expert in Zuid-Holland voor kunst en cultuur’.

Hoe erg is het dat uit alles blijkt dat Zuid-Holland niet weet wat het met de provinciale kunstcollectie moet? Volgens QKunst verzameld zonder visie. Maar wat moet de provincie ook met een winkeldochter waarvoor geen enkele gedeputeerde verantwoordelijk is? Is een kunstcollectie met een verzekerde waarde van 400.000 euro het inhuren van een particulier bedrijf als QKunst waard? Waarom is de collectie niet met gesloten beurs overgedragen aan een museum binnen de provinciegrenzen? Met Rotterdam, Den Haag, Leiden of Dordrecht en veel kleinere gemeenten had dat toch moeten lukken? Nu tikt de vinger aan de pols van QKunst pittig aan. 

Foto: Roy Villevoye, Voorkeurkleur Moerwijk. Den Haag, 1998. Kunst in de openbare ruimte, in opdracht van Woningbedrijf Den Haag Zuid-Oost en Stroom, Haags Centrum voor Beeldende Kunst.

Kunst zonder oren 3

Is kunst het kind van de rekening? Het lijkt erop. Met name hedendaagse kunst wordt slecht begrepen. Dat betreur ik als liefhebber van beeldende kunst, film, literatuur en muziek. Het is een proces van jaren dat het zover is gekomen. Het raakt me recht in het hart. Kunst heeft geen reputatie, heeft geen oren zoals men zegt. Laatste uit een serie van drie.

Wie de nieuwe machthebbers zijn ligt in de toekomst verscholen. Tendens is dat de democratisering wereldwijd afneemt. Chinese, Russische of Indiase burgers krijgen eerder minder dan meer rechten dan burgers in een liberale democratie. Zelfs in het Westen wordt onder het mom van veiligheid de macht van de staat vergroot ten koste van de burgers. Op wat enclaves na ziet het er voor de komende jaren niet best uit wat burgerrechten betreft. Vele islamstaten stevenen af op een culturele kaalslag die de eigen bevolking apathisch achterlaat. Met steeds minder vermogen tot herstel.

De uitdaging voor kunstenaars is om nationale of mondiale tendenzen te verwoorden, te doorbreken en voor het publiek in een geëigende vorm te gieten. Afhankelijk van plaatselijke omstandigheden. Kracht van kunst is haar vermogen tot abstractie en haar bijzondere positie. Kunst komt waar politiek moet stoppen.

De Chinese kunstenaar Ai Weiwei is een icoon van onverzettelijkheid die z’n eigen leven op het spel zet en om gematigde democratisering vraagt. Zo groeien kunstenaars, soms samen met wetenschappers en journalisten, in een globaliserende wereld naar elkaar toe. Maar in het vinden van motieven en vormen zullen ze altijd teruggrijpen op hun eigen omgeving die nationaal gericht en cultureel specifiek is. Het kosmopolitisme zweeft daar boven op zoek naar een wereldcultuur. Theoretisch waardevol en in pure uitvoering de meest open houding. Maar onhaalbaar voor de massa en per definitie losgezongen van de lokale situatie.

Een organisatie die zich wenst te versterken moet nimmer bang zijn voor tegengeluid. Juist dat laatste maakt sterk. Zo is het ook met een land. Indirect is de functie van kunst het verzorgen van een tegengeluid. Kunst zet vraagtekens bij het vanzelfsprekende. Kunst maakt burgers sterker. Kunst die niet kritisch kan zijn is geen kunst maar behang. Da’s de overgesausde structuur in de kamer van de macht.

In een brief aan informateur Opstelten stelt in augustus 2010 de Raad voor Cultuur: cultuur als verbindend en mobiliserend element [is] een onmisbare factor. De brief tekent de kloof die bestaat tussen de gepolitiseerde belangenbehartigers en de kunstenaars. Het is de verkeerde cultuurpolitiek van gevestigde instellingen zoals de Raad voor Cultuur die de kunst meer schade doet dan de aanvallen van de PVV. Want ruwheid past meer bij kunst, dan sociopraat die de aard van kunst verhult.

