The Downfall. Trumps gijzeling van de Republikeinse partij moet eerder religieus en psychologisch, dan politiek verklaard worden

Wat er op dit moment binnen de Republikeinse partij gebeurt, kan beter begrepen worden binnen een religieus of psychologisch, dan binnen een politiek kader. De Republikeinse strateeg Mike Murphy en de Democratische strateeg James Carville geven hun opinie over de gekte in de Republikeinse partij. Politici als senator Ted Cruz weten beter, maar leveren zich over aan de eindstrijd van president Trump. Ze weten dat ze samen met hem ten onder zullen gaan, maar kunnen zich blijkbaar niet aan zijn dwang onttrekken. Geen enkele objectieve waarnemer begrijpt waarom deze Republikeinse politici die nota bene eerder door Trump geschoffeerd werden hun goede naam te grabbel gooien en de politieke geschiedenis in zullen gaan als domme meelopers.

Wat nu gebeurt in de Republikeinse partij doet denken aan een omschrijving van een boek van de Duitse socioloog en filmtheoreticus Siegfried Kracauer: ‘Die These ist, dass es in Deutschland bestimmte „Kollektivdispositionen“ gegeben habe, nämlich eine Neigung zum Morbiden und Makabren bei gleichzeitiger politischer und kultureller Verunsicherung, die zum tieferen Verständnis des Nationalsozialismus berücksichtigt werden müsse‘. Het idee is dat er in het Duitse volk in pakweg de eerste drie decennia van de 20ste eeuw “collectieve disposities” waren die de bedding vormden voor de opkomst van Hitler. Namelijk de neiging tot het morbide en macabere met gelijktijdige politieke en culturele onzekerheid. Welnu, dat morbide en macabere treft nu ook de Republikeinse partij waar de traditionele Republikeinen uit zijn verdreven of zich stilzwijgend ophouden in de marge.

Als lemmingen schaarden de Duitsers zich achter de nationaal-socialisten van wie al snel bleek dat ze een verloren zaak vochten en alle toenmalige grootmachten tegen zich kregen. Maar toen konden ze zich mentaal en fysiek niet meer aan Hitlers dwang onttrekken. Hetzelfde gebeurt nu met president Trump. Hij is net als kanselier Hitler leider van een gevaarlijke sekte die met religieuze aantrekkingskracht en wit racisme zijn volgelingen bezweert en meesleept in zijn eigen ondergang. Het verschil met nazi-Duitsland is dat er een alternatief is en dat president-elect Joe Biden op 20 januari 2021 Trump opvolgt als president. Uit rancune en een slecht verwerkt verlies gijzelt Trump de Republikeinse partij waar hij de baas speelt en probeert hij de Amerikaanse democratie te vernietigen. Na mij de zondvloed, ofwel ‘Après moi, le délugeis Trumps hogere waarheid.

Deze storm van gekte zal overwaaien. Zoals alle gektes met de claim van een parallelle wereld overwaaien. Die van de nazi’s en de Japanners in de jaren 1930, die van de hippies in de jaren 1960 of die van de Sovjet-communisten tot 1989 die gegijzeld werden door de leugen van de ideale samenleving die bij nader inzien niet zo volmaakt was. Hoe dan ook zal Trumps macht vanaf januari 2021 afnemen. De harde kern van supporters die angst hebben voor alles wat niet past bij hun witte eigenheid zal hem blijven steunen, maar steeds meer mensen zullen hem hun steun ontzeggen. Het valt te hopen dat in de Republikeinse partij de gekte afneemt en dat de VS zichzelf hervindt.

Het feit dat om te beschrijven wat er op dit moment in de VS gebeurt uitsluitend apocalyptische parallellen kent geeft aan hoe ernstig de situatie op dit moment is. Straks in het theater: The Downfall, Donald Trump in zijn bunker.

 

Een beleggingsanalist zegt: ‘Angst overheerst’. Wat moeten we ermee?

De titel bij deze video met beleggingsnieuws is veelzeggend: ‘Angst overheerst’. Oh, bij wie? Dat betekent een negatief koopadvies en een positief verkoopadvies. Maar waarom praat de analist van Paribas over angst als hij dalende koersen bedoelt? Wat heeft dat met angst te maken? Haakt hij aan bij een onderstroom die al in de samenleving bestaat? Iedere belegger kan met een muisklik kopen of verkopen. Maar angst die overheerst?

De Duitse filmtheoreticus Siegfried Kracauer had het in zijn boek ‘From Caligari to Hitler’ (1947) over de Duitse samenleving waarin het ‘collectieve dispositie’ gegeven zou hebben. Dus een aanleg of gevoeligheid van allen voor iets. In dit geval een tendens naar het morbide en macabere bij politieke en culturele onzekerheid die de opgang van het nationaal-socialisme zou verklaren. Op de onderbouwing van Kracauers stelling is volop kritiek op gekomen, maar dat een collectieve onderstroom, gevoeligheid of aanleg in een samenleving tot iets kan leiden valt niet te ontkennen. Soms is dat al uit een simpel woordje af te leiden.

Hebben we werkelijk angst of wordt ons die van allerlei kanten om allerlei redenen aangepraat? Door bedrijven die ons willen laten kopen of verkopen, politici en complotdenkers. De meeste Nederlanders zijn gelukkig en tevreden met hun leven. Ze hebben het economisch nog nooit zo goed gehad. Verklaart dat de angst omdat men juist dan beseft dat men kan verliezen wat men heeft? Tot zolang het duurt. Dat betekent dat angst een teken van geluk, welvaart en voorspoed is. Het omgekeerde van hoe het doorgaans voorgesteld wordt. Angst moet dan gekoppeld worden aan een positief gevoel tegen een negatieve achtergrond. Angst is een emotie die verwant is aan verlangen. Als het ingelost wordt, dan verdwijnt de gemoedsaandoening.

Van president Franklin D. Roosevelt is bij zijn inaugurele rede in 1933 de zin blijven resoneren ‘Het enige wat we moeten vrezen is de angst zelf’ (‘Only Thing We Have to Fear Is Fear Itself’). Hij probeerde de angel uit de verlammende angst te halen die door de economische crisis van 1929 was ontstaan en in 1933 op zijn dieptepunt was. Hij pompte hoop en perspectief in zijn volk. Dat is anders dan wat de analist van Paribas en anderen doen. Wat moeten we met onheilsstemmingen die klinken als een zichzelf vervullende voorspelling?

De strijd om het hart van de Nederlandse democratie is ontbrand. Bij een boekbespreking in NRC over Pepijn van Houwelingen

vortrag-burmeister-i-407x600

Het is leerzaam om de tweets van het Burgercomité-EU te lezen, één van de initiatiefnemers van het Oekraïne-referendum dat op 6 april werd gehouden. De sfeer die eruit oprijst is die van verbolgenheid, het zich tekort gedaan voelen, aangedaan onrecht en projectie over wat het volk is en wil. Het leest als een socio-psychologisch verslag van een collectieve dispositie zoals Siegfried Kracauer dat beschreef in From Caligari To Hitler over de Duitse film. Men waant zich verplaatst naar de vroege jaren 1930 van de Weimar-republiek. Alles wordt zonder nuancering of onderbouwing gezegd. Radicale partijen breken vanaf de flanken ieder op hun eigen manier de democratie af. Centrumpartijen worden naar elkaar gejaagd, zodat zelfs GroenLinks of de VVD gematigd lijken. De EU is de boosdoener en vijanden ervan zoals het Kremlin zijn de begenadigden.

Dit trappen tegen de democratie, de democratische instituties en vertegenwoordigers van de democratie wil niet zeggen dat de democratie weerloos en verloren is. Verre van dat. Het besef dat een democratie zich moet verdedigen tegen krachten die de democratie willen ondermijnen zoals die door het Burgercomité, het Forum voor Democratie, GeenPeil, de PVV, de SP of talloze malcontente columnisten worden verwoord is aanwezig. De bewustwording over de weerbaarheid kan nog wel wat worden vergroot. Dat besef breekt langzaam door.

Nieuw is dus dat het centrum wakker is geworden en beseft dat het zich in de publiciteit moet verdedigen tegen de aanvallen vanaf de flanken op de democratie. Dat ontwaken gaat uitermate langzaam en gaat nog niet gepaard met tegenaanvallen die even hard zijn als de aanvallen door de radicalen. Maar het begin is er, zoals een boekbespreking in NRC verduidelijkt. Radicalen hebben niet langer het rijk alleen in het publieke debat. Reacties op Twitter waren voorspelbaar en wijzen erop dat de schoppers tegen de EU en de democratie het nog niet gewend zijn te worden tegengesproken en verantwoordelijk te worden gesteld voor hun uitspraken, in dezelfde mate als zij zelf de vertegenwoordigers van de democratie verantwoordelijk stellen.