Werking van kunst kan uitgelegd worden, maar hoeft niet verdedigd te worden. Kunst zet op scherp, kunst maakt de omgeving als nieuw en kunst biedt in vrijheid hetzelfde als religie: zingeving, troost en schoonheid. Kunst staat dwars op de consensus, kunst zet vragen bij het vanzelfsprekende. Kunst is de mythe, kunst geeft diepte en kunst biedt mogelijkheden tot identificatie, onderscheid en aanscherping van de geest. Kunst raakt het individu.

De stand van zaken van een democratische samenleving kan afgemeten worden aan steun voor kwetsbaren. Hoogbejaarden, geestelijk gehandicapten en zieken kunnen niet voor zichzelf zorgen. Zo is het ook met kunst. Hoewel de noodzaak voor steun afneemt als kunst meer verbonden raakt aan commercie. Dat kan van geval tot geval bekeken worden.

Net als in het onderwijs en de zorg zijn in de cultuursector de managers, de culturele ondernemers en kunstmakelaars opgedrongen. Hoewel het door de kleinschaligheid en de onderbetaling in de sector gelukkig nog meevalt. Maar de tendens bestaat. Zij eten een groot deel van het budget op. Kunstenaars zijn te verdeeld en te veel met zichzelf bezig om daarop eensgezind te reageren.

Zelfregulering van de sector is de sleutel. Sommige kunst kan niet opereren op een open markt en moet gesteund blijven worden. Daar blijft een compact voorwaardenscheppend administratie- en kenniscentrum voor nodig. Maar alle inspanningen vanuit de overheden dienen vervolgens gericht te zijn op de kwaliteiten van kunst alleen.

Niet het doelgroepenbeleid, de emancipatie, de economie of de politieke bedoelingen dienen leidend te zijn in het cultuurbeleid. Kunst gaat om kunst alleen, anders is kunst geen kunst meer. Dan wordt het een afgeleide van zichzelf. Als macramé van de politiek, de gedomesticeerde variant van kunst die voor de politiek kunstjes mag vertonen.

Algemene maatregelen zijn zinnig voor acceptatie van kunst, maar juist daar is de politiek halfslachtig. Onderwijsprogramma’s over media, kunst en cultuur kunnen behulpzaam zijn voor begripsvorming en draagvlak, maar komen onvoldoende van de grond. Want hoe absurd is het niet dat jongeren -in wat men zegt een beeldcultuur te zijn- niet veel meer dan nu geleerd wordt beelden en kunstuitingen te lezen, te plaatsen en te doorgronden? Ze zijn ongewapend in het mediabombardement. Leren het uiteindelijk wel, maar op een verre van doelmatige manier. Zo missen vele jongeren delen van wat kunst is en kan zijn. Ze blijven hangen in een leerproces, uitgezonderd de hoogopgeleiden die er altijd wel komen.

Cultuurbeleid en kunst is een onderwerp waarover veel te zeggen valt en wat blijft boeien door de vormende en overstijgende rol. Ons zwijgen ontstaat niet vanwege een tekort, maar een teveel aan aspecten. Die veelkoppigheid speelt velen parten. Het terugkerende motief is echter dat kunst geen reputatie heeft en niet wordt gehoord.

Ik ben voorstander van een daadkrachtig cultuurbeleid met een behoorlijk budget. Geen vanzelfsprekendheid zoals een Synovate onderzoek van april 2010 uitwijst. Het recente verleden leert dat cultuurpolitieke daadkracht vaak zijn doel voorbijschiet. Zeker als kunst aangehaakt wordt bij sociaal beleid. Da’s oneigenlijk gebruik van kunst en tekent het wantrouwen van beleidsmakers in de kracht van kunst. De pest voor de kunst is dat politici zich er niet sterk voor wensen te maken en dat besluitmakers menen dat kunst ingezet dient te worden voor andersoortige doelen. Opmerkelijk is dat vele goedwillende specialisten uit de kunstwereld hierin getrokken worden en zich laten corrumpereren. Zonder zelfvertrouwen en ambitie. Het slechte image van kunst en cultuur bij de achterban van alle partijen tekent het ontbrekende draagvlak.

Foto: F.S. Shurpin, De Ochtend van ons Vaderland  (1948) met afbeelding van Joseph Stalin