De boekbespreking gaat over de roman ‘Oneigentijds’ van Vossius uit 2010. Een pseudoniem waarachter een bestuurslid van het Burgercomité schuilgaat: Pepijn van Houwelingen die met Arjan van Dixhoorn in een interview in NRC stelde: ‘Oekraïne kan ons natuurlijk niets schelen, dat moet u begrijpen’. Deze door Wilmer Heck opgetekende uitspraak werd aanleiding voor het verkennen van een aanklacht door Gerard Spong tegen het Burgercomité op grond van artikel 98 van de Referendumwet dat spreekt over ‘valse voorwendsels’. Als ideeënroman doet het boek denken aan het Gesprek op den Drachenfels (1963) van Geel en Brandt Corstius.

Hecks tekent met Derk Stokmans op dat Van Houwelingen’s roman eerder leest als een politiek essay dan een roman: ‘Sommige uitlatingen van Vossius lijken op een sterk geradicaliseerde versie van de standpunten van zijn geestesvader Van Houwelingen. En er zijn momenten dat Van Houwelingen en zijn personage samenvallen.’ Van Houwelingen houdt de lezer geen spiegel voor, maar doet aan programmatische literatuur met een politiek doel. Met overlappingen met zijn opinie-artikelen en politieke stellingname. Dat is meer dan de oude discussie over literatuur of de mening van een romanpersonage samenvalt met die van de auteur. Dit is politiek in de vorm van literatuur die geen verbolgenheid moet veinzen als het een weerwoord oproept.

De persoon ‘Vossius’ die deels samenvalt met Van Houwelingen wil volgens Hecks en Stokmans de democratie afbreken: ‘In het boek staat ook dat Europa verziekt en verzwakt is door „het mekkeren” over mensenrechten als vrijheid en gelijkheid. En er staat ook dat het Derde Rijk te verkiezen is boven onze samenleving, omdat het, hoe grotesk ook, tenminste nog een hoger doel diende, en daarmee vitaliteit en kracht losmaakte.’

De hoogste tijd dat de democratie zich weerbaar opstelt en zich ten volle bewust wordt van de intenties van types als Pepijn van Houwelingen, Arjan van Dixhoorn, Thierry Baudet of Geert Wilders. Onder het verhullen van hun ware intenties duiken ze met een beroep op ‘het volk’ weg in een fictieve rol, suggereren speelsheid, onschuldigheid en belangeloosheid en menen in een vacuüm te kunnen opereren waarin ze onaantastbaar zijn en alles kunnen beweren zonder persoonlijk verantwoordelijk te worden gesteld voor hun opereren. De boekbespreking maar ook een artikel van Thijs Kleinpaste in De Groene over GeenPeil is het teken ervan dat dit verandert. De strijd om het hart van de Nederlandse democratie is definitief ontbrand. Het centrum moet zich wapenen en kan er niet op vertrouwen dat aanvallen vanaf de flanken de democratie niet ondermijnen.

Foto: Dada.

Volk wordt voorgelogen dat bibliotheek Tropeninstituut is gered

In Nederland worden geen BIBLIOTHEKEN verbrand maar verkwanseld Tropen Bibliotheek_8842746582_l

Update 17 oktober 2014: Oud-directeur van de Tropenbibliotheek Hans van Hartevelt heeft een sleutelroman over zijn voormalig instituut geschreven: ‘De verkwanseling van een kroonjuweel’ dat bij In de Knipscheer verschijnt. De Tropenbibliotheek had gered kunnen worden, maar toch gebeurde het niet. Op het waarom gaat de auteur in. De uitgeverij vat in een toelichting de vragen samen die nooit in het openbaar beantwoord zijn. Tot schande van Nederland: ‘Waarom graven bewindslieden zich in? Is er een rekening te vereffenen? Is hier sprake van een tunnelvisie? Sluimerende conflicten breken uit, toezichthouders kibbelen, bestuurders worden vervangen, cultuur kost geld en moet uit de instelling worden weggesneden als een gezwel.’ 

Update 26 oktober 2013: Jeffrey Shane, bibliothecaris van Ohio University vindt de dreigende vernietiging van een deel van de collectie van het Tropenmuseum een grof schandaal. Hij wil dan ook met collega’s proberen in elk geval de boeken over Zuidoost-Azië te redden, zo citeert het AD Trouw. Een grof schandaal, inderdaad. Wat een ontluistering voor de Nederlandse politici die hiervoor verantwoordelijk zijn.

Wat is de reden dat er in Nederland bovengemiddeld op kunst en cultuur wordt bezuinigd? Veel zonder direct profijt moet weg: erfgoed en talentontwikkeling. Door afnemend historisch besef nu verliest ons land straks z’n historisch geheugen. Da’s het kapitaal dat in vorige generaties is opgebouwd. De gevolgen merken we pas later. Afbraak is een traag proces. Het is door de bezuinigingsdrift en afbraakpolitiek onder leiding van de VVD in gang gezet. Onze politieke brekers besteden liever 30 miljard euro aan banken of 5 miljard euro aan de JSF dan het cultureel erfgoed of de kunsten genereus te steunen. Ze spreken nog met genoegen over hun afbraak ook. Dat zet het in de categorie van de psychose. Wat filmtheoreticus Siegfried Kracauer over de Duitse ziel in de aanloop naar het nazisme ‘Kollektivdispositionen’ noemde. De waanvoorstelling van een volk.

Onder deze pose van masochisme en zelfverloochening zit volop berekening. Want zoals gezegd treft het niet de banken of de krijgsmacht, maar wel de voorzieningen van de gemeenschap. Erfgoed en kunsten die met hun indirect belang kwetsbaar zijn worden door de politieke elite als makkelijke prooi opgeofferd. Zodat de politiek van wie altijd blindelings verondersteld kon worden dat het de cultuurhistorie en de nationale identiteit van Nederland beschermde deze nu juist aanvalt. Om dit te maskeren wordt met bombarie en veel sponsorgeld af en toe een Rijksmuseum opgetuigd. Maar daarachter wordt de basisinfrastructuur uitgekleed.

Deze ontwikkeling laat zich goed illustreren aan de verkwanseling van de bibliotheek van het Tropeninstituut. Media kopten dat de bibliotheek gered was. Dit naar aanleiding van de beantwoording van kamervragen van SP’er Jasper van Dijk door minister Jet Bussemaker. In werkelijkheid wordt de bibliotheek echter niet gered, maar om zeep geholpen. Liefst 700.000 titels gaan de container in en de collectie wordt uit elkaar gerukt.

Deze conclusie bereikt sporadisch het publiek. Malou van Hintum in De Volkskrant uitgezonderd. Tegenover haar kritische noot staan tientallen berichten die de voorgevormde mening van het kabinet navolgen. Dat komt omdat de beeldvorming wordt gedomineerd door de overheid en de instellingen die er financieel van afhankelijk zijn. Zoals universiteiten. De journalistiek stelt berichtgeving gelijk aan persberichten van anderen. De spin vanuit het kabinet is erop gericht om een fundamenteel publiek debat niet te laten ontstaan. Dat lukt.

Bewustwording bij het publiek is de sleutel om dit proces van misleiding door de politiek te keren. Het kabinet draait, de journalistiek aapt na, betrokken instellingen zoals het Tropeninstituut stellen interim-managers uit het bedrijfsleven aan die de afbraak uitvoeren en de profijtelijke afdelingen naar de markt brengen. En deze jagen medewerkers met hart voor de zaak op straffe van ontslag angst aan. Managers ontvlechten, stoten af en saneren alsof erfgoed een bedrijf is. Hun opdracht is echter fundamenteel fout. De associatie ‘zuiveren‘ doemt op, de ‘gezonde‘ onderdelen worden gespaard. Het Nederlandse volk gaat mee in de waan. Volgens Omroep Flevoland verhuizen 50.000 boeken van de bibliotheek van het Tropeninstituut naar een opslagloods op een industrieterrein in Urk. En minister Bussemaker durft in haar antwoord te zeggen: ‘Tijdelijke opslag is echter geen oplossing. De waarde van een collectie zit juist in de toepassing van de verzamelde kennis.’

Foto: Tjebbe van Tijen, ‘In Nederland worden geen bibliotheken verbrand‘. 2013